Taaltrainingen Nederlands in Hardenberg van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Zo krijgen organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in Hardenberg als in de buurt van Hardenberg. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Hardenberg in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall Talen is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om Nederlands te leren in Hardenberg. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau. Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Hardenberg.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) met de contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, bijgesteld worden. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Desgewenst kan Dagnall het (individuele) contact met de deelnemers verzorgen Het plannen van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Deze dienen vóór de intakedatum te teruggestuurd worden Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een intakegesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De indeling van de groep(en) worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden wordt door ons verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen garandeert en bewaakt de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Talen is opgezet in 1982 en geeft sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Hardenberg en omringende gemeenten aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Onze kundige docenten Nederlands zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in deze jaren in Overijssel een behoorlijk aantal trainingen aan bedrijven en (overheids)organisaties gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Hardenberg. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Hardenberg sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) gericht op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel ondernemingen een begrip. Mensen die geen of weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
De aanwijzingen op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en uiteraard hun ambitie op hun werkgebied realiseren. Investeren in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Dagnall geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut helpt en leert cursisten hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen deelnemers gedurende de taalcursus regelmatig praktijkopdrachten, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Ons taleninstituut let eveneens op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel motivatie en inzet. Daarnaast hebben deelnemers slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaldocent. Dit is niet in elke situatie afdoende.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall stimuleert uitvoerenden en leidinggevenden van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze manier uit te drukken, wordt de waarde van een goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Hardenberg
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Hardenberg die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Hardenberg. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Nederlands effectief leren in Hardenberg bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Hardenberg worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Hardenberg
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Hardenberg en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd vrij in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Nog een belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook kan een individuele taalcursus ideaal afgestemd worden op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Nederlands is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars foutjes leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. De afwisseling die zo wordt geboden, kan door lerenden als leuker worden ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor de deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen Nederlands kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de trainer. De geleerde kennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere lerenden. Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van anderen omdat groepsdynamiek ontbreekt. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele deelnemers, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer Nederlands kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een juiste uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd worden herhaald. De woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de lijst. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van het Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties van woorden worden aan de lerende aangereikt in herkenbare situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de kunnen lerenden het Nederlands op een accurate wijze kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methode van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De input van de lerenden zelf is beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte aan het leren van vreemde talen op een meteen toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Nederlandse taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de studenten is dit stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainers dragen kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de Nederlandse taal om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te reizen naar Nederland en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die geplaatst werden in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend en stimulerend werken. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet machtig genoeg zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gevolgd wordt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. De methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid Nederlands worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een ander minpunt. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten Nederlands te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaltrainer richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands flexibel genoeg voor dit type onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor snelle succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was ook nieuw dat de taalles in het Nederlands gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de lessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdagingen. Omdat de leermethode uitgaat van een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom beschouwd wordt. In feite is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s en stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen toegepast en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de lerende kan de methode op ieder moment inzetten. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt de grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen van het Nederlands om zelf zinnen te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stappen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode gezien worden. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer Nederlands kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel kwamen er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een juiste uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd worden herhaald. De woorden of zinnen op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de lijst. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, maar veel geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze methode functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de studenten van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van het Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. De vaste combinaties van woorden worden aan de lerende aangereikt in herkenbare situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de kunnen lerenden het Nederlands op een accurate wijze kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methode van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct een succeservaring. De input van de lerenden zelf is beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Het Nederlands wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en trainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte aan het leren van vreemde talen op een meteen toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in de Nederlandse taal; de methode is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is een efficiënte methode. Voor de studenten is dit stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van leren is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainers dragen kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft deze leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het land van de Nederlandse taal om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere wijze om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk te reizen naar Nederland en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de trainer (Nederlands) zijn hiervoor essentieel. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die geplaatst werden in een halve cirkel en in de klas was altijd muziek. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem en gebaren. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend zijn dan ontspannend en stimulerend werken. Dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de zijde van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet machtig genoeg zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen leerboek Nederlands dat gevolgd wordt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. De methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt in hun Nederlands spreken geremd als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van François Gouin over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid Nederlands worden sterk ontwikkeld door de Series method van Gouin worden en het zorgt voor een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, wat moeilijk met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een ander minpunt. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met een klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De studenten komen op een alledaagse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. Daarnaast leren studenten om samen met andere studenten Nederlands te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie de bekende filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaltrainer richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet; dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Lerenden blijven zo alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands flexibel genoeg voor dit type onderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Nederlands. Deze zes afzonderlijke fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep van studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan de methodiek leren is. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engelse les. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor snelle succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks 1900. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was ook nieuw dat de taalles in het Nederlands gegeven werd. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de lessen. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Studenten brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste grote voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen. Deze methode kent ook keerzijden. Deze leermethode besteedt zeer weinig aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdagingen. Omdat de leermethode uitgaat van een dynamische inzet vanuit de student is de leermethode eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Nederlandse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het kan door studenten als een minpunt worden gezien dat het wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Met name bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom beschouwd wordt. In feite is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel van de methode kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Nederlands. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De lerenden ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de trainer op grammaticale fenomenen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens hiervan een verhaal te maken met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is plezierig voor de lerenden en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s en stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo de uitspraak met die van moedertaalsprekers Nederlands (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen toegepast en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de lerende kan de methode op ieder moment inzetten. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet apart uit maar biedt de grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur cursussen gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. De student leert geen bouwstenen van het Nederlands om zelf zinnen te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stappen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte wijze. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om Nederlands te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tenslotte beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant kunnen zijn. Onze docenten zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Hardenberg.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Hardenberg
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning in Hardenberg op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App, geschikt voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar nadat de training Nederlands in Hardenberg is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Werknemers die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers verzorgd
Onze taaldocenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursussen wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands vlot en zelfverzekerd te behalen
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuur die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies is het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de trainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Hardenberg ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Hardenberg ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Hardenberg
Wij overhandigen het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ na de cursus Nederlands in Hardenberg.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus te kunnen omschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in Nederland dezelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK gaat uit van vijf verschillende vaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. A1, A2, B1, B2, C1 en C2 zijn de indelingen van deze niveaus, waarbij A1 het laagste niveau is en C2 het hoogste.
Taalniveau A beschrijft de basisvaardigheden Nederlands die de gebruiker beheerst. Taalniveau B is van toepassing op de zogenaamde ‘onafhankelijke gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Nederlands lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, gaan richting de moedertaalspreker Nederlands. Zo iemand gebruikt de Nederlandse taal moeiteloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen (Nederlands) worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Nederlands in Hardenberg, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken resultaatgericht en klantgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Hardenberg sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Hardenberg zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Hardenberg
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een cursus Nederlands in Hardenberg? Laat ons u meer vertellen over de mogelijkheden bij ons instituut. Stuurt u ons een e-mail via cursus-nederlands-hardenberg@dagnall.nl of vult u het contactformulier op onze website in, dan informeren wij u vrijblijvend over onze taalcursussen.
Wij informeren u dan zo spoedig mogelijk over de mogelijkheden. U kunt ons uiteraard ook bellen voor een cursus Duits in Coevorden via 0592-338012 (geen belmenu). U kunt ook ons informatiepakket bestellen. Dit is geheel gratis.
De beste route naar een cursus Nederlands in Hardenberg!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies heel gauw.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis naar de landkaart van Nederland te gaan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nu lichten de provincies één voor één op.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de opgelichte provincie zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders, zal u hierbij zeker helpen.
Items zoals beroemde Nederlanders, bekende exportproducten en typische Nederlandse gewoonten en gebruiken hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Velerlei typische dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel handig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over land, mens en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed de verkregen kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en Nederlandse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
Uw behaalde talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer en een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. Samen met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer en een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. Samen met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. Er zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door België, Duitsland en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In Amsterdam wonen ruim 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, tulpen, stroopwafels, kaas, molens en fietsen. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is beroemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders waar veel mensen voor naar Nederland komen. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool van Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar slechts bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een stevige handdruk. Nederland is vlak en klein: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een erg normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje eraan, waarin kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote raampartijen voor en achter, zodat de zon in de kamer kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders graag open, om te zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. In Nederland vieren de mensen verjaardagen, ook wanneer ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat feesten in oranje kleren, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en verkopen mensen oude spulletjes. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Het beheersen van de Nederlandse taal betekent kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door middel van gerichte oefening zorgt Dagnall dat de opgedane kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, begrijpt u een beetje Nederlands en kunt u een gesprekje voeren. Een heel leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands valt binnen de tak van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein gebied van Noordwest-Frankrijk. In Indonesië wordt door een klein groepje oudere mensen ook nog Nederlands gesproken. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is eveneens één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen kan de uitspraak van de Nederlandse taal moeilijk zijn. De tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. Met name de ‘ui’-klank kan lastig zijn; het is een klank die maar in weinig voorkomt andere talen.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof dit nog niet genoeg is, heeft het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, aai, oi en ei.
De spelling van de klanken wijkt in de Nederlandse taal bij een aantal letters af van wat gangbaar is in andere talen. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend vergeleken met veel andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor de Nederlandse taal zijn verder de medeklinkercombinaties. Zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een struikelblok en zeker ook de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ en ‘fietstas’? In de Nederlandse taal komen beginclusters en eindclusters veel voor. Het is nuttig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gezet worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt de uitspraak van eindletters vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen verschil hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. De Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoordjes ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand neemt een korte denkpauze en gebruikt een aantal woorden die geen betekenis hebben. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens het aantal keer dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ in een aantal zinnen zegt.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is bijzonder doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Nederlands in u op.
Het kan heel leerzaam en leuk zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle wijze veel Nederlandse woordenschat kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het radiostation NPO 3 FM is het meest populaire Nederlandse publieke radiostation. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live naar deze Nederlandse publieke radiozender luisteren.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de bekendste commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live te luisteren naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg plezierig en leerzaam kan zijn. De omroep NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de bekendste commerciële televisieomroepen van Nederland. Deze Nederlandse stations kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Hardenberg op uw locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Nederlands bij Hardenberg bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Emmen aan de Verlengde Herendijk 50 in Nieuw-Amsterdam, bij Fletcher Hotel-Restaurant ByZoo aan Willinkplein 42 in Emmen en bij Hotel Talens aan de Sallandsestraat 51 in Coevorden.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Hardenberg bij bijvoorbeeld bij Evenementenhal Hardenberg.
De streek die nu Hardenberg is, was zeer waarschijnlijk al bewoond voor het begin van onze jaartelling. Archeologische vondsten wijzen hierop. Het ontstaan van het stadje Hardenberg stamt uit de 8ste eeuw. Aanvankelijk ontstond Nijenstede. De bisschop van Paderborn en Utrecht liet in de 13de eeuw een ommuurd kasteel bouwen op de ‘Hardenbergh’, waar steeds meer mensen heen trokken.
De naam van de plaats ‘Hardenberg’ is een verbastering van de naam van de plaats van een heuvel; de Herdenberch of Haddenbarreg. Herde of harde kan wijzen op de grondsoort: vaste, harde grond, vaster dan in de omgeving. Het kan ook als ‘sterke burcht’ worden verklaard.
Hardenberg ligt in het Vechtdal in de landstreek Salland. Plaatsen de omgeving van Hardenberg zijn Beerze, Coevorden, Dedemsvaart, Gramsbergen, Ommen en Slagharen.
Hardenberg ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Hardenberg wonen ruim 60.000 mensen.
Woon je in Hardenberg, dan ben je een ‘Hardenberger’. Bekende Hardenbergers zijn Edwin Evers, Mark Haayema, Sanne Hans (Miss Montreal), Agnes Mulder en Jorien Renkema.
Iets wat bij Hardenberg hoort, noemt men ‘Hardenbergs’, zoals de Hardenbergse Ruiterdagen. Hardenberg kreeg stadsrechten in 1362.
Hardenberg - stedenband, kernen & scholing
Stedenband
Hardenberg heeft een stedenband met Dahlenburg in Duitsland.
Kernen
De gemeente Hardenberg omvat ook Avereest en Gramsbergen.
Hoger onderwijs
In Hardenberg bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Hardenberg, dan denk je aan de Vecht, toeristen en de wildwater-kanobaan. Hardenberg staat ook bekend als meest toegankelijke gemeente van Nederland voor mensen met een beperking (2018) en als meest inspirerende Millennium Gemeente (2007). Hardenberg fungeert als regiocentrum voor de omliggende plaatsen op het gebied van werk, onderwijs en zorg.
Hardenberg - minder bekend
Bijna niemand weet dat Hardenberg ook de naam van een buurtschap aan de zuidkant van het dorp Finsterwolde in de provincie Groningen is.
Typerend voor het Hardenbergs dialect zijn de gesloten, korte klinkers waar het Standaardnederlands open klinkers gebruikt (kokken in plaats van ‘koken’, etten voor ‘eten’). Verkleinwoorden krijgen als uitgang -ie in plaats van -je. Ook is er vaak sprake van klankverandering: köppie voor ‘kopje’, zäkkie voor ‘zakje’. De ‘ui’ wordt een uu: huus voor ‘huis’ en de ‘ee’ wordt een eu.
Hardenberg is ’n Arnbarg en het dialect heet ’t Anbarger plat. Het getal ‘zeven’ is zeuvene of zeume en groaperig is ‘hebberig’. In Hardenberg wonen redelijk wat boomkwekers die weten hoe oud een boom kan worden. Beumpie groot, plaantergie dood. Oftewel: “Boompje groot, plantertje dood”. Maakt oe over morn gien zörngn: “Maak je geen zorgen voor de dag van morgen”.
Hardenberg - “De kracht van gewoon doen”
Hardenberg - zakelijk
De gemeente Hardenberg
Het netnummer van Hardenberg is 0523. Het postcodegebied van Hardenberg is 7770 - 7773. Het adres van het gemeentehuis van Hardenberg is Stephanuspark 1, 7772 HZ in Hardenberg. De website van de gemeente Hardenberg is Hardenberg.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Hardenberg is 14 0523.
Zakendoen in Hardenberg
Voor Hardenbergse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Hardenberg is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Hardenberg is KVK-kantoor Zwolle.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Hardenberg vindt u op bedrijventerrein De Boschkamp, Broeklanden, Broeklanden Zuid, Haardijk I of II, Katingerveld, Kop van Broeklanden, De Nieuwe Haven, Rollepaal Oost of West of op bedrijventerrein De Steenmaat. In Hardenberg bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende
bedrijven en organisaties: C.F. Kunststof Profielen, DGB Energie, Future Pipe Industries, Heuver, Machinefabriek Drabo, Nederlandse Transport Maatschappij NTM Transport, Ramix Moulds, Schoeller Allibert, Schurter Electronics, Sphere Nederland en Wavin. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Hardenbergse nieuwsportaal is De Toren en Hardenbergse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws. Ondernemers in Hardenberg kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Hardenberg laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Hardenberg een bezoek brengen aan Museum ’t Stadhuus.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Hardenbergse voetbalclub HHC of Hardenberg ’85 meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Hardenberg kunt u terecht bij TCH.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u na de cursus Nederlands in Hardenberg zin om een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Hardenberg ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De golfbaan in de omgeving van Hardenberg is de Hooge Graven Golfclub Ommen in Arriën. De adresgegevens van de Hooge Graven Golfclub Ommen zijn Hessenweg Oost 3A, 7735 KP in Arrien. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0529-45 59 99. De website van de golfbaan is www.hoogegraven.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het gastvrije restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0529-46 28 10.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Hardenberg die tevens op Youtube staan. Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen. Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland alsook Hardenberg op Google Maps weergegeven. U kunt linksboven klikken om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland en Hardenberg getoond op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Hardenberg
Google Maps Nederland
Google Maps Hardenberg
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Hardenberg uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Hardenbergs nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd handig en prettig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt.
Daarnaast kan het leerzaam zijn om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Hardenberg verzorgt Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Hardenberg.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands