Logo-9001-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels Logo-17100-2015-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels NRTO-wit-op-transparante-achtergrond-31-bij-31-pixels

Cursus Nederlands Amsterdam

Direct naar ➤ Cursussen - Online - ERK - ISO - Nederland - Amsterdam - Nieuws
Dagnall taalcursus op locatie
Dagnall taalcursus online
Dagnall taalcursus contact opnemen
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing nederlands


Taaltrainingen Nederlands in Amsterdam van topniveau


Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Amsterdam en omgeving.
(Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.

Vakgebieden


Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Amsterdam aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Screenshot navigatiesysteem met tekst Cursus Nederlands naast landkaart met Amsterdam aangegeven - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Goed op weg met Dagnall Talen

Grijze kaart van Nederland met Amsterdam aangegeven met blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer voor cursus Nederlands - blauw plaatsnaambord met witte letters en Dagnall veer - transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Coachhuis Centraal Station
Binnenkant 24
1011 BH AMSTERDAM

of bij u op locatie

  
Vrijblijvend informeren naar een taaltraining bij u in de buurt

De organisatie van uw taaltrainingen Nederlands in goede handen

Werkgerelateerd & doelgericht Nederlands leren


Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast klassieke taaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen Nederlands te leren in Amsterdam. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar het door u beoogde resultaat.

De filosofie van Dagnall Talen


Het is onze filosofie om Nederlands te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.

Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Dagnall Talen brengt u in grote stappen naar het beoogde niveau met 15 minuten dagelijks oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Amsterdam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten

Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut

Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen Nederlands evalueert de trainer de voortgang alsook de inhoud van de taalcursus. De doelstelling kan, indien noodzakelijk, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. Tevens ontvangen de cursisten een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]


Intake

Planning

Cursus

Certificaat

Betaalbare maatwerkcursussen Nederlands in Amsterdam

Ons bedrijf verzorgt taaltraining Nederlands in Amsterdam en regio voor bedrijven en (overheids)instellingen sinds 1982. Ons bedrijf werkt met ervaren en kundige docenten Nederlands die al talloze trainingen voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben mogen verzorgen.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, bieden wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Nederlands in Amsterdam. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall voor het meeste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Amsterdam sinds 1982

Taal op de werkvloer

Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen (Nederlands) toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn ondertussen bij veel ondernemingen een begrip.
Mensen met een beperkte of zonder kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op het werk en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen de aanwijzingen op de werkvloer goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op het werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in mensen en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]

Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Amsterdam

Behoeftes en leermethode


Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is uiteraard ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Nederlands in Amsterdam die het beste bij de taalleerder past.

Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?


Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.

Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de trainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.

Een prettige manier van leren


Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall Talen in Amsterdam. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Overlappende groene cirkel met klok en kalender en donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm met vier taalvaardigheden luisteren, lezen, schrijven en spreken - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Nederlands effectief leren in Amsterdam bij Taleninstituut Dagnall

Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands

Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband


Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en

groepscursussen maakt ons instituut gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Amsterdam worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Amsterdam

Maatwerkcursussen Nederlands


Wij bieden individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Amsterdam en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.

Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.


Pluspunten individuele cursus


Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een korte periode.
Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook zijn individuele taalcursussen ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.


Pluspunten groepscursus


Het belangrijkste pluspunt van groepscursussen Nederlands is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. Deze afwisseling kunnen deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.


Minpunten individuele cursus


Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
Doordat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de foutjes van anderen omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de cursisten.


Minpunten groepscursus


In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen lerenden wat eerder afgeleid zijn. Hierdoor is het rendement wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (minigroep).
Een groepscursus Nederlands kan eveneens minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander nadeel van een groepscursus.

Pluspunten

Individuele cursus in één oogopslag



  hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
  afgestemd op individuele leerstijl
  inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
  afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
  afgestemd op agenda cursist


Minpunten

Individuele cursus in één oogopslag



  geen interactie met andere cursisten
  vrij intensief voor de cursist
  geen groepsdynamiek

Pluspunten

Groepscursus in één oogopslag



  interactie met andere cursisten
  groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
  groep komt op hetzelfde kennisniveau
  efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
  minder intensief dan individuele cursus


Minpunten

Groepscursus in één oogopslag



  iets minder aandacht voor individuele cursist
  minder afgestemd op individuele leerstijlen
  minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands

Verschillende opties voor Nederlandse les

Dagnall Talen biedt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taaltrainingen ook online of incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands volgen. Het combineren van deze trainingen is mogelijk. Veel taalleerders kiezen hiervoor.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!

ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.

Populariteit


In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een goede uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.

Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van het Nederlands leert men ook onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.

Als de lerende in de Nederlandse taal wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier van de ervaring hebben.

De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).

Populariteit


De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de lerenden het Nederlands op een accurate wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is nogal tijdrovend en geeft niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).

Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.

Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student helpt in het Nederlands te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt het stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en van de studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands hebben de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.

Populariteit


Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.

De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Nederlands één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dat als motiverend.

Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.

Populariteit


De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.

De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Nederlands leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van lerenden.

Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten is veel mogelijkheid.

De taak van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.

Populariteit


In de afgelopen dertig jaar zijn de lesboeken aanmerkelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.

Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft moeite om de taalpatronen zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.

Populariteit


François Gouin’s principes over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. De methode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.

De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.

De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.

Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor de taaldocent Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk item bespreekbaar. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.

De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaldocent Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de taallessen wordt behandeld.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.

Populariteit


Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere reden.

De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.

Populariteit


De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.

Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.

De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.

Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.

Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere methodiek nodig. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.

Populariteit


De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.

Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. De leermethode heeft echter ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief veel minder. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode een actieve inzet door de studenten verwacht.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.

Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de docent Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.

Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.

The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.

Populariteit


Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd, is het pluspunt van de methodiek van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.

Het kan een nadeel zijn dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. De keerzijde van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de taaldocent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd hoeven te leren.

Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaldocent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


TPRS is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de student is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf verhalen te verzinnen.

Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de studenten hun uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te spreken.

Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig gebruikt en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.

Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Nederlands bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.

Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methode van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.

Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de gebruikers op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stapjes opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de student zelf zinnen kan maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus fijn om mee te werken. Studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.


ALGEMENE LEERMETHODES

Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)


Bedacht door wie en wanneer


De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.

Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)


De audiolinguale methode kan als reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel foutloos Nederlands kunnen spreken en kunnen verstaan; het begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainers Nederlands kunnen bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Nederlands woord hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Nederlands een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.

Populariteit


In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.

Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method


De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een goede uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een snelle en efficiënte kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.

Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de studenten, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.

GoldList Method (GLM)


Bedacht door wie en wanneer


David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).

Kenmerken van de GoldList Method (GLM)


De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) te leren op een zodanige manier dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Nederlandse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Nederlandse woorden die nog problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.

Populariteit


Aanhangers van de GoldList Method beweren dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Nederlands spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.

Voor- en nadelen van de GoldList Method


Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een verzameling losse woorden en/of zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.

De Natural Method


Bedacht door wie en wanneer


De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.

Kenmerken van de Natural Method


De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. De methode probeert het Nederlands te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De taalregels van het Nederlands leert men ook onbewust op die wijze. Alleen het Nederlands met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Nederlands grammatica en het corrigeren van vormfouten.

Als de lerende in de Nederlandse taal wordt ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier van de ervaring hebben.

De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.

Populariteit


Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Nederlands, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica. De student zou inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.

Voor- en nadelen van de Natural Method


Om op een natuurlijke manier Nederlands te leren, wordt prettig gevonden. Studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.

Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.

Structurele Aanpak


Bedacht door wie en wanneer


De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.

Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)


Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat van het Nederlands. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties worden aan de lerenden aangeboden in reële situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de methodiek worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheid Nederlands (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (de spreekvaardigheid en de schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).

Populariteit


De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.

Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak


Een structurele aanpak heeft als voordeel dat de lerenden het Nederlands op een accurate wijze leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn voor de situatie. De methode gebruikt alledaagse taal. Aan de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is nogal tijdrovend en geeft niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de studenten is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.

Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)


Bedacht door wie en wanneer


Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.

Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)


Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).

Middels CLT-technieken leren de studenten het Nederlands in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Nederlands alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit de werksituatie en/of het dagelijks leven. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.

Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende realistische situaties te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.

Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Nederlands echt een trainer, die de student helpt in het Nederlands te communiceren.

Populariteit


Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, gedeeltelijk omdat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.

Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs


De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; deze methode van leren is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Nederlandse woorden die voor hen nodig zijn. De methode is efficiënt. Voor de lerenden werkt het stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de trainer en van de studenten vereist het een actieve deelname. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt als zodanig geen samenhangend geheel.

Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)


Bedacht door wie en wanneer


In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).

Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)


Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Nederlands). Dat werd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands hebben de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Nederlands over, de lerende memoriseert.

Populariteit


Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.

Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode


De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Nederlands, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.

De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Nederlands behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Nederlands af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.

Onderdompeling (Engels: immersion)


Bedacht door wie en wanneer


Onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.

Kenmerken van onderdompeling


Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Nederlands) leren, direct vanaf het eerste moment omgeven wordt door de te leren taal. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Nederlands één-op-één of in een klein groepje. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland te reizen en daar in een gastgezin te verblijven.

Populariteit


Onderdompeling wordt als een heel goede methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan uitstekend worden aangeleerd op deze wijze.

Voor- en nadelen van onderdompeling


Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode vrij intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Nederlands gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. De lerenden ervaren dat als motiverend.

Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een korte tijd de Nederlandse taal leert, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands nogal intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.

Suggestopedie (Suggestopedia)


Bedacht door wie en wanneer


Suggestopedia is een (taal)leermethode die stamt uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.

Kenmerken van Suggestopedie


Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is hiervoor de voorwaarde. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om deze situatie te creëren. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die werden geplaatst in een halve cirkel en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij de teksten waren lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Nederlandse) grammatica. Dit voorlezen gebeurde met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Tijdens de lessen was veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en gegeten.

Populariteit


De leerleermethode Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.

Voor- en nadelen van Suggestopedie


Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende geen hinder heeft van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Voor bepaalde studenten is dit tegelijk een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Daarnaast kan muziek bij sommige lerenden eerder afleiden en verstorend werken en niet ontspannend en stimulerend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer en de student is steeds de ontvangende partij.

Community Language Learning (CLL)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.

Kenmerken van Community Language Learning (CLL)


Community Language Learning (CLL) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. CLL baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog onvoldoende machtig zijn. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.

De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten als middel om de Nederlandse taal te leren. Er is geen lesboek Nederlands dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof aan de hand van zinvolle gesprekken.

Populariteit


Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.

Voor- en nadelen van Community Language Learning


Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak zinvol. De leergroep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten. Met CLL worden studenten zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Nederlands leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van lerenden.

Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de taallessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige studenten worden in hun Nederlands spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.

Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)


Bedacht door wie en wanneer


De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de vroege jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.

Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)


Deze benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Nederlands is bij deze benadering belangrijker dan de Nederlandse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Nederlandse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal door de studenten is veel mogelijkheid.

De taak van de docent Nederlands is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.

Populariteit


In de afgelopen dertig jaar zijn de lesboeken aanmerkelijk veranderd door (onder meer) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt aan de woordenschat geschonken die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, is er echter niet van gekomen.

Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering


Door met ‘chunks’ (brokjes taal) te werken; met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke wijze het Nederlands te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.

Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft moeite om de taalpatronen zelf te leren herkennen en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.

Series Method


Bedacht door wie en wanneer


De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in 1880.

Kenmerken van de Series Method


Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. De studenten gaan al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.

Populariteit


François Gouin’s principes over taalonderwijs waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat het een ongebruikelijke aanpak was, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd een succes. De methode van François Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.

Voor- en nadelen van de Series Method


François Gouin’s Seriemethode ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden en zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.

De taalmethodiek garandeert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Nederlands enthousiasme bij de studenten op. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Nederlands worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Nederlands van de studenten sterk gestimuleerd.

De seriemethode heeft als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring te vangen is. Een ander minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die tenslotte een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde focust de Gouin-seriemethode vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.

Task-Based Language Teaching (TBLT)


Bedacht door wie en wanneer


Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.

Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)


Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte achter deze leermethodiek is dat de verwerving van de vreemde taal (zoals het Nederlands) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Nederlands) nodig. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, met een klantenservice bellen, de krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot erop terugblikt. Om de opdrachten uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten dienen net boven het niveau van de student Nederlands te liggen om leereffect te hebben.

Populariteit


Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden van lerenden (met name lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.

Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching


Het taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Nederlands en leren op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.

Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als minpunt worden genoemd.

De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)


Bedacht door wie en wanneer


Scott Thornbury; Nieuw-Zeelands taalkundige en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.

Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)


De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Daarom is de methode een communicatieve benadering voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de studenten en de taaltrainer richt. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).

Populariteit


Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.

Voor- en nadelen van de Dogme benadering


Een voordeel voor de taaldocent Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Nederlands zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is vrijwel elk item bespreekbaar. Op deze manier blijven studenten alert en betrokken.

De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaldocent Nederlands voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de taallessen wordt behandeld.

Growing Participator Approach (GPA)


Bedacht door wie en wanneer


The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.

Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)


De GPA-benadering is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Nederlands; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.

De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Nederland. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Nederlandse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.

Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemers beginnen nu ook Nederlands te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Nederlands.

Populariteit


Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog relatief nieuw is. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.

Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach


Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Nederlands, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.

Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.

Shadowing Technique


Bedacht door wie en wanneer


De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.

Kenmerken van de Shadowing Technique


Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing werkt eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Nederlandse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere reden.

De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.

Populariteit


De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.

Voor- en nadelen van de Shadowing Technique


Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement is hoog.

Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus erg belangrijk.

Total Physical Response (TPR®)


Bedacht door wie en wanneer


De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.

Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)


TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Nederlands zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.

De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Nederlands. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Nederlands praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.

Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.

Populariteit


TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.

Voor- en nadelen van Total Physical Response


TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de lerenden snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.

Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald niveau en is daarbij nog een andere methodiek nodig. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Nederlands te uiten.

De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)


Bedacht door wie en wanneer


De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.

Kenmerken van de Directe Methode (DM)


Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd de lerenden vaak in het Nederlands te laten spreken. Het was ook nieuw dat de lessen in het Nederlands gegeven werden. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Nederlandse) woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de studenten aangebracht voor het associëren van ideeën.

Populariteit


De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloed van de oorlogen en crises, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.

Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.

Voor- en nadelen van de Directe Methode


Het grote voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Spreken en luisteren worden uitgebreid behandeld, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands ontwikkelen. De leermethode heeft echter ook keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen in de doeltaal ook relatief veel minder. Dez methode biedt niet genoeg uitdaging voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Nederlands. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, doordat deze methode een actieve inzet door de studenten verwacht.

De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)


Bedacht door wie en wanneer


Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in januari 2015.

Kenmerken van de Manesca-methode


De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.

De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Nederlands, die steeds één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij ieder woord. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden de Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.

De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.

Populariteit


Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.

Voor- en nadelen van de Manesca-methode


De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om steeds dezelfde Nederlandse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.

Silent Way


Bedacht door wie en wanneer


The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.

Kenmerken van de Silent Way


De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.

Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de docent Nederlands om de aandacht te trekken van de lerende, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om fouten te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) van de taal besteed.

Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij had ontdekt dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.

The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De leermethodiek maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.

Populariteit


Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, voornamelijk bij het leren van de uitspraak, alhoewel The Silent Way in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.

Voor- en nadelen van de Silent Way


Dat zijn benadering voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd, is het pluspunt van de methodiek van Gattegno. De taaltrainer Nederlands is in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt meestal goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.

Het kan een nadeel zijn dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Nederlands. De keerzijde van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.

TPR Storytelling


Bedacht door wie en wanneer


TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).

Kenmerken van TPR Storytelling


TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de taaldocent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen, ontspannen de studenten zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden regels van het Nederlands uit het hoofd hoeven te leren.

Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. De taaldocent Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Nederlands is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Nederlands.

Populariteit


Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.

Voor- en nadelen van TPR Storytelling


TPRS is een laagdrempelige manier om Nederlands te leren en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de student is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor de studenten om zelf verhalen te verzinnen.

Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een keerzijde.

COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE

De Rosetta Stone methode


Bedacht door wie en wanneer


De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tweetalige tekst die in Egypte is ontdekt, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.

Kenmerken van de Rosetta Stone methode


De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en de taalcursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.

De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Nederlands (moedertaalsprekers) om de betekenis over te brengen van nieuwe (Nederlandse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen de studenten hun uitspraak van de nieuwe taal met die van native speakers (moedertaalsprekers Nederlands) vergelijken. Uitspraakverbetering kan behaald worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te spreken.

Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten. De software controleert de Nederlandse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan en biedt de mogelijkheid om deze fouten van de studenten te corrigeren.

Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.

Populariteit


Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig gebruikt en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.

Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode


De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en kan op elk moment door de lerende worden ingezet. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen ervaren het als plezierig om met de leermethode te werken. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Een minpunt van de methode is dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.

De Pimsleur methode


Bedacht door wie en wanneer


De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Dr. Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.

Kenmerken van de Pimsleur methode


De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.

Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialoog in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. De Nederlandse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door native speakers (moedertaalsprekers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Nederlands bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Nederlands niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.

Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.

Populariteit


De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.

Voor- en nadelen van de Pimsleur methode


Doordat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Nederlands spreken, werkt de methode van Pimsleur heel goed om de uitspraak te verbeteren.

Het nadeel van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.

De Michel Thomas methode


Bedacht door wie en wanneer


De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.

Kenmerken van de Micheal Thomas methode


Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Hij maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.

De Michel Thomas-methode bestaat uit audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de gebruikers op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine stapjes opgebouwd en Nederlandse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Nederlandse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de studenten Nederlands het voorgaande begrepen en geleerd hebben. Naast Nederlandse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de student zelf zinnen kan maken. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun vocabulaire Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.

Populariteit


Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Nederlands en vinden de cursus fijn om mee te werken. Studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.

Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode


De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Nederlands op een efficiënte wijze en de methode is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursussen Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.

De Assimil methode


Bedacht door wie en wanneer


Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.

Kenmerken van de Assimil methode


Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Nederlands). De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.

De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Nederlandse vertaling staat hiernaast, met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak Nederlands te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de gebruiker daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de cursisten verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.

Populariteit


De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en het aanbod aan verschillende talen is ruim.

Voor- en nadelen van Assimil


Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen docent Nederlands beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.

Verschillende digitale hulpmiddelen

Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.

Er is echter een betere methode:
De Methode van Dagnall Talen.


Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?

Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]


Betaalbaar maatwerk sinds 1982
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten

Nederlands online (e-learning), blended learning en Dagnall app

Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’


‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amsterdam.

Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)


Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.

Blended Cursus Nederlands in Amsterdam


Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.

100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall eveneens blended learning in Amsterdam op maat.

Online leerplatform


Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.

De Dagnall App


Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige App, geschikt voor zowel een Android- als een Apple-apparaat. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook beschikbaar nadat de training Nederlands in Amsterdam is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Computerscherm met logo Dagnall.online - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Overlappende iconen App Store Apple App in Apple zwart en Google Play Android App in Google groen - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels/
Ontdek onze online mogelijkheden

Online learning & blended learning Nederlands in Amsterdam

Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands


E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.

Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat


Dagnall Taleninstituut leert u Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.


Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online

Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.

Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands


Alleen het volgende is nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Overlappende donkerblauwe cirkel met icoon lesgeven en groene cirkel met computerscherm met Dagnall.online logo op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Computerscherm screenshot inlogpagina Dagnall.online Springest-based platform voor online taallessen - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels
Computerscherm met logo Google Hangouts en computerscherm met logo Microsoft Teams - in kleur op transparante achtergrond - 600 * 496 pixels

Cursuspakket en certificaat

Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Amsterdam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Amsterdam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Amsterdam
Dagnall Talen cursuskoffer - Dagnall schrijfblok - Dagnall pen - lesboeken op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels
Ingevuld Dagnall Talen certificaat - Dagnall pen - Apple Magic Keyboard - Apple Magic Trackpad op witte tafel - in kleur - 600 * 337 pixels

Het Europees Referentiekader (ERK)

De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en bieden u een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis van het Nederlands. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afronding van de cursus Nederlands in Amsterdam, ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’. Op dit certificaat staat voor elke vaardigheid het behaalde taalniveau vermeld.
 

Logo EU Europese Unie in blauw vierkant met afgeronde hoeken in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo ERK Europees Referentiekader Talen in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam en afkorting wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
Deze zes niveaus van vaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B Nederlands beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Nederlandse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting moedertaalsprekers Nederlands. Deze mensen gebruiken de Nederlandse taal probleemloos in verschillende situaties.

A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level


Luisteren


Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.

Spreken


Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.

Lezen


Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.

Schrijven


Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.

B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level



Luisteren


Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.

Spreken


Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.

Lezen


Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.

Schrijven


Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).

C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level



Luisteren


Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.

Spreken


Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.

Lezen


Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.

Schrijven


Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.

A2 Basisgebruiker - Waystage Level



Luisteren


Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.

Spreken


Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.

Lezen


Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.

Schrijven


Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.

B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level



Luisteren


Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.

Spreken


Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.

Lezen


Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.

Schrijven


Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.

C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level



Luisteren


Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.

Spreken


Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.

Lezen


Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.

Schrijven


Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO 9001-2015 LOGO
ISO 1700-2015 LOGO

ISO-certificeringen

ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement


Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.

ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten


Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is specifiek voor de vertaalbranche die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.


Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.

Kiwa – certificeringen sinds 1948


Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Logo keurmerk NRTO Nederlandse Raad voor Training en Opleiding in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Nederlandse Raad voor Training en Opleiding NRTO in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Lidmaatschap NRTO

Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.

Kwaliteitsbevordering en -bewaking


De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Amsterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
 
Logo GDPR Algemene Verordening Gegevensbescherming in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo EU Filemaker in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

AVG-compliant

De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging te worden beschermd. Natuurlijk voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Logo CRKBO Centraal Register Kort Beroepsonderwijs in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Logo Lloyd's Register in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Dagnall cursussen Nederlands in Amsterdam zijn vrijgesteld van btw

CRKBO-geregistreerde instelling

Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.

CPION


Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.

Lloyd’s Register


Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Amsterdam

Contact cursus Nederlands Amsterdam

Wilt u contact opnemen met ons voor een cursus Nederlands in Amsterdam? Laat ons u meer vertellen over de mogelijkheden bij Dagnall. Stuurt u ons een e-mail via cursus-nederlands-amsterdam@dagnall.nl of vult u het contactformulier invullen op onze website, dan informeren wij u zo spoedig mogelijk.
Wij informeren u dan vrijblijvend over onze cursussen. Bellen naar Dagnall Taleninstituut kan vanzelfsprekend ook op 085-2737302 (geen belmenu). Natuurlijk kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
Afbeelding wegwijzer in grijs met bord Dagnall in verkeersblauw in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Afbeelding computer en tablet en telefoon in kleur op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
De vlotste weg naar een cursus Nederlands in Amsterdam!
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
 

De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
De landcode van Nederland

Amsterdam op de kaart van Nederland

Landkaart van Nederland in grijs met hoofdstad Amsterdam aangegeven in donkerblauw - op transparante achtergrond - 600 x 529 pixels
Landnummer Nederland +31 - donkerblauw pictogram persoon - groene telefoon - groen landnummer - op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels
Internet landcode Nederland .nl - donkerblauwe open wereldbol - groene pijl - groene internetextensie op transparante achtergrond - 600 * 337 pixels

Leer Nederland kennen

Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd. Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland. Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle provincies van Nederland aanwijzen? Weet u in welke Nederlandse provincies uw zakenrelaties zijn gevestigd? Zo kent u de 12 Nederlandse provincies zeer snel.
Controleer uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan. Als u de muis op de landkaart van Nederland laat rusten, kun u de regionale indeling van Nederland zien. Vervolgens lichten de provincies één voor één op. Eerst ziet u de Nederlandse provincies, daarna kunt de naam van de provincie zien. Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Nederland.
Nederland aangegeven in donkerblauw op grijze kaart van Europa - op transparante achtergrond - 600 x 529 pixels
Nederland in Europa
Landkaart Nederlands grijs met provincie Drenthe donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Flevoland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Friesland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Gelderland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Groningen donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Limburg donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Noord-Brabant donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Noord-Holland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Overijssel donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Utrecht donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Zeeland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Landkaart Nederlands grijs met provincie Zuid-Holland donkerblauw op transparante achtergrond - 600 * 733 pixels
Provincies van Nederland
Skyline Amsterdam - Nederland - grijs met transparante achtergrond - 600 x 257 pixels
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen

Zakendoen met Nederland

Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen? De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen. Beroemde Nederlanders, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet. Allerlei kenmerkende items over Nederland en/of de Nederlandse taal. Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek. Deze informatie over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
Tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw verworven kennis over het land inbrengen. Zo kunt u iets te weten komen over de Nederlandse eetcultuur en bepaalde Nederlandse gerechten. Samen eten verbindt mensen. De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders weet men zeker te waarderen!
 

Hoge bomen vangen veel wind
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid

Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen

Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden

Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise.
Aardappelen, groente en vlees of vis is het traditionele menu.
Nederlanders eten ook redelijk veel brood.
Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoete dingen.
Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gezien.
In het weekend eten Nederlanders ook vaak eieren bij het ontbijt. Ze drinken er koffie, thee of melk bij.
De lunch in Nederland is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat tomaat of komkommer en een snack.
Rond 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders een warme maaltijd.
De traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding.
’s Avonds rond acht uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een populair gerecht in de winter is erwtensoep.
Dit is een dikke soep van spliterwten, knolselderij, stukken vlees en rookworst.
Met roggebrood en spek is het een complete maaltijd.
Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in een automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Deze snack wordt dan op straat gegeten.
Populaire snacks zijn kroketten en frikandellen. Beide worden van slachtafval gemaakt.
Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier.
Er zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt van graan gestookt.
Het is gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé.
Hierbij wordt dan vaak een koekje geserveerd.

























Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.

Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.

Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.

Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.

"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.

Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.

Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.

Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.

Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.

Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.

De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.

De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).

Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.

De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.

In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.

De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.

De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.

Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.

Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.

De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.

"
27 April (Koningsdag)

5 mei (bevrijdingsdag)

Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.

Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.

De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.

Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.

In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.

Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.

Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.

Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.

Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.

Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.

Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.

Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.

Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.

Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.

Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.

Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.

Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.

Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Het volkslied van Nederland