Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die u precies dat aanbiedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de buurt van Ede. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Ede in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties met name interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands en/of zakelijk Nederlands. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om in Ede onbegrensd Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen u in grote stappen naar het beoogde niveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Ede.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Wij stellen de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de docent de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall gedaan in overleg met u en de individuele deelnemers De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Dit formulier en de schrijfopdracht moeten vóór de datum van de intake worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! Dagnall Talen verzorgt uiteraard de logistiek van het materiaal en de cursusbenodigdheden Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 taalcursussen Nederlands op maat in Ede en gemeenten in de buurt van Ede voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. De kundige taaldocenten Nederlands van Dagnall hebben hun sporen verdiend op het gebied van taaltraining aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Talen zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Ede. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Ede sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus (Nederlands) toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is intussen bij veel organisaties een begrip. Medewerkers die geen of een beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Zij willen de aanwijzingen op de werkplek goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk heel graag hun ambitie op het werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in personeel en in de ontwikkeling van de organisatie.
Dagnall Taleninstituut geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Dagnall Taleninstituut stemt de lessen af op de behoefte van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgt de cursist gedurende de taalcursus frequent praktijkopdrachten, als ondersteuning van de continuïteit van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining te verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let eveneens op de minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun poging om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gewoontes van het betreffende land en de organisatie te begrijpen en om hun wereld via taal te vergroten. Dit vergt veel motivatie en inzet. Daarbij hebben deelnemers slechts een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dat is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door de aandacht te richten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut moedigt uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier te benadrukken, wordt de waarde van goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Ede
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Ede die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een mix van deze beproefde leermethode met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Ede. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus Nederlands is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Nederlands leren in Ede bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Ede gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Ede
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Ede en omgeving. Individuele cursussen noemt men ook wel één-op-één-cursussen of privélessen.. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de cursisten maximaal te ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is een ander groot voordeel van een individuele taalcursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook kan een individuele cursus ideaal afgestemd worden op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Nederlands is vooral de interactie met de andere lerenden; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; in de doeltaal communiceren met elkaar en van elkaars kunnen foutjes. Deze afwisseling kunnen deelnemers prettiger vinden. Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de deelnemers dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de docent. Doordat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in de groep. Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen lerenden iets sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan gedeeltelijk ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (minigroep). Een groepscursus Nederlands kan eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij verzorgen taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Wij bieden daarom de taaltrainingen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Het combineren van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk. Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte kennisoverdracht kan bieden. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De leermethode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om draait. De vaste woordcombinaties worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer Nederlands alsook met elkaar. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in de Nederlandse taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa was er een grotere vraag om talen te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt taalkennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de docent (Nederlands) en de lerende. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat Nederlands belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten bestaat veel mogelijkheid.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers Nederlands flexibel genoeg. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof daarvoor tijdens de taalles aan de orde komt, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid komt later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands praten; in een later stadium geven de studenten de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook in wat grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de taalles in het Nederlands gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de lessen. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Minpunten heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook veel minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet van de kant van de student uitgaat, is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In feite is de docent Nederlands aan de lerenden dienstbaar, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Het feit dat er geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Een keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltaaltrainers Nederlands kunnen zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte kennisoverdracht kan bieden. De audiolinguale methode is ook geschikt voor grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) op een zodanige manier wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door de blootstelling gebeurt dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens aangepast; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt kennis onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList Method kan werken voor studenten die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student wordt ondergedompeld in het Nederlands, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. Doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De leermethode legt voornamelijk nadruk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde is waar het bij de leermethode om draait. De vaste woordcombinaties worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de leermethodiek worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op vrij grote schaal om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de geleerd wordtden het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is het voordeel van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en biedt niet meteen een succeservaring. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de taaltrainer Nederlands alsook met elkaar. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die studenten leren in de Nederlandse taal te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa was er een grotere vraag om talen te leren door middel van een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de taaltrainer en van de lerende vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een vreemde taal leren lastig of ongebruikelijk. De methode Communicatief taalonderwijs traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd destijds als een wetenschappelijke en degelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainer draagt taalkennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt beschouwd als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door de studenten als motiverend ervaren.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de methode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen is tussen de docent (Nederlands) en de lerende. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de les die in een halve cirkel waren opgesteld en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De methodiek die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methodiek worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de methodiek is dat de lerende wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd is dit voor sommige lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden parafraseert. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd; de studenten bepalen zelf de lesstof middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de studenten uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de studenten te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct gebruikt wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om te werken als team. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk meetbaar. Een aantal studenten wordt belemmerd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is de woordenschat Nederlands belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht besteed aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten bestaat veel mogelijkheid.
De rol van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Sommige lerenden hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Nederlands) leren denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Gouin’s leermethodiek was toch enige tijd succesvol, ondanks de afwijkende aanpak. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende goed ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De leermethode maakt studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De leermethode heeft echter als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, moeilijk met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze methode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en regels van het Nederlands te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in aanraking met het Nederlands en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie centraal staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische items. Hierbij gaat het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is de methode een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding is vereist, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Nederlands. Het kan zeer motiverend werken dat de studenten verantwoordelijk voor het eigen leerproces zijn. Zo zijn de lessen Nederlands niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan worden besproken in een les volgens de Dogme-methode. Dit zorgt ervoor dat lerenden alert en betrokken blijven.
Als studenten zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaltrainers Nederlands flexibel genoeg. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de leerstof daarvoor tijdens de taalles aan de orde komt, kan een ander nadeel zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA hanteert daarom de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films of nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste instantie om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat fysieke bewegingen de opname versterken van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid komt later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands praten; in een later stadium geven de studenten de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze methodiek kan ook in wat grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om ideeën, gevoelens en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de taalles in het Nederlands gegeven werd, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de lessen. Aan de hand van voorbeelden en plaatjes werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door lerenden aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloeden van de crises en oorlogen verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Minpunten heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij de Directe Methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook veel minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdagingen. Doordat de Directe Methode van een daadkrachtige inzet van de kant van de student uitgaat, is de methode ook niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van lerenden en een trainer Nederlands, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhaling helpt de studenten de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak zijn Caleb Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom, is de sterke kant van de benadering van Gattegno. In feite is de docent Nederlands aan de lerenden dienstbaar, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De studenten ‘mogen’ fouten maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt van de methode kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. De trainer Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen vrij eenvoudig zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is een verhaal op te bouwen om met een groep studenten. Hierbij schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt TPRS zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met tweetalige teksten, door middel waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan bereikt worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan en biedt de optie om de fouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig ingezet wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten gebruikt, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende gebruikt worden. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Het feit dat er geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en weer herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur heel goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken.
Een keerzijde van de leerleermethodiek van Pimsleur is dat er niets uitgelegd wordt. Gebruikers leren geen bouwstenen van de Nederlandse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee stemacteurs; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Nederlandse lesstof. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes bouwen. De leermethodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Studenten die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak en de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door rekening te houden met de natuurlijke wijze van leren en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Ede.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Ede
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Ede op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Ede. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, pc of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) taaltrainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn HBO dan wel universitair geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen die speciaal op uw wensen en behoeften afgestemd worden
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd zodat het leerproces structuur krijgt
Een duidelijke structuur helpt de cursisten om de taaldoelen Nederlands op een snelle en zelfverzekerde manier te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat u thuis alles kunt herhalen en geen dingen hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursussen ook tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Ede ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Ede ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als referentie en geeft u een duidelijk beeld van de huidige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van een cursus Nederlands in Ede ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die is ontwikkeld voor de talen in Europa. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze vaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). De zes verschillende niveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A omschrijft de basisvaardigheden Nederlands die de gebruiker beheerst. Niveau B Nederlands is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp in de Nederlandse taal kan functioneren. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die het Nederlands beheersen op taalniveau C, kennen de Nederlandse taal op nagenoeg moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Nederlands) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Ede, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken zowel klantgericht als resultaatgericht en zijn in staat om om snel in te spelen op veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Ede sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse commissies, besturen en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Ede zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen heeft een inschrijving in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Ede
Wilt u contact met Dagnall opnemen voor een cursus Nederlands in Ede? Wij vertellen u graag meer over de oplossingen bij Dagnall Talen. U kunt ons een e-mail sturen via cursus-nederlands-ede@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op onze website invullen.
Telefonisch contact opnemen met Dagnall kan uiteraard ook voor een cursus Engels in Leeuwarden op 085-2737302 (geen belmenu). U kunt natuurlijk ook ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
Vlot op weg met een cursus Nederlands in Ede!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de provincies van Nederland?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies heel snel.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale indeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, daarna kunt de naam van deze provincie zien.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of bij een eerste contact.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar ook uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Samen eten verbindt mensen.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders redelijk veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds rond acht uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. Met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders redelijk veel brood. Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Nederlanders eten als nagerecht vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds rond acht uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. Met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, Duitsland en België. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam en de stad heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat op een geografisch lager liggend gebied duidt; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is nodig door de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Nederlandse schilders als Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, maar ook Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Het symbool van Nederland als waterland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, opgenomen op de UNESCO Werelderfgoedlijst. Alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat de vliegtuigmaatschappij KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook typisch is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Nederlanders geven elkaar als blijk van hartelijkheid drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Meestal geven mannen in Nederland elkaar een vrij stevige handdruk. Nederland is een klein en plat land: ideaal om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje, waarin kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Een helm wordt vaker niet dan wel gedragen. In Nederland zijn woningen zijn het soort ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote raampartijen aan de voorkant en de achterkant van het huis, zodat de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat er binnen gebeurt. Nederlanders vieren meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en gebak. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op taart. Cadeautjes worden meteen door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat naar buiten gekleed in oranje, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden op straat spellen gedaan en verkopen mensen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Nederlands leren is een intensief proces van kennen en kunnen. Het houdt kennis van de taal in en het kunnen gebruiken van die kennis. Door de focus te verschuiven op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Nederlands in Ede de verworven kennis sneller functioneel gebruiken.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u een beetje Nederlands. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands valt binnen de groep van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond het Nederfrankisch uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan, dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. Het Nederlands wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in
Nederland zelf, maar ook in België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Nederlands is ook één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen kan de Nederlandse uitspraak moeilijk zijn. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. Met name de ‘ui’-klank kan lastig zijn; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van klanken is in de Nederlandse taal bij sommige letters afwijkend van wat gangbaar is in andere talen. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in vrijwel alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de g en de ch in het Nederlands af vergeleken met de meeste andere talen. De ch en de g klinken in de Nederlandse taal zo goed als hetzelfde; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor het Nederlands. Zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een echt struikelblok alsook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘fietstas’? of ‘strand’? Het Nederlands kent veel begin- en eindclusters Het is handig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gezet worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen onderscheid hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de kenmerkende harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, vermoedelijk omdat dit gezellig klinkt.
Nederlands bevat nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was een lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, het Nederlands kent ze ook. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoordjes ook als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’ of ‘Nou kijk,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. De spreker heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een aantal woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel bijvoorbeeld eens eens de keren dat mensen ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruiken in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands uit te breiden.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, zodat u op op een snelle wijze behoorlijk wat woordenschat Nederlands kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
De radiozender NPO 3 FM is de bekendste publieke radiozender in Nederland. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de meest populaire commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete serie of televisieprogramma met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit heel leuk en leerzaam is. De omroep NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de populairste commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen. Deze Nederlandse zenders kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Ede op uw locatie volgen of in Ede, bijvoorbeeld in het pand van Bouwstede aan de Galvanistraat 1 in Ede. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Ede bij bijvoorbeeld Hotel ReeHorst aan de Bennekomsweg 24, bij Fletcher Hotel De Wageningsche Berg aan de Generaal Foulkesweg 96 in Wageningen en bij Van der Valk Hotel Veenendaal aan de Bastion 73 in Veenendaal.
U kunt besprekingen houden in Ede bij bijvoorbeeld bij WICC Hotel & Congress Centre aan de Lawickse Allee 9 in Wageningen.
Aarcheologische vondsten wijzen erop dat in het gebied dat nu Ede heet, al mensen woonden in de steentijd, meer dan 30.000 jaar geleden. Het is al die eeuwen bewoond gebied geweest, maar pas in 1216 wordt de naam ‘Ede’ in documenten genoemd.
Ede ontleent zijn naam aan een beek met de naam ‘Ee‘. De veel voorkomende waternaam ‘Ee‘ of ‘Aa’ is afgeleid van het Germaanse woord Ahwö. Ahwö betekent ‘natuurlijke waterloop’.
Ede ligt op de westflank van de Veluwe en in de streek Gelderse Vallei. Plaatsen in de buurt van Ede zijn Amerongen, Arnhem, Barneveld, Bennekom, Hoenderloo, Lunteren, Otterlo, Renkum, Rhenen, Veenendaal en Wageningen.
Ede ligt in de provincie Gelderland. In de gemeente Ede wonen meer dan 111.000 mensen.
Ede is bekend vanwege de Slag om Arnhem. Hier landden de geallieerde troepen in september 1944 voor de Operatie Market Garden. Elk jaar komen er duizenden bezoekers naar Ede voor de herdenking van de luchtlandingen op de Ginkelse Heide. Hier staat eveneens het Airborne Monument. Ede fungeert eveneens als groeikern nabij Arnhem en garnizoensstad; zeven kazernes zijn in Ede gehuisvest.
Ede - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Ede qua grondgebied één van de grootste gemeenten in Nederland is. Ede is zeer uitgestrekt met ruim 32.000 hectare grondgebied.
Het Edese dialect wordt in Ede nog maar weinig gesproken, voornamelijk nog door een klein aantal ouderen. De ‘aa’ wordt soms een ao (waoter) en de ‘ui’ wordt bijna altijd als uu (huus) uitgesproken. De uitgang -den wordt -jen of -wen (houwen in plaats van ‘houden’). In het West-Veluws is ‘benauwd’ moekerug. ‘Bloeien’ is bleujen en ‘doorgaan’ is in Ede deurgaon.
Ede zelf heet Ee. De deur is niet open maar los. Bi je helemaal glad van de kop? betekent: “Ben je helemaal gek geworden“? Soms zie je op een mooi huis een bordje met Krek wa’k wou. Oftewel: “Precies wat ik wilde”. Eten as een meulenpeerd is West-Veluws voor ‘flink schrokken’.
“Genietend Ede”
Ede - zakelijk
De gemeente Ede
Het netnummer van Ede is 0318. Het postcodegebied van Ede is 6710 - 6718. Het adres van het gemeentehuis van Ede is Bergstraat 4, 6711 DD in Ede. De website van de gemeente Ede is Ede.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Ede is 14 0318.
Zakendoen in Ede
Voor Edese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Ede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Ede is KVK-kantoor Arnhem.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Ede op Bedrijvenpark De Vallei, op Ede Bedrijventerrein A12, op bedrijventerrein Ede Noord, Frankeneng, Heestereng, Kievitsmeent en op bedrijventerrein De Klomp Oost, Noord en Zuid. In Ede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABB Busch Jaeger, Aboma, Asco Controls, Assa Abloy, Attract, Berg Toys, Bidfood, Boerenbond (IJsvogel Retail), Bos Dynamics, Brezan Automaterialen, Brocacef, De Heus Diervoeders, Enerpac, HSV Moulded Foams Group, Isuzu Benelux, Kimberly-Clark Nederland (Huggies, Kleenex, Kotex etc.), Koninklijke De Heus, Lukkien, MB Schoonmaak-
en Bedrijfsdiensten, Meerman (Kubota), Moteo Nederland (onder andere Sym scooters), Perfect Slapen (Xlaap), Pets Place, PPD, PWR Pack, Riedel (Appelsientje, CoolBest, Dubbelfrisss, DubbelDrank, Extran, Taksi), Steris Synergy Health, Tanatex, Van de Hoef Logistiek, Vika, Danerolles in Rhenen, Almhof - Müller Nederland in Veenendaal, Koekjesbakkerij Veldt in Veenendaal, SanoRice Netherlands in Veenendaal, SHV Slachthuis in Veenendaal, Agruniek Rijnvallei in Wageningen, Alfa Accountants & Adviseurs in Wageningen, CSK Food Enrichment in Wageningen en Menzis in Wageningen. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Edese nieuwsportaal is Ede Stad.nl en Edese ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden. Ondernemers in Ede kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Ede en omgeving laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Ede een bezoek brengen aan Historisch Museum Ede of aan het Kröller-Müller Museum in Otterlo.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Edese voetbalclub DTS, Ede Victoria of Blauw Geel 55 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Ede kunt u terecht bij ETC Edese Tennisclub, bij Teskwik of bij TC De Bosrand. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Ede tijd voor een beetje ontspanning? Om even een balletje te slaan of gewoon wat eten of drinken, kunt u terecht bij de Wageningse Golfclub in Ede. Het adres van deze golfbaan is Zoomweg 10, 6704 PE in Wageningen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0317-42 87 75. De website van deze golfbaan is www.wageningsegolfclub.nl. Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Ede die eveneens op Youtube staan. Klik direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Ede op Google Maps te zien. Door linksboven te klikken, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland en Ede getoond op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Ede
Google Maps Nederland
Google Maps Ede
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Ede uit diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Edes nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd handig en prettig om geïnformeerd te zijn van wat zich in Nederland afspeelt.
Het is eveneens leerzaam om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Ede biedt Dagnall onder meer maatwerk taalcursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Italiaans en Spaans aan. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen naast Nederlands standaard aanbiedt in Ede.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands