Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Talen is een een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat aanbiedt: Effectieve taalcursussen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers, leidinggevenden en andere professionals in, en in de buurt van Breda. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis Nederlands op het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Nederlands in Breda aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis aan de Singel
Oranjesingel 11
4811 CM BREDA
076-8200500
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van scholingszoekers. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Breda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Daarom zet Dagnall Talen alles in het werk om te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we u in grote stappen naar het beoogde taalniveau. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Breda.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De docent evalueert na enkele lessen Nederlands de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling worden aangepast. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van ons instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan De deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands van ons. Deze dienen voorafgaand aan de datum van de intake te worden teruggestuurd Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het gesprek duurt ongeveer 30 minuten De indeling van de groep(en) worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg vastgesteld De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Taleninstituut verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus(sen) en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Talen is betrokken alsook flexibel!
Dagnall Talen geeft taalcursussen Nederlands op maat in Breda en omliggende gemeenten aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties sinds 1982. Dagnall Taleninstituut werkt met kundige trainers Nederlands met veel ervaring en die in West-Brabant in al deze jaren een groot aantal trainingen Nederlands aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert Dagnall Talen zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Breda. U kunt erop rekenen dat Dagnall voor uitstekend rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Breda sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Een cursus (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer is intussen bij veel organisaties een begrip. Mensen die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal hebben, ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werk realiseren. Een investering in werknemers en in de ontwikkeling van de organisatie is hiervoor noodzakelijk.
Dagnall Talen biedt betaalbare maatwerk taalcursussen voor het verhogen van de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer. Wij helpen en leren de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Ons taleninstituut stemt de taalcursus af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Als aanvulling op de lessen, krijgen cursisten frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let ook op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de cursisten staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gewoontes van het nieuwe land en de organisatie te begrijpen en om hun wereld via taal te vergroten. Hiervoor is inzet en motivatie vereist. Bovendien hebben cursisten slechts een aantal vaste contactmomenten met de taaldocent per week. Dit is niet in iedere situatie toereikend.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor een taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut stimuleert leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van het bedrijf om voor een continu proces van taalverwerving te zorgen, door direct vanaf de start zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de deelnemer. Door het belang van taal op de werkvloer voortdurend op deze wijze uit te dragen, wordt het nut van goede beheersing van de taal gezamenlijk ervaren en voelen cursisten in hun taalverwerving zich gestimuleerd en gewaardeerd.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Breda
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is uiteraard ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf. Een cursus Nederlands in Breda die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen. Het alom bekende hoge rendement bereikt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 cursisten, duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf. De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Nederlands in Breda. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursisten zelf past.
Nederlands effectief leren in Breda bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut verzorgt cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de gehele organisatie kunt overlaten aan ons. Dagnall Talen verzorgt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Breda worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Breda
Maatwerkcursussen Nederlands
Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Breda en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren. De groep wordt zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands omdat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Doordat de cursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander groot voordeel van een individuele cursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Daarnaast zijn individuele cursussen goed af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Nederlands is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; communiceren in de doeltaal met elkaar en van elkaars kunnen fouten. De hierdoor geboden afwisseling kunnen de deelnemers prettiger vinden. Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt . Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor de lerenden dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer. Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere lerenden. Ook is het niet mogelijk om te leren van foutjes van andere deelnemers omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller worden afgeleid. Hierdoor ligt het rendement wat lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels worden ondervangen. Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Wij verzorgen taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands volgen. Een combinatie van deze verschillende trainingen is eveneens mogelijk. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode zien. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Nederlands beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze combinaties van woorden worden in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier kunnen leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands en met elkaar. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de trainer en van de student vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerenden namen tijdens de les plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de taal (Nederlands) nog niet machtig genoeg, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de Nederlandse taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat volledig nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, boodschappen doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaltrainer Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-methode. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in iets grotere klassen gebruikt worden. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Nederlandse) woordenschat gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet erg geschikt voor langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij zei dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening wordt beschouwd als autonoom. In principe is de taaldocent Nederlands dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis doorgaans goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt van de methode zijn. Door de afwezigheid van input van de trainer Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij de optie bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen maken. De methode gebruikt eveneens flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is heel toegankelijk. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode zien. Nieuw was dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Nederlandse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Nederlands kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Nederlands beginnen te leren effectief. Vanaf het begin wordt een correcte uitspraak Nederlands aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van de kennis van de taal bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Tevens is dit docentgestuurde aspect een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die later worden herhaald. De Nederlandse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de woordenlijst. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan werken voor Nederlandse woorden en zinnen die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Nederlands worden ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de leeractiviteiten in het Nederlands stimulerend te zijn.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve leermethode kan zijn. De methode is een populaire manier van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de Natural Approach vrij eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Minpunten heeft de Natural Method ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste Nederlandse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om draait. Deze combinaties van woorden worden in reële situaties middels visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de student gepresenteerd. De structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hierbij als eerste gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier kunnen leren, is het voordeel van de Structurele Aanpak. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. De methodiek is tamelijk tijdrovend en geeft niet direct een ervaring van succes. De eigen inbreng van de student is behoorlijk beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Nederlands en met elkaar. Teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaldocent Nederlands draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de lerende leert om in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer vraag om een taal te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten werkt deze methode stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de trainer en van de student vereist het een actieve deelname. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten lastig of ongebruikelijk, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde omstreeks het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docenten dragen de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in een groep geeft de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. Lerenden oefenen het Nederlands spreken één-op-één of in kleine groepen. Daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om een vreemde taal te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden aangeleerd op deze wijze.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in het Nederlands want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepsverband versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Nederlands erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor dienen de lerenden zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De lerenden namen tijdens de les plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek in de klas. De methode zoals Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methode van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder zal van frustratie of faalangst hebben. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, omdat niet iedere student hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend zijn in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de relatie trainer-student niet echt gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de taal (Nederlands) nog niet machtig genoeg, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Nederlands wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode hangt erg af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerende uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de lerenden veel autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de taallessen Nederlands. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren de Nederlandse taal op een heel natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Sommige studenten hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Seriemethode ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; iets wat volledig nieuw was. Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt met de methode goed gestimuleerd.
Het nadeel van de seriemethode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, lastig met beweging en expressie in één duidelijke ervaring is te vangen. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een hele reeks aan series dient voor te bereiden. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat de lerenden over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, boodschappen doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Om de opdrachten uit te voeren, moeten lerenden samenwerken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Nederlands en leert zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in de vreemde taal. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Voor het maken van films houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Samen vormen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van de Dogme-methode is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve benadering van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaltrainer Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-methode. Zo blijven studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen lerenden zich daartegenover wat ongemakkelijk voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle taaldocenten Nederlands in voldoende mate flexibel. Een ander keerzijde kan vormen dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrip gaat boven productie. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen van de methode bieden realistische doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen wordt geoefend tot het heel soepel gaat en de lerenden simultaan Nederlands kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De shadowing-techniek heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat student het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands is dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaldocent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in iets grotere klassen gebruikt worden. Het Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Daardoor werkt het tot op een zeker niveau en is daarbij nog een andere leermethode nodig. Daarnaast is de methode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Deze Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de lerenden veel in het Nederlands te laten praten. Dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden, was ook een nieuw verschijnsel. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Nederlandse) woordenschat gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. De lerenden boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloeden van de crises en oorlogen ebde deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste voordeel. Spreken en luisteren komen ruimschoots aan bod. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Aan de leermethode kleven echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Nederlands) en veel minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Voor de meer gevorderde lerenden Nederlands, heeft deze leermethode niet genoeg uitdaging te bieden. De Directe Methode is eveneens niet erg geschikt voor langzaam lerende studenten, doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep lerenden en een trainer Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna afzonderlijk het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan door studenten als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De taaltrainers Nederlands gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij zei dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening wordt beschouwd als autonoom. In principe is de taaldocent Nederlands dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis doorgaans goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een minpunt van de methode zijn. Door de afwezigheid van input van de trainer Nederlands zouden de studenten gefrustreerd kunnen worden. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af is. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, worden lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. De studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Nederlands eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Nederlandse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, doordat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Nederlands.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Voor lerenden is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Nederlands om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Nederlandse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruiker kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij de optie bestaat om deze fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke delen wat meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de leermethodiek. Bij een gebrek aan trainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een keerzijde is dat geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder meer Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers van de zinnen allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Nederlands praten in een normaal tempo, werkt de methode van Pimsleur heel goed als uitspraakverbeteraar.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke stemacteur en een vrouwelijke stemacteur. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met reeds bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de student Nederlands de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen maken. De methode gebruikt eveneens flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is heel toegankelijk. Dat de cursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Nederlands) wel wat hooggegrepen is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen docent Nederlands om de student te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Nederlandse zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Tot slot beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die interessant zijn voor de cursist. Onze taaldocenten zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk gebruikt kunnen worden.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaldocenten als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall Talen geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ gesproken. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Breda.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands) Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Breda Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat een cursist overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Zo kunnen cursisten zo Nederlands leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen alsook juridische termen in onze App integreren. De Dagnall App kan zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands in Breda beschikbaar. Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging. Medewerkers die diverse talen spreken, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Een pc, laptop of tablet met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
Onze online alsook de blended taalcursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze trainers zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Taleninstituut zijn betaalbare maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw behoeften en wensen
De inhoud van de taalcursussen wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands efficiënt en snel te behalen
De Dagnall online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het behaalde resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursus ook tips voor nog meer digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Breda ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Breda ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als leidraad en geven u een helder inzicht in uw huidige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Nederlands in Breda ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid te kunnen omschrijven. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt eveneens vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke vaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. Deze zes niveaus van taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A geldt voor beginners. Mensen die taalniveau B Nederlands beheersen, bezitten alle basiskennis in de Nederlandse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het taalniveau van (ver)gevorderden. Het beheersen van de Nederlandse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Nederlands) altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat. De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Breda, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen, namelijk zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstituten. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.De NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen snel op veranderende omstandigheden inspelen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Breda sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Continu vernieuwen is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse commissies, besturen en adviesraden, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
Dagnall cursussen Nederlands in Breda zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen aanbieden. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt. Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Breda
Met Dagnall kiest u voor de juiste weg naar een cursus Nederlands in Breda!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies zeer gauw kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Nederland.
Vervolgens worden de Nederlandse provincies één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, daarna de naam van de provincie.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders vindt, zal u hier zeker bij helpen.
Beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Verschillende kenmerkende onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar evengoed de verworven kennis van het land inbrengen.
Zo kunt u iets ontdekken over Nederlandse gerechten en de specifieke Nederlandse eetcultuur.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur zal zeker worden gewaardeerd!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Vlees of vis, aardappelen en groente is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. Samen met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan op straat opgegeten. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland goed kunt eten, is de traditioneel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Vlees of vis, aardappelen en groente is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Het Nederlandse ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien. In de weekenden worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken. De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer of een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, pudding of fruit. ’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een populair gerecht voor de winter is erwtensoep. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. Samen met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Deze snack wordt dan op straat opgegeten. Veel gegeten snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt. Hoewel er in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, is Nederland een land van bier. Er zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit geldt zowel privé als zakelijk. Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en wordt begrensd door de Noordzee, Duitsland en België. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In de stad Amsterdam wonen ruim 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt af van het woord neder, wat duidt op een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder het niveau van de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote stukken land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders die veel toeristen trekken. Nederlandse schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, Rietveld en Mondriaan.
Symbool van Nederland Het symbool voor Nederland als waterland is de Amsterdamse grachtengordel uit de 17de eeuw, opgenomen op de Werelderfgoedlijst van UNESCO, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Minder mensen weten dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin in Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als teken van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen bij een begroeting. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een stevige hand. Nederland is klein en plat: een ideaal land om te fietsen. In Nederland is de fiets een heel gebruikelijk vervoermiddel. In steden zie je regelmatig moeders en vaders met een bakfiets of een fiets met een aanhanger erachter, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Helmen op de fiets worden vaker niet dan wel gedragen. De woningen in Nederland zijn het type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote ramen voor en achter, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houdt de Nederlander graag open, zodat hij kan zien wat er buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. In Nederland vieren de mensen verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze zitten in een kring en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en gebak. Op het werk trakteert degene die jarig is op taart. Cadeautjes worden onmiddellijk uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat feesten gekleed in oranje, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden spellen op straat gedaan en mensen verkopen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar geldt het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel hoeft op te vallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de cursus Nederlands in Breda de verworven kennis beter toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, kunt u communiceren in het Nederlands. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands valt binnen de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu het Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. gesproken. Het Nederlands wordt door om en nabij 25 miljoen mensen gesproken in
Nederland zelf, maar ook in België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een klein gedeelte van Noordwest-Frankrijk. In Indonesië wordt door een klein groepje oudere mensen ook nog Nederlands gesproken. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is ook een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor sommige anderstaligen is de uitspraak van het Nederlands moeilijk. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ zijn een struikelblok. Vooral de ‘ui’-klank kan vrij zijn; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, heeft het Nederlands ook nog drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Zoals: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
In het Nederlands wijkt de spelling van de klanken bij sommige letters af van wat gangbaar is in andere talen. Zo wordt de letter ‘u’ in vrijwel elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend ten opzichte van de meeste andere talen. De g en de ch klinken in de Nederlandse taal vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor de Nederlandse taal zijn verder de medeklinkercombinaties. Zowel de ‘sch’ als de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een tongbreker en wat te denken van de medeklinkercombinaties in ‘strand’, ‘herfst’ en ‘fietstas’? Beginclusters en eindclusters komen veel voor in het Nederlands. Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Om het gemakkelijker te maken, kan een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers geplaatst worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
De uitspraak van eindletters wordt in het Nederlands vaak weggelaten, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Er is geen onderscheid hoorbaar tussen wind en wint. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s ochtends (des ochtends).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Net zoals elke taal, kent het Nederlands ook stopwoorden. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoordjes of opvulwoorden ook als ze Engels spreken. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van het stopwoord ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou ja,…’, ‘Nou kijk,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. De spreker heeft even een denkpauze nodig en gebruikt een aantal woorden zonder betekenis. Iedere Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat iemand ‘inderdaad’ of ‘eigenlijk’ of ‘ook’ in een paar zinnen zegt.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg effectief om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Nederlands in u op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op op een vlotte wijze veel woordenschat Nederlands kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is de bekendste publieke radiozender van Nederland. Klik op het logo op het linker computerscherm hierboven om live naar deze Nederlandse publieke radiozender te luisteren.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de populairste commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het logo op het rechter computerscherm hierboven om direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation te luisteren.
Uw favoriete programma of televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit heel leuk en leerzaam kan zijn. De omroep NPO is de publieke televisieomroep in Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland. Deze Nederlandstalige televisiestations kunt u via kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Breda op uw locatie volgen of in Breda, bijvoorbeeld bij het Coachhuis aan de Singel aan de Oranjesingel 11 in Breda. Wij verzorgen eveneens taalcursussen Nederlands in Breda bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Princeville aan de Princenhagelaan 5, bij Golden Tulip Keyser Breda aan de Keizerstraat 5, bij Apollo Hotel Breda City Centre aan het Stationsplein 14, bij Hotel Novotel Breda aan de Dr. Doctor Batenburglaan 74, bij Hotel Campanile Breda aan de Minervum 7090, bij Ingenhousz Breda aan het Doctor Jan Ingen Houszplein 42, bij More-Itz aan de Nieuwe Jachthaven in Drimmelen en bij Fletcher Wellness-Hotel Trivium aan de Trivium 72 in Etten-leur.
U kunt besprekingen houden in Breda bij bijvoorbeeld bij Breepark aan de Bavelseparklaan en bij het Chassé Theater aan de Claudius Prinsenlaan 8.
In het jaar 1135 werd de naam ‘Breda’ voor het eerst genoemd in een document met betrekking tot een schenking aan de abdij van Affligem. In de late Middeleeuwen waren de stad Breda alsook de omgeving van Breda; de Baronie van Breda, in het bezit van de heren van Breda. In het jaar 1403 kwam Breda in het bezit van de heren van Nassau.
Breda is sindsdien één van de twee Nederlandse Nassausteden; Leeuwarden is de andere. De stad Breda dankt zijn naam aan de rivier de Aa. De ‘brede Aa‘ was het punt waar de Aa en de Mark samenkomen.
Breda ligt in het gebied De Baronie van Breda en is onderdeel van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de omgeving van de stad Breda zijn Bavel, Etten-Leur, Gilze, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijen, Teteringen, Ulvenhout, Zevenbergen en Zundert.
Breda ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Breda heeft meer dan 183.000 inwoners.
Woon je in Breda, dan heet je een ‘Bredanaar’, maar ook de benamingen ‘Bredaënaar’ of ‘Bredaër’ worden gebruikt. Bekende Bredanaars zijn Pieter Bruegel de Oude, Robbert van de Corput (Hardwell), Corry Konings,
Pierre Kartner, Sylvie Meis, Peter van der Vorst, Tijs Michiel Verwest (DJ Tiësto) en Herman van der Zandt. Iets wat uit Breda komt, noemt men ‘Bredaas’, bijvoorbeeld Bredase spruitjes. Breda kreeg tussen 1198 en 1212 stadsrechten.
Breda - internationaal & kernen
Partnerstad
Breda is de op twee na grootste stad van de provincie Noord-Brabant. De partnerstad van Breda is Wrocław in Polen.
Kernen
Onder de gemeente Breda vallen eveneens Prinsenbeek, Bavel, Teteringen en Ulvenhout.
Denk je aan Breda, dan denk je aan het huis Nassau. Breda staat als Oranjestad bekend en de stad telt vele Nassaumonomenten. Breda is eveneens een garnizoensstad waar de Koninklijke Militaire Academie alsook de Koninklijke Luchtmacht zijn gevestigd. Breda fungeert als plezierige winkelstad (sfeervolste
binnenstad van Nederland in 2017) en hart van West-Brabant.
Breda - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Vincent Van Gogh familie in Breda had. Zijn opa was dominee in Breda in de Grote Kerk.
Typerend voor het Baronies dialect is de aai in plaats van de ‘ei/ij’ (‘wij’ wordt waai). De ‘ui’ wordt vaak een oi. De ‘g’ is ‘zacht’ en de ‘h’ aan het begin van een woord wordt soms weggelaten, net als in het Vlaams. Typisch voor het Baronies is ook de omdraaiing van ‘ps’ in sp (spycholoog).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (vrouwke in plaats van ‘vrouwtje’). De achtertuin heet in Breda d’n plots (‘de plaats‘) en als je iets/iemand zoekt, kan een Bredanaar vragen: “Wa zeekoe?” (“Wat zoek je?”). Het is “kiezen of delen” in het Bredaas: T’is aajeren of jong. Bij iemand komen eten: Op de klep vallen.
“Breda brengt het samen”
Breda - zakelijk
De gemeente Breda
Het netnummer van Breda is 076. Het postcodegebied van Breda is 4800 - 4839. Het adres van het gemeentehuis van Breda is Claudius Prinsenlaan 10, 4811 DJ in Breda. De website van de gemeente Breda is Breda.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Breda is 14 076.
Zakendoen in Breda
Voor Bredase ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Breda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Breda is KVK-kantoor Breda.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw internationale zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Bredase voetbalclub NAC, Baronie, PCP of JEKA meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Breda kunt u terecht bij Tennisvereniging Markant, bij BLTV of bij Tennisvereniging Prinsenbeek in Prinsenbeek. Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u na de cursus Nederlands in Breda zin om een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Breda ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit. De nabijgelegen golfbaan voor Breda is Golfpark De Haenen in Teteringen. De adresgegevens van Golfpark De Haenen zijn Laan der Continenten 70, 4847 DG in Teteringen. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 076-578 39 50. De website van deze golfbaan is www.dehaenen.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie De Haenen. Golfpark De Turfvaert is een andere golfbaan in de omgeving van Breda.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Breda die ook op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Nederland alsook Breda op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Nederland alsook van Breda op Google Earth weergegeven. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Breda
Google Maps Nederland
Google Maps Breda
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Nederland en Breda van verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Bredaas nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd handig en prettig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast kan het leerzaam zijn om het Nederlandse nieuws te lezen in het Nederlands. Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Breda geeft Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Breda.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands