Taaltrainingen Nederlands in Haarlem van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Haarlem. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Haarlem aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis in Haarlem-Centrum Nieuwe Gracht 3 2011 NB HAARLEM
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Nederlands leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen Nederlands vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies in Haarlem Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het beoogde niveau. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Haarlem.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met een passende offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de trainer de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden aangepast. U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers behaald zijn. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier alsook de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Taleninstituut verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden door Dagnall aan de hand van niveaubepaling geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Dagnall verzorgt de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Nederlands Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf is opgezet in 1982 en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Nederlands in Haarlem en omringende plaatsen voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. De kundige docenten Nederlands van Dagnall kunnen bogen op een ruime ervaring op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Haarlem. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall voor het meeste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Haarlem sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Een cursus (Nederlands) die zich richt op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel bedrijven een begrip. Werknemers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze werknemers willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen verrichten en natuurlijk graag hun ambities op het werkterrein verwezenlijken. Een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons instituut biedt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall Taleninstituut leert en helpt cursisten hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Ons taleninstituut stemt de lessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de taallessen, krijgen cursisten tijdens de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall let eveneens op de wat onderbelichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gebruiken van het betreffende land en de organisatie te doorgronden en om hun omgeving via taal uit te breiden. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. Bovendien hebben cursisten maar een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dit is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door de aandacht te richten op het vergroten van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut stimuleert leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van het bedrijf om een continu proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursist in de doeltaal te communiceren. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze te benadrukken, wordt het nut van een goede talenkennis gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Haarlem
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is tevens afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Haarlem die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het snel en plezierig aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 lerenden, duocursussen (2 lerenden), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Haarlem. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen Nederlands zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief Nederlands leren in Haarlem bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Haarlem worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Haarlem
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Haarlem en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen alsook de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie opgenomen wordt. Omdat de cursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is nog een groot voordeel van individuele taalcursussen. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen deelnemers prettiger vinden. Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet in de groep worden geoefend. Ook is het niet mogelijk om te leren van elkaars fouten omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder afgeleid worden. Daardoor ligt het rendement wat lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit gedeeltelijk worden ondervangen. Een groepscursus Nederlands kan eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van cursisten. Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut geeft taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany. Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvond. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. Taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen om daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toe te voegen Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. De Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, verdwijnen van de woordenlijst, Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De Nederlandse taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Nederlands. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangereikt aan de student in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. Deze werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en levert niet onmiddellijk ervaringen van succes op. De inbreng van de lerenden zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in alle soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student leert in de Nederlandse taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren moeilijk of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Nederlandse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder last van frustratie of faalangst zal hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen lesboek Nederlands gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten vaak veel. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van het taalonderwijs is daardoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door studenten bestaat veel ruimte.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid Nederlands wordt sterk ontwikkeld door de Seriemethode van Gouin worden en het creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de lerenden sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit; dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een bijkomende reden zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, in een later stadium gaan de kinderen verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De taaldocent geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen ingezet worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de methode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden gestimuleerd vaak Nederlands te spreken. Het was eveneens nieuw dat de les in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. De Direct Methode kent ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze leermethode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal veel minder. Dez methode biedt onvoldoende uitdaging voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. De Directe Methode is tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom, is het pluspunt van de aanpak van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is bij deze methode in principe aan de student dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in de Nederlandse taal volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docent vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfoutjes aan met de mogelijkheid om de taalfoutjes van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan door de student worden toegepast op ieder moment. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten kan motiveren of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door de studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze Nederlands praten in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stapjes opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat door de student Nederlands is begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is erg toegankelijk en traint uitspraak alsook luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Het feit dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvond. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Nederlands kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. Taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen om daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toe te voegen Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tegelijkertijd een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. De Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, verdwijnen van de woordenlijst, Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen of woorden spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Kennis in het algemeen wordt onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is. De methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een minpunt is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven lijsten te worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De Nederlandse taalregels leert studenten ook onbewust op deze manier. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De methode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de grammatica van het Nederlands. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Nederlands langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Bij de methode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangereikt aan de student in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote rol. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structural Approach. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft ook minpunten. Deze werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en levert niet onmiddellijk ervaringen van succes op. De inbreng van de lerenden zelf is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in alle soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student leert in de Nederlandse taal te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van leren moeilijk of ongewoon. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en niet zo zeer om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands hebben de nadruk. De taaltrainer draagt de kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. De lerende wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Nederlandse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode zo intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepen. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de klas. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Lerenden werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student minder last van frustratie of faalangst zal hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Nederlands) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen lesboek Nederlands gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en ze leren samen te werken als een team. Van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten vaak veel. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een nadeel van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van het taalonderwijs is daardoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door studenten bestaat veel ruimte.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn in de afgelopen dertig jaar aanmerkelijk veranderd door de invloed van (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische omwenteling in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik ontwikkeld. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin kon gedurende een bepaalde periode een succes worden genoemd, ondanks de afwijkende aanpak. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze leermethode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheid Nederlands wordt sterk ontwikkeld door de Seriemethode van Gouin worden en het creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. Het maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de lerenden sterk.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van e-mails, met de klantenservice bellen, boodschappen doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De lerende komt op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als motiverend en plezierig.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaldocent en studenten focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Nederlands zo nooit; dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. In een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de lerenden betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig begeleid worden door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander nadeel kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taalles wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de term ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt relatief eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd gebruikt de student een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles beveelt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, is een bijkomende reden zodat het werken aan het Nederlands veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als keerzijde is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die van het principe uitgaat dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, in een later stadium gaan de kinderen verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De taaldocent geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in iets grotere klassen ingezet worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de methode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica vooral inductief geleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). De lerenden werden gestimuleerd vaak Nederlands te spreken. Het was eveneens nieuw dat de les in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) vocabulaire werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands. De Direct Methode kent ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze leermethode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal veel minder. Dez methode biedt onvoldoende uitdaging voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands. De Directe Methode is tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze leermethode uitgaat van een daadkrachtige inzet door de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) moet gemakkelijk en veilig zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way gebruikt onder andere staven met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die tenslotte worden gezien als autonoom, is het pluspunt van de aanpak van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is bij deze methode in principe aan de student dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode beoogt, kan een nadeel van de methode zijn. Door het gebrek aan input van de taaldocent Nederlands zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten aan veel begrijpelijke input blootgesteld. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen studenten zich. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen. De taaldocent wijst lerenden op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in de Nederlandse taal volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docent vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, waarmee de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methodiek is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan uitspraakverbetering worden bereikt.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfoutjes aan met de mogelijkheid om de taalfoutjes van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om te gebruiken en kan door de student worden toegepast op ieder moment. Welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaldocent is die studenten kan motiveren of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door de studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en taalstructuren bevat. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. Over het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze Nederlands praten in een normaal tempo.
Dat niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stapjes opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de leermethodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat door de student Nederlands is begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de studenten zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de cursus plezierig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is erg toegankelijk en traint uitspraak alsook luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte manier. Het feit dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus is.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Het eerste boek van Assimil was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten werken bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de student te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant kunnen zijn voor de cursist. De taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Dit wordt ook wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-sessies (klassikale sessies) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Haarlem.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Haarlem
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Haarlem op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een handige App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle beschikbare (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands in Haarlem is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Werknemers die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom wordt over het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze onlinecursussen en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de lerenden afgestemd worden
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en vlot te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie zijn de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de taaltrainer en de cursist en zijn van groot belang voor het slagen van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Haarlem ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Haarlem ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Haarlem
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als standaard en bieden u een duidelijk inzicht in uw aanwezige en verworven kennis van de Nederlandse taal. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen het ‘Dagnall Talen-certificaat’ aan het einde van de cursus Nederlands in Haarlem.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus op een uniforme manier te beschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Nederland eenzelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK noemt vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaus met betrekking tot taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker. De zes verschillende beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. De cursist die taalniveau B Nederlands beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Nederlands kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde, die het Nederlands beheerst als een (bijna) moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De pijlers van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen (Nederlands) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Haarlem, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De leden van het NRTO werken klantgericht en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Haarlem sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet natuurlijk aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Haarlem zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Haarlem
Wilt u contact opnemen voor een cursus Nederlands in Haarlem? Vraagt u vrijblijvend naar de mogelijkheden bij ons instituut. U kunt een e-mail sturen naar cursus-nederlands-haarlem@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op onze website invullen.
Wij informeren u dan vrijblijvend. Bellen naar Dagnall kan uiteraard ook voor een cursus Duits in Barendrecht op telefoonnummer 010-2004112 (geen menu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
Het juiste traject naar een cursus Nederlands in Haarlem!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies heel gauw.
Controleer uw kennis door met de muis naar de landkaart van Nederland te gaan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de regionale indeling van Nederland zien.
Nu worden de provincies één voor één getoond.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de uitgelichte provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Dingen zoals bekende exportproducten, beroemde Nederlanders en typische Nederlandse gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen van Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten en weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of openingszin.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar tevens de opgedane kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen ontdekken over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gewaardeerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht voor de winter is erwtensoep (snert’). Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat opgegeten. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. In Nederland zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms met een beetje tomaat of komkommer of een snack erbij. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht voor de winter is erwtensoep (snert’). Erwtensoep is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat opgegeten. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. In Nederland zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door Duitsland, België en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ is afkomstig van het woord neder, wat aan een geografisch lager liggend gebied refereert; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Denk aan Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, die ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen bij een begroeting. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Over het algemeen geven ze elkaar een vrij stevige hand. Nederland is klein en vrijwel geheel plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een kar, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen op de fiets. Nederlandse woningen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote ramen aan de voorkant en de achterkant van het huis, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst geopend, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan eveneens precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. Nederlanders vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en gebak. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op taart. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat naar buiten in oranje kleren, vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gespeeld op straat en mensen verkopen oude spullen. De rest van het jaar geldt het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat men niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Een taal beheersen betekent niet alleen de taal kennen, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Dagnall zorgt met gerichte oefening dat de opgedane kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, spreekt en begrijpt u al een beetje Nederlands. Een leuke, uitdagende ervaring. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands valt binnen de tak van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Nederlands is eveneens één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de Nederlandse uitspraak vrij lastig. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn vaak een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank is moeilijk. De ‘ui’-klank is een klank die slechts in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
In het Nederlands wijkt de spelling van de klanken bij een aantal letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de ch en de g in het Nederlands afwijkend vergeleken met veel andere talen. De ch en de g klinken zo goed als hetzelfde; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor het Nederlands zijn verder de medeklinkercombinaties. Voor menig anderstalige zijn de ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een echte tongbreker alsook de medeklinkercombinaties in fietstas’? ‘herfst’ of ‘strand’? Begin- en eindclusters komen in het Nederlands vaak voor. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands valt de uitspraak van eindletters vaak weg, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wint en wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de kenmerkende harde g, de ui en de eu. De Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, vermoedelijk omdat dit gezellig klinkt.
Nederlands bevat nog sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Net zoals elke taal, kent de Nederlandse taal ook stopwoorden. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoorden ook als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te uiten. In het midden van een betoog gebeurt hetzelfde. Iemand heeft even een denkpauze nodig en zegt een aantal woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat mensen ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruiken in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze veel woordenschat Nederlands kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het populairste publieke Nederlandse radiostation. Klik op het logo op het linker beeldscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de populairste commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om direct live te luisteren naar deze Nederlandse commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieserie of programma met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al gauw zult u merken dat dit erg plezierig en leerzaam is. NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
RTL & SBS
De omroepen RTL en SBS zijn de best bekeken Nederlandse commerciële televisieomroepen. Deze Nederlandstalige televisiestations kunnen middels kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Haarlem op uw locatie volgen of in Haarlem, bijvoorbeeld bij Coachhuis in Haarlem-Centrum aan de Nieuwe Gracht 3 in Haarlem of bij het Brick Business Center aan de Diakenhuisweg 39 in Haarlem. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Nederlands in Haarlem in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Haarlem aan de Toekanweg 2, in Stayokay Haarlem aan het Jan Gijzenpad 3, in Amrâth Grand Hotel Frans Hals aan de Damstraat 10, in Fletcher Hotel Spaarnwoude aan de Oostbroekerweg 17 in Velsen-Zuid en in Claus Park Collection aan de Bosweg 15 in Hoofddorp.
U kunt besprekingen houden in Haarlem bij bijvoorbeeld bij de Stadsschouwburg aan het Wilsonsplein 23 en Philharmonie Haarlem aan de Lange Begijnestraat 11.
Het is zeker dat er in de late steentijd en de bronstijd al mensen leefden in de streek dat nu Haarlem heet. De eerste vermeldingen van de plaats ‘Haarlem’ dateren uit het jaar 948, toen Haarlem de zetel was van de graaf van Holland. Dankzij de ligging aan het water en aan de route van Alkmaar naar Den Haag kon Haarlem zich ontwikkelen als handels- en ambachtsstad. Het duinwater was geschikt om bier te brouwen en tot
in de late Middeleeuwen waren er honderden bierbrouwerijen gevestigd. Haarlem werd in het jaar 948 als Haralem geschreven, wat een verbastering is van ‘heem’/‘heim’, woonplaats, op een kleine zandrug; een harula. De naam betekent als geheel in moderne taal “woonplaats gelegen op een hoge zandgrond (‘haar’) in het bos (lo)”.
Haarlem is gelegen in de streek Kennemerland en grenst aan de Bollenstreek. Plaatsen in de buurt van de stad Haarlem zijn Aerdenhout, Bennebroek, Bloemendaal, Heemstede, Hillegom, Hoofddorp, IJmuiden, Nieuw-Vennep, Leimuiden, Lijnden, Lisse, Spaarndam,
Spaarnwoude, Velsen, Vijfhuizen, Zandvoort en Zwanenburg. Haarlem ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Haarlem heeft ongeveer 161.000 inwoners.
Een inwoner van Haarlem heet een Haarlemmer, in de volksmond ook wel mug. Bekende Haarlemmers zijn Giel Beelen, Willem Duyn, Beau van Erven Dorens, Yvonne van Gennip, Bart de Graaff, Jan de Hartog, Tim Immers, Arthur Japin, Brigitte Kaandorp, Rick de Leeuw, Harry Mulisch, taalkundige Marlies Philippa, Willem Ruis, Paul Tang, Annette van Trigt, Rob Trip, Remco Veldhuis, Gallyon van Vessem, Erik de Vogel, Leopold Witte en Joop van Zijl.
Iets wat uit Haarlem komt, wordt ‘Haarlems’ of ‘Haarlemmer’ genoemd, zoals het Haarlems Dagblad. Haarlem kreeg stadsrechten in 1245.
Haarlem - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Haarlem is de provinciehoofdstad van Noord-Holland. Onder de gemeente Haarlem valt ook westelijke deel van Spaarndam. De partnersteden van Haarlem is Angers in Frankrijk en Osnabrück in Duitsland.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Haarlem: InHolland. In Haarlem zijn geen universiteiten gevestigd.
Haarlem staat bekend als van het Teylers Museum en het Frans Halsmuseum, de Sint-Bavokerk, de vele historische monumenten en de gezellige binnenstad met de vele pleinen en hofjes. Bij Haarlem denk je eveneens aan Haarlemmerolie: het middel tegen alle kwalen. Ook de Nederlandse spoorgeschiedenis begon in Haarlem: de eerste trein reed in 1839 tussen Haarlem en Amsterdam.
Haarlem fungeert als regiocentrum voor de plaatsen in de omgeving op het gebied van werk, cultuur en onderwijs.
Haarlem - minder bekend
Dat de wijk Harlem in New York naar Haarlem in Nederland is vernoemd, is algemeen bekend. Niet veel mensen weten dat Haarlem ook de naam is van een plaats in Zuid-Afrika en in Suriname.
Het Haarlemse dialect, zo het er is, is een Zuid-Hollands dialect dat eveneens overeenkomsten heeft met het Kennemerlands en in mindere mate met het Amsterdams. Typisch zijn de stemloze uitspraak van de stemhebbende ‘v’, ‘z’ en ‘g’ (ferder in plaats van ‘verder’).
Kenne wordt gezegd in plaats van ‘kunnen’ en as in plaats van ‘dan’ (groter as voor ‘groter dan’). Haarlem is Lemsko, Amsterdam is Damsko. Een Haarlemmer is een mug. Als versterkend woord hoor je vaak niet te nare (erg, ontzettend). Als iemand ergens genoeg van heeft; er klaar mee is: Ik vind het gesneden.
“Haarlem neemt je mee”
Haarlem - zakelijk
De gemeente Haarlem
Het netnummer van Haarlem is 023. Het postcodegebied van Haarlem is 2000 - 2037. Het adres van het gemeentehuis van Haarlem is Zijlvest 39, 2011 VB in Haarlem. De website van de gemeente Haarlem is Haarlem.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Haarlem is 14 023.
Zakendoen in Haarlem
Voor Haarlemse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Haarlem is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Haarlem is KVK-kantoor Alkmaar.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Haarlem op bedrijventerrein Waarderpolder, op bedrijventerrein Veerpolder en op het Haarlem Business Park. In Haarlem bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abi, Brammer, brouwerij Jopen, Cavallaro Napoli, Cavex Holland, De Voogt Naval Architects, DNP Imagingcomm Europe, edilon)(sedra, Feadship Royal Dutch Shipyards, GLI Europe, Imbema (Kranzle, Mirka tools), Joh. Enschedé
Banknotes, K-Swiss Europe, Lohmann & Rauscher Varitext, Loods 5, Meewind, Merck Sharp & Dohme MSD Nederland, Meuwissen Gerritsen (Alkreflex, Miofol, Polytex, Tyvek), MYLAPS, Otelli, Pepe Jeans Europe, Record Industry, Sensys Gatso, SII Netherlands, Simon Lévelt, Teva Pharmaceuticals, VNU, Myler in Hoofddorp en YoungCapital in Hoofddorp. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Haarlemse voetbalclub Koninklijke HFC, SV Alliance, Haarlem Kennemerland of Geel Wit meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Haarlem kunt u terecht bij HLTC, bij Tennisvereniging Pim Mulier, bij T.V. Kontakt of bij Tennisvereniging Duinvliet.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Haarlem zin om een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Haarlem ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Haarlem is de Haarlemmermeersche Golfclub in Cruquius. Deze golfbaan is gelegen aan de Spieringweg 745 in Cruquius. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 023-558 90 00. De website van deze golfbaan is www.hgcgolf.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het sfeervolle restaurant de Drie Gemalen, telefoonnummer 023-558 90 04. Golfclub Mariënweide, Golfclub Houtrak en Golfbaan Spaarnwoude zijn andere golfbanen in de omgeving van Haarlem.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Haarlem die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Haarlem op Google Maps weergegeven. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Haarlem op Google Earth te zien. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Haarlem
Google Maps Nederland
Google Maps Haarlem
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Haarlem van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Haarlems nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, is het prettig en
handig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het leerzaam om het Nederlandse nieuws te lezen in het Nederlands. Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Haarlem verzorgt Dagnall onder andere maatwerk cursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Haarlem.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands