Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties die in de taalopleiding van de medewerkers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die precies dat biedt: Effectieve taalcursussen Nederlands van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Almelo. Taaltraining Nederlands op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Almelo aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Nederlands leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast de klassieke taaltrainingen Nederlands zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Almelo. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel de beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Nederlands te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leren. Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen cursisten in grote stappen naar het gewenste niveau met vijftien minuten dagelijks oefenen. Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Almelo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de deelnemers wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen Nederlands evalueert de docent de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, worden bijgesteld. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de cursisten wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Nederlands. Dit intakeformulier en de schrijfopdracht dienen vóór de datum van de intake te worden teruggestuurd Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag De indeling van de groep(en) worden geadviseerd door Dagnall Talen aan de hand van niveaubepaling en in overleg met u vastgesteld De indeling van de cursisten geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door ons verzorgd Dagnall berekent geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning en het lesprogramma Nederlands Dagnall Talen is flexibel alsook betrokken!
Dagnall Talen geeft cursussen Nederlands in Almelo en omliggende plaatsen aan bedrijven en (overheids)instellingen sinds 1982. Dagnall Taleninstituut heeft een team van ervaren en kundige taaltrainers Nederlands die specialisten zijn op het gebied van taal en die in de regio Twente in al deze jaren een behoorlijk aantal trainingen hebben gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, leveren wij u effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Almelo. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Almelo sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Nederlands) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven ondertussen gemeengoed. Medewerkers zonder of met een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkplek goed te kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambitie op hun werk realiseren. Dit vergt een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
Ons instituut geeft betaalbare maatwerk taalcursussen voor het verhogen van de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer. Dagnall Taleninstituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in praktijk kunnen brengen in hun functie. Ons taleninstituut stemt de lessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de cursist(en). Naast de taallessen, krijgen de cursisten regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, als ondersteuning van de voortgang van het leerproces en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall besteedt ook aandacht aan de minder belichte kant van veel taalcursussen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanning om de taal machtig te zijn, om de cultuur en gebruiken van het bewuste land en de organisatie te doorgronden en om de wereld via taal te vergroten. Hiervoor is motivatie en inzet vereist. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dit is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Dagnall is onderscheidend door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Nederlands op de werkvloer. Ons instituut moedigt uitvoerenden en leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie aan om een continu proces van taalverwerving te creëren, door vanaf de start zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door het uitdragen van het belang van taal op de werkvloer wordt de waarde van goede talenkennis gemeenschappelijk ervaren en de deelnemers voelen zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Almelo
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Nederlands) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Nederlands in Almelo die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt. Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt bereikt door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (met 2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie. De trainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Almelo. Deze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Nederlands leren in Almelo bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten. Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken we moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Almelo worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Almelo
Maatwerkcursussen Nederlands
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Nederlands voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Almelo en omgeving. Individuele taalcursussen worden ook wel privélessen of één-op- één-taalcursussen genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement. De individuele cursussen Nederlands van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Nederlands is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode. Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Nederlands is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep. Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als leuker ervaren. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij individuele taalcursussen Nederlands alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep. Ook is het niet mogelijk om te leren van de fouten van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten iets eerder afgeleid zijn. Daardoor is het rendement iets lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen). Ook kunnen groepscursussen Nederlands minder goed op individuele leerstijlen van cursisten worden afgestemd. Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Taleninstituut biedt taalcursussen (Nederlands) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden onze taaltrainingen daarom ook online en incompany aan. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Het combineren van deze verschillende trainingen is mogelijk. Veel taalleerders kiezen hiervoor. Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode is het meest effectief als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een erg effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De methode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste woordcombinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methodiek worden de taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat lerenden het Nederlands op een accurate manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet meteen ervaringen van succes. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands en met elkaar. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de methode zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en de student. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel opgesteld waren en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
De expertise van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de Nederlandse taal en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de trainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook zijn niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de lessen aan de orde komt, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog tamelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid komt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij nog een andere methodiek nodig. De methode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden veel in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode uitgaat van actief meedoen van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de trainer Nederlands gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd worden. In principe is de trainer Nederlands aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Nederlands alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat geen docent beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die de studenten naspreken en vervolgens herhalen. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruiker op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en verworven is. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Nederlands geen schrijfvaardigheid biedt. Ook is er geen echte interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en de (Nederlandse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Nederlands te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met driloefeningen om Nederlandse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Nederlands kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een nieuw Nederlands woord hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Nederlands wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Nederlands al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Al snel waren er bezwaren tegen deze inhoudsloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was breed aanvaard dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het uit het hoofd leren van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor veel taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Nederlands die beginnen. Een correcte uitspraak Nederlands wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Ook bij grotere groepen kan de methode worden gebruikt.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen inbreng wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Nederlands.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen opgeslagen wordt. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die na verloop van tijd herhaald worden. De opgeschreven Nederlandse woorden en zinnen worden hardop gelezen door de studenten. Al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn aangeleerd, worden van de lijst verwijderd. De Nederlandse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan goed werken voor Nederlandse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken. Het ontbreken van context is een minpunt. Taal bestaat uit veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van het verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Nederlands). De methode probeert het Nederlands aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels van het Nederlands. Alleen het Nederlands wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Nederlands mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode is het meest effectief als de student in het Nederlands wordt ondergedompeld. De activiteiten die in het Nederlands worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig bewezen dat onderdompeling een erg effectieve methode kan zijn. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Nederlands. Maar er kleven ook nadelen aan de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Nederlandse grammatica gelegd. De studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier Nederlands te leren. Studenten krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Nederlands. Omdat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Nederlands examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands). De methode staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Nederlands. Het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Nederlandse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de Structurele Methode om draait. Deze vaste woordcombinaties worden aangeboden aan studenten in betekenisvolle situaties met behulp van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methodiek worden de taalstructuren die in de praktijk het meest gebruikt worden, eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Nederlands (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen leesvaardigheden en schrijfvaardigheden. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat lerenden het Nederlands op een accurate manier leren. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Nederlands en ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak kent ook keerzijden. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet meteen ervaringen van succes. De eigen input van studenten is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Nederlands).
De studenten leren het Nederlands in de praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de docent Nederlands en met elkaar. Authentieke teksten in het Nederlands of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Nederlands gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. De Nederlandse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de student leert in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam een grotere behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Nederlandse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij vlug succes ervaren. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheden geleerd en verbeterd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; het gaat vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond. Meidinger wordt als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, wetenschap en cultuur was. Onderwijs in Latijn was natuurlijk op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) waarbij studenten inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij deze methode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Nederlands krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Nederlands over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren er ook tegengeluiden te horen. Desondanks heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Nederlands, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepen biedt deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan welgestelde dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, vanaf het eerste moment is omgeven door de te leren taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Nederlands) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Bij onderdompeling gewerkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Nederlands om een situatie te creëren alsof lerenden in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Nederlands spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is te reizen naar Nederland en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Nederlands kan zeer goed worden ontwikkeld met de methode van onderdompeling.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode vrij intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de studenten moeten wel gaan communiceren in het Nederlands omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Nederlands aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een vrij korte tijd Nederlands leert, door in Nederland te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een ander nadeel van de methode zijn. Niet elke lerende heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Hiervoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Nederlands) en de student. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel opgesteld waren en er werd altijd muziek tijdens de klas gedraaid. De leermethode zoals Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Nederlands). Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden de lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Nederland). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld ook (Nederlandse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende minder hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend pluspunt van de leermethodiek is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommige lerenden een nadeel, want iedere lerende is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Nederlandse docent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als zij de te leren taal (Nederlands) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Nederlands) geeft uitleg en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om de Nederlandse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken. Een lesboek Nederlands wordt niet gevolgd.
Populariteit
De expertise van de docent-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn. De taaltrainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken wanneer deze op de juiste wijze wordt gebruikt. Voor grote klassen is deze methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van hun fouten en het evalueren van de taalles Nederlands. Vaak blijven dergelijke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Een nadeel van CLL kan zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en er worden ook geen toetsen Nederlands gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden geremd in hun Nederlands spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Nederlands (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Nederlands ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Nederlands een grotere plaats in dan Nederlandse grammatica. Instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelf ontdekken van de Nederlandse taal.
De rol van de trainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Nederlands.
Het nadeel van de leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Nederlands die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Franse taaldocent François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten heel snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Nederlands) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde deze methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands van de lerenden en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Nederlands wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Nederlandslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Nederlands van de studenten sterk.
Het nadeel van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. Het principe erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om specifieke taken uit te voeren. De lerenden krijgen motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor kennis van de (Nederlandse) taal vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen de lerenden over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld het schrijven van e-mails, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, een krant lezen of iets te drinken bestellen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst voorbereidt op de taak, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te voeren, dienen studenten samen te werken. De opdrachten moeten iets boven het niveau van de studenten Nederlands liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheden bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Nederlands) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met de Nederlandse taal en leert op deze manier authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met andere studenten Nederlands samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie centraal staat en niet zozeer de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; een stroming uit 1995 van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van lesboeken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de trainer en de studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de taaldocent Nederlands is dat voorbereiding vrijwel niet nodig is. Het kan erg motiverend zijn dat de lerenden voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de les Nederlands zo niet. Dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Bijna elk item kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat studenten alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand genomen worden door de taaltrainer. Ook zijn niet alle trainers Nederlands voldoende flexibel voor dit type taalonderwijs. Dat studenten zich vaak op een specifiek examen Nederlands moeten voorbereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de lessen aan de orde komt, kan een ander minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Nederlands). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van Nederland). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraren of docenten’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Nederland voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De Nederlandse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde verhaalopbouwfase. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint nu het Nederlands ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Nederlandse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Nederlands te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Nederlands dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei naast de formele taalsessies Nederlands.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Greg en Angela Thomson nog tamelijk nieuw is. De deelnemers zijn vrij enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Nederlands geboden. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Het feit dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Nederlands) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De methode werkt eenvoudig: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet belangrijk om de Nederlandse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken van de te leren taal. Luisteren en herhalen wordt net zo veel geoefend tot het heel soepel gaat en de student simultaan met de audio-opname Nederlands kunnen spreken. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Nederlandse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de studenten te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, omdat lichamelijke bewegingen de opname versterken van de vreemde taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Nederlands veel effectiever gaat, is een andere grond.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Nederlands wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij elke deelnemer in de groep individueel actief leert. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek heeft als nadeel is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Nederlands) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en beweging. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Nederlands is de basis, de spreekvaardigheid komt daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt van de lerenden nog niet verwacht dat ze Nederlands spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Nederlandse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Met name wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Nederlands bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en de leermethode kan eveneens in iets grotere klassen worden gebruikt. Het geleerde Nederlands wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij nog een andere methodiek nodig. De methode is ook niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe ideeën dat het leren inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit worden afgeleid. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Nederlands). Het werd gestimuleerd om de lerenden veel in het Nederlands te laten spreken. Nieuw was eveneens dat de taallessen in het Nederlands gegeven werden. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Nederlandse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden zelf aangeboden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de crises en oorlogen, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het pluspunt van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Nederlands kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Nederlands) is bij deze methode vrijwel geen aandacht en voor lezen relatief minder. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands, biedt deze leermethode te weinig uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat deze methode uitgaat van actief meedoen van de student.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Nederlands) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Nederlandse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Nederlands, die één Nederlands woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De lerenden herhalen vervolgens na elkaar het Nederlandse woord en deze beweging. De herhaling helpt de lerenden hhet Nederlandse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Nederlandse zinnen. De Nederlandse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de lerende wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Nederlandse woordjes en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de trainer Nederlands gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Aan de uitspraak (Nederlands) van de taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de taaldocenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Nederlands staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Nederlands zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom beschouwd worden. In principe is de trainer Nederlands aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Nederlands op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde stof wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door de afwezigheid van input van de taaldocent Nederlands zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Nederlands vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuw te leren Nederlandse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten zijn ontspannen doordat de verhalen relatief gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Nederlandse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De lerenden worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Nederlands gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘automatisch’ Nederlands beginnen te spreken en de Nederlandse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De trainer Nederlands schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Nederlandse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Nederlands, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de docent dient goed getraind te zijn en de setting dient geschikt te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie activeert, is TPRS een vorm van breinvriendelijk leren. Voor studenten is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen maken, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve leermethode, die de manier nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Nederlands alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Nederlandse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerende kan zo de uitspraak met die van een moedertaalspreker Nederlands (native speaker) vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Nederlandse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen meer of minder aandacht kunnen gebruiken, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het plezierig om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing bieden. Een keerzijde is dat geen docent beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die de studenten naspreken en vervolgens herhalen. De Nederlandse voorbeeldzinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuur. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur taalcursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Nederlands spreken en in een normaal tempo.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Nederlandse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Nederlands) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruiker op pauze drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Nederlands, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de makkelijke stof door de lerende begrepen en verworven is. Behalve Nederlandse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd waarmee de gebruiker zelf zinnetjes kan bouwen. Ook gebruikt de methode van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands en vinden de cursus plezierig werken. Mensen die wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen de luistervaardigheid en de uitspraak Nederlands op een efficiënte wijze. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Nederlands geen schrijfvaardigheid biedt. Ook is er geen echte interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Nederlands) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Nederlands en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De gebruiker werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Nederlandse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Nederlandse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Nederlands te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Nederlands op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Nederlands om de student te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Nederlands te leren: De Methode van Dagnall.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Nederlandse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Bovendien beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en spelen ze voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen die interessant zijn voor de cursist. De taaltrainers van Dagnall Talen zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen Nederlands.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’. Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almelo.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Almelo
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online! Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut eveneens blended learning in Almelo op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers altijd en overal, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren waar en wanneer het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook na afloop van de training Nederlands in Almelo beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Nederlandse zakenpartners en klanten uit Nederland kunnen op het gebied van taal veelal een uitdaging zijn. Mensen die meerdere talen spreken, zijn derhalve cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall Taleninstituut leert u in het Nederlands communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Nederlandstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Nederlands verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Nederlands zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Nederlands
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met een microfoon en een camera - Een internetverbinding - Een rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Nederlands
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze gekwalificeerde en toegewijde moedertaal (native) docenten verzorgd
Onze taaldocenten hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaltrainers zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn betaalbare maatwerktrainingen en worden specifiek op uw wensen en behoeften afgestemd
De inhoud wordt aan het leerplan aangepast om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Nederlands op een vlotte en zelfverzekerde manier te behalen
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Nederlands en de structuren die u in de voorbereiding en de les zelf hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van videosessies en zelfstudie komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze trainers geven naast de taalcursus eveneens tips voor nog meer mogelijkheden voor digitale zelfstudie
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de docent en zijn van groot belang voor het succes van taaltrainingen Nederlands.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Nederlands door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Almelo ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Almelo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Almelo
Aan het einde van een cursus Nederlands in Almelo ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier beschrijft. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader noemt ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De beheersingsniveaus lopen van A1 tot C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Niveau A is van toepassing op beginners. Mensen die niveau B Nederlands beheersen, beschikken over alle basiskennis in de Nederlandse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, benaderen de moedertaalspreker Nederlands. Zo iemand gebruikt de Nederlandse taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons taleninstituut is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Almelo, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, bijvoorbeeld de Alliantie Samen Werken voor Werk. De leden van de NRTO zijn allemaal ondernemers.NRTO-leden werken klantgericht en resultaatgericht en kunnen zich snel aan veranderende omstandigheden aanpassen en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Nederlands in Almelo sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Dagnall voldoet uiteraard aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en Dagnall verwerkt persoonsgegevens in heel beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Almelo zijn vrijgesteld van btw
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs aan u in rekening brengen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Almelo
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een cursus Nederlands in Almelo? Vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden van ons taleninstituut. U kunt ons een e-mail sturen via cursus-nederlands-almelo@dagnall.nl of u kunt het contactformulier op onze website invullen.
Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met u op. Bellen naar ons instituut kan natuurlijk ook via 020-2149118 (geen belmenu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De juiste weg naar een cursus Nederlands in Almelo!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u de Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies heel snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met uw muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Nederland zien.
De Nederlandse provincies worden na elkaar afgebeeld.
Eerst wordt de Nederlandse provincies getoond, daarna krijgt u de naam van de provincie te zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie die u hieronder over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Nederlands.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over typisch Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal zeer op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat en een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. In Nederland zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Hoge bomen vangen veel wind In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Hoewel je in Nederland wel goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg verfijnd. Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten van het menu. Verder eten Nederlanders veel brood. Nederlands ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en tal van zoete dingen. Niet alleen jam, maar ook pindakaas, appelstroop of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt. In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Nederlanders drinken hier koffie, thee of melk bij. De lunch is eigenlijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met een beetje komkommer of tomaat en een snack. Rond zes of zeven uur ’s avonds eten Nederlanders een warme maaltijd. De traditionele avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht en daarna vlees of vis, gekookte of gebakken aardappelen en één of twee soorten groente. Als nagerecht eten Nederlanders vla, yoghurt, fruit of pudding. Rond 20.00 uur ’s avonds drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje. Een typisch Nederlands gerecht in de winter is erwtensoep, ook wel snert’ genoemd. Dit is een dikke soep van groene erwten, knolselderij, rookworst en stukken vlees. In combinatie met roggebrood en spek is dit een complete maaltijd. Een Nederlands fenomeen is eten uit de muur’: je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen luikje. Dit wordt dan buiten op straat geconsumeerd. Populaire Nederlandse snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden allebei gemaakt van slachtafval. Alhoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier. In Nederland zijn diverse bierbrouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Hertog Jan en Grolsch. Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Jenever wordt gestookt van graan. Het is heel gebruikelijk om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt, zowel zakelijk als privé. Bij de koffie worden dan vaak koekjes gegeten.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten. Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO) De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland. De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe ben ik, van Duitsen bloed, den vaderland getrouwe blijf ik tot in den dood. Een Prinse van Oranje ben ik, vrij onverveerd, den Koning van Hispanje heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven heb ik altijd betracht, daarom ben ik verdreven, om land, om luid gebracht. Maar God zal mij regeren als een goed instrument, dat ik zal wederkeren in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten die oprecht zijt van aard, God zal u niet verlaten, al zijt gij nu bezwaard. Die vroom begeert te leven, bidt God nacht ende dag, dat Hij mij kracht zal geven, dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen heb ik u niet verschoond, mijn broeders hoog van namen hebben ‘t u ook vertoond: Graaf Adolf is gebleven in Friesland in den slag, zijn ziel in ‘t eeuwig leven verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren, van keizerlijken stam, een vorst des rijks verkoren, als een vroom christenman, voor Godes woord geprezen, heb ik, vrij onversaagd, als een held zonder vrezen mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen zijt Gij, o God mijn Heer, op U zo wil ik bouwen, Verlaat mij nimmermeer. Dat ik toch vroom mag blijven, uw dienaar t’aller stond, de tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren en mijn vervolgers zijn, mijn God, wil doch bewaren den trouwen dienaar dijn, dat zij mij niet verrassen in hunnen bozen moed, hun handen niet en wassen in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten voor Sauel den tiran, zo heb ik moeten zuchten als menig edelman. Maar God heeft hem verheven, verlost uit alder nood, een koninkrijk gegeven in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen van God mijn Heer dat zoet, daarna zo doet verlangen mijn vorstelijk gemoed: dat is, dat ik mag sterven met eren in dat veld, een eeuwig rijk verwerven als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen in mijnen wederspoed dan dat men ziet verarmen des Konings landen goed. Dat u de Spanjaards krenken, o edel Neerland zoet, als ik daaraan gedenke, mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten met mijner heires-kracht, van den tiran vermeten heb ik den slag verwacht, die, bij Maastricht begraven, bevreesde mijn geweld; mijn ruiters zag men draven zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren op dien tijd had geweest, had ik geern willen keren van u dit zwaar tempeest. Maar de Heer van hierboven, die alle ding regeert, die men altijd moet loven, en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven mijn prinselijk gemoed, standvastig is gebleven mijn hart in tegenspoed. Den Heer heb ik gebeden uit mijnes harten grond, dat Hij mijn zaak wil redden, mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen die zijt in groten nood, uw herder zal niet slapen, al zijt gij nu verstrooid. Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam woord neemt aan, als vrome christen leven, ’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden en zijner groten macht, dat ik tot genen tijden den Koning heb veracht, dan dat ik God den Heere, der hoogsten Majesteit, heb moeten obediëren in der gerechtigheid.
In Nederland wonen ruim 17 miljoen mensen. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. Het staatshoofd is de koning; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan Duitsland, België en de Noordzee. Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
De hoofdstad van Nederland is Amsterdam en de stad heeft ruim 800.000 inwoners. Andere belangrijke en grote steden zijn Den Haag, Rotterdam, Utrecht en Eindhoven. Nederland omvat twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ komt van het woord neder, wat refereert aan een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Van oudsher bekend om tulpen, klompen, stroopwafels, kaas, fietsen en molens. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is vermaard om de strijd tegen het water,
nodig vanwege de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote delen land drooggelegd (ingepolderd) en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn schilders waar veel mensen voor naar Nederland komen. Schilders zoals Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Mondriaan en Rietveld.
Symbool van Nederland Symbool voor Nederland is de zeventiende-eeuwse Amsterdamse grachtengordel, die ook op de UNESCO Werelderfgoedlijst staat, alsook de tulp.
Minder bekend over Nederland
Een minder bekend feit over Nederland is dat KLM de oudste nationale luchtvaartmaatschappij ter wereld is, Beurs van Hendrick de Keyser aan het Rokin te Amsterdam, de voorloper van de huidige effectenbeurs van Amsterdam de oudste handelsbeurs ter wereld was en het Wilhelmus het oudste volkslied dat nog in gebruik is. Ook apart is dat oranje wortelen heel zeldzaam waren totdat Nederlandse boeren ze in de zestiende eeuw massaal gingen kweken als steunbetuiging voor het koninklijk huis bij een opstand tegen Spanje.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht. De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl. Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
KVK Sint Jacobsstraat 300 3511 BT Utrecht NETHERLANDS http://www.kvk.nl/
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS Prinses Catharina-Amaliastraat 5 2496 XD Den Haag NETHERLANDS https://www.holland.com
Als blijk van hartelijkheid, geven Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen bij een begroeting. Mannen kussen elkaar alleen bij uitzondering. Ze geven elkaar meestal een vrij stevige handdruk. Nederland is een vlak en klein land: ideaal om te fietsen. In Nederland is de fiets een erg gebruikelijk vervoermiddel. In Nederlandse steden zie je regelmatig moeders en vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje eraan, waarin de kinderen bijvoorbeeld naar het dagverblijf worden gebracht.
Op de fiets worden helmen vaker niet dan wel gedragen. De huizen in Nederland zijn het type ‘doorzonwoning’. Dat betekent grote ramen voor en achter, waardoor zonlicht in de kamer kan komen. De gordijnen houdt de Nederlander graag open, om te zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen in huis afspeelt. In Nederland vieren de mensen meestal verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
Ze gaan in een kring zitten en de gastvrouw of gastheer serveert koffie en taart. Op het werk trakteert de persoon die jarig is op gebak. Cadeautjes worden meteen uitgepakt. Op Koningsdag (27 april; de verjaardag van de koning) is heel Nederland vrij en gaat naar buiten gekleed in oranje, vaak ook met een oranje pruik. In dorpen en steden worden op straat spellen gespeeld en de mensen verkopen oude spullen op een kleed. De rest van het jaar geldt het devies: ‘Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’, wat betekent dat je vooral niet te veel moet opvallen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalvaardigheid Nederlands staat voor kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door het accent te verschuiven op het kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de cursus Nederlands in Almelo de opgedane kennis sneller actief toepassen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die Nederlandstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in het Nederlands. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Nederlands is onderdeel van de West-Germaanse taalfamilie. Het Nederfrankisch ontstond tussen 300 en 800 n.Chr. uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is. Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.), dat weer voortkwam uit het Diets of Middelnederlands. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt gesproken door ongeveer 25 miljoen mensen in
Nederland zelf, maar ook in België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Een kleine groep oudere mensen in Indonesië spreekt ook nog Nederlands. Verder wordt ook nog Nederlands gesproken onder Nederlandse immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is daarnaast één van de officiële talen van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
De Nederlandse uitspraak is voor veel anderstaligen lastig. Een struikelblok zijn de vele tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. In het bijzonder de ‘ui’-klank is lastig; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Daarnaast kent het Nederlands ook nog drieklanken. Bij deze drieklanken gaat de klank glijdend over van de begin- naar de eindklank. Zoals: eeuw, ieuw, aai, oi en ei.
De spelling van de klanken wijkt in de Nederlandse taal bij sommige letters af van wat in andere talen gangbaar is. De letter ‘u’ wordt bijvoorbeeld in vrijwel elke taal uitgesproken als ‘oe’.
Nederlandse g en ch
Van de medeklinkers zijn de g en de ch afwijkend ten opzichte van de meeste andere talen. De g en de ch klinken in de Nederlandse taal vrijwel hetzelfde; als een schrapende keelklank. Ook de medeklinkercombinaties zijn kenmerkend voor het Nederlands. De ‘sch’ en de ‘ng’ van ‘Scheveningen’ zijn voor veel anderstaligen een tongbreker alsook de medeklinkercombinaties in ‘herfst’, ‘strand’ of ‘fietstas’? Het Nederlands kent veel begin- en eindclusters Het is handig om deze clusters te oefenen en te herkennen. Om het gemakkelijker te maken, kan er een klein ‘e’-tje tussen de medeklinkers gevoegd worden: herr/e/fst (herfst) en st/e/rand (strand).
Uitspraak eindletters
In het Nederlands wordt vaak de uitspraak van eindletters niet uitgesproken, vooral de letter n. Zo klinkt lopen als ‘lopeh’ en is de r in het woord ‘zomer’ slechts zwak hoorbaar.
Stemhebbende klanken zonder klank
Tot slot verliezen stemhebbende klanken vaak hun klank aan het begin of eind van een woord: De ‘eind-d’ van een woord wordt stemloos en klinkt als ‘t’. Tussen het woord wind en het woord wint is geen verschil hoorbaar. De v aan het begin van een woord wordt stemloos en klinkt als een ‘f’: vijftig klinkt als ‘fijftich’. De z aan het begin van een woord wordt niet altijd, maar wel vaak stemloos: zestig wordt dan ‘sestich’.
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/aː/
B
bay
/beː/
C
say
/seː/
D
day
/deː/
E
ay
/eː/
F
ef
/ɛf/
G
khay
/geː/
H
hah
/ɦaː/
I
ee
/i/
J
yaya
/jeː/
K
kah
/kaː/
L
el
/ɛɫ/
M
em
/ɛm/
N
en
/ɛn/
O
oa
/oː/
P
pay
/peː/
Q
kuw
/ky/
R
her
/ɛɾ/
S
es
/ɛs/
T
tay
/teː/
U
uw
/y/
V
fay
/veː/
W
way
/ʋeː/
X
ix
/ɪks/
Y
ehy
/ɛɪ/
Z
zet
/zɛt/
SPELLING
WOORD
A
Anton, Anna
B
Bernard
C
Cornelis
D
Dirk
E
Eduard
F
Ferdinand
G
Gerard
H
Hendrik
I
Isaäk
J
Jan
K
Karel
L
Lodewijk
M
Maria
N
Nico
O
Otto
P
Pieter
Q
Quotiënt
R
Rudolf
S
Simon
T
Teunis
U
Utrecht
V
Victor
W
Willem
X
Xantippe
Y
Ypsilon
Z
Zaandam
Speciale tekens
@
apestaartje
#
hekje
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonder aan het de Nederlandse taal is de uitspraak, met de harde g, de ui en de eu. Nederlanders houden van verkleinwoorden: kopje, lepeltje, schoteltje, vermoedelijk omdat dit gezellig klinkt.
Het Nederlands bevat sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als bijvoorbeeld in het Engels en Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en de bedenker van het teken. Een Nederlands synoniem voor guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Nederlandse muziek
5
Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal
7
Luister naar podcasts van Nederlandstaligen
8
Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland
9
Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
Woorden zonder betekenis, de Nederlandse taal heeft ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoordjes als ze Engels spreken. Zoals Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” Het doel van ‘hè’ is het vragen om bevestiging: “Vind je ook niet?”
Nederlanders beginnen een zin vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’ of ‘Nou ja,…’. De spreker heeft een aanloopje nodig om zijn boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt dit ook. Iemand neemt even een korte denkpauze en zegt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘als het ware’, ‘ik bedoel’ of ‘weet je wel’. Let ook eens op de keren dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ gebruikt in een paar zinnen.
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandse media bekijken, beluisteren en/of lezen is heel effectief om uw kennis van het Nederlands uit te breiden.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Nederlands op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle manier veel woordenschat Nederlands kunt bijleren.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
NPO 3 FM is het best beluisterde Nederlandse publieke radiostation. Klik op het linker computerscherm met het logo hierboven en luister live naar deze Nederlandse publieke radiozender.
Radio 538
Radio 538 is de best beluisterde commerciële Nederlandse radiozender. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven om direct live te luisteren naar deze Nederlandstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete programma of televisieserie met Nederlandse ondertiteling bekijken, is wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit bijzonder leerzaam en leuk is. NPO is de publieke televisieomroep van Nederland.
RTL & SBS
RTL en SBS zijn de meest bekende commerciële televisieomroepen van Nederland. Deze Nederlandstalige stations kunt u middels kabel, satelliet, internet of een app bekijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Nederlands in Almelo op uw locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Ons instituut verzorgt ook taalcursussen Nederlands in Almelo bij bijvoorbeeld Van der Valk Theaterhotel aan het Schouwburgplein 1 in Almelo en bij Fletcher Hotel Sallandse Heuvelrug aan de Burgemeester Knottenbeltlaan 77 in Rijssen.
Vergaderen in Almelo kan bij Stadslab Indië in de oude Almelose fabriek van textielbedrijf Ten Cate.
Almelo is in de Middeleeuwen als kruispunt ontstaan van land- en waterwegen. Door deze ligging werd de stad direct een levendige handelsplaats voor boeren, vissers, ambachtslieden en wevers en kon de stad tot een belangrijke textielstad uitgroeien. De eerste vermelding van de naam ‘Almelo’ betreft
een officieel document uit 1157, waarin Heer Everhard van Almelo als getuige wordt genoemd. Almelo was destijds een heerlijkheid: een bezitting van een ‘heer’. De naam ‘Almelo’ stamt uit de Germaanse taal. Het is een verbastering van alma, olm en lauha, lo, een bos is gelegen dat op zandgrond.
Almelo is gelegen in de regio Twente. Plaatsen in de buurt van de stad Almelo zijn Borne, Delden, Geesteren, Hellendoorn, Nijverdal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen, Vroomshoop en Wierden. Het XL Businesspark Twente is eveneens van groot belang voor de streek.
Almelo ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Almelo heeft ruwweg 72.500 inwoners.
Woon je in Almelo, dan heet je een ‘Almeloër‘. Bekende Almeloërs zijn Hero Brinkman, Daphne Bunskoek, Tom Egbers, Herman Finkers, Ilse de Lange, Wubbo Ockels en Eddy Zoëy. Iets wat uit Almelo komt, noemt men ‘Almeloos’.
Zoals Almeloos Blauw met drie witte ruiten staat op het wapen van ‘Almelo’. Almelo kreeg stadsrechten in 1394.
Almelo - internationaal & kernen
Partnersteden
De partnersteden van Almelo zijn Denizli in Turkije, Iserlohn in Duitsland en Preston in het Verenigd Koninkrijk. Almelo is een fusiegemeente.
Kernen
Ambt Almelo, Stad Almelo, Aadorp, Bornerbroek en een deel van Mariaparochie vallen onder de gemeente Almelo.
Almelo staat als textielstad bekend. Omstreeks het jaar 1900 bloeide hier de textielindustrie en het textielbedrijf Koninklijke Ten Cate is nog steeds gevestigd in Almelo. Enkele prachtige villa’s herinneren nog aan de textielbaronnen van toen. Maar Almelo is uiteraard ook de stad van Bolletje, Ilse de Lange en Herman Finkers.
Almelo fungeert als spoorknooppunt met de spoorverbinding naar Salzbergen (Duitsland), Amsterdam, Zwolle en Deventer.
Almelo - minder bekend
Weinig mensen weten dat New Almelo in de VS (Kansas) is vernoemd naar Almelo.
Het Twents is op zijn beurt weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen. Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket. Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt: Almelooo. Bij de voltooid deelwoorden wordt in Almelo ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Een stoet kan onmeunig lekker zijn.
Dat betekent dat het brood heel erg lekker is. Een typische Twentse uitdrukking: As nen boer nich klaagt is hee zeeke: “Als een boer niet klaagt, is hij ziek”. Bekende Almeloër Herman Finkers heeft zijn stad op de kaart gezet met zijn spreekwoord “Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” (uit zijn voorstelling EHBO is mijn lust en mijn leven uit 1985).
“Almelo Altijd wat te doen”
Almelo - zakelijk
De gemeente Almelo
Het netnummer van Almelo is 0546. Het postcodegebied van Almelo is 7600 - 7610. Het adres van het gemeentehuis van Almelo is Haven Zuidzijde 30, 7607 EW in Almelo. De website van de gemeente Almelo is Almelo.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Almelo is 0546 541111.
Zakendoen in Almelo
Voor Almelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almelo is KVK-kantoor Enschede.
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Almelo op bedrijventerrein Dollegoor, Turfkade, Bedrijvenpark Twente, Twentepoort, XL Businesspark Twente of op bedrijventerrein Zeearend. In Almelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Accent Covebo Group, ADG dienstengroep (Asito), Aeronamic, Alldra, Asia Motoren, Benchmark Electronics, Brusche Elektrotechniek, Cirext, DS Smith Packaging,
Enrichment Technology Nederland, FTNON, Group 2000, Hitec Power Protection, IMS, Kips, Maped Netherlands, Munters, Neuteboom Coffeeroasters, Panduit, Pentas Moulding, Quadrant EPP Nederland, Solinger Staalwaren Agenturen Wensink, Koninklijke Ten Cate, Terstal, Timberland Europe, Urenco, Van Merksteijn Steel en de Zwanenberg Food Group. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om samen met uw zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Almelose voetbalclub Heracles, PH Almelo of SV DRC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almelo kunt u terecht bij ATC Veenhorst of bij A.T.V. Luctor et Emergo. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Almelo tijd voor de nodige ontspanning? Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfvereniging Prins Hendrik in Almelo in Almelo terecht. De adresgegevens van Golfbaan Sluispolder zijn Veenelandenweg 34, 7608 HB in Almelo. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0546-56 82 76. De website van de golfbaan is www.golfinalmelo.nl. Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij clubhuis PH Golf.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Almelo die tevens op Youtube staan. U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken. Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Nederland en Almelo op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Almelo te zien op Google Earth. In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de omgeving van uw Nederlandse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Almelo
Google Maps Nederland
Google Maps Almelo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Nederland en Almelo lezen uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels. Het derde blokje is Almelo’s nieuws (in het Nederlands). Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u Nederlands wilt leren, kan prettig en
handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt. Daarnaast is het vrij leerzaam om het Nederlandse nieuws te lezen in de Nederlandse taal. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, uitdrukkingen en termen.
Dagnall Taleninstituut biedt onder meer maatwerk cursussen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans aan in Almelo. Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Nederlands standaard aanbieden in Almelo.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands