Taaltrainingen Nederlands in Deventer van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Wij zijn een taalaanbieder die u precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in, als in de omgeving van Deventer. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Deventer aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Nederlands zijn organisaties met name geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen de mogelijkheid biedt om in Deventer onbegrensd Nederlands te leren. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door dagelijks 15 minuten te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het beoogde taalniveau. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Deventer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall Talen de leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De taaldocent evalueert na enkele lessen Nederlands de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit formulier en de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de intakedatum te worden teruggestuurd Wij verzorgen de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall geadviseerd en in overleg vastgesteld De cursisten worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van het lesmateriaal en de cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands Dagnall Talen is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen geeft cursussen Nederlands in Deventer en omringende plaatsen aan het bedrijfsleven en (overheids)instellingen sinds 1982. Dagnall Taleninstituut heeft kundige taaltrainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en door de jaren in de Stedendriehoek veel trainingen Nederlands hebben gegeven.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall Talen betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Deventer. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Talen u belooft.
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Deventer sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is vereist! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen (Nederlands) die zich richten op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer. Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk heel graag hun ambitie op het werkgebied waarmaken. Investeren in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Dagnall verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons instituut leert en helpt de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de behoeften van de opdrachtgever en op het niveau van de cursist(en). Als aanvulling op de lessen, krijgen deelnemers frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Dit is dus een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Daarnaast heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in iedere situatie afdoende.
Onderscheidend
Dagnall onderscheidt zich door zich te richten op uitbreiden van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut stimuleert leidinggevenden en uitvoerenden binnen de werkkring van het bedrijf om te zorgen voor een continu proces van taalverwerving, door direct vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze aan te stippen, wordt de waarde van goede beheersing van de taal samen ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Deventer
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is tevens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Deventer die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen toepassen. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het ondertussen bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Deventer. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Nederlands leren in Deventer bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Deventer worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Deventer
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Deventer en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands doordat veel kennis wordt geleerd vrij in korte tijd. Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een groot pluspunt van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Daarnaast is een individuele taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Nederlands is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt. Ook zijn voor de cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie is met andere lerenden, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in groepsverband. Ook is het niet mogelijk om van de fouten van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat eerder worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen), kan dit gedeeltelijk ondervangen worden. Groepscursussen Nederlands kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen. Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij bieden taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom de taalcursussen eveneens incompany en online. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands kiezen. Een combinatie van deze trainingen is uiteraard ook mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De goede uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Dit gebeurt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later herhaald worden. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen en woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van het Nederlands leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaring, moeten de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten het Nederlands op een accurate wijze wordt geleerd, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek is nogal tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten leren om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. De methode CLT traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerende. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd muziek. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden de lerenden verleid om te luisteren en ze konden de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de lessen is lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De taak van de taaltrainer Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door de invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook zijn niet alle taaltrainers Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Nederlands en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, zodat het leren van het Nederlands een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, in een later stadium gaan de kinderen verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de studenten veel in het Nederlands te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden kent deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende Nederlands onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. Deze herhalingen helpen de lerenden de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien, is het pluspunt van de leermethode van Caleb Gattegno. De taaldocent Nederlands is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de docent Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in de Nederlandse taal, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Nederlands alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de student worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. De Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards om zelf het vocabulaire Nederlands te toetsen alsook online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De studenten die wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat de taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint bij leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocenten Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Er kwamen al snel bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), waar de meeste docenten vóór 1970 geen of nauwelijks aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. De goede uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor voor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis zorgen. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden. Hierdoor ligt het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo gemakkelijk om te zetten zijn in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Dit gebeurt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later herhaald worden. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt telkens herzien; Nederlandse woorden die aangeleerd zijn, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de zinnen en woorden in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de student terechtkomen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer de kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en aangesproken wordt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van het Nederlands leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Nederlands grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaring, moeten de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een heel effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Nederlands door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Nederlands te krijgen. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan de verwerving van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. De vaste combinaties van woorden worden aan de student aangedragen in herkenbare situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 ingezet op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat studenten het Nederlands op een accurate wijze wordt geleerd, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor die situaties. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek is nogal tijdrovend en geeft niet direct succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van talen (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met elkaar en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Nederlands echt trainers, die studenten leren om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Vanwege het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is deze methode stimulerend omdat zij vlug succeservaringen hebben. Foutjes mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. De methode CLT traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt geen echt samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Deze aanpak werd als degelijk en wetenschappelijk gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden zelf inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaldocent draagt kennis Nederlands over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzichten in de structuur van het Nederlands, door de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerende. Lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de omgeving in de stijl van het land van de Nederlandse taal ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Nederland reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden aangeleerd met onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel van de leermethode kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut en wetenschapper Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Nederlands) zijn hiervoor van essentiële betekenis. De voorwaarde is dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te kunnen bereiken. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren geplaatst en in de klas was altijd muziek. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gedraaid. Er waren woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Op deze manier werden de lerenden verleid om te luisteren en ze konden de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methodiek. Tegelijk is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaldocent en de lerenden zijn altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL genoemd, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de taal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Nederlands te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de lerenden bepalen zelf de inhoud van de les middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima werken als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden de lerenden zich veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren te werken als team. Het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen lesboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden: het succes van de lessen is lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Nederlands spreken als zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt de woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid geboden voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De taak van de taaltrainer Nederlands is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door de invloed van (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier het Nederlands te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands van de lerende sterk ontwikkeld en het zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de docent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De taken moeten net boven het kennisniveau van de lerende liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de lerenden (hoofdzakelijk de lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie de filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (tien dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het starten van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als inspirator van het leren. Daarom is de Dogme-benadering een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen de taaltrainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent tien uitgangspunten (dogma’s), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Dat studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces, kan erg motiverend werken. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-benadering is vrijwel alles bespreekbaar. Studenten blijven zo alert en betrokken.
Daartegenover staat dat studenten zich ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook zijn niet alle taaltrainers Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak moeten voorbereiden op een bepaald examen Nederlands en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen, kan een ander minpunt vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Nederlands leren; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Nederland. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Nederlandse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en de verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Nederlands dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog vrij nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. Deze zes fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de opname Nederlands kan spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel lesboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij bewegen, zodat het leren van het Nederlands een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, in een later stadium gaan de kinderen verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft taken op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® voor elke doelgroep bruikbaar, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek ook worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de leermethode niet erg creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van het keurslijf. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht waren er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd de studenten veel in het Nederlands te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te komen in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden kent deze Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief weinig. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde lerende Nederlands onvoldoende uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode is gestoeld op een daadkrachtige inzet door de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij ieder woord. De studenten herhalen daarna na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. Deze herhalingen helpen de lerenden de Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Nederlands gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Nederlands).
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer zouden moeten streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak voor de lerende niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt gezien, is het pluspunt van de leermethode van Caleb Gattegno. De taaldocent Nederlands is bij deze methode in feite aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier. Vaak wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken magwat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan input van de docent Nederlands zouden de lerenden gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect van de leermethode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de trainer vrij gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De taaldocent wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Nederlands, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze variant schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in de Nederlandse taal, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen creëren, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. De taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Nederlands alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands). Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden gebruikt. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die door de student worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. De Nederlandse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode wordt de les in kleine stappen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de student zelf zinnetjes kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards om zelf het vocabulaire Nederlands te toetsen alsook online oefeningen om de eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De studenten die wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat de taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een echte interactie is er ook niet, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter besteden de gebruikers ruwweg twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, samen met de grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de studenten te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursisten interessant zijn. Onze taaldocenten zijn erg bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk toegepast kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de meerwaarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd worden. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Deventer
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Deventer op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar ze maar willen. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, juridische termen, technische termen alsook productnamen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft na afloop van de training Nederlands in Deventer is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Diegenen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Nederlands
Alleen het volgende hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een pc/iMac, laptop of tablet met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) docenten verzorgd
Onze trainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn universitair of HBO opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek op de behoeften en wensen van de cursist worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands op een snelle en zelfverzekerde manier te behalen
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies worden de woordenschat Nederlands en de structuren die in de voorbereiding en voortzetting van de les zijn geleerd, actief toegepast
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze taaltrainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Structuur en vakbekwaamheid zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van de taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Deventer ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Deventer ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Deventer
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en biedt u een helder beeld van de huidige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de cursus Nederlands in Deventer overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus op een uniforme manier te kunnen omschrijven, zodat een ‘gevorderde’ in Nederland dezelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Engeland. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. In het ERK is vastgelegd wat iemand kan en weet voor vijf taalvaardigheden: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam wordt eveneens veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK noemt ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker. De zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A geldt voor beginners. Mensen die taalniveau B Nederlands beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Nederlands met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C geeft aan dat iemand de Nederlandse taal zeer goed kan gebruiken in uiteenlopende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen (Nederlands) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Deventer, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO fungeert als gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Deventer sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Deventer zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te mogen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u berekenen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Deventer
Wilt u contact met ons instituut opnemen voor een cursus Nederlands in Deventer? Vraagt u naar de oplossingen van ons instituut. U kunt een e-mail sturen via cursus-nederlands-deventer@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op onze website invullen.
Bellen naar Dagnall Talen kan vanzelfsprekend ook voor een cursus Engels in Enschede op 085-2737302 (geen belmenu). Uiteraard kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een cursus Nederlands in Deventer!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies in een mum van tijd.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
Vervolgens lichten de provincies na elkaar op.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van deze provincie zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over de Nederlanders, Nederland en de Nederlandse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Diverse markante items over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel handig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar ook uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te weten komen.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal zeer op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Verder eten Nederlanders vrij veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Erwtensoep is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een typisch Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten. Verder eten Nederlanders vrij veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken er koffie, thee of melk bij. De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd. De typische Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Erwtensoep is een dikke soep van spliterwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een complete maaltijd. Een typisch Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden gemaakt van slachtafval. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Hierbij wordt dan vaak een koekje gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, België en Duitsland. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Amsterdam heeft ruim 800.000 inwoners. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland bestaat uit twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat duidt op “De Lage Landen”; een geografisch lager liggend gebied.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldberoemd om de strijd tegen het water.
Dit is noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het symbool van Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse grachtengordel van Amsterdam, die ook op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder algemeen bekend is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied is dat nog in gebruik is. Ook typisch is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Over het algemeen geven Nederlandse mannen elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je moeders of vaders met een bakfiets of een fiets met een karretje, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. De huizen in Nederland zijn het soort ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote raampartijen voor en achter, waardoor de zon in de kamer kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat buiten gebeurt. Iedere voorbijganger kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
De Mensen zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met taart. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk door de jarige uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat feesten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen op straat gedaan en de mensen verkopen oude spullen. De rest van het jaar is het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Nederlands in Deventer de verworven kennis beter gebruiken in de praktijk.
Voor u het weet, voelt u zich vertrouwd met de Nederlandse taal. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands is onderdeel van de groep van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond het Nederfrankisch uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. De moderne Nederlandse taal is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer uit het Middelnederlands of Diets voortkwam. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt door om en nabij 25 miljoen mensen gesproken in
Nederland zelf, maar ook in België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. In Indonesië wordt door een klein groepje oudere mensen ook nog Nederlands gesproken. Ook onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië wordt nog Nederlands gesproken. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Daarnaast is Nederlands een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen is de uitspraak van de Nederlandse taal moeilijk. Vaak zijn de tweeklanken een uitdaging: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Vooral de ‘ui’-klank kan lastig zijn. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de beginklank naar de eindklank. Denk aan: aai, eeuw, ieuw, oi en ei.
In de Nederlandse taal wijkt de spelling van de klanken bij een aantal letters af van wat gebruikelijk is in andere talen. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers wijken de ch en de g in het Nederlands af ten opzichte van veel andere talen. De ch en de g klinken in de Nederlandse taal vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor het Nederlands zijn verder de medeklinkercombinaties. Voor menig anderstalige zijn zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een struikelblok en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ of ‘fietstas’? Het Nederlands kent veel begin- en eindclusters Het helpt om deze clusters te herkennen en te oefenen. Om het gemakkelijker te maken, kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers geplaatst worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak weggelaten, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wind en wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. De Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, vermoedelijk omdat dit gezellig klinkt.
De taal heeft nog sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. De Nederlandse taal kent bijvoorbeeld het vragende stopwoord‘hè’ na een zin of zinsdeel. Zoals “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze opvulwoorden of stopwoorden ook als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. Iemand neemt een korte denkpauze en gebruikt een aantal woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel voor de grap eens de keren dat mensen ‘ook’ of ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ gebruiken in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is een bijzonder effectieve manier om uw kennis van de Nederlandse taal te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands in u op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op vlotte manier veel Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest populaire publieke radiostation in Nederland. Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken en luister live naar deze publieke Nederlandse radiozender.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de meest populaire commerciële radiozender van Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live naar dit Nederlandse commerciële radiostation te luisteren.
Uw favoriete programma of televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit heel leerzaam en plezierig is. De televisie-omroep NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
RTL & SBS
De omroepen RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële Nederlandse televisieomroepen. Deze Nederlandse televisiezenders kunnen via de kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Deventer op uw locatie volgen of in Deventer, bijvoorbeeld in het pand van Beutener/Staal Advocaten aan de Bruijnssteeg 28 in Deventer. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Nederlands in Deventer bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Deventer aan de Birnieweg 7418, bij Postillion Hotel Deventer aan de Deventerweg 121 en bij Fletcher Hotel Gilde aan de Nieuwstraat 41.
Besprekingen houden in Deventer kan bijvoorbeeld bij DOK H20 aan de Scheepvaartstraat 13 en bij Pakhuis met Pit aan de Raamstraat 59.
Het huidige Deventer was al bewoond gebied in de Romeinse tijd. Dit is aan opgravingen te zien. Er zijn overblijfselen van een Germaanse nederzetting gevonden in stadsdeel Colmschate. De IJssel maakte de plaats aantrekkelijk voor boeren en vissers en de streek doorlopend bewoond was vanaf de 8ste eeuw. De stad is waarschijnlijk rond 768 door Lebuïnus gesticht; een missionaris die een houten kerkje bouwde op de plek waar de Lebuïnuskerk nu staat.
Het oudste stenen woonhuis van Nederland is De Proosdij uit 1130. Het is niet geheel zeker hoe de stad Deventer aan zijn naam komt. Waarschijnlijk is het van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw afgeleid: deve en treo, wat zoiets betekent als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal; treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Deventer ligt in de landstreek Salland en in de regio Stedendriehoek. Plaatsen de omgeving van Deventer zijn Apeldoorn, Diepenveen, Dieren, Holten, Lochem, Markelo, Terwolde, Twello, Vorden en Zutphen.
Deventer ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Deventer heeft ruwweg 100.000 inwoners.
Woon je in Deventer, dan heet je een ‘Deventenaar’. Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Iets wat uit Deventer komt, noemt men ‘Deventers’ of ‘Deventer’, zoals de bekende Deventer koek. Deventer kreeg stadsrechten in 1123.
Deventer - internationaal & scholing
Hanzestad
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken. Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Deventer was tussen 1000 en 1500 een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
Partnersteden
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
Hoger onderwijs
In Deventer zijn twee hogescholen: Saxion en Saxion Next. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Deventer.
Denk je aan Deventer, dan denk je aan een middeleeuwse binnenstad met gezellige winkelstraten en terrassen, maar ook aan de IJssel, de Deventer Boekenmarkt en het Dickens Festijn. Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor zowel Nederlanders als toeristen.
Deventer - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek in Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit het jaar 1560.
Typisch voor het Dèmpters is een brouwende ‘r’. De ‘o’ wordt ao en de ‘ee’ en ‘eu’ krijgen een j toegevoegd: eej, ooj, euj. ‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter. In Deventer is een piepert geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Boos‘ is hellig en ‘helemaal’ is kats. Van iemand die is begraven, zegt men: Hè hef ’n zandwinkeltjen. Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Deventer - “Gastvrije Hanzestad”
Deventer - zakelijk
De gemeente Deventer
Het netnummer van Deventer is 0570. Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428. Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer. De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Zakendoen in Deventer
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Deventer vaak op bedrijventerrein Bergweide 3, 4 en 5, A1 Bedrijvenpark Deventer, Havenkwartier, Kloosterlanden en Handelspark De Wetering. In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
Primagaz (Campingaz), Roto Smeets, Koninklijke Senzora, Smurfit Kappa, Stegeman, Tauw, Techlife Engineering, Vos Transport, Westfalen Gassen, Witteveen+Bos, Wolters Kluwer, Distributiecentrum Jumbo in Raalte, Vakpersoneel Bouw in Raalte, Euro Patisserie in Twello, Profish in Twello, Ruitenberg Ingredients in Twello. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Deventer zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Deventer gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Het adres van de Sallandsche Golfclub is Golfweg 2, 7431 PR in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van de golfbaan is www.sallandsche.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Deventer die eveneens op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland alsook Deventer op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland alsook van Deventer te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Deventer
Google Maps Nederland
Google Maps Deventer
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Deventer van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Deventer nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en
handig zijn om op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Het is eveneens vrij leerzaam om het Nederlandse nieuws in het Nederlands te lezen. Waarschijnlijk bent u al enigszins geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Deventer geeft Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees. Hierboven staat een overzicht van de andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Deventer.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands