Taalcursussen Nederlands in Beverwijk van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die u precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in Beverwijk als in de omgeving van Beverwijk. (Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Beverwijk in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
Coachhuis Nieuwe Gracht Nieuwe Gracht 3 2011 NB HAARLEM
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Nederlands leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Taleninstituut Dagnall is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Beverwijk. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om te zorgen dat u de Nederlandse taal zonder remmingen en moeiteloos leert. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het gewenste taalniveau. Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Beverwijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de deelnemers wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen bijgesteld worden. U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall Taleninstituut gedaan in overleg met u en de individuele cursisten Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit formulier alsook de schrijfopdracht dienen voorafgaand aan de datum van de intake teruggestuurd te worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten De groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en vastgesteld in overleg De indeling van de cursisten geschiedt per taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! Dagnall Taleninstituut verzorgt de logistiek van lesmateriaal en de cursusbenodigdheden Dagnall Talen berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Nederlands wordt door Dagnall bewaakt en gegarandeerd Dagnall Talen is betrokken alsook flexibel!
Ons bedrijf verzorgt sinds 1982 taalcursussen Nederlands op maat in Beverwijk en omliggende plaatsen voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Wij hebben ervaren en kundige trainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in Midden-Kennemerland voor bedrijven en (overheids)organisaties veel taaltrainingen hebben verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall Talen zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Beverwijk. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall Talen. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Beverwijk sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn ondertussen bij veel organisaties gemeengoed. Werknemers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkplek goed te kunnen begrijpen en opvolgen. De mensen willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambitie op het werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
Wij verzorgen betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons taleninstituut helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall stemt de taallessen af op de behoefte van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de deelnemer frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de continuïteit van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Dagnall Talen let eveneens op de wat minder belichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn inspanningen om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar omgeving via taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. Bovendien heeft de cursist slechts een aantal vaste contactmomenten per week met de trainer. Dit is niet in elk geval afdoende.
Onderscheidend
Ons instituut is onderscheidend door zich te richten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons taleninstituut stimuleert zowel collega’s als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een voortdurend proces van taalverwerving te creëren, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer voortdurend op deze manier aan te stippen, wordt het nut van een goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Beverwijk
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Beverwijk die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige docenten Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een mix van deze beproefde leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (met 2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie. Onze taaltrainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Beverwijk. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursus is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Nederlands effectief leren in Beverwijk bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Beverwijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Beverwijk
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Beverwijk en omgeving. Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al decennia bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie alsook de leerstijl alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen. Er wordt meer vooruitgang gemaakt omdat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Een ander belangrijk pluspunt van individuele cursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de leerstof kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist. De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld. Ook zijn individuele taalcursussen ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. Cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de taaldocent. Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan de geleerde taalkennis niet worden geoefend in groepsverband. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars fouten te leren. De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen lerenden wat sneller zijn afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te houden (minigroepen). Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een bijkomstig minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen is in de gelegenheid om een talencentrum te bezoeken. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook online of incompany aan. Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands kiezen. Het combineren van deze trainingen is eveneens mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode is een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint met een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Nederlands beginnen te leren. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert studenten onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet onmiddellijk een succeservaring op. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Nederlands. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaldocenten dragen de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Nederlandse taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Nederlands). Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek Nederlands dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Het leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces de verantwoording draagt, kan heel motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eigenlijk eenvoudige methode: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerende minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Lerenden werden aangemoedigd veel Nederlands te spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taalles in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van (Nederlandse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de studenten, niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands. De keerzijde van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn relatief eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een minpunt.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op taalfouten en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die nagesproken worden en weer herhaald worden. De Nederlandse zinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Nederlands. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Het nadeel van de methodiek is dat er niets uitgelegd wordt. Studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode. Er is ook geen echte interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, alsook toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de lerende te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode is een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om vrijwel zonder fouten Nederlands te leren verstaan en spreken, wat begint met een Nederlandssprekende leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De taaltrainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Nederlands een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Geschreven Nederlands komt pas aan bod als het mondelinge Nederlands inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
De audiolinguale methode werd in Nederland pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Nederlands) niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Nederlands), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan besteedden, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Nederlands beginnen te leren. Een juiste uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verwacht, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) zodanig te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die nadien worden herhaald. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet de bedoeling om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Bij de GoldList-methode wordt de woordenlijst telkens herzien; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Nederlandse woorden die nog problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze zinnen en woorden spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor Nederlandse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, behoorlijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van een vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert studenten onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerende plezier van de ervaring heeft, dienen de activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire manier van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Nederlands. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Nederlands door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er bijna geen druk op de taalproductie ligt. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado in de begin jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Het beheersen van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Nederlands. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden in herkenbare situaties met gebruik van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangedragen. De structuren die het vaakst gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luisteren en spreken) worden hier in de eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal toegepast om in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië Engelse les te geven.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Nederlands op een nauwkeurige manier geleerd wordt. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven eveneens nadelen. De methodiek is tamelijk tijdrovend en levert niet onmiddellijk een succeservaring op. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Nederlands. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Nederlands echt trainers, die lerenden helpen in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. Binnen een verenigd Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Vanwege het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt dit stimulerend omdat zij gauw succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor sommige studenten deze manier van een taal leren lastig of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd destijds als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands. De taaldocenten dragen de kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat al sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt gebruikt. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het eerste moment wordt omgeven door de nieuwe taal. De instructies worden in de doeltaal (Nederlands) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof de studenten in Nederland zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Nederland reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, doordat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Nederlandse taal gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt, is een nadeel van de leermethode. Als studenten in een korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Nederlands). Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd achtergrondmuziek. De methode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er bestonden woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet heel bekend meer. Een aantal elementen wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last van frustratie of faalangst zal hebben. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de leermethodiek. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde lerenden een keerzijde, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Muziek kan bij sommigen ook afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke zijde is dat de verhouding taaltrainer-student niet echt gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse taaltrainer en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek Nederlands dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent zowel sociaal-cultureel kundig als taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt studenten veel autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen. Door deze methode worden lerenden zich veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Het kan een nadeel zijn dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de les is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands is in deze benadering belangrijker dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de student om zelfstandig de Nederlandse taal te ontdekken.
Het is de rol van de taaltrainer Nederlands om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leertraject van de studenten.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt aan woordenschat van de te leren taal geschonken die in zogenaamde chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Dit zorgt voor souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het minpunt is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een docent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Fransman François Gouin in het jaar 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de leermethode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Nederlands sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een sfeer die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Het leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt Nederlandslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de lerenden sterk.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze leermethode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen motiverende taken voorgeschoteld. Hiervoor is kennis van de vreemde taal (Nederlands) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, een drankje bestellen, met een klantenservice bellen of een krant lezen. De taak wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Mits de opdracht goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’. Dit was een beweging uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers houden zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Nederlands). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een voordeel voor docenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces de verantwoording draagt, kan heel motiverend werken. Zo zijn de lessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan tijdens een les volgens de Dogme-benadering worden besproken. Dit zorgt ervoor dat lerenden betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de docent. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Nederlands voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof hiervoor in de lessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemers zijn er in elk geval vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Nederlands) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het werkt een eigenlijk eenvoudige methode: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en zij herhalen wat zij horen. Het gaat in de eerste instantie om de klank; de Nederlandse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter wat boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles beveelt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerende minder snel afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever wordt, is een bijkomende reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep lerenden, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. Het kiezen van de teksten is dus erg belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Nederlands spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode levert vlotte succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is daarnaast een andere methodiek (ter aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Lerenden werden aangemoedigd veel Nederlands te spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de taalles in het Nederlands werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van (Nederlandse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren zestig.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan spreken en luisteren. Hierdoor krijgen de studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden heeft deze Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de vreemde taal ook minder. Voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat deze methode een daadkrachtige inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Nederlands om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de taaldocenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel de Stille Methode in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom gezien wordt, is de sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite dienstbaar aan de studenten, niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Het kan een nadeel van de leermethode zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Nederlands. De keerzijde van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn relatief eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn de studenten ontspannen. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Nederlands, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal maken, is een variant hierop. De docent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Nederlands volgt in een latere fase.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de trainer dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanboort, is er sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is prettig voor de lerende en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is gevonden in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In het jaar 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de student om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Nederlands biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en wijst op taalfouten en biedt de optie om de taalfouten van de lerende te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen gebruikt, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer eenvoudig in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De studenten bepalen zelf welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het plezierig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor onderwijsinstellingen. Dat er geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen die nagesproken worden en weer herhaald worden. De Nederlandse zinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Nederlands. De grammaticale structuren van het Nederlands worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands spreken.
Het nadeel van de methodiek is dat er niets uitgelegd wordt. Studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en zelf antwoord geven op de vraag. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Nederlands. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Behalve Nederlandse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerenden zelf zinnen kunnen maken. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Mensen die al wat verder gevorderd zijn, ervaren de methode van Michel Thomas als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op efficiënte wijze. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode. Er is ook geen echte interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in het jaar 1929. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat ernaast, alsook toelichting van de grammatica. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Nederlands om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Dagnall Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu op actuele thema’s of ontwikkelingen in die voor de cursisten interessant zijn. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden vlug in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk door zowel onze cursisten als onze taaltrainers als een zeer prettige methode wordt ervaren. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verder verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Beverwijk.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Beverwijk
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Beverwijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat lerenden overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Nederlands leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen alsook juridische termen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Beverwijk. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal. Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Nederlands communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De online en blended taalcursussen van Dagnall Taleninstituut worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Nederlands
De online alsook de blended (taal)cursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde native (moedertaal) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – vlotte leervordering
De blended en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden speciaal op uw behoeften en wensen afgestemd
De inhoud van de cursus wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Nederlands op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De online (of blended) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel opgenomen worden, zodat de cursist thuis alles meerdere malen kan herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de trainer en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining Nederlands.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Nederlands verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Beverwijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Beverwijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Beverwijk
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als standaard en bieden u als cursist een duidelijk beeld van uw huidige en opgedane kennis van het Nederlands. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de cursus Nederlands in Beverwijk ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: luisteren, lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelse term en afkorting wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) noemt ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native). De zes verschillende beheersingsniveaus in vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A is van toepassing op beginners. De cursist die niveau B Nederlands beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Nederlands beheersen op niveau C, kennen de Nederlandse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen (Nederlands) worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Nederlands in Beverwijk, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO is belangenbehartiger van van private opleidingsinstellingen in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens samen met diverse andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Beverwijk sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue vernieuwing essentieel.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Dagnall Talen voldoet vanzelfsprekend aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Beverwijk zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een vereiste voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Beverwijk
Wilt u contact met ons instituut opnemen voor een cursus Nederlands in Beverwijk? Vraag naar het aanbod bij ons taleninstituut. U kunt ons een e-mail sturen via cursus-nederlands-beverwijk@dagnall.nl of u kunt ons contactformulier invullen op onze website.
Wij informeren u dan vrijblijvend over de opties. Telefonisch contact opnemen met ons instituut kan vanzelfsprekend ook via 085-2737302 (geen belmenu). U kunt uiteraard ook het informatiepakket voor de cursussen bestellen. Dit is geheel gratis.
Het beste traject naar een cursus Nederlands in Beverwijk!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies zeer gauw kennen.
Controleer uw kennis door met de muis naar de kaart van Nederland te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
Vervolgens worden de provincies één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, daarna kunt de naam van de provincie lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die hieronder staat over de Nederlanders, Nederland en de Nederlandse cultuur, zal u zeker helpen.
Items zoals bekende exportproducten, beroemde Nederlanders en typische Nederlandse gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Verschillende typische items over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal interessante feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als openingszin.
Deze noemenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar ook de verkregen kennis over Nederland laten blijken.
Zo is het mogelijk dingen te weten komen over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur.
Samen koken en eten verbindt mensen.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Nederland, de Nederlanders en de Nederlandse cultuur weet men zeker te waarderen!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken er koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. In Nederland zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise. Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu. Verder eten Nederlanders redelijk veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken er koffie, thee of melk bij. Een lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat of een snack. Nederlanders eten een warme maaltijd rond 18.00 uur of 19.00 uur. Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis. Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. ’s Avonds om ongeveer 20.00 uur drinken Nederlanders nog koffie met een koekje. Een echt Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep (snert’). Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst. In combinatie met roggebrood en spek is het een volledige maaltijd. Een Nederlands verschijnsel is eten uit de muur’: je gooit wat geld in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan op straat geconsumeerd. Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook wel wat wijn wordt geproduceerd, is Nederland een bierland. In Nederland zijn veel brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt van graan gestookt. Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt. Dit is zowel zakelijk als privé gebruikelijk. Bij de koffie worden dan vaak koekjes geserveerd.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, België en Duitsland. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam. In Amsterdam wonen meer dan 800.000 mensen. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Eindhoven en Utrecht. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ is afkomstig van het woord neder, wat refereert aan een geografisch lager gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om molens, tulpen, klompen, kaas, stroopwafels en fietsen. De grachten van Amsterdam staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is bekend om de strijd tegen het water,
noodzakelijk vanwege de ligging (voor een groot deel) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland kun je dit goed zien aan de Deltawerken. Nederland heeft ook grote delen land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd; de provincie Flevoland. Hollandse Meesters zijn schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Het typische symbool voor Nederland als waterland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, vermeld op de UNESCO Werelderfgoedlijst. En de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat de vliegtuigmaatschappij KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is. En ook dat Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook typisch is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen telen om steun te betuigen aan het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen als ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een stevige handdruk. Nederland is klein en vrijwel geheel vlak: een ideaal fietslandje. In Nederland is een fiets een heel normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen op de fiets. In Nederland zijn woningen zijn van een type ‘doorzonwoning’. Dat houdt in grote ramen aan de voorkant en de achterkant, zodat de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat ze kunnen zien wat buiten gebeurt. Iedere passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie met gebak. Op het werk trakteert de jarige op taart. Cadeautjes worden direct uitgepakt. Op Koningsdag (de dag dat de koning jarig is) is iedereen vrij en gaat naar buiten in oranje kleding, vaak ook met een oranje pruik. In steden en dorpen worden op straat spellen gedaan en de mensen verkopen oude spullen op een kleedje. De rest van het jaar geldt het motto: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
De Nederlandse taal beheersen betekent niet alleen de taal kennen, maar ook het kunnen toepassen van die kennis. Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de cursus Nederlands in Beverwijk de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, voert u al een gesprek in het Nederlands of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Het Nederlands valt binnen de familie van West-Germaanse talen. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu de Nederlandse taal is. Het moderne Nederlands is uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.) ontstaan, dat weer uit het Diets of Middelnederlands voortkwam. Deze taal werd gesproken in de periode tussen 1170-1500 n.Chr. Nederlands wordt door ruwweg 25 miljoen mensen gesproken in Nederland,
België, Aruba, Caribisch Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en Suriname en in een klein gebied van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Daarnaast is Nederlands één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
Voor veel anderstaligen is de uitspraak van de Nederlandse taal vrij moeilijk. De vele tweeklanken, zoals ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’ kunnen een uitdaging zijn. Vooral de ‘ui’-klank kan lastig zijn; het is een klank die maar in weinig talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent de Nederlandse taal ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de beginklank naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, aai, ei en oi.
De spelling van de klanken wijkt in het Nederlands bij een aantal letters af van wat in andere talen gangbaar is. Zo wordt de letter ‘u’ in nagenoeg alle talen uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch in het Nederlands afwijkend in vergelijking met veel andere talen. De g en de ch klinken in het Nederlands vrijwel gelijk; als een schrapende keelklank. Kenmerkend voor het Nederlands zijn verder de medeklinkercombinaties. Voor menig anderstalige zijn de ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ een struikelblok en zeker ook de medeklinkercombinaties in fietstas’? ‘herfst’ of ‘strand’? In de Nederlandse taal komen begin- en eindclusters vaak voor. Het is handig om deze clusters te herkennen en te oefenen. Voor het gemak kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers worden geplaatst: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In de Nederlandse taal wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wind en het woord wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de ui en de eu-klanken. Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, schoteltje, lepeltje, omdat dit gezellig klinkt.
De taal kent nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Het Nederlands heeft ook stopwoordjes, net zoals elke taal. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel. Zoals “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken deze stopwoorden of opvulwoorden ook als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoordje ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
In het Nederlands hoor je vaak aan het begin van een zin: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap te uiten. Middenin een betoog gebeurt ditzelfde. Mensen hebben een korte denkpauze nodig en zeggen een paar woorden die eigenlijk geen betekenis hebben. Elke Nederlander kent ze, en bijna alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘ik bedoel’, ‘zeg maar’, ‘weet je wel’ of ‘als het ware’. Tel voor de grap eens de keren dat mensen ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ zeggen in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandstalige media bekijken, lezen en/of beluisteren is erg doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te vergroten.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Nederlands op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel Nederlandse woordenschat bijleert.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het bekendste publieke radiostation in Nederland. Klik op het linker computerscherm met het logo hierboven en luister live naar deze Nederlandstalige publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is het meest beluisterde Nederlandse commerciële radiostation. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven om live te luisteren naar deze Nederlandse commerciële radiozender.
Uw favoriete televisieseries of programma’s met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
SBS & RTL
De omroepen SBS en RTL zijn de meest bekeken commerciële televisieomroepen voor Nederlandstaligen. Deze Nederlandstalige zenders kunnen via de kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Beverwijk op uw locatie volgen of in Haarlem, bijvoorbeeld bij Coachhuis Nieuwe Gracht aan de Nieuwe Gracht 3 in Haarlem of bij Brick Business Center aan de Diakenhuisweg 39 in Haarlem. Wij verzorgen ook taalcursussen Nederlands bij Beverwijk bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Akersloot aan de Geesterweg 1A in Akersloot, bij Stayokay in Heemskerk aan de Tolweg 9 in Heemskerk en bij Strandhotel Het Hoge Duin aan de Rijckert Aertszweg 50 in Wijk aan Zee.
U kunt besprekingen houden in Beverwijk bij bijvoorbeeld bij Vuurlinie Beverwijk aan de Noorderweg 13a.
De plek waar Beverwijk ligt, werd reeds bewoond door de Noormannen. De naam Beverwijk dateert uit het jaar 1276. Er was bij het kerkdorp Sint-Aagtenkerk een handelswijk ontstaan. Deze handelswijk werd ‘Wijc’ genoemd en in dat jaar werd de naam ‘Beverwijk’ voor het eerst op schrift gesteld.
Beverwijk is een verbastering van Beverhem. Bever is een mannennaam in een Oudgermaanse taal. De toevoeging -hem betekent ‘woning’ of ‘nederzetting van’.
Beverwijk is gelegen in de regio IJmond in de streek Kennemerland. Plaatsen in de omgeving van de stad Beverwijk zijn Akersloot, Castricum, Heemskerk, IJmuiden, Krommenie, Uitgeest, Velsen-Noord, Wijk aan Zee en Wormerveer.
Beverwijk ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Beverwijk heeft ruim 41.000 inwoners.
Woon je in Beverwijk, dan word je een ‘Beverwijker’ genoemd; in de volksmond een Wijker. Bekende Beverwijkers zijn Marco Bakker, Astrid Joosten, Allard Kalff, Niels van der Laan, Pieter Storms en Niki Terpstra.
Iets wat uit Beverwijk komt, noemt men ‘Beverwijks’ of ‘Beverwijker’, bijvoorbeeld de Beverwijkse Bazaar. Beverwijk kreeg in 1298 stadsrechten.
Beverwijk - internationaal & wijk aan zee
Partnerstad
De partnerstad van Beverwijk is Wronki in Polen. In het verleden was Neuwied in Duitsland ook een partnerstad van Beverwijk.
Denk je aan Beverwijk, dan denk je aan ‘de Zwarte Markt’ en aan het brandwondencentrum. De Beverwijkse Bazaar is de grootste overdekte markt van Europa, al zijn er meer plaatsen die deze titel claimen. Beverwijk fungeert als groeigemeente in de regio
IJmond. De verwachting is dat de bevolking in de komende twintig jaar met 9% zal toenemen.
Beverwijk - minder bekend
Minder bekend over Beverwijk is dat wielrenner Niki Terpstra is geboren in Beverwijk.
Het Kennemerlands dat in Beverwijk wordt gesproken, heeft ook veel overeenkomsten met het Zaans. Het Kennemerlands wijkt weinig van het Standaardnederlands af, maar er zijn wel een paar klankverschillen. De ‘e’ en de ‘o‘ worden soms een a: nag voor ‘nog’. Ook de u komt voor in plaats van de ‘o’: durp in plaats van ‘dorp’. De ‘aa’ wordt een ee (keers voor ‘kaars’) en de ‘uu’ wordt ou: douwe in plaats van ‘duwen’. ‘Aardappels’ zijn aarepels of aarepols en een ‘zakdoek’ is een sadoeki. Iemand uit Beverwijk heet een Wijker.
Spreekwoorden geven altijd interessante informatie over de volksaard en de kijk op de wereld van de betreffende mensen. Zo zegt men in Beverwijk: Waikers zijn zaikers (Wijkers zijn zeikerds). Van iemand die niet naar de kerk gaat, zeggen ze: Hij heb ’n beest op z’n rug. En wat te denken van: Maak ze dat achter in De Rijp maar wijs? Daar wonen zeker heel domme mensen. Maar ‘Wijkers’ zijn niet overal even gezien. Er wordt wel gezegd dat meisjes uit Wijk aan Zee wel met een Heemsschèrreker mochten omgaan maar absoluut niet met een Wijker.
Het netnummer van Beverwijk is 0251. Het postcodegebied van Beverwijk is 1940 - 1948. Het adres van het gemeentehuis van Beverwijk is Stationsplein 48, 1948 LC in Beverwijk. De website van de gemeente Beverwijk is Beverwijk.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Beverwijk is 0251 256256.
Zakendoen in Beverwijk
Voor Beverwijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is KVK-kantoor Alkmaar.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Beverwijk vaak op Business Park IJmond, op bedrijventerrein Kagerweg, op bedrijventerrein De Pijp Noord of Zuid of op bedrijventerrein Wijkermeer. In Beverwijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Flyer Benelux, Re-Play Fashion, De Tuinen, Wam Denim, Muchachomalo,
TW Steel Services, Van der Stelt, Abeko, Redwave, Safic-Alcan Necarbo, Selmers Industrial, Moens Mouldings, VTK Van Tongeren-Kennemer, Cargill Cocoa Chocolate in Velsen-Noord, Crown Van Gelder in Velsen-Noord, DekaMarkt in Velsen-Noord en Dirk van den Broek in Velsen-Noord. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Beverwijkse nieuwsportaal is Beverwijknieuws.nl en Beverwijkse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws. Ondernemers in Beverwijk kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Beverwijk een bezoek brengen aan het Museum Kennemerland of aan het Siplo’s game experience museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw internationale zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Beverwijkse voetbalclub DEM, SV Beverwijk of BVV de Kennemers meespeelt. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Beverwijk kunt u terecht bij BLTC Westerhout, bij Arthur Hoorn’s Racketcentre of bij L.T.C. D.E.M..
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u na de cursus Nederlands in Beverwijk zin om een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Beverwijk ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de omgeving van Beverwijk is de Heemskerkse Golfclub in Heemskerk. De Heemskerkse Golfclub bevindt zich aan de Communicatieweg 18 in Heemskerk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0251-25 00 88. De website van de golfbaan is www.heemskerksegolfclub.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant Grandcafé de 19e, telefoonnummer 0251-23 47 73.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Nederland en van Beverwijk die eveneens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Nederland alsook Beverwijk op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland alsook van Beverwijk op Google Earth te zien. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Nederlandse zakenpartner kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Beverwijk
Google Maps Nederland
Google Maps Beverwijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Beverwijk van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Beverwijks nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands leert, is het prettig en handig
om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het vrij leerzaam om Nederlands nieuws te lezen in de Nederlandse taal. U bent waarschijnlijk al enigszins op de hoogte van het nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met (actuele) Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Beverwijk geeft Dagnall onder andere maatwerk cursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans. Hierboven staat een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Nederlands standaard aanbieden in Beverwijk.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands