Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Den Helder.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Den Helder aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltrainingen Nederlands vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Den Helder.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Nederlands (in Den Helder) die het beste bij hem of haar past.
Onze kundige docenten Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers Nederlands in Den Helder. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Den Helder gegeven worden.
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Den Helder en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus Nederlands alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
Het geleerde kan niet geoefend worden in de groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Nederlands kan eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een ander nadeel van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de zinnen of woorden in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methode van werken kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd de CLT erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de studenten vereist het een actieve deelname. Voor sommige lerenden is deze manier van een taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van de Nederlandse taal, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de les gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitlegen hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daarom is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn de leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en de methode zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook minpunten. Er is bij deze methode nauwelijks aandacht voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde student Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdagingen te bieden. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De student kan zo de uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder andere door Amerikanen gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een minpunt van de methode is dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van het Nederlands, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de cursist te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de zinnen of woorden in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methode van werken kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd de CLT erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de studenten vereist het een actieve deelname. Voor sommige lerenden is deze manier van een taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van de Nederlandse taal, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de les gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitlegen hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daarom is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn de leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en de methode zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook minpunten. Er is bij deze methode nauwelijks aandacht voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde student Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdagingen te bieden. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Den Helder.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn.
Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Den Helder, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat op “De Lage Landen”; een geografisch lager liggend gebied, duidt.
Van oudsher bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die wereldberoemd zijn en die veel toeristen trekken. Schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Voor veel anderstaligen is de Nederlandse uitspraak vrij lastig. Vaak zijn de vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ vaak een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank is moeilijk; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
Alsof dit nog niet genoeg is, heeft het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende woordje‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoordjes als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het best beluisterde publieke radiostation in Nederland.
Klik op het logo op het linker beeldscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538 is de meest beluisterde commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live te luisteren naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete serie of televisieprogramma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit bijzonder plezierig en leerzaam is.
De omroep NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen.
Deze Nederlandstalige televisiestations kunnen middels de kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Den Helder laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalcursussen Nederlands in Den Helder van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Den Helder.
Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Den Helder aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Nederlands in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Nederlands leren
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de klassieke taaltrainingen Nederlands vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Nederlands te leren in Den Helder. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Nederlands te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Den Helder.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursist(en) aan met de contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de taaltrainer de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Nederlands in Den Helder
Ons bedrijf verzorgt cursussen Nederlands in Den Helder en wijde omtrek voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen sinds 1982. Onze kundige trainers Nederlands zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in de Kop van Noord-Holland door de jaren een aanzienlijk aantal taalcursussen verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, levert Dagnall Talen betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Den Helder. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u te bieden heeft.
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Den Helder sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is ondertussen bij veel organisaties een begrip.
Mensen zonder of met beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Mensen zonder of met beperkte beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkplek en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
De aanwijzingen op het werk willen zij goed kunnen begrijpen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en uiteraard hun ambities op hun werkgebied realiseren. Hiervoor is een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf nodig.
[ Lees meer ]
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Den Helder
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Nederlands (in Den Helder) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige docenten Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement bereikt Dagnall door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en de taaltrainers spelen continue in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een bijzonder fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze trainers Nederlands in Den Helder. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Nederlands effectief leren in Den Helder bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Den Helder gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Den Helder
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Den Helder en omgeving.
Individuele taalcursussen worden ook wel één-op- één-taalcursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl.
De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele cursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; met de groep in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele cursus Nederlands alleen worden gevoerd en gedaan met de trainer.
Het geleerde kan niet geoefend worden in de groep omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van de foutjes van anderen.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de cursisten wat sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Een groepscursus Nederlands kan eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een ander nadeel van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut geeft taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Wij verzorgen onze taalcursussen daarom ook online of incompany.
Bij Dagnall Talen kiest u als cursist voor
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Wij verzorgen onze taalcursussen daarom ook online of incompany.
Bij Dagnall Talen kiest u als cursist voor
een intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de zinnen of woorden in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methode van werken kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd de CLT erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de studenten vereist het een actieve deelname. Voor sommige lerenden is deze manier van een taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van de Nederlandse taal, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de les gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitlegen hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daarom is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn de leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en de methode zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook minpunten. Er is bij deze methode nauwelijks aandacht voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde student Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdagingen te bieden. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De student kan zo de uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker). Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Nederlands van de lerenden te oefenen. De software van de methode controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij optie is om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel ingezet en zeker niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland gebruikt door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De student bepaalt zelf welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog die door studenten daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder andere door Amerikanen gebruikt en de ervaringen variëren. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Nederlands spreken.
Dat er niets wordt uitgelegd, is een keerzijde. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Nederlands gewezen, als die er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnetjes maken. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus plezierig werken en ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Een minpunt van de methode is dat deze cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast deze dialoog, met de grammaticale uitleg. Voor het oefenen van de uitspraak van het Nederlands, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. De taalcursussen zijn niet zo duur en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de cursist te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de taallessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). Kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren spreken en verstaan; dit begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met driloefeningen gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en daarna een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Nederlands.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet inging. Al gauw waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar veel docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. Een juiste uitspraak Nederlands wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tevens een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de zinnen of woorden in het Nederlands spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. De methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen zijn veel meer dan alleen een reeks losse woorden en/of zinnen. De methode is bovendien bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten aangelegd moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, is de methode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode lijkt erg op de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een zeer effectieve methode is, is al veelvuldig aangetoond. Doordat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Nederlands. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten wordt de kans geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een manier van taalverwerving die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerende aangedragen in betekenisvolle situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking. De taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, worden eerst aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Nederlands (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methode van werken kost behoorlijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen input van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren met behulp van de CLT-technieken het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaltrainer Nederlands. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd de CLT erg populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is functioneel en studentgericht. Omdat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is efficiënt. Voor de lerende werkt het stimulerend doordat hij of zij gauw succeservaringen heeft. Er mogen foutjes worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt besteed. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaldocent en van de studenten vereist het een actieve deelname. Voor sommige lerenden is deze manier van een taal leren afwijkend of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Nederlands). Deze aanpak werd destijds als degelijk en wetenschappelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt eveneens inzicht in de structuur van de Nederlandse taal, doordat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De studenten zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het begin wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); eerst langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Nederlands gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in groepsverband. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Nederlands nogal intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentieel belang. Hiervoor moet de lerende zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd muziek in de les gedraaid. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor de studenten, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen werd veel aandacht geschonken voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethode is dat de lerende wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige lerenden afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de Nederlandse docent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
In 1976 ontwikkelde de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als de studenten de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaltrainer (Nederlands) vertaalt en geeft uitlegen hierna herhalen de lerenden de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn onderlegd. Deze taaldocent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan goed functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Nederlands, maar ook buiten de les. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van hun groepsgenoten, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Nederlands leren studenten veel. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Nederlands afgenomen. Daarom is het succes moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor de lerenden om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de taak van de taaldocent Nederlands om voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn de leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Nederlandse taal te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een handeling, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s principes over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en de methode zorgt voor het opbouwen van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode creëert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de student wordt goed gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over regels van het Nederlands en woordenschat van het Nederlands te beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten met een achterstand) te verbeteren in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Mits de taak goed bij de lerende aansluit, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een alledaagse, natuurlijke wijze in contact met de Nederlandse taal en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Nederlands. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het maken van films houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een Dogme-les is bijna elk item bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaldocent. Ook is niet elke taaltrainer Nederlands voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof tijdens de lessen aan bod komt, kan een bijkomend nadeel van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Nederlands) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de verhaalopbouwfase. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden een duidelijk tijdsschema alsook haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen dan wat zij horen. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Nederlandse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel tot het heel gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de opname Nederlands kunnen spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij gezegd hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze techniek. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling aan studenten om tijdens het spreken te lopen, het liefst buiten, en niet te zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere reden waardoor het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt.
De shadowing-techniek heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep met lerenden, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; de lerenden geven de taken in een later stadium. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat de lerenden veel begrijpelijke inbreng krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor vlotte succeservaringen, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). De studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de taalles. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Nederlandse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook minpunten. Er is bij deze methode nauwelijks aandacht voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht voor lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde student Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdagingen te bieden. Voor langzaam lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat deze methode een dynamische inzet vanuit de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een trainer Nederlands gebaseerd, die één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de beweging worden daarna door de lerenden één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat dit wat saai kan zijn om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaldocenten Nederlands gebruikt om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het leren van de uitspraak van het Nederlands zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methode van Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom gezien wordt. In principe is de taaltrainer Nederlands dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. De studenten kunnen gefrustreerd raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De student wordt blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Nederlandse vertaling en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de studenten. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Daarna volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is TPRS een prettige methode en het is niet moeilijk om bij te les te blijven. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om Nederlands te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren:
De Methode van Dagnall.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven en organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Nederlands online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Den Helder.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Den Helder
Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Den Helder op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Nederlands in Den Helder.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Nederlands in Den Helder
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging zijn.
Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Den Helder ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Den Helder ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Den Helder
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als referentie. Deze helpen u als cursist om inzicht te krijgen in uw vorderingen in het Nederlands. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van een cursus Nederlands in Den Helder ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een methode om verschillende taalniveaus te beschrijven op een uniforme wijze, zodat ‘gevorderden’ in Nederland eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in bijvoorbeeld Engeland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) bestempelt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) bestempelt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Voor die taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze zes niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A betekent dat de taalgebruiker de basisvaardigheden beheerst.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. Zo iemand kent het Nederlands zodanig dat hij of zij zonder hulp in de Nederlandse taal kan functioneren.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt sterk op dat van een moedertaalspreker.
Wie niveau B machtig is, wordt als een ‘zelfstandige taalgebruiker’ gezien. Zo iemand kent het Nederlands zodanig dat hij of zij zonder hulp in de Nederlandse taal kan functioneren.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt sterk op dat van een moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Den Helder, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Den Helder zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Den Helder
Contact cursus Nederlands Den Helder
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut voor een cursus Nederlands in Den Helder? Vraagt u vrijblijvend naar de oplossingen. Stuurt u een e-mail via cursus-nederlands-den-helder@dagnall.nl of vult u het contactformulier in op onze website, dan informeren wij u vrijblijvend over de mogelijkheden.
U kunt Dagnall Taleninstituut uiteraard ook bellen voor een cursus Engels in Dordrecht via 010-2004112 (geen menu). U kunt ook het gratis Dagnall informatiepakket aanvragen.
Het efficiënte traject naar een cursus Nederlands in Den Helder!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Amsterdam op de kaart van Nederland
Leer Nederland kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies in no time.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland aanwijzen?
Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 12 Nederlandse provincies in no time.
Controleer uw kennis door met de muis op de landkaart van Nederland te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale verdeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van deze provincie zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Nederland.
Als u uw cursor op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale verdeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van deze provincie zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gebruiken en gewoonten hebben wij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land kennen, kan heel nuttig zijn als openingszin of ijsbreker.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gebruiken en gewoonten hebben wij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten over het land kennen, kan heel nuttig zijn als openingszin of ijsbreker.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Eten verbindt mensen.
Uw nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Eten verbindt mensen.
Uw nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet bijzonder exquise.
Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu.
Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood.
Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen.
Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering.
In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij.
De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack.
Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd.
Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente.
Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, fruit of pudding.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep.
Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees.
Samen met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd.
Een typisch Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Deze snack wordt dan op straat gegeten.
Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval.
Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland.
Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt.
Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé.
Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Vlees of vis, aardappelen en groente zijn traditionele ingrediënten van het menu.
Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood.
Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen.
Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen wordt gebruikt als taartgarnering.
In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij.
De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje tomaat of komkommer of een snack.
Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd.
Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente.
Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, fruit of pudding.
Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep.
Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees.
Samen met spek en roggebrood is het een volwaardige maaltijd.
Een typisch Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Deze snack wordt dan op straat gegeten.
Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval.
Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een bierland.
Er zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt.
Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé.
Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Over Nederland
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan België, Duitsland en de Noordzee. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en de stad heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere grote en belangrijke steden zijn Rotterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven. Nederland is bestuurlijk onderverdeeld in twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat op “De Lage Landen”; een geografisch lager liggend gebied, duidt.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die wereldberoemd zijn en die veel toeristen trekken. Schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
[ Lees meer ]
Nederland - valuta
Munteenheid van Nederland
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
De Nederlandse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Nederlands
Nederland - handel en toerisme
Nederlandse Kamer van Koophandel - KVK
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Over de Nederlanders
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een vrij stevige hand. Nederland is klein en plat: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse woningen zijn vaak van een type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen aan de voorkant en de achterkant, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. Gordijnen houdt de Nederlander het liefst geopend, om te zien wat er buiten gebeurt. Iedere passant kan eveneens precies zien wat er binnen gebeurt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook als ze volwassen zijn.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Nederlands in Den Helder de verworven kennis sneller functioneel gebruiken.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in het Nederlands. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Over de Nederlandse taal
Het Nederlands is onderdeel van de groep van West-Germaanse talen. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond uit het West-Germaans het Nederfrankisch, wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is.
Het moderne Nederlands is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Nederlands wordt door ruwweg 25 miljoen mensen gesproken in Nederland, België,
Het moderne Nederlands is ontstaan vanuit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. Nederlands wordt door ruwweg 25 miljoen mensen gesproken in Nederland, België,
Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, Suriname en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Nederlands wordt ook nog gesproken door een klein groepje oudere mensen in Indonesië. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is daarnaast één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
[ Lees meer ]
Nederlandse klank en uitspraak
De klank van de Nederlandse taal
Voor veel anderstaligen is de Nederlandse uitspraak vrij lastig. Vaak zijn de vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ vaak een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank is moeilijk; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof dit nog niet genoeg is, heeft het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /aː/ |
B | bay | /beː/ |
C | say | /seː/ |
D | day | /deː/ |
E | ay | /eː/ |
F | ef | /ɛf/ |
G | khay | /geː/ |
H | hah | /ɦaː/ |
I | ee | /i/ |
J | yaya | /jeː/ |
K | kah | /kaː/ |
L | el | /ɛɫ/ |
M | em | /ɛm/ |
N | en | /ɛn/ |
O | oa | /oː/ |
P | pay | /peː/ |
Q | kuw | /ky/ |
R | her | /ɛɾ/ |
S | es | /ɛs/ |
T | tay | /teː/ |
U | uw | /y/ |
V | fay | /veː/ |
W | way | /ʋeː/ |
X | ix | /ɪks/ |
Y | ehy | /ɛɪ/ |
Z | zet | /zɛt/ |
SPELLING
WOORD
A | Anton, Anna |
B | Bernard |
C | Cornelis |
D | Dirk |
E | Eduard |
F | Ferdinand |
G | Gerard |
H | Hendrik |
I | Isaäk |
J | Jan |
K | Karel |
L | Lodewijk |
M | Maria |
N | Nico |
O | Otto |
P | Pieter |
Q | Quotiënt |
R | Rudolf |
S | Simon |
T | Teunis |
U | Utrecht |
V | Victor |
W | Willem |
X | Xantippe |
Y | Ypsilon |
Z | Zaandam |
Speciale tekens
@ | apestaartje |
# | hekje |
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonderheden van de Nederlandse taal
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders hebben de gewoonte om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
Nederlands kent sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Nederlandse alfabet
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Nederlandse muziek |
5 | Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal |
7 | Luister naar podcasts van Nederlandstaligen |
8 | Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland |
9 | Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Nederlandse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Nederlands
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende woordje‘hè’ na een zinsdeel of zin: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoordjes als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het woordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Nietwaar?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’.
De spreker neemt een aanloopje om de boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. Iemand heeft even een denkpauze nodig en zegt een paar woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel voor de grap eens het aantal keer dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
De spreker neemt een aanloopje om de boodschap te brengen. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. Iemand heeft even een denkpauze nodig en zegt een paar woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel voor de grap eens het aantal keer dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
[ Lees meer ]
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is erg effectief om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van het Nederlands in u op.
Nederlandse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle manier behoorlijk wat woordenschat Nederlands kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Nederlandstalige radio luisteren
NPO 3 FM
Het station NPO 3 FM is het best beluisterde publieke radiostation in Nederland.
Klik op het logo op het linker beeldscherm hierboven en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de meest beluisterde commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live te luisteren naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Nederlandstalige televisie kijken
NPO
Uw favoriete serie of televisieprogramma met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit bijzonder plezierig en leerzaam is.
De omroep NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen.
Deze Nederlandstalige televisiestations kunnen middels de kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Den Helder
U kunt de cursus Nederlands in Den Helder op uw locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands in Den Helder bij bijvoorbeeld Hotel Den Helder aan de Marsdiepstraat 2 en bij Landal Beach Resort Ooghduyne aan de Van Foreestweg 20 in Julianadorp.
U kunt besprekingen houden in Den Helder bij bijvoorbeeld bij De Kampanje aan de Willemsoord 63.
Den Helder - geschiedenis
De huidige plaats Den Helder was reeds bewoond gebied in de vroege Middeleeuwen. De oudste vermelding stamt uit de negende eeuw en gaat over Huisduinen. Eind 12de eeuw werden Huisduinen en omstreken, door grote stormvloeden, een eilandengebiedje. Rond 1500 ontstond wat noordelijker ‘die Helder buyrt’. In 1570 werden de dorpskernen opnieuw weggeslagen door een stormvloed
en weer opgebouwd, iets meer landinwaarts. Zo ontstond het nieuwe Den Helder rond 1610. De plaats Den Helder dankt zijn naam aan het middeleeuwse woord voor duin of aflopend stuk land: helle (elders uitgesproken als hille of hil). Dit werd verbasterd tot ‘Helder’.
Den Helder - nu
Den Helder ligt in de regio Kop van Noord-Holland. Plaatsen in de buurt van Den Helder zijn Anna Paulowna, Breezand, Callantsoog, Den Oever, Julianadorp en Schagen.
Den Helder ligt in de provincie Noord-Holland. In de gemeente Den Helder wonen ruim 55.000 mensen.
Vlag gemeente Den Helder
Wapen gemeente Den Helder
Inwoners
Een inwoner van Den Helder is een ‘Heldenaar‘, maar ook wel een Nieuwedieper genoemd, naar de haven en de geul Nieuwediep.
Ook Jutter is een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Ook Jutter is een bijnaam voor de Heldenaar.
Bekende Heldenaren zijn Rijkman Groenink, Menno de Jong, Ed Nijpels en Anton Pieck.
Iets wat bij Den Helder hoort, wordt ‘Helders’ genoemd, zoals de Helderse Duinen. Den Helder is een plaats en een gemeente.
Den Helder - internationaal & kernen
Partnerstad
De partnerstad van Den Helder is Lüdenscheid in Duitsland.
Kernen
Onder de gemeente Den Helder vallen eveneens Huisduinen, Julianadorp en Julianadorp aan Zee.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Helders
Denk je aan Den Helder, dan denk je aan de thuishaven van de Koninklijke Marine en de afvaartplek naar het eiland Texel.
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder eveneens als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Binnen Noordwest-Europa is Den Helder Airport één
Behalve als marinestad, fungeert Den Helder eveneens als belangrijk knooppunt van offshore-werk in de Noordzee.
Binnen Noordwest-Europa is Den Helder Airport één
van de grootste luchthavens voor personenvervoer van en naar offshore platforms.
Weinig mensen weten dat Den Helder de zonnigste plaats in Nederland is. Deze zonuren hebben te maken met de ligging aan drie zijden aan de kust.
Den Helder - minder bekend
Weinig mensen weten dat Den Helder de zonnigste plaats in Nederland is. Deze zonuren hebben te maken met de ligging aan drie zijden aan de kust.
Helders dialect en accent
Typerend voor het West-Fries is dat voltooid deelwoorden geen ‘ge-’ als voorvoegsel krijgen. De klankkleur wijkt van het Nederlands af: de ‘e’ wordt vaak een a (darde in plaats van ‘derde’) en de ‘aa’ wordt een ee of ei. Aan het begin van een woord zegt men sk- in plaats van sch-. Piepers zijn ‘aardappels’, een bokse is een ‘broek’ en een boet is een ‘schuurtje’.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Een inwoner van Den Helder is een Jutter.
Invloeden van overzee zijn hoorbaar aan de woorden tjetten (‘schilderen’ in het Maleis) en pendek (‘onderbroek’, eveneens in het Maleis).
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden komt van de marine. Het betekent “iemand op afstand houden”.
Huisduinen is een badplaatsje tegen Den Helder aan, maar Iemand naar Huisduinen brengen betekent in Den Helder ‘iemand begraven’.
Iemand op zeven streken houden komt van de marine. Het betekent “iemand op afstand houden”.
“Den Helder kust de zee”
Den Helder - zakelijk
De gemeente Den Helder
Het netnummer van Den Helder is 0223.
Het postcodegebied van Den Helder is 1780 - 1788.
Het adres van het gemeentehuis van Den Helder is Doctorandus F.
Bijlweg 20, 1784 MC in Den Helder.
De website van de gemeente Den Helder is Denhelder.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Den Helder is 14 0223.
Zakendoen in Den Helder
Voor Helderse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Den Helder is KVK-kantoor Alkmaar.
Den Helder - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Den Helder gevestigd op bedrijventerrein De Dogger, op Heldair Business Port, Kooypunt, in Het Nieuwe Werk (Fort Oostoever), aan Het Nieuwe Diep of op bedrijventerrein De Schooten.
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
In Den Helder bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Acta Marine, CHC Helicopters
Netherlands, Damen Shipyards, DHSS (Den Helder Support Service), DRM ICT, ENVIEM Oil Nederland, Expro, Frank’s International, Gulf Oil Nederland, KeyKeg, Lightweight Containers, OneCircle, Onstream Group, Vepa Bins, Vroon Offshore en Winder Limmen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Helders nieuws
Het Helderse nieuwsportaal is Den Helder Actueel en Helderse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Den Helder kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Heldenaren en ondernemingen in Den Helder kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Den Helders Dagblad, Helders Weekblad en het Noordhollands Dagblad - Den Helder en omstreken.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Den Helder
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie wat cultuur in Den Helder laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Den Helder een bezoek brengen aan Bunkermuseum Den Helder, aan Fort Kijkduin, aan Het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers of aan Het Nollenproject.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Helderse voetbalclub FC Den-Helder of HCSC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Den Helder kunt u terecht bij HTC Den Helder of bij Topspin MBSOV.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Den Helder zin om als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Den Helder ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. De adresgegevens van Golfbaan Ooghduyne zijn Ooghduyne 1, 1787 PS in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van de golfbaan is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is een andere golfbaan in de omgeving van Den Helder.
De nabijgelegen golfbaan voor Den Helder is Golfbaan Ooghduyne in Julianadorp. De adresgegevens van Golfbaan Ooghduyne zijn Ooghduyne 1, 1787 PS in Julianadorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0223-64 01 00. De website van de golfbaan is www.golfbaanooghduyne.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Steaks & Burgers, telefoonnummer 0223-64 01 12. Golfbaan Ooghduyne is een andere golfbaan in de omgeving van Den Helder.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Nederland en van Den Helder die tevens op Youtube te zien zijn.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Den Helder op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland en Den Helder op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u satellietbeelden van Nederland en Den Helder te zien op Google Earth.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de streek van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Den Helder
Google Maps Nederland
Google Maps Den Helder
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Nederlands nieuws en Helders nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Nederland en Den Helder lezen van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Helders nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan handig en
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Helders nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, kan handig en
prettig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat zich in Nederland afspeelt.
Daarnaast kan het vrij leerzaam zijn om het Nederlandse nieuws te lezen in de Nederlandse taal.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast kan het vrij leerzaam zijn om het Nederlandse nieuws te lezen in de Nederlandse taal.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Nederland
- Duitsland gaat paspoorten controleren bij alle landsgrenzen - NOS
- ECB gaat rente waarschijnlijk weer verlagen, slecht nieuws voor Nederland - BNR Nieuws
- Opinie | Nederland moet Taiwans deelname aan de VN steunen - NRC
- Waarom Nederlands strenge migratieplannen kansrijker worden in Brussel - RTL.nl
- Out of office: Nederland is een di-do-economie geworden. Beter? - de Volkskrant
- Nederlandse plofkraakbende opgerold: vele tonnen buit na serie explosies in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland - Telegraaf.nl
- Grootste warmtepomp van Nederland geopend. Een goed alternatief voor de individuele variant? - Nederlands Dagblad
- Chinese kritiek op Nederland om exportbeperkingen ASML - NOS
- Een kwart vindt Nederland steeds minder een fietsland - NieuwsFiets
Nieuws uit Den Helder
- Gewonde bij steekpartij in Den Helder - AD
- Man lichtgewond bij straatruzie in Den Helder - NH Nieuws
- Persoon verwondt zichzelf in Den Helder [update] - Noordhollands Dagblad
- Fietser klapt achterop auto in Den Helder, achterruit versplintert - Noordhollands Dagblad
- Fietser gewond nadat hij achterop personenauto botst in Den Helder - AD
- Jonge fietser gewond bij aanrijding met auto aan Waddenzeestraat in Den Helder - Rodi.nl
- Aanhanger met tuinafval midden op weg gekanteld in Den Helder, schade aan Porsche - Noordhollands Dagblad
- Persoon gewond na steekincident in Koningdwarsstraat in Den Helder - Regio Noordkop
- 29-jarige man aangehouden na zware mishandeling op de Nieuwehaven in Edam - Noordhollands Dagblad
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Den Helder geeft Dagnall onder andere maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Italiaans en Spaans.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Den Helder.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Den Helder.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Den Helder en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Nederlands
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten