Taalcursussen Nederlands in Groningen van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben bedrijven en organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Ons instituut is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Groningen en omgeving. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Groningen aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“My Office” pand
Leonard Springerlaan 35
9727 KB GRONINGEN
050-6747705
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast de algemene taaltaaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taaltrainingen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van scholingszoekers. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om middels gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Groningen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist prettiger en gemakkelijker maakt.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengen we u in grote stappen naar het beoogde taalniveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Groningen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld. Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele cursisten Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd door Dagnall aan de hand van niveaubepaling en vastgesteld in overleg De deelnemers worden per taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall verzorgt de logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden Dagnall Taleninstituut brengt geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus(sen) alsook het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Taleninstituut is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Taleninstituut is opgericht in 1982 en geeft sindsdien maatwerk taaltraining Nederlands in Groningen en wijde omtrek aan bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall heeft ervaren en kundige docenten Nederlands die experts zijn op taalgebied en die in de provincie Groningen al menig training hebben gegeven aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Groningen. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Groningen sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die zich richten op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties een begrip. Medewerkers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard graag hun ambities verwezenlijken op hun werk. Een investering in werknemers en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
Dagnall Taleninstituut biedt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer vergroten. Ons taleninstituut leert en helpt de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Dagnall stemt de lessen af op de wensen van de opdrachtgever alsook op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgen de cursisten gedurende de cursus regelmatig praktijkopdrachten, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de taaltraining verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de gebruiken en cultuur van het land en de organisatie te begrijpen en om de wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. De deelnemer heeft bovendien maar een aantal vaste contactmomenten met de docent per week. Dit is niet in elk geval toereikend.
Onderscheidend
Ons instituut onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op uitbreiden van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert collega’s en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door het voortdurend uitdragen van het belang van taal op de werkvloer op deze manier, wordt de waarde van een goede talenkennis samen ervaren en voelen cursisten in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Groningen
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals een verbeterde schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Groningen die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt met een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Groningen. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Nederlands effectief leren in Groningen bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen verzorgt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Groningen gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Groningen
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Groningen en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd. De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De leergroepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement doordat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is ook cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus Nederlands alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde taalkennis niet in groepsverband geoefend worden. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen). Groepscursussen Nederlands kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden de taaltrainingen daarom ook incompany of online aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Het combineren van deze verschillende trainingen is uiteraard mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden gebruikt.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op vrij grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Nederlands op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De input van de studenten zelf is gelimiteerd; de methode is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De Nederlandse taal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij snel succes ervaart. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Voor een aantal studenten is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan met onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Nederlands gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een keerzijde van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd achtergrondmuziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de studenten konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en ze leren in teamverband te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de taalles is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Nederlands belangrijker dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Seriemethode van François Gouin worden en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Nederlands enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) is in het jaar 2000 bedacht door Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep Deense filmmakers waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de lerenden en de trainer focust. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. De taalles Nederlands is niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands vormt de basis, de spreekvaardigheid komt later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de methode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden gestimuleerd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het voordeel. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. De leermethode heeft ook keerzijden. Deze methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student Nederlands onvoldoende uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer geschikt, doordat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het kan een minpunt zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de taaltrainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een keerzijde.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij de optie bestaat om deze taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de te leren taal. De grammaticale structuur van de Nederlandse taal wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Een nadeel van de leerleermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de Nederlandse vertaling, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er kwamen al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Nederlands) niet gaat om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden gebruikt.
Tegelijk heeft dit docentgestuurde aspect een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. De bedoeling is niet om de woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die geleerd zijn, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis ook betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De leermethode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de studenten plezier van de ervaring hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Nederlands. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in realistische situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen aan de lerende gepresenteerd. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op vrij grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Nederlands op een accurate wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Nederlandse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De input van de studenten zelf is gelimiteerd; de methode is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving worden gebruikt. De Nederlandse taal wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten helpen om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij snel succes ervaart. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheden geleerd en daarna geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Voor een aantal studenten is deze manier van een vreemde taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk van hun achtergrond. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerende is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt de omgeving vaak in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan met onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Nederlands gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een keerzijde van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) zijn daarvoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd achtergrondmuziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de studenten konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode van Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander pluspunt van de leermethodiek is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want elke lerende is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-lerende niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de Nederlandse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitingen van de docent worden hierna zo goed mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de expertise van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze correct wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en ze leren in teamverband te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de student.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen lesboek gebruikt en eveneens geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de taalles is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Nederlands belangrijker dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en deze studenten hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De lerenden gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze leermethode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende worden sterk ontwikkeld door de Seriemethode van François Gouin worden en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Nederlands enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De seriemethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt vrij intensief gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheden toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching; TBLT (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, dienen de taken net boven het taalniveau Nederlands van de lerenden te liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van studenten (met name studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken met andere studenten Nederlands. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) is in het jaar 2000 bedacht door Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep Deense filmmakers waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-methode. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de lerenden en de trainer focust. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, kent het Dogme-taalonderwijs tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording draagt. De taalles Nederlands is niet voorspelbaar. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een keerzijde kan zijn dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde leerstof daarvoor in de les aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Nederland uitgevoerd. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat en de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Nederlands kan spreken. De lerenden zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten, zijn veel lesboeken voor deze methode geschikt. De Nederlandse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is ook het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van Shadowing is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat de lerende het soms wat saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die uitgaat van het principe dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend taken en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands vormt de basis, de spreekvaardigheid komt later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de methode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Men streefde, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden gestimuleerd vaak Nederlands te praten. Dat de lessen in het Nederlands gegeven werden, was eveneens nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het voordeel. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. De leermethode heeft ook keerzijden. Deze methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde student Nederlands onvoldoende uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer geschikt, doordat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder meer door Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In principe is de docent Nederlands dienstbaar aan de lerende, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het kan een minpunt zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De docent wijst de student op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertaling erbij, om daarna met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de taaltrainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden bereikt door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij de optie bestaat om deze taalfouten van de student te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA gebruiken de methode van Rosetta Stone. De Rosetta Stone-methode wordt in ons land gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in de te leren taal. De grammaticale structuur van de Nederlandse taal wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands praten, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Een nadeel van de leerleermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met zijn lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Nederlands, als deze er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen trainen de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze en de cursussen zijn heel toegankelijk. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursussen Nederlands geen schrijfvaardigheid bieden. Ook is er geen echte interactie, omdat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Naast de dialoog staat de Nederlandse vertaling, met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om studenten te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de taaldocenten over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die voor de cursist interessant zijn. De trainers Nederlands van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Nederlandse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden toegepast.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Wij noemen blended taalcursussen ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Groningen.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Groningen Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Cursisten kunnen Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Groningen. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Werknemers die meerdere talen spreken, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Het volgende is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, pc/iMac of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn universitair of HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die specifiek op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands efficiënt en snel te behalen
De Dagnall online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door de combinatie van zelfstudie en videosessies komen de behaalde resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Groningen ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Groningen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Groningen
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als referentie. Deze helpen u om inzicht te krijgen in uw vorderingen in de Nederlandse taal. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt het ‘Dagnall Talen-certificaat’ na afloop van uw cursus Nederlands in Groningen.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om taalniveaus te kunnen omschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in Nederland eenzelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK typeert vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A is van toepassing op beginners. De persoon die taalniveau B Nederlands beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C toont aan dat iemand de Nederlandse taal zeer goed kan gebruiken in allerlei verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Groningen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken zowel resultaatgericht als klantgericht en zijn in staat om om snel op veranderende omstandigheden in te spelen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Groningen sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue vernieuwing is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Groningen zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Groningen
De beste route naar een cursus Nederlands in Groningen!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies heel gauw kennen.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Nederland.
Nu wisselen de provincies elkaar af.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de opgelichte provincie lezen.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u hier zeker bij helpen.
Items zoals typische Nederlandse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij opgesomd.
Verschillende kenmerkende items van de Nederlandse taal en/of Nederland.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel handig bij een eerste contact of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over land, mens en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar ook de verkregen kennis over Nederland laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Nederlandse eetcultuur en de Nederlandse gerechten.
Koken en eten brengt mens en cultuur samen.
De nieuw verkregen taalkennis alsook de kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders zal zeker gerespecteerd worden!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders vrij veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, fruit of pudding. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Deze snack wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland. In Nederland zijn diverse brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het Nederlandse menu. Verder eten Nederlanders vrij veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoetigheden. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, hagelslag of pindakaas: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, fruit of pudding. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Het is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Samen met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Deze snack wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland. In Nederland zijn diverse brouwerijen en veel biermerken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, Duitsland en België. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad heeft ruim 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Nederland is onderverdeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat op een geografisch lager gebied duidt; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Denk aan Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst, evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook typisch is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar slechts bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is plat en klein: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel populair vervoermiddel. In steden zie je moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een aanhanger erachter, waarin kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gereden.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn het soort ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, zodat de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
De Mensen zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert degene die jarig is op gebak. Cadeautjes worden meteen door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) zijn de mensen in Nederland vrij en gaan naar buiten in oranje kleding, vaak met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen op straat gedaan en de mensen verkopen oude spulletjes op een kleed. De rest van het jaar is het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Het beheersen van de Nederlandse taal betekent zowel kennen (onderscheiden, herkennen) als kunnen (in staat zijn toe te passen). Omdat het kunnen even essentieel is als het kennen, staat bij Dagnall de toepassing van de verworven kennis centraal.
Voor u het weet, begrijpt u al wat Nederlands en kunt u al een gesprekje voeren. Dit is wel zo prettig. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
De Nederlandse taal is onderdeel van de tak van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan, dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de tijd tussen 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, Suriname en Caribisch Nederland en in een klein gebied van Noordwest-Frankrijk. Nederlands wordt ook nog gesproken door een klein groepje oudere mensen in Indonesië. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen is de Nederlandse uitspraak lastig. De tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een uitdaging. Voornamelijk de ‘ui’-klank is lastig. Deze ‘ui’-klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast heeft het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de beginklank naar de eindklank. Denk aan: aai, eeuw, ieuw, oi en ei.
De spelling van de klanken wijkt bij sommige letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ vrijwel overal ter wereld uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de ch en de g af vergeleken met de meeste andere talen. De g en de ch klinken in de Nederlandse taal vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Verder zijn de medeklinkercombinaties kenmerkend. De ‘sch’ en de ‘ng’ van het woord ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ en ‘fietstas’? Beginclusters en eindclusters komen veel voor in het Nederlands. Het is nuttig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden gezet: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen onderscheid hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders hebben de gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands kent sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
De Nederlandse taal heeft ook stopwoorden, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoorden ook als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Nietwaar?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker neemt een aanloopje om zijn boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. De spreker neemt een korte denkpauze en zegt een paar woorden die geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel bijvoorbeeld eens eens het aantal keer dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘ook’ of ‘inderdaad’ gebruikt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandstalige media bekijken, beluisteren en/of lezen is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verbeteren.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte wijze veel woordenschat Nederlands bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het best beluisterde publieke radiostation van Nederland. Klik op het logo op het linker computerscherm hierboven om live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender te luisteren.
Radio 538
De zender Radio 538 is de meest beluisterde commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven om direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender te luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit bijzonder leerzaam en leuk is. NPO is de Nederlandse publieke televisieomroep.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden. Deze Nederlandstalige televisiezenders kunt u via de kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Groningen op uw locatie volgen of in Groningen, bijvoorbeeld in het pand van My Office aan de Leonard Springerlaan 35 in Groningen of bij Coachhuis Brugstraat aan de Brugstraat 7a in Groningen. Ons instituut kan ook taalcursussen Nederlands in Groningen verzorgen bij bijvoorbeeld Mercure Hotel Groningen Martiniplaza aan de Expositielaan 7, bij NH Hotel Groningen aan het Hanzeplein 132, bij Apollo Hotel Groningen aan de Laan van de Vrijheid 91, bij Stadslab Groningen aan de Suikerlaan 15, bij Best Western Hotel Groningen Centre aan de Radesingel 50, bij Best Western Plus Hotel Groningen Plaza aan de Laan Corpus den Hoorn 300, bij WestCord Market Hotel Groningen aan de Grote Markt 31, bij Van der Valk Hotel Groningen-Hoogkerk aan de Borchsingel 53 in Eelderwolde en bij Fletcher Hotel Paterswolde aan de Groningerweg 19 in Paterswolde.
U kunt besprekingen houden in Groningen bij bijvoorbeeld bij MartiniPlaza aan de Leonard Springerlaan 2.
Uit gevonden restanten is te zien dat Groningen stamt uit de IJzertijd, ruwweg 13. jaar geleden. In het jaar 1040 is voor het eerst sprake van ‘Groningen’ in een document van de Duitse Keizer. Het werd toen ‘Villa Cruoninga’ genoemd. De naam van de plaats ‘Groningen’ is
waarschijnlijk een verbastering van het middeleeuwse Saksische woord Cruoninga. Cruon betekent ‘groen’ en inge of inga is een oud synoniem voor ‘es’, de Saksische naam voor een gezamenlijke akker. Groningen betekent dus in moderne taal ‘groene es’.
Groningen is gelegen in het uiterste noorden van de streek De Hondsrug en grenst in het noorden aan het gebied de Ommelanden. Plaatsen de omgeving van Groningen zijn Appingedam, Assen, Delfzijl, Eelde, Eemshaven, Haren, Hoogezand, Leek, Oude
Pekela, Roden, Stadskanaal, Veendam, Vries, Winschoten, Zoutkamp en Zuidlaren. Groningen ligt in de provincie Groningen. De gemeente Groningen telt ruim 200.000 inwoners.
Een inwoner van de stad Groningen noemt men een ‘Groninger’ of een Stadjer. Bekende Groningers zijn Janine Abbring, Jaap Eden, Arjen Lubach, Ymre Stiekema en Bert Visscher.
Iets wat uit Groningen komt, heet ‘Gronings’ of ‘Groninger’, zoals de Groninger mosterdsoep. Groningen kreeg stadsrechten in 1227.
Groningen - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnersteden
Groningen is de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie en Groningen en de grootste stad van Noord-Nederland. Groningen is eveneens een Hanzestad en was daardoor het meest welvarende handelscentrum van Noord-Nederland. De partnersteden van Groningen zijn Bremen, Hamburg en Oldenburg in Duitsland, Moermansk in Rusland, San Carlos in Nicaragua en Tianjin en Xi’an in China.
Kernen
Onder de gemeente Groningen vallen eveneens Dorkwerd, Engelbert, Garmerwolde, Glimmen, een deel van Harkstede, Haren, Hoogkerk, een deel van Lageland, Leegkerk, Lellens, Meerstad
Middelbert, Noorddijk, Noordlaren, Onnen, Noorderhoogebrug, Sint Annen, Ten Boer, Ten Post, Thesinge, Winneweer, Wittewierum en Woltersum.
Hoger onderwijs
Groningen is een echte studentenstad met op één na oudste universiteit van Nederland, de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), gesticht in 1614. Sinds 2011 is de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) er ook gevestigd. Er zijn verschillende hogescholen in Groningen, zoals Academie Verloskunde Amsterdam Groningen, de Hanzehogeschool, het Eurocollege, NHL Stenden, Hogeschool voor Pedagogisch alsook Sociaal-Agogisch Onderwijs alsook Windesheim.
Denk je aan Groningen, dan denk je aan de Martinitoren, het Groninger Museum, het gebouw van de Gasunie en de mosterd. Groningen is bekend als studentenstad, uitgaansstad en winkelstad met veel horeca. Groningen fungeert in alle opzichten als hoofdstad van het Noorden: op het gebied van werkgelegenheid, cultuur, onderwijs en zorg.
Groningen - minder bekend
Het fraaie NS-station van Groningen is minder bekend bij mensen buiten Groningen. In 2019 is het treinstation van Groningen door treinreizigers uitgeroepen tot het mooiste station van Nederland.
In Groningen-Stad heet het Stadjeders. Het Gronings is een streektaal die veel overeenkomsten kent met het Platduits en het Drents. Veel Groningers spreken dagelijks Grunnegs. Typisch voor het Gronings is het inslikken van de woordeinden: biet’n hak’n (‘bieten hakken’). De uitspraak van het Grunnegs is tegelijkertijd zangerig en knauwerig. Veel klinkers zijn afwijkend: de ‘oe’ wordt ou, de ‘oo’ wordt eu, de ‘ee’ wordt ei, enz. Duitse invloeden zijn te horen in de grammatica en de woordvolgorde (bijvoorbeeld doen laten in plaats van ‘laten doen’).
Mooi Grunnegs is te horen in de liedjes van Ede Staal. Moi! voor ‘hallo!’ en ‘dag!’ T‘is goud: “Het is goed”. Een Stadjer is iemand uit Groningen-stad. Doe gaaist mie doar nait ien betekent: “Ik wil niet dat je daarnaartoe gaat” (Letterlijk: jij gaat daar wat mij betreft niet heen). Als iets ‘geweldig’ is, zegt een Groninger: T kon minder. Op kloet’n kom betekent “er bovenop komen” en Mok mie de kachel noit aan: “Maak me niet boos”.
“Er gaat niets boven Groningen”
Groningen - zakelijk
De gemeente Groningen
Het netnummer van Groningen is 050. Het postcodegebied van Groningen is 9700 - 9747. Het adres van het gemeentehuis van Groningen is Kreupelstraat 1, 9712 HW in Groningen. De website van de gemeente Groningen is Gemeente.groningen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Groningen is 14 050.
Zakendoen in Groningen
Voor Groningse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Groningen aan de Leonard Springerlaan 15, 9727 KB in Groningen. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Groningen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Groningen is KVK-kantoor Groningen.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Groningen vindt u op bedrijventerrein Corpus den Hoorn, Driebond, Eemskanaal, Eemspoort, Euvelgunne, De Hoogte, Hoendiep, Kranenburg, Noorderhoogebrug, Oosterhoogebrug, Westpoort of op bedrijventerrein Winschoterdiep. In Groningen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Abiant Uitzendgroep, Actief Techniek, @Seven, Beelen Recycling, Belsimpel, Brandfield, Bulthuis, Chubb Fire & Security, CIG Central Industry Group, CSU, de Gasunie, DEK Maritime, Dumoto Engine Parts (Clevite, Glyco, Mahle, Reinz etc.), Enneus, Familiedistilleerderij
Hooghoudt, onze collega’s van F.a.x. Translations, Frans Muller (Collonil), Gasterra, onze collega’s van Global Textware, Heerema, King Environmental Services Limited, Kroon Vlees, Koninklijke Theodorus Niemeyer, M&G Muelink en Grol, Marne, MC Systems luidsprekers, MontBlanc Benelux, NNZ, Noordhoff Uitgevers, Ophtec, Patheon Biologics, Rodenstock Benelux, Royal Hoitsema Labels, Salomon’s Metalen, Seatrade, Afvalverwerking Stainkoeln, Technicum, Tiktak/Segafredo Zanetti Nederland, Verder Pompen, Vevida, Wagenborg Nedlift en Xelvin. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Groningse voetbalclub FC Groningen, GRC, Oranje Nassau of VV Groningen meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Groningen kunt u terecht bij De Stadjershal, bij GLTB Groninger Lawn Tennis Bond, bij GTV Van Starkenborgh of bij G.L.T.V. Cream Crackers . Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u na de cursus Nederlands in Groningen zin om als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Groningen gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Groningen is Golfclub Holthuizen in Roden. De adresgegevens van Golfclub Holthuizen zijn Oosteinde 7A, 9301 ZP in Roden. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 050-501 51 03. De website van deze golfbaan is www.golfclubholthuizen.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de brasserie van Golfclub Holthuize, telefoonnummer 050-501 98 29. Noord-Nederlandse Golf & Country Club is nog een golfbaan in de buurt van Groningen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Groningen die ook op Youtube staan. U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland en Groningen op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland en Groningen op Google Earth weergegeven. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Groningen
Google Maps Nederland
Google Maps stad Groningen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Nederland en Groningen lezen van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Groningens nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig en handig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het vrij leerzaam om Nederlands nieuws te lezen in de Nederlandse taal. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Groningen verzorgt Dagnall Taleninstituut maatwerk cursussen in onder meer Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall naast Nederlands standaard aanbiedt in Groningen.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands