Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Ons instituut is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in Delft en omgeving. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Delft in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Tauro” pand in Delft-Zuid Marshalllaan 2 2625 GZ DELFT
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Nederlands hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgever. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies de mogelijkheid biedt om onbegrensd Nederlands te leren in Delft. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Delft.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met de offerte. Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De docent evalueert na enkele lessen Nederlands de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden aangepast. Na de laatste les sturen wij u een eindrapport samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier en de schrijfopdracht moeten voorafgaand aan de intakedatum teruggestuurd worden Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden wordt door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Taleninstituut brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Nederlands Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining Nederlands in Delft en omstreek voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Taleninstituut heeft een team van ervaren en kundige docenten Nederlands die experts zijn op taalgebied en die in de provincie Zuid-Holland voor bedrijven en (overheids)organisaties een aanmerkelijk aantal taaltrainingen hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, levert Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Delft. U kunt erop rekenen dat Dagnall het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Delft sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak belangrijk! Taalcursussen (Nederlands) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven intussen bekend. Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen graag de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze kunnen uitvoeren. Deze mensen willen het liefst met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werk realiseren. Dit vereist een investering in werknemers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall geeft betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer uitbreiden. Ons instituut helpt en leert deelnemers hoe zij de lesstof in hun functie in praktijk kunnen brengen. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de deelnemer regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de taaltraining te verbeteren.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut besteedt ook aandacht aan de wellicht onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gewoontes van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld door middel van taal te vergroten. Dat vraagt veel motivatie en inzet. Daarbij heeft de cursist maar een beperkt aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet altijd voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Talen is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een cursus Nederlands op de werkvloer. Wij stimuleren uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te dragen, wordt de waarde van een goede beheersing van de taal gemeenschappelijk ervaren en voelen deelnemers in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Delft
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Delft die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten Nederlands zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in de praktijk te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode, gecombineerd met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en zij spelen voortdurend in op actuele ontwikkelingen en thema’s.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer fijne manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Delft. Deze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus Nederlands is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief Nederlands leren in Delft bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons. Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Delft worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Delft
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Delft en omgeving. Individuele taalcursussen noemt men ook wel een privélessen of één-op- één-taalcursussen.. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groep houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te ondersteunen. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook is een individuele cursus ideaal op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Nederlands is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten leuker vinden. Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook is een groepscursus wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan. Het geleerde kan niet in groepsverband worden geoefend omdat er geen interactie is met andere deelnemers. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de foutjes van andere cursisten te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets sneller zijn afgeleid. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany aan. Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Nederlands beginnen te leren. Een goede uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven Nederlandse zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaring, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden gepresenteerd aan de lerenden in herkenbare situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest in het Nederlands worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de lerenden de Nederlandse taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens nadelen. Deze werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor een succeservaring. De inbreng van de lerenden zelf is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die de studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica centraal stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op vertalen en grammatica gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Nederlands gaan communiceren. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent (Nederlands) en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Tijdens de les zat de student in een comfortabele stoel die in een halve cirkel waren geplaatst en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressies in stem. De student werd op deze manier overgehaald om te luisteren en kon de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren in teamverband te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er is geen leerboek en er zijn geen toetsen Nederlands. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de taaldocent Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Sommige studenten hebben moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Alhoewel het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden Nederlands van de student worden sterk ontwikkeld door de Series method van François Gouin worden en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen trainer en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo niet; dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen de Nederlandse taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden toegepast in klassen die wat groter zijn. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod, waardoor de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden kent de methode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook minder aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten Nederlands niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokken die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Nederlands aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat deze verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op taalfoutjes, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze taalfoutjes van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen en dialogen die worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een nadeel van de methode is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de gebruikers op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus prettig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint met een Nederlandssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas behandeld als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam af en toe voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Nederlands beginnen te leren. Een goede uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. De methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van kennis. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) op een zodanige wijze te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. De methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die herhaald worden na verloop van tijd. De opgeschreven Nederlandse zinnen en woorden worden door de student hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit gebeurt automatisch door blootstelling. De lijst wordt telkens veranderd; Nederlandse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uiteraard uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode nogal tijdrovend; er dienen steeds met de hand geschreven lijsten te worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands). Op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands aan te leren. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. De lerenden worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
Als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. Om te zorgen dat de lerende plezier heeft van de ervaring, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Nederlands. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden gepresenteerd aan de lerenden in herkenbare situaties middels visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest in het Nederlands worden gebruikt, als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak toegepast op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de lerenden de Nederlandse taal op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens nadelen. Deze werkwijze is behoorlijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor een succeservaring. De inbreng van de lerenden zelf is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die de studenten leren in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes waren gebleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte om vreemde talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij gauw succes ervaren. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De planning en de voorbereiding vereisen veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een vreemde taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica centraal stond omstreeks het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger beschouwd van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op vertalen en grammatica gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum van grote invloed geweest op het talenonderwijs, ondanks dat al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De leeromgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet echt in het Nederlands gaan communiceren. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaan. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de jaren 70 van de vorige eeuw stamt. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de taaldocent (Nederlands) en studenten. Hiervoor is de voorwaarde dat lerenden ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. Tijdens de les zat de student in een comfortabele stoel die in een halve cirkel waren geplaatst en er werd altijd muziek in de klas gespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de (Nederlandse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressies in stem. De student werd op deze manier overgehaald om te luisteren en kon de nieuwe (Nederlandse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland) was veel tijd tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal krijgen van frustratie of faalangst. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethodiek. Tegelijk is dit voor sommige studenten een keerzijde, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommigen afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Nederlandse taaltrainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De docent (Nederlands) vertaalt en geeft uitleg. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen door middel van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Nederlands wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van de methode is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Community Language Learning is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken vinden lerenden vaak nuttig. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen. Met deze methode worden lerenden zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren in teamverband te werken. Het bespreken door hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Er is geen leerboek en er zijn geen toetsen Nederlands. Hierdoor is het succes moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialoog gericht. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Nederlandse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de taaldocent Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn door de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Nederlands op een heel natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het nadeel. Sommige studenten hebben moeite om de patronen van het Nederlands zelf te leren herkennen en hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van de grammatica van de doeltaal, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken doordat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Alhoewel het een afwijkende aanpak was, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. De leermethode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De mondelinge vaardigheden Nederlands van de student worden sterk ontwikkeld door de Series method van François Gouin worden en het creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) vereist. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over woordenschat en taalregels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, met een klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (hoofdzakelijk lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder de filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het aangaan van echte inhoudelijke conversaties die over praktische zaken gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen trainer en lerenden richt. Net als de Dogme-beweging van de filmmakers, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor docenten Nederlands. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de taallessen Nederlands zo niet; dat zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. In een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
Daartegenover staat dat de studenten zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de docent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een bijkomend nadeel kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Nederlands en het niet zeker is dat de leerstof daarvoor aan bod komt in de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen de Nederlandse taal; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes afzonderlijke fasen van de leermethode bieden realistische doelstellingen alsook een duidelijk tijdsschema. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Nederlandse taal, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Nederlandse tekst te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan Nederlands kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op een natuurlijke snelheid. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, is een andere grond zodat het werken aan het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is afwijkend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van de Nederlandse taal wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De docent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de leermethodiek ook worden toegepast in klassen die wat groter zijn. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarboven nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet heel creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van een taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Studenten werden aangemoedigd vaak Nederlands te praten. Het was eveneens nieuw dat de taallessen in het Nederlands werden gegeven. Tijdens de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen ruimschoots aan bod, waardoor de lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen krijgen. Keerzijden kent de methode echter ook. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en ook minder aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde studenten Nederlands niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is tevens niet erg geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de leermethode van een dynamische inzet van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een docent Nederlands gebaseerd, die steeds één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhalingen helpen de lerenden deze Nederlandse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties los te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Gekleurde blokken die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. Ook maakt de methodiek gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van invloed geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de methodiek van Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Nederlands aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Het geleerde wordt vaak goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode beoogt. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen omdat deze verhalen van de docent gemakkelijk zijn te begrijpen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de trainer Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens met de studenten een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPR Storytelling is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het heel motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met een tweetalige tekst, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands van de student biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op taalfoutjes, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze taalfoutjes van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet en ook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door studenten worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat er geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen en dialogen die worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Nederlands. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gevolgd en de ervaringen met de methode variëren. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
Een nadeel van de methode is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het idee dat de gebruikers op pauze drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruiker zelf zinnen kan bouwen. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus prettig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en de methode is heel toegankelijk. Het feit dat de cursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands beschikbaar om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Deze app kan, indien gewenst, worden geladen met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Tot slot beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. De taaldocenten van Dagnall Talen zijn erg bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Nederlands. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall Talen, maar ze creëert ook de meerwaarde van onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Bij het zogenaamde blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Delft.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Delft
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Delft op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op ieder (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Cursisten kunnen dus Nederlands leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de training Nederlands in Delft is afgerond. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging. Diegenen die meerdere talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Alleen het volgende is nodig voor cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met een camera en een microfoon - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden speciaal op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud van de taalcursus wordt aangepast aan het leerplan om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands zelfverzekerd en snel te bereiken
De online (of blended) taalcursussen bestaan uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de lessen hebt geleerd, actief toe
Door het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus eveneens tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursisten en de trainer en zijn van groot belang voor het succes van de taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Delft ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Delft ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als uitgangspunt en biedt u een duidelijk beeld van de huidige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Nederlands in Delft overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid definieert op een uniforme wijze. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) differentieërt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelstalige term wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK noemt ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot bijna moedertaalsprekers. De zes verschillende beheersingsniveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A is van toepassing op beginners. Een cursist die niveau B Nederlands beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalsprekers Nederlands. Deze mensen gebruiken de Nederlandse taal vloeiend in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Nederlands in Delft, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met diverse andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om om snel in te spelen op veranderende omstandigheden en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Delft sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet natuurlijk aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall Talen verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Delft zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland wordt bijgehouden. Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Delft
Wilt u contact opnemen met Dagnall Talen voor een cursus Nederlands in Delft? Wij kunnen u nog meer vertellen over het aanbod. Stuurt u ons een e-mail via cursus-nederlands-delft@dagnall.nl of vult u het contactformulier in op onze website, dan informeren wij u vrijblijvend over de mogelijkheden.
Wij informeren u dan zo spoedig mogelijk om de opties te bespreken. Bellen kan uiteraard ook voor een cursus Engels in Barendrecht via 010-2004112 (geen menu). Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
De vlotste weg naar een cursus Nederlands in Delft!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kent u de Nederlandse provincies?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 12 Nederlandse provincies in no time kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van deze provincie lezen.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal interessante dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In elk geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed de verworven kennis van het land inzetten.
Zo kunt u iets te weten komen over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur zal zeker worden gerespecteerd!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer acht uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide van slachtafval gemaakt. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Daarnaast eten Nederlanders redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en een reeks zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als nagerecht eten Nederlanders yoghurt, vla, een pudding of fruit. ’s Avonds om ongeveer acht uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Het is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. Met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje. Die wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden beide van slachtafval gemaakt. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een traditioneel Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel privé als zakelijk. Bij de koffie wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, Duitsland en België. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad wonen meer dan 800.000 mensen. Andere grote en belangrijke steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat aan een geografisch lager liggend gebied “De Lage Landen” refereert.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, kaas, stroopwafels, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen Nederland komen bezoeken. Schilders zoals Rembrandt, Vermeer, Van Gogh, Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Het symbool van Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat. Evenals de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook typisch is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige handdruk. Nederland is klein en plat: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is een fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje, waarin kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen worden vaker niet dan wel gedragen. Nederlandse woningen zijn het type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen voor en achter, zodat de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander het liefst open, om te zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren graag verjaardagen, ook wanneer ze volwassen zijn.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en taart. Op het werk trakteert degene die jarig is op gebak. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is iedereen vrij en gaat feesten in oranje kleren, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen gespeeld op straat en de verkopen mensen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar is het levensmotto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat men niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door de focus te verschuiven van kennen naar kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Nederlands in Delft de verworven kennis sneller functioneel toepassen.
Voor u het weet, doet u uw inkopen in het Nederlands. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands behoort tot de groep van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond uit het West-Germaans tussen 300 en 800 n.Chr., wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt gesproken door om en nabij 25 miljoen mensen in
Nederland, België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Verder wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. De Nederlandse taal is ook een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands vrij lastig. De vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging vormen. Vooral de ‘ui’-klank kan vrij zijn. Deze klank is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Bijvoorbeeld: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
De spelling van klanken is in het Nederlands bij sommige letters afwijkend van wat in andere talen gebruikelijk is. Zo wordt de letter ‘u’ nagenoeg overal ter wereld uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch in het Nederlands afwijkend vergeleken met veel andere talen. De g en de ch klinken vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor de Nederlandse taal. Voor menig anderstalige zijn zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een echte tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ en ‘fietstas’? Het Nederlands kent veel begin- en eindclusters Het is nuttig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Voor het gemak kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gezet worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, met name de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen wint en wind is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders hebben de typische neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal heeft sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands heeft ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende woordje‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook opvulwoorden of stopwoorden als ze Engels praten. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’, ‘Nou kijk,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te uiten. In het midden van een betoog gebeurt hetzelfde. Mensen hebben even een denkpauze nodig en gebruiken een paar woorden die geen betekenis hebben. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders passen ze toe. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel voor de grap eens de keren dat een spreker ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ zegt in een aantal zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel doeltreffend om uw kennis van de Nederlandse taal te verbeteren.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leerzaam en leuk zijn. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op snelle manier behoorlijk wat woordenschat Nederlands bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het meest beluisterde publieke radiostation in Nederland. Als u op het linker computerscherm met het logo hierboven klikt, kunt u live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender luisteren.
Radio 538
De zender Radio 538 is de best beluisterde commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven om direct live te luisteren naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al gauw zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam kan zijn. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de best bekeken commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen. Deze Nederlandse stations kunnen via de kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk Btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Delft op uw locatie volgen of in Delft, bijvoorbeeld in het pand van Tauro in Delft-Zuid aan de Marshalllaan 2 in Delft. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen Nederlands in Delft verzorgen bij bijvoorbeeld Hampshire Hotel-Delft Centre aan de Koepoortplaats 3, in WestCord Hotel Delft aan de Olof Palmestraat 2, in Hotel Campanile Delft aan de Kleveringweg 53, in Haagse Toren/SkySuites/The Penthouse aan het Rijswijkseplein 78 in Den Haag en in NH Hotel Den Haag aan het Prinses Margrietplantsoen 100 in Den Haag.
Vergaderen in Delft kan bij Hotel Casa Julia Maerten Trompstraat 33 en bij Science Centre Delft aan de Mijnbouwstraat 120.
De stad Delft is sinds eeuwen bewoond gebied. Er zijn resten uit de Romeinse tijd gevonden, van ruim tweeduizend jaar geleden. Het huidige Delft is in de 12de eeuw ontstaan, als nederzetting langs een afwateringskanaal (nu de Schie).
De stad ‘Delft’ dankt zijn naam aan de ‘Delf’, wat een afwateringskanaal voor de ontginning van het Hollandse veengebied is. De Oude Delft is de eerste gracht die men ‘delfde’.
Delft ligt in het Hoogheemraadschap Delfland, in de metropoolregio Den Haag-Rotterdam en aan de Schie. Plaatsen in de omgeving van de stad Delft zijn Berkel en Rodenrijs, Delfgauw, Den
Haag, Den Hoorn, Nootdorp, Pijnacker, Schiedam, Schipluiden en Zoetermeer. Delft ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Delft wonen bijna 104.000 mensen.
Woon je in Delft, dan heet je een ‘Delftenaar’ of een ‘Delvenaar’. Bekende Delftenaren zijn Eva Duijvestein Sander Hoogendoorn, Mariska Hulscher, Stien Kaiser, taalkundige Jan Koster, Michiel Mol, Arantxa Rus, Boyan Slat, Marly van der Velden, Roel van Velzen,
, Johannes Vermeer en Xander van der Wulp. Iets wat uit Delft komt, noemt men ‘Delfts’, zoals Delfts Blauw. Delft kreeg stadsrechten in het jaar 1246.
Delft - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Delft zijn of waren Adapazarı in Turkije, Aarau in Zwitserland, Jingdezhen in China, Castrop-Rauxel in Duitsland, Freiberg in Duitsland, Kfar Saba in Israël, Estelí in Nicaragua, Kingston upon Thames in het Verenigd Koninkrijk en Tshwane in Zuid-Afrika.
Hoger onderwijs
Delft is een echte studentenstad. De Technische Universiteit Delft (TU Delft) uit 1842 is één van de bekendste universiteiten in Nederland. Daarnaast is in Delft het UNESCO-IHE Institute for Water Education gevestigd. Hogescholen in Delft zijn de Hogeschool Inholland alsook de Haagse Hogeschool.
Denk je aan Delft, dan denk je aan het Straatje van Vermeer, de Oude Jan, de Porceleyne Fles, de Technische Universiteit (TU) en natuurlijk de Prinsenstad. In het jaar 1584 werd Willem van Oranje er vermoord door Balthasar Gerards. In museum Het Prinsenhof zijn de kogelgaten in de muur nog zichtbaar. In de Nieuwe Kerk bevindt zich de grafkelder van het Koninklijk Huis van Nederland. Onder andere Prins Claus, Prinses Juliana en Prins Bernhard zijn hier bijgezet.
Delft fungeert als kennisstad, vooral op het gebied van hightech en techniek. Ook is Delft een belangrijke toeristische stad.
Delft - minder bekend
Niet veel mensen weten dat in de geschiedenis Delft een echte bierstad was. Delft telde rond het jaar 1500 tweehonderd brouwerijen en één op de zes Delftenaren was in de bierindustriem werkzaam.
Typerend voor het Delfts is dat de ‘n’ aan het eind van een woord vrijwel niet wordt uitgesproken en de ‘e’ nadrukkelijk (lopuh in plaats van ‘lopen’). Net in het Rotterdams komt er vaak een -t achter het werkwoord in de ik-vorm: ik gaat. De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken. Vaak wordt zijn gezegd in plaats van ‘hem’: dat is van zijn en hun in plaats van ‘zij’: hun hebben. Typerend voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’.
Delft heet in het Delfts Delluf of Dehelft. Iemand die ‘blij’ is, is vrook. Inwoners van buurdorpen Vlaardingen of De Lier zijn boeren. ‘Worst’ is wors in het Delfts. De psychiatrische inrichting (Het St. Jorisgasthuis) gebruikte vroeger blauwe auto’s voor patiëntenvervoer. Nog hoor je in Delft: Pas maar op, het blauwe bussie komt zo als iemand een beetje gek doet. Een klissie lopen is een echt Delftse uitdrukking. Het betekent “door de stad slenteren” of ‘scharrelen’; het oude stadshart in Delft heette De Klis.
Delft - “Creating history”
Delft - zakelijk
De gemeente Delft
Het netnummer van Delft is 015. Het postcodegebied van Delft is 2600 - 2629. Het adres van het gemeentehuis van Delft is Stationsplein 1, 2611 BV in Delft. De website van de gemeente Delft is Delft.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Delft is 14 015.
Zakendoen in Delft
Voor Delftse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Den Haag aan de Koninginnegracht 13, 2514 AA in Den Haag. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Delft is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Delft is KVK-kantoor Den Haag.
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Delft gevestigd op bedrijventerrein Delftechpark, Schieoevers Noord en Zuid, Tanthof Oost en West, Technopolis Innovation Park, TU Delft Science Park, Voorhof en op bedrijventerrein Ypenburgse Poort. In Delft bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: 3M (3M, Nexcare, Post-It, Scotchguard, Scotch Tape), Agium, Allseas Engineering, Applikon Biotechnology, Bird Recruitment, Brightsight, Catena, Festo, Diebold Nixdorf, DSM Food
Specialties, Exact Software, Hordijk Groep, Ikea, Ivy Global, Koninklijke Van Kempen & Begeer, Mojo Concerts, NMI, De Koninklijke Porceleyne Fles, Prime Sportsgear (Fred Perry), Prime Vision, Prysmian Cables and Systems Riscure, Senz, Spie, TBA, TJIP, TOPdesk, Van der Lee, Distributiecentrum Composite in Delfgauw en Distributiecentrum Gall & Gall in Delfgauw. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Delftse voetbalclub DVV, DHC of DVC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Delft kunt u terecht bij De Delftse Hout, bij DSV Concordia, bij DTB of bij Tennisvereniging GPD. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Nederlands in Delft wat ontspannen? Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Concordia Golf Academy in Delft terecht. De adresgegevens van Concordia Golf Academy zijn Brasserskade 236, 2616 LA in Delft. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 015-213 11 16. De website van de golfbaan is www.concordiadelft.nl. Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Delft die ook op Youtube staan. U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje af te spelen. Direct onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland en Delft op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Nederland alsook van Delft getoond op Google Earth. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen goed van pas komen.
Promovideo Nederland
Promovideo Delft
Google Maps Nederland
Google Maps Delft
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Delft van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Delfts nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands leert, is het altijd prettig en
handig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het vrij leerzaam om het Nederlandse nieuws te lezen in de Nederlandse taal. U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Delft geeft Dagnall onder meer maatwerk taalcursussen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans. Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die Dagnall naast Nederlands standaard aanbiedt in Delft.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands