Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat aanbiedt: Effectieve taalcursussen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Gouda. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Gouda in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de scholingszoekers. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Gouda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zet Dagnall Talen alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door dagelijks vijftien minuten te oefenen. Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Gouda.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden aangepast. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de deelnemers door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken geschiedt in overleg met u en de individuele deelnemers Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen vóór de intakedatum te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt per taal en taalniveau Wij sturen u altijd een offerte op maat! Wij verzorgen de logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden Dagnall Talen brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen is opgericht in 1982 en verzorgt sindsdien taalcursussen Nederlands op maat in Gouda en regio voor bedrijven en (overheids)instellingen. Onze trainers Nederlands zijn professionals. Zij zijn kundige native speakers of near-native speaker en hebben veel ervaring in maatwerktrainingen Nederlands voor bedrijven en overheid.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Gouda. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen voor het hoogste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Gouda sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Een cursus (Nederlands) toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is bij veel bedrijven inmiddels bekend. Werknemers met beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen graag de instructies op de werkplek goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze werknemers willen graag zelfverzekerder het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Investeren in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Ons taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Dagnall helpt en leert de cursist hoe zij de lesstof op hun werk in praktijk kunnen brengen. Ons instituut stemt de lessen af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen cursisten gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Hierdoor ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wat minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal te beheersen, om de gewoontes en cultuur van het land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal te vergroten. Dat vraagt veel inzet en motivatie. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet altijd genoeg.
Onderscheidend
Dagnall Taleninstituut is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Dagnall moedigt zowel collega’s als leidinggevenden van het bedrijf aan om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt het nut van goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Gouda
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Gouda die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. De taaldocenten van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Gouda. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Nederlands effectief leren in Gouda bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Gouda worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Gouda
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Gouda en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen alsook de trainingen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te bieden en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd. Er wordt sneller vooruitgang gemaakt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het grootste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met de groep. De deelnemers kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als fijner ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele cursus Nederlands alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband omdat er geen interactie met andere cursisten is. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van fouten van andere cursisten. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroep). Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist, is een bijkomstig minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij bieden taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online. Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Het combineren van deze trainingen is uiteraard mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Nederlands kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Van het begin wordt de correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. Deze Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in realistische situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de wordt geleerdden het Nederlands op een nauwkeurige manier wordt geleerd, is het voordeel van een structurele aanpak. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk gelimiteerd; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Authentieke teksten in de Nederlandse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt dit stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten lastig of ongewoon, afhankelijk van de achtergrond. De methode CLT traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent (Nederlands) en de lerenden een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die geplaatst waren in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Nederlands gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken als deze correct gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de studenten om de Nederlandse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de lerende, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst Scott Thornbury bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van vreemde talen (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Zo is de les Nederlands niet voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook worden toegepast in grotere klassen. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde lerende Nederlands biedt deze methode niet genoeg uitdagingen. Voor een langzaam lerende student is de Directe Methode eveneens niet heel geschikt, omdat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaltrainer Nederlands is bij deze methode in principe aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Het feit dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij en daarna samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de studenten.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken op een normaal tempo.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De leermethode gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat deze taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een werkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, alsook toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands om de studenten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Nederlands kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas behandeld wanneer het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Van het begin wordt de correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
De docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien herhaald worden. Deze Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis betekenisvol en relevant is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een nadeel van deze leermethode. Taal is veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien zeer tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven woordenlijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is ontwikkeld in 1983 door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Nederlands aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De methode richt zich voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Bij de Structurele Aanpak draait het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aangedragen aan de student in realistische situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de wordt geleerdden het Nederlands op een nauwkeurige manier wordt geleerd, is het voordeel van een structurele aanpak. De leren eveneensden krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is behoorlijk tijdverslindend en biedt niet onmiddellijk een ervaring van succes. De eigen inbreng van studenten is behoorlijk gelimiteerd; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Authentieke teksten in de Nederlandse taal of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa kwam meer vraag om talen te leren op een wijze die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt dit stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten lastig of ongewoon, afhankelijk van de achtergrond. De methode CLT traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Rond 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de wetenschap, cultuur en religie was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocenten dragen kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, is de grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die op de grammatica gelegd wordt.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden bij het werken in een groep. De lerende fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. De studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. De methode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia (Nederlands: Suggestopedie) is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er tussen de docent (Nederlands) en de lerenden een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is. Dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bereiken. Studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die geplaatst waren in een halve cirkel en er was altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor lerenden minder last hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Nederlands gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken als deze correct gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Bij deze methode wordt geen lesboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is daardoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands neemt bij deze benadering een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de studenten om de Nederlandse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de laatste drie decennia de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren lerenden op een heel natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. Deze leermethode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheid Nederlands goed ontwikkeld en het zorgt voor een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten goed.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring kan worden gevangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken dienen iets boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de lerende, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als motiverend en plezierig ervaren .
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst Scott Thornbury bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een beweging uit het jaar 1995 van een aantal Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-benadering is het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische onderwerpen. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een lesboek te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaltrainer en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met taakgericht leren van vreemde talen (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Zo is de les Nederlands niet voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke docent Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Nederlands verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het heel gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de opname. De studenten gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt vooral binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook worden toegepast in grotere klassen. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond het jaar 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Met behulp van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor ontwikkelen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan deze methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde lerende Nederlands biedt deze methode niet genoeg uitdagingen. Voor een langzaam lerende student is de Directe Methode eveneens niet heel geschikt, omdat deze leermethode is gestoeld op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet werken met abstracte regels of lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij het woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Nederlandse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaltrainer Nederlands is bij deze methode in principe aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Het feit dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-methode (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De student wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich doordat deze verhalen van de docent eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen van het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. Bij deze methode schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij en daarna samen met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de taaldocent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de studenten.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo de uitspraak met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Nederlands te oefenen. De software controleert de Nederlandse grammatica en spelling en wijst op fouten en biedt de optie om de fouten van de lerenden te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken op een normaal tempo.
Een minpunt van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg is steeds in het Engels bij de Michel Thomas-methode. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes bouwen. De leermethode gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid alsook de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat deze taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een werkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, alsook toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past, is het pluspunt van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Ook is er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode: De Methode van Dagnall.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tot slot beschikken de taaldocenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaldocenten zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk toegepast kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode ervaren wordt door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Gouda.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Gouda Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten zo Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Gouda. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging. Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten gegeven
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
Onze blended (combicursussen) en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op de behoeften en wensen van de lerenden afgestemd worden
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen Nederlands op een efficiënte en snelle manier te bereiken
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en de les zelf zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeven te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursussen eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands gegeven door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Gouda ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Gouda ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad en geven de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en verworven kennis van de Nederlandse taal. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afronding van de cursus Nederlands in Gouda, ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Op dit certificaat staat voor elke vaardigheid het behaalde taalniveau vermeld.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier beschrijft. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK omschrijft vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige naam wordt eveneens veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Alle vaardigheden krijgen in het ERK een matrix met zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst. Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. De kennis van het Nederlands is zodanig dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt erg op dat van een moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen (Nederlands) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Nederlands in Gouda, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.De NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om om snel op veranderende omstandigheden in te spelen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Gouda sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continue innovatie is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, commissies en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Gouda zijn vrijgesteld van btw
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Gouda
Met Dagnall kiest u voor de kortste weg naar een cursus Nederlands in Gouda!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies heel gauw.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Nu lichten de provincies één voor één op.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, vervolgens kunt de naam van de ingekleurde provincie lezen.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Allerlei kenmerkende items over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw verworven kennis over het land inbrengen.
Zo kunt u iets te weten komen over de Nederlandse eetcultuur en bepaalde Nederlandse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer en een snack. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. AlHoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise. Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer en een snack. Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. AlHoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, België en Duitsland. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. De stad Amsterdam heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland is ingedeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat duidt op een lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is beroemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die veel toeristen trekken. Nederlandse schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, vermeld op de Werelderfgoedlijst van UNESCO. Alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder algemeen bekend is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook bijzonder is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen bij een begroeting. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven Nederlandse mannen elkaar een vrij stevige hand. Nederland is klein en vrijwel geheel vlak: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen op de fiets. Nederlandse huizen zijn vaak van het soort ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, waardoor zonlicht in de kamer kan komen. Nederlanders houden de gordijnen het liefst open, om te zien wat er buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat er binnen gebeurt. Nederlanders vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
De Mensen gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de jarige op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden op straat spellen gespeeld en mensen verkopen oude spullen op een kleedje. De rest van het jaar geldt het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat men niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Het beheersen van de Nederlandse taal betekent zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Omdat het kunnen even essentieel is als het kennen, is Dagnall de schakel naar de focus van kennis naar praktische toepassing.
Voor u het weet, hebt u uw eerste gesprek in het Nederlands gevoerd. Een unieke ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands is onderdeel van de tak van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door circa 25 miljoen mensen in Nederland, België,
Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gebied van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Ook onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië wordt nog Nederlands gesproken. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is daarnaast één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
De uitspraak van de Nederlandse taal is voor veel anderstaligen moeilijk. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. In het bijzonder de ‘ui’-klank is lastig. Deze klank is een klank die maar in weinig talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, heeft de Nederlandse taal ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de beginklank naar de eindklank overgaat. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van klanken is bij sommige letters afwijkend van wat in andere talen gebruikelijk is. Zo wordt de letter ‘u’ nagenoeg overal ter wereld uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de ch en de g afwijkend in vergelijking met de meeste andere talen. De g en de ch klinken nagenoeg gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor het Nederlands zijn verder de medeklinkercombinaties. Voor menig anderstalige zijn zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een struikelblok en zeker ook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘fietstas’? of ‘strand’? In het Nederlands komen begin- en eindclusters vaak voor. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Om het gemakkelijker te maken, kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gezet worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak weggelaten, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen onderscheid hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, schoteltje, lepeltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands heeft ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoordjes als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het stopwoord ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. In het midden van een betoog gebeurt ditzelfde. Mensen hebben even een denkpauze nodig en gebruiken een aantal woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ in een paar zinnen zegt.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel effectief om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Nederlands in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle manier behoorlijk wat Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het radiostation NPO 3 FM is het bekendste publieke radiostation in Nederland. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Nederlandse publieke radiostation.
Radio 538
Het radiostation Radio 538 is het meest populaire Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live naar dit Nederlandse commerciële radiostation te luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit heel plezierig en leerzaam is. De televisie-omroep NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële televisieomroepen van Nederland. Deze Nederlandstalige televisiestations kunt u via kabel, internet, satelliet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Gouda op uw eigen locatie volgen of in Gouda, bijvoorbeeld bij Gouda Studio’s - Music Art Centre pand aan Oosthaven 12 in Gouda. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Nederlands in Gouda bij bijvoorbeeld Best Western Plus City Hotel Gouda aan de Hoge Gouwe 201, bij Hotel Campanile Gouda aan de Kampenringweg 39-41, bij Van der Valk Hotel Rotterdam-Nieuwerkerk aan de Parallelweg Zuid 185 in Nieuwerkerk aan den IJssel en bij Fletcher Hotel De Witte Brug aan de Kerkweg 138 in Lekkerkerk.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Gouda kan bijvoorbeeld bij Het Oude Stadhuys aan de Markt 1.
Opgravingen uit de Goudse bodem wijzen op bewoning van het gebied in de Romeinse tijd. Over de vroegste nederzettingen is vrij weinig bekend. Gouda was een moerassig veengebied, dat werd ontgonnen in de 11de eeuw. In 1139 wordt voor het eerst de naam Gouwe in een document van de bisschop van Utrecht genoemd. De stadssingels werden
omstreeks het jaar 1350 gegraven, waarmee Gouda vorm kreeg. Gouda ontleent zijn naam aan het riviertje de Gouwe. Een gouwe was waarschijnlijk een rivier met een weg ernaast, maar het zou ook een verbastering kunnen zijn van de Germaanse woorden gulda (goud) + ahwõ (natuurlijke waterloop in zeekleigebied).
Gouda is gelegen in het Groene Hart in het gebied Midden-Holland. Plaatsen in de omgeving van de stad Gouda zijn Bergambacht, Bodegraven, Boskoop, Driebruggen, Haastrecht, Moerkapelle, Moordrecht, Nieuwekerk aan den IJssel, Reeuwijk-Dorp
Schoonhoven, Stolwijk, Vlist, Waddinxveen en Zevenhuizen. Gouda ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Gouda wonen om en nabij 72.000 mensen.
Een inwoner van Gouda wordt een ‘Gouwenaar’ genoemd. Bekende Gouwenaren zijn Marieke Elsinga, Jennifer Hoffman, Jort Kelder, Hind Laroussi, Jamai Loman en Anita Witzier.
Iets wat uit Gouda komt, wordt ‘Gouds’ genoemd, zoals Goudse kaas. Gouda kreeg stadsrechten in het jaar 1272.
Gouda - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Gouda zijn Kongsberg in Noorwegen, Solingen in Duitsland en Gloucester in het Verenigd Koninkrijk.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Gouda: Driestar Hogeschool en Cursus Godsdienst Onderwijs. In Gouda zijn geen universiteiten gevestigd.
Gouda staat bekend als stad van kaas en kaarsen, van de boterwaag, stroopwafels en pijpen. Gouda fungeert als regiostad voor de plaatsen eromheen wat betreft werkgelegenheid, onderwijs en zorg. Ook is de stad een toeristische trekpleister, door de kaasmarkt en de grachten.
Gouda - minder bekend
Minder bekend is dat het scheldwoord ‘kaaskop’ in het verleden alleen sloeg op Gouwenaren. De houten bakken waarin de kaas werd gemaakt, werden gebruikt als helm bij gebrek aan beter, toen de boeren tegen de soldaten van Napoleon streden.
Dit dialect staat dichtbij het Standaardnederlands. Omdat de Goudse bevolking inmiddels overal vandaan komt, wordt in Gouda nauwelijks meer dialect gesproken. In het Gouds krijgen verkleinwoorden -ie in plaats van -je (boekie voor ‘boekje’, karrechie voor ‘karretje’). Soms wordt een stomme -e toegevoegd om een woord makkelijker te kunnen uitspreken (melluk, kèrremes). Net als in Utrecht, worden klinkers langgerekt en klinken lijzig.
Echte Gouwenaren hebben moeite om de ‘h’ aan het begin van een woord uit te spreken. Een uissie met een ekkie is “een huisje met een hekje”. Een doossie is ‘een doosje’. Je aalt et beij De Vooijs èn laater mot je t beij Van Rijn brènge wordt gezegd als iemand zijn vriendin overal mee naartoe neemt. ‘De Vooijs’ en ‘Van Rijn’ waren plaatselijke winkeliers. Er was ook een winkelier die ‘Van Gelove’ heette. Hij woonde op de Tiendeweg. Gelove woont op de Tiendewech werd gezegd voor “Geloof je het zelf?”
Gouda - “Historisch hart in het groene hart”
Gouda - zakelijk
De gemeente Gouda
Het netnummer van Gouda is 0182. Het postcodegebied van Gouda is 2800 - 2809. Het adres van het gemeentehuis van Gouda is Burgemeester Jamesplein 1, 2803 PG in Gouda. De website van de gemeente Gouda is Gouda.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Gouda is 14 0182.
Zakendoen in Gouda
Voor Goudse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Gouda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Gouda is KVK-kantoor Rotterdam.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Gouda vaak op bedrijventerrein Gouwespoor, Gouwestroom, Kromme Gouwe, Goudse Poort of op bedrijventerrein Gouwe Park. In Gouda bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Bacardi-Martini Nederland, Blackstone, Centric Netherlands, CheckMark, Compaxo, Croda, De Goudse Verzekeringen, E. Lafeber Internationale
Transporten, Every Angle Software, Gouda Refractories, Honeywell Thermal Solutions, Inguran Europe, Komo, Mokveld Valves, Postex Nederland, Sicame Benelux, Steenland Chocolate, TKH Siqura, Illimani Koffie in Reeuwijk, Broer Bakkerijgrondstoffen in Waddinxveen en Distributiecentrum Lidl in Waddinxveen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Goudse nieuwsportaal is DeGouda.nl en Goudse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws. Ondernemers in Gouda kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Goudse voetbalclub SV Gouda, Olympia of ONA meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Gouda kunt u terecht bij GLTC Ad Astra, bij Be Quick of bij G.T.C. Tiod. Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u na de cursus Nederlands in Gouda zin om een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Gouda gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Gouda is Golfbaan Hitland in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het adres van deze golfbaan is Blaardorpseweg 1, 2911 BC in Nieuwerkerk aan den IJssel. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0180-31 71 88. De website van de golfbaan is www.hitland.nl. Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij restaurant ‘Hit eten & drinken’, telefoonnummer 0180-32 15 26.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Gouda die eveneens op Youtube te zien zijn. Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen. Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland alsook Gouda op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland alsook van Gouda te zien op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Gouda
Google Maps Nederland
Google Maps Gouda
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Gouda uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Gouds nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en
handig zijn om op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Het is eveneens leerzaam om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Gouda verzorgt Dagnall onder meer maatwerk taalcursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Gouda.
U kunt uiteraard altijd contact opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands