Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Ons instituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Emmen.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Emmen in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen Nederlands vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Emmen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Emmen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Nederlands legt niet alleen de nadruk op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Nederlands (in Emmen) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaldocenten Nederlands zijn erg bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt met een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Emmen. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Dagnall Talen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Emmen worden gegeven.
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Emmen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Nederlands kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers afgestemd kan worden, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grotere groepen.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan lerenden aangeboden in betekenisvolle situaties door middel van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat geleerd wordtden het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De lerende krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de Nederlandse taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in groepsverband samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier verleid om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten geen last van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Nederlands enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (voornamelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent deze methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden Nederlands te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom. De taaldocent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij fouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de student worden gebruikt. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte manier en is ook erg toegankelijk. Het feit dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van het Nederlands, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grotere groepen.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan lerenden aangeboden in betekenisvolle situaties door middel van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat geleerd wordtden het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De lerende krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de Nederlandse taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in groepsverband samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier verleid om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten geen last van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Nederlands enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (voornamelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent deze methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden Nederlands te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom. De taaldocent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Emmen.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Emmen op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Emmen.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Nederlands) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Emmen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die veel toeristen trekken. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Voor veel anderstaligen kan de Nederlandse uitspraak wat moeilijk zijn. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een struikelblok zijn. Voornamelijk de ‘ui’-klank kan lastig zijn. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
Daarnaast heeft het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de begin- naar de eindklank overgaat. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders doen het ook als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is de meest bekende publieke radiozender van Nederland.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live naar deze publieke Nederlandse radiozender luisteren.
De zender Radio 538 is de meest bekende Nederlandse commerciële radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit heel plezierig en leerzaam is.
NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
SBS en RTL zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden.
Deze Nederlandstalige stations kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Emmen is Shangluo in China.
De plaats Emmen is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Barger-Compascuum, Emmer-Compascuum, Erica, Klazienaveen, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-
Dordrecht, Nieuw-Schoonebeek, Nieuw-Weerdinge, Roswinkel, Schoonebeek, Veenoord, Weiteveen en Zwartemeer deel van uitmaken.
Er is één hogeschool in Emmen: NHL Stenden.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Emmen.
Minder bekend is dat Emmen ook wel ‘Vlinderstad’ wordt genoemd. Dit omdat het voormalige Noorderdierenpark in Emmen een grote vlindertuin rijk was.
Het netnummer van Emmen is 0591.
Het postcodegebied van Emmen is 7800 - 7828.
Het adres van het gemeentehuis van Emmen is Raadhuisplein 1, 7811 AP in Emmen.
De website van de gemeente Emmen is Gemeente.emmen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Emmen is 14 0591.
Voor Emmer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Emmen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Emmen is KVK-kantoor Zwolle.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Emmen een bezoek brengen aan het Museum voor Hedendaagse Tibetaanse Kunst of aan het Van Gogh Huis Drenthe in Veenoord.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Emmer voetbalclub FC Emmen, VV Emmen of Drenthina te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Emmen kunt u terecht bij LTC Emmen of bij TennisClub Bargeres.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Emmen tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u bij Golfparc Sandur in Emmen terecht. De adresgegevens van Golfparc Sandur zijn Golfparkdreef 1, 7828 AL in Emmen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0591-30 30 54. De website van deze golfbaan is www.golfparcsandur.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Sandur, telefoonnummer 0591-30 30 54. Golfbaan Zuid-Drenthe is een andere golfbaan in de omgeving van Emmen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalcursussen Nederlands in Emmen van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Ons instituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Emmen.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Emmen in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Nederlands in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Nederlands leren
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taalcursussen Nederlands vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Nederlands te leren in Emmen. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Emmen.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Wij stellen in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De trainer evalueert na een aantal lessen Nederlands de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard aangepast worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Nederlands in Emmen
Ons bedrijf verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining Nederlands in Emmen en omliggende gemeenten voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige trainers Nederlands zijn experts op taalgebied en hebben in Zuidoost-Drenthe voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen legio cursussen Nederlands verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Emmen. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Talen. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Emmen sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties een begrip.
Werknemers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Werknemers met beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen graag in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze werknemers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk heel graag hun ambities op hun werkgebied waarmaken. Een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Emmen
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands legt niet alleen de nadruk op de vraag van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Nederlands (in Emmen) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten Nederlands zijn erg bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt met een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die op maatwerktrainingen gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Emmen. Deze, door de jaren steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de manier van leren die goed bij de cursisten zelf past.
Effectief Nederlands leren in Emmen bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Emmen worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Emmen
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Emmen en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de cursisten maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Nederlands is het belangrijkste pluspunt van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt .
Voor de deelnemers zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan de geleerde kennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om van fouten van anderen te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursisten ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Nederlands kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers afgestemd kan worden, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Een combinatie van deze verschillende trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grotere groepen.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan lerenden aangeboden in betekenisvolle situaties door middel van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat geleerd wordtden het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De lerende krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de Nederlandse taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in groepsverband samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier verleid om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten geen last van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Nederlands enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (voornamelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent deze methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden Nederlands te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom. De taaldocent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Nederlandse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) te vergelijken. Door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en spelling en geeft eventuele fouten aan, waarbij fouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de student worden gebruikt. Welke onderdelen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de lerende zelf bepalen. Veel mensen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing bieden bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door studenten worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuur in het Nederlands. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de aangeboden zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is een minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen construeren. Ook maakt de leermethode gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands op efficiënte manier en is ook erg toegankelijk. Het feit dat deze taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De cursisten werken idealiter ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van het Nederlands, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. Spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Nederlandse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om foutloos Nederlands te leren verstaan en te leren spreken; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas omstreeks het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Daardoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten die Nederlands beginnen te leren effectief. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grotere groepen.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de lerende hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit gaat vanzelf door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook betekenisvol en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode goed functioneren. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een nadeel is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. De activiteiten in het Nederlands moeten stimulerend zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Minpunten heeft de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica gelegd. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan lerenden aangeboden in betekenisvolle situaties door middel van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die het meest in het Nederlands worden gebruikt, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat geleerd wordtden het Nederlands op een accurate manier geleerd wordt. De lerende krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet onmiddellijk voor ervaringen van succes. De eigen input van de lerende is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in de Nederlandse taal of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaldocenten Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om vreemde talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. Het is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vereisen veel meer tijd van de trainer en van de lerende vraagt het een actieve deelname. Deze manier van een taal leren, is voor bepaalde studenten ongewoon of moeilijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica in het middelpunt stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Deze leermethode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de studenten bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met simulaties en rollenspellen gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland te reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin te verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door in groepsverband samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander minpunt zijn. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de studenten zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de lessen zaten de studenten in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de klas. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier verleid om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de studenten geen last van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommigen is dit tegelijk een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat gevolgd wordt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van CLL hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaldocent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Hij of zij dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren wanneer deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is Community Language Learning niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Nederlands. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor studenten om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de trainer Nederlands om te zorgen voor genoeg inbreng en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische omwenteling in de manier waarop talen worden onderwezen, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Nederlands op een heel natuurlijke wijze te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Een aantal lerenden heeft meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw denken in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. François Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de ongebruikelijke aanpak. De Directe Methode van Maximilian Berlitz overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Nederlands sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Nederlands enthousiasme op van de lerenden. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd met de Gouin’s methode.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de studenten Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (voornamelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers houden zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn, kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan in een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand genomen worden. Ook zijn niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Nederlands, terwijl het niet zeker is dat de lesstof daarvoor aan bod komt tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eigenlijk eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst al begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend totdat het soepel gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Een bijkomende reden is dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij beweegt, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de methode van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands vormen dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden toegepast. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, door middel van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels onder invloed van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen kent deze methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en minder aandacht aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor meer gevorderde lerenden Nederlands te weinig uitdaging. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode is gebaseerd op een actieve inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaldocenten Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak voor de student niet-bedreigend is, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom. De taaldocent Nederlands is in principe dienstbaar aan de lerenden, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het feit dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als keerzijde dat ‘het nieuwe’ er vrij snel af is, waardoor het effect van de methode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De studenten worden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaltrainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPR Storytelling een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de student.
Dat de methode veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere methode:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus van Dagnall altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Nederlands online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Emmen.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Emmen
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall ook blended learning in Emmen op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Emmen.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Nederlands in Emmen
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn.
Diegenen die meerdere talen spreken, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc/iMac of tablet met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Emmen ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Emmen ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Emmen
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als referentie en geeft u een duidelijk beeld van de huidige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van een cursus Nederlands in Emmen ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK beschrijft vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK beschrijft vijf categorieën van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A beschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van een gesprekspartner.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C geeft weer dat mensen de Nederlandse taal zeer goed kunnen gebruiken in verschillende situaties.
Taalniveau B geeft aan wat een ‘zelfstandige gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van een gesprekspartner.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C geeft weer dat mensen de Nederlandse taal zeer goed kunnen gebruiken in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Nederlands) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Emmen, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Taleninstituut Dagnall verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Emmen zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Emmen
Contact cursus Nederlands Emmen
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Nederlands in Emmen? Wij vertellen u graag meer over de oplossingen van ons taleninstituut. U kunt een e-mail sturen via cursus-nederlands-emmen@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op onze website invullen.
U kunt ons instituut uiteraard ook telefonisch bereiken voor een cursus Engels in Rijswijk via 070-2076707 (geen menu). Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De juiste weg naar een cursus Nederlands in Emmen!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Amsterdam op de kaart van Nederland
Leer Nederland kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies zeer snel kennen.
Controleer uw kennis door met de muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst wordt de provincies van Nederland getoond, daarna krijgt u de naam van deze provincie te zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst wordt de provincies van Nederland getoond, daarna krijgt u de naam van deze provincie te zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Nederlandse exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Nederlandse taal en/of Nederland.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Nederlandse exportproducten en beroemde Nederlanders hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Nederlandse taal en/of Nederland.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet zeer exquise.
Vlees of vis, aardappelen en groente is het traditionele menu.
Nederlanders eten ook veel brood.
Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoetigheden.
Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt.
In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij.
De Nederlandse lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat en een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd.
De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een populair gerecht in de winter is erwtensoep.
Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst.
In combinatie met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd.
Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje.
Dit wordt dan buiten op straat geconsumeerd.
Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt.
Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland.
Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt.
Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk.
Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Vlees of vis, aardappelen en groente is het traditionele menu.
Nederlanders eten ook veel brood.
Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoetigheden.
Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt.
In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij.
De Nederlandse lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat en een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd.
De typische avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een populair gerecht in de winter is erwtensoep.
Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst.
In combinatie met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd.
Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen luikje.
Dit wordt dan buiten op straat geconsumeerd.
Veel gegeten snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt.
Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland.
Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt.
Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk.
Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Over Nederland
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door België, Duitsland en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. Amsterdam heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Eindhoven en Utrecht. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die veel toeristen trekken. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
[ Lees meer ]
Nederland - valuta
Munteenheid van Nederland
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
De Nederlandse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Nederlands
Nederland - handel en toerisme
Nederlandse Kamer van Koophandel - KVK
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Over de Nederlanders
Als teken van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is een klein en vlak land: ideaal om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een aanhanger erachter, waarin de kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse huizen zijn vaak van het type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Nederlanders houden de gordijnen graag open, om te zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. Nederlanders vieren graag verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen niet alleen kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door te richten op kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Nederlands in Emmen de verworven kennis beter toepassen in de praktijk.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u al een beetje Nederlands. Een niet alledaagse ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Over de Nederlandse taal
Het Nederlands behoort tot de tak van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is.
De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Deze taal werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt gesproken door ruwweg 25 miljoen mensen in Nederland,
De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Deze taal werd in de periode 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt gesproken door ruwweg 25 miljoen mensen in Nederland,
België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. Nederlands wordt ook nog gesproken door een klein groepje oudere mensen in Indonesië. Ook onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië wordt nog Nederlands gesproken. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is daarnaast een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
[ Lees meer ]
Nederlandse klank en uitspraak
De klank van de Nederlandse taal
Voor veel anderstaligen kan de Nederlandse uitspraak wat moeilijk zijn. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een struikelblok zijn. Voornamelijk de ‘ui’-klank kan lastig zijn. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast heeft het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend van de begin- naar de eindklank overgaat. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
ah | /a/ | Α |
bee | /be/ | Β |
see | /se/ | Γ |
dee | /de/ | Δ |
uh | /ə/ | Ε |
effe | /ɛf/ | Ζ |
zjee | /ʒe/ | Η |
assj | /ɑʃ/ | Θ |
ie | /i/ | Ι |
J | zjie | /ʒi/ |
kah | /ka/ | Λ |
elle | /ɛlə/ | Μ |
emme | /ɛmə/ | Ν |
enne | /ɛnə/ | Ξ |
oo | /o/ | Ο |
pee | /pe/ | Π |
kuu | /qy/ | Ρ |
er | /ɛʀə/ | Σ |
ess | /ɛsə/ | Τ |
tee | /te/ | Υ |
uu | /y/ | Φ |
vee | /ve/ | Χ |
doeble vee | /dubləˈve/ | Ψ |
ieks | /iks/ | Ω |
ie grek | /iˈgrɛk/ | |
zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anton, Anna |
B | Bernard |
C | Cornelis |
D | Dirk |
E | Eduard |
F | Ferdinand |
G | Gerard |
H | Hendrik |
I | Isaäk |
J | Jan |
K | Karel |
L | Lodewijk |
M | Maria |
N | Nico |
O | Otto |
P | Pieter |
Q | Quotiënt |
R | Rudolf |
S | Simon |
T | Teunis |
U | Utrecht |
V | Victor |
W | Willem |
X | Xantippe |
Y | Ypsilon |
Z | Zaandam |
Speciale tekens
@ | apestaartje |
# | hekje |
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonderheden van de Nederlandse taal
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal kent sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Nederlandse alfabet
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Nederlandse muziek |
5 | Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal |
7 | Luister naar podcasts van Nederlandstaligen |
8 | Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland |
9 | Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Nederlandse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Nederlands
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Bijvoorbeeld “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders doen het ook als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’.
De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap te brengen. In het midden van een betoog gebeurt dit ook. Iemand heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een aantal woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Let ook eens op de keren dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap te brengen. In het midden van een betoog gebeurt dit ook. Iemand heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een aantal woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Let ook eens op de keren dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
[ Lees meer ]
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is bijzonder doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van het Nederlands in u op.
Nederlandse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel woordenschat Nederlands bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Nederlandstalige radio luisteren
NPO 3 FM
NPO 3 FM is de meest bekende publieke radiozender van Nederland.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live naar deze publieke Nederlandse radiozender luisteren.
Radio 538
De zender Radio 538 is de meest bekende Nederlandse commerciële radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Nederlandstalige televisie kijken
NPO
Uw favoriete televisieprogramma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit heel plezierig en leerzaam is.
NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
SBS & RTL
SBS en RTL zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen voor Nederlandssprekenden.
Deze Nederlandstalige stations kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Emmen
U kunt de cursus Nederlands in Emmen op uw eigen locatie volgen of in Assen, bijvoorbeeld bij ons instituut aan de Industrieweg 22 in Assen of bij het One Business Center in Assen-Centrum aan de Kloekhorststraat 29 in Assen. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen Nederlands in Emmen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Emmen aan de Verlengde Herendijk 50, in Hotel ten Cate aan de Noordbargerstraat 44 en in Fletcher Hotel-Restaurant ByZoo aan Willinkplein 42.
Besprekingen houden in Emmen kan bijvoorbeeld bij Dierenpark Wildlands aan het Raadhuisplein 99 en bij Fletcher Hotel aan Willinkplein 42.
Emmen - geschiedenis
De oudste vermelding van Emmen stamt uit 1139 in een document over een hof te ‘Emne’. Maar het gebied waar Emmen ligt, werd reeds bewoond in de prehistorie.
De vijfduizend jaar oude grafheuvels en hunebedden getuigen daarvan. De naam van de plaats ‘Emmen’ is een verbastering van Emne en Empne, wat misschien ‘vlakte’; ‘het lage land‘ betekent.
Emmen - nu
Emmen is gelegen in de regio Zuidoost-Drenthe aan het begin van het gebied De Hondsrug. Plaatsen in de buurt van Emmen zijn Aalden, Borger, Coevorden, Dalen, Exloo, Hoogeveen, Klazienaveen, Odoorn, Ter Apel en Westerbork.
Emmen ligt in de provincie Drenthe. De gemeente Emmen telt ruwweg 107.000 inwoners.
Vlag gemeente Emmen
Wapen gemeente Emmen
Inwoners
Woon je in Emmen, dan ben je een ‘Emmenaar’.
Bekende Emmenaren zijn Jan Dekker, Gert Jakobs, Bert-Jan Lindeman en Daniël Lohues.
Bekende Emmenaren zijn Jan Dekker, Gert Jakobs, Bert-Jan Lindeman en Daniël Lohues.
Iets wat bij Emmen hoort, noemt men ‘Emmens’ of ‘Emmer’, zoals de Emmer Venen. Emmen is een plaats en een gemeente.
Emmen - internationaal, kernen & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Emmen is Shangluo in China.
Kernen
De plaats Emmen is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Barger-Compascuum, Emmer-Compascuum, Erica, Klazienaveen, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-
Dordrecht, Nieuw-Schoonebeek, Nieuw-Weerdinge, Roswinkel, Schoonebeek, Veenoord, Weiteveen en Zwartemeer deel van uitmaken.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Emmen: NHL Stenden.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Emmen.
Vlag provincie Drenthe
Wapen provincie Drenthe
Typisch Emmens
Denk je aan Emmen, dan denk je aan Wildlands Adventure Zoo Emmen, voorheen het Noorderdierenpark.
Even buiten Emmen kan het openluchtmuseum het Veenpark worden bezocht.
Emmen fungeert als centrumstad voor de dorpen in de regio Zuidenveld en daarbuiten. Emmen heeft een groot aanbod aan winkels alsook de grootste bedrijvenconcentratie in Noord-Nederland. In Emmen zijn meerdere multinationals gevestigd.
Even buiten Emmen kan het openluchtmuseum het Veenpark worden bezocht.
Emmen fungeert als centrumstad voor de dorpen in de regio Zuidenveld en daarbuiten. Emmen heeft een groot aanbod aan winkels alsook de grootste bedrijvenconcentratie in Noord-Nederland. In Emmen zijn meerdere multinationals gevestigd.
Emmen - minder bekend
Minder bekend is dat Emmen ook wel ‘Vlinderstad’ wordt genoemd. Dit omdat het voormalige Noorderdierenpark in Emmen een grote vlindertuin rijk was.
Emmens dialect en accent
Het Drents is een levend dialect; veel Drenten, ook jonge mensen, spreken dagelijks dialect.
De bekende zanger Daniel Lohues, geboren in Emmen, heeft veel aan de bekendheid van het Drents bijgedragen.
Typisch voor het Drents zijn de klinkerafwijkingen vergeleken met het Nederlands: ‘aa’ wordt ao; ‘ei/ij’ wordt ie; ‘oo’ wordt eu en ‘ui’ wordt uu.
Dus kiek in plaats van ‘kijk’ en taol in plaats van ‘taal’. Veel woorden worden half ingeslikt.
Typisch is ook de no-nonsense-blik op de wereld die doorklinkt in Drentse uitdrukkingen.
De bekende zanger Daniel Lohues, geboren in Emmen, heeft veel aan de bekendheid van het Drents bijgedragen.
Typisch voor het Drents zijn de klinkerafwijkingen vergeleken met het Nederlands: ‘aa’ wordt ao; ‘ei/ij’ wordt ie; ‘oo’ wordt eu en ‘ui’ wordt uu.
Dus kiek in plaats van ‘kijk’ en taol in plaats van ‘taal’. Veel woorden worden half ingeslikt.
Typisch is ook de no-nonsense-blik op de wereld die doorklinkt in Drentse uitdrukkingen.
‘Binnenstebuiten’ is krang en een ‘emmer’ is een tobe. Gloepens is een versterkend woord, zoals ‘hartstikke’.
Drenten zeggen ook vaak “de deur is los” is plaats van “de deur staat open” en “ik ben nodig” in plaats van “ik heb nodig”. En ook Waar kom je weg? (waar kom je vandaan) hoor je regelmatig. Iemand die arrogant is, Loopt as een stoterse haon met voel an de poten. Een stooter (‘stoter’) was een oude munt, dus: “Een haan die een stoter kostte”. Als het heel goed gaat, zegt een Drent: ’t Kun minder.
Drenten zeggen ook vaak “de deur is los” is plaats van “de deur staat open” en “ik ben nodig” in plaats van “ik heb nodig”. En ook Waar kom je weg? (waar kom je vandaan) hoor je regelmatig. Iemand die arrogant is, Loopt as een stoterse haon met voel an de poten. Een stooter (‘stoter’) was een oude munt, dus: “Een haan die een stoter kostte”. Als het heel goed gaat, zegt een Drent: ’t Kun minder.
Emmen - “M& Maak het mee!”
Emmen - zakelijk
De gemeente Emmen
Het netnummer van Emmen is 0591.
Het postcodegebied van Emmen is 7800 - 7828.
Het adres van het gemeentehuis van Emmen is Raadhuisplein 1, 7811 AP in Emmen.
De website van de gemeente Emmen is Gemeente.emmen.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Emmen is 14 0591.
Zakendoen in Emmen
Voor Emmer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Zwolle aan de Govert Flinckstraat 1, 8021 ET in Zwolle. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Emmen is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Emmen is KVK-kantoor Zwolle.
Emmen - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Emmen gevestigd op Bedrijvenpark A37, op bedrijventerrein Bargermeer, Bargeroosterveld, Eigenhaard, Emmercompascuum, op Businesspark Meerdijk, op bedrijventerrein Nijbracht of op Bedrijvenpark Waanderveld.
In Emmen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aareon, AB Oost, Acordis Industrial Fibers, Apex Tool Group, Asus, Büter Hydraulics, Combimac, Corlido Group, De Groot Installatiegroep, Drentea Kantoormeubelen, Emmlight, FMC Technologies Surface Wellhead, Fresenius
In Emmen bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aareon, AB Oost, Acordis Industrial Fibers, Apex Tool Group, Asus, Büter Hydraulics, Combimac, Corlido Group, De Groot Installatiegroep, Drentea Kantoormeubelen, Emmlight, FMC Technologies Surface Wellhead, Fresenius
HemoCare, Geha, Harwig Installatietechniek, Hoevers Transport, Holtkamer Vouwwagens, Jellice Pioneer Europe, LBS, Medicon NKL, Menicon, Prysmian Draka, Repak, Roona Internationaal Transport, Teijin Aramid, Tooling Holland, VSN Groep, Well Services Group WSG Coil Services, Hartman Expeditie in Nieuw-Amsterdam, Wetra European Distribution Centre in Nieuw-Amsterdam en Lubbers Logistics Group in Schoonebeek.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Emmens nieuws
Het Emmer nieuwsportaal is Emmer Courant en Emmer ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Drenthe - Nieuws.
Ondernemers in Emmen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Drenthe.
Ondernemers in Emmen kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Drenthe.
Emmenaren en ondernemingen in Emmen kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Thuis in Emmen en het Dagblad van het Noorden - Drenthe.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Emmen
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Emmen een bezoek brengen aan het Museum voor Hedendaagse Tibetaanse Kunst of aan het Van Gogh Huis Drenthe in Veenoord.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Emmer voetbalclub FC Emmen, VV Emmen of Drenthina te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Emmen kunt u terecht bij LTC Emmen of bij TennisClub Bargeres.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Emmen tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u bij Golfparc Sandur in Emmen terecht. De adresgegevens van Golfparc Sandur zijn Golfparkdreef 1, 7828 AL in Emmen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0591-30 30 54. De website van deze golfbaan is www.golfparcsandur.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Sandur, telefoonnummer 0591-30 30 54. Golfbaan Zuid-Drenthe is een andere golfbaan in de omgeving van Emmen.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Emmen die tevens op Youtube te zien zijn.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland alsook Emmen op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld.
Onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland alsook Emmen op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u satellietbeelden van Nederland en Emmen op Google Earth te zien.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Emmen
Google Maps Nederland
Google Maps Emmen
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Nederlands nieuws en Emmens nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Nederland en Emmen van diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Emmens nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Emmens nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt.
Daarnaast is het vrij leerzaam om Nederlands nieuws te lezen in de Nederlandse taal.
U bent waarschijnlijk al enigszins geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
Daarnaast is het vrij leerzaam om Nederlands nieuws te lezen in de Nederlandse taal.
U bent waarschijnlijk al enigszins geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
Nieuws uit Nederland
- Groep Nederlandse en Franse plofkrakers gearresteerd in Oost-Frankrijk - NOS
- Persoon verdronken tijdens boten- en vuurwerkshow in Aalsmeer - NU.nl
- In diepste geheim bood Nederland onderdak aan oppositieleider Venezuela - RTL.nl
- Nederland verslaat Bosnië en Herzegovina ruim in eerste Nations League-wedstrijd - NRC
- Nederlandse plofkraakbende opgerold: vele tonnen buit na serie explosies in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland - Telegraaf.nl
- Zomer 2024 warmste ooit, meldt Europees klimaatcentrum. In Nederland bleef het relatief koel - nd.nl
- Nederland breidt exportregels voor ASML's lithografiemachines uit - IT Pro - Nieuws - Tweakers
- Waarom vertrekken steeds meer Nederlanders naar het buitenland? - NPO Radio 1
- Volvo ES90 komt naar Nederland, maar is niet voor jou bedoeld - Autovisie
Nieuws uit Emmen
- Vrouw raakt gewond bij botsing in Emmen - RTV Drenthe
- Ongeval met letsel op Sandurdreef in Emmen - AD
- Ongeval met letsel op Sandurdreef in Emmen - De Stentor
- Drentse politiek houdt vast aan windmolenpark N34 Emmen, geen biovergisters zoals PVV wil - RTV Drenthe
- Wens Emmen in vervulling: na jaren van tegenslag en verzet komt er een moderne camperplaats vlak bij het centrum - Dagblad van het Noorden
- Derksen & Derksen verlengt als kledingsponsor - FC Emmen
- Oud-raadslid van Leeuwarden Piet Snel (88) was de bezige bij van Emmen - Leeuwarder Courant
- Nieuwe kindergemeenteraad in Emmen geïnstalleerd - Emmen
- Auto klapt op boom in Emmen, bestuurder neemt de benen - RTV Drenthe
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Emmen biedt Dagnall onder andere maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans aan.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Emmen.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Emmen.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Emmen en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Nederlands
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten