Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Ons instituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Alkmaar.
(Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Alkmaar in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Nederlands leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Alkmaar. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Onze filosofie is om Nederlands te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Alkmaar.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Nederlands (in Alkmaar) die het beste bij de cursist past.
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en de taaldocenten spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Alkmaar. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Alkmaar gegeven worden.
Ons instituut biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Alkmaar en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste pluspunt van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde taalkennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de foutjes van andere deelnemers te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de deelnemers wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. De correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat studenten het Nederlands op een accurate manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens keerzijden. De methodiek kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is wanneer men vreemde talen leert (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in diverse realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken en niet stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van de methode kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen de lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat de leermethode op een dynamische inzet van de studenten is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen lerenden hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op taalfoutjes met de mogelijkheid om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands praten, werkt de Pimsleur-methode zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om studenten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. De correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat studenten het Nederlands op een accurate manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens keerzijden. De methodiek kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is wanneer men vreemde talen leert (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in diverse realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken en niet stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van de methode kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen de lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat de leermethode op een dynamische inzet van de studenten is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Alkmaar.
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Alkmaar op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, op elk beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Alkmaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Nederlands te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen (Nederlands) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Alkmaar, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat refereert aan een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Sinds jaar en dag bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Rietveld en Mondriaan.
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De uitspraak van het Nederlands is voor anderstaligen lastig. Een struikelblok zijn de tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Met name de ‘ui’-klank is lastig; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands eveneens drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoorden als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Het station NPO 3 FM is het bekendste publieke Nederlandse radiostation.
Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken, kunt u live naar dit Nederlandse publieke radiostation luisteren.
De radiozender Radio 538 is de meest bekende commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit heel leuk en leerzaam is.
NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
De omroepen RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële Nederlandse televisieomroepen.
Deze Nederlandse televisiezenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Alkmaar zijn Bath in het Verenigd Koninkrijk, Darmstadt in Duitsland, Troyes in Frankrijk, Tata in Hongarije, Bergama in Turkije en Uitenhage in Zuid-Afrika.
Hogescholen in Alkmaar zijn InHolland en de iPabo. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Alkmaar.
Het netnummer van Alkmaar is 072.
Het postcodegebied van Alkmaar is 1800 - 1827.
Het adres van het gemeentehuis van Alkmaar is Mallegatsplein 10, 1815 AG in Alkmaar.
De website van de gemeente Alkmaar is Alkmaar.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Alkmaar is 14 072.
Voor Alkmaarse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Alkmaar een bezoek brengen aan het Beatles Museum, aan het Nationaal Biermuseum De Boom, aan het Hollands Kaas Museum, aan het Regionaal Archief Alkmaar of aan Stedelijk Museum Alkmaar.
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Alkmaarse voetbalclub AZ, Alcmaria Victrix of Alkmaarsche Boys meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Alkmaar kunt u terecht bij LTC De Zes Wielen, bij Tennisvereniging De Hout, bij T.C. Alkmaar of bij T.P.C. Daalmeer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Alkmaar tijd voor wat ontspanning?
Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfbaan Sluispolder in Alkmaar. Golfbaan Sluispolder is gelegen aan de Sluispolderweg 7 in Alkmaar. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 072-515 68 07. De website van de golfbaan is www.sluispolder.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant ’t Sluisje.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing nederlands
Taaltrainingen Nederlands in Alkmaar van topniveau
Taalkennis Nederlands verbindt u met Nederland en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Ons instituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Nederlands op het hoogste niveau voor zowel medewerkers als leidinggevenden in als in de buurt van Alkmaar.
(Betaalbare) taaltraining Nederlands op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken een eigen taal en gebruiken eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Nederlands van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Nederlands in Alkmaar in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Nederlands in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Nederlands leren
Wij bieden taaltrainingen Nederlands op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Nederlands leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taalcursussen Nederlands zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Nederlands of zakelijk Nederlands. Onze taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Nederlands te leren in Alkmaar. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Nederlands te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Nederlandse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Nederlands leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen de cursist met grote stappen naar het gewenste niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Nederlands wil leren in Alkmaar.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met een passende offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen Nederlands de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden aangepast.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les samen met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Nederlands in Alkmaar
Ons bedrijf verzorgt cursussen Nederlands in Alkmaar en gemeenten in de buurt van Alkmaar voor bedrijven en (overheids)instellingen sinds 1982. Ons bedrijf werkt met ervaren en kundige trainers die al talloze trainingen Nederlands voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben mogen verzorgen.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, leveren wij u effectieve en betaalbare taalcursussen Nederlands in Alkmaar. Dagnall Talen zorgt voor uitstekend rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Nederlands in Alkmaar sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak gevraagd! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen (Nederlands) die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer.
Mensen zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Mensen zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen de werkinstructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en opvolgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities verwezenlijken op hun werkgebied. Dit vereist een investering in werknemers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Diverse wegen naar een betere taalvaardigheid Nederlands in Alkmaar
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Nederlands spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid.
Een goede taalcursus (Nederlands) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Nederlands (in Alkmaar) die het beste bij de cursist past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Nederlands zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Nederlandse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, een online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De taaldocenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en de taaldocenten spelen continue op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Nederlands van Dagnall in Alkmaar. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief Nederlands leren in Alkmaar bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Nederlands
Nederlandse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Nederlands op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Alkmaar gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Nederlands in Alkmaar
Maatwerkcursussen Nederlands
Ons instituut biedt individuele cursussen Nederlands voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Alkmaar en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al tientallen jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Nederlands van Dagnall zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Nederlands met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren.
De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Nederlands is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt sneller vooruitgang gemaakt doordat de taalcursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander groot pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast zijn individuele taalcursussen goed op de planning en de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste pluspunt van een groepscursus Nederlands is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met elkaar in de doeltaal communiceren. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de deelnemers fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Nederlands kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
De geleerde taalkennis kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de foutjes van andere deelnemers te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de deelnemers wat sneller worden afgeleid. Het rendement ligt daardoor iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus Nederlands kan ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Nederlands
Verschillende opties voor Nederlandse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Nederlands) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens incompany en online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens incompany en online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus Nederlands. Het combineren van deze trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. De correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat studenten het Nederlands op een accurate manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens keerzijden. De methodiek kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is wanneer men vreemde talen leert (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in diverse realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken en niet stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van de methode kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen de lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat de leermethode op een dynamische inzet van de studenten is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de zogenaamde de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig verschillende talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Nederlands) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Nederlands). Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Nederlandse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Zo kunnen lerenden hun uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Nederlands) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheden Nederlands van de studenten biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Nederlandse spelling en de grammatica en wijst op taalfoutjes met de mogelijkheid om de taalfoutjes van de studenten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk om in te zetten en kan door studenten worden ingezet op elk moment. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om met de leermethode te werken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. De eerste Pimsleur taalcursus was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Nederlands) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door de lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. De Nederlandse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van 30 minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Nederlands wordt niet apart uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de taalcursussen van Pimsleur is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Nederlands.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Doordat de insprekers native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Nederlands praten, werkt de Pimsleur-methode zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. Studenten leren geen bouwstenen van het Nederlands om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Nederlands), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Nederlandse lesstof wordt met bekende Nederlandse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de student Nederlands het voorgaande heeft begrepen en verworven. Naast Nederlandse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. De methode maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun woordenschat Nederlands kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Nederlands. Studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak Nederlands uitspraak Nederlands op efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Dat de taalcursus Nederlands niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt en publiceert taalcursussen. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen voor een taalcursus (zoals Nederlands) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Nederlands, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur werken de cursisten ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Nederlandse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Nederlandse vertaling, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden daarna herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Nederlands om studenten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Het was nieuw dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Nederlands) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Nederlands) en (Nederlandse) grammaticale structuur worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is zonder fouten Nederlands leren verstaan en spreken, wat begint bij een Nederlandssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Nederlandse zinnen alsook structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Nederlands kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en daarna een nieuw Nederlands woord of meerdere nieuwe Nederlandse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waarbij studenten Nederlands een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Het geschreven Nederlands komt pas aan bod zodra het mondelinge Nederlands vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Nederlandse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al vrij snel in onbruik. In plaats van de talenpractica maakte men de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Nu was breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Nederlands) leren niet om het memoriseren van de regels van de (Nederlandse) grammatica gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Nederlands), die vóór de jaren zeventig voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Nederlands. De correcte uitspraak Nederlands wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen input verwacht van de lerenden, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Nederlands zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Nederlands) zodanig te leren dat het in het langetermijngeheugen wordt opgeslagen. De GoldList-methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Nederlands) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden door de student hardop gelezen. Het is niet het idee om deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk automatisch. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Nederlandse woorden die zijn geleerd, worden van de lijst gehaald. Die Nederlandse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat deze woorden en zinnen in het Nederlands spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Nederlandse woorden die relevant en van betekenis zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode werken.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het prettig vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze methode goed functioneren. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Nederlands) gericht. Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Nederlands te leren. De taalregels van het Nederlands leert de student eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Nederlands met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Nederlands niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Nederlands grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten worden ondergedompeld in het Nederlands. Om te zorgen dat de lerenden plezier beleven van de ervaring, dienen de leeractiviteiten die in het Nederlands worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn, is veelvuldig aangetoond. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Nederlands, omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Minpunten heeft de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de Nederlandse grammatica. De student zou weliswaar leren in het Nederlands te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Nederlands te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Nederlands langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode studenten niet per se op een specifiek Nederlands examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel ‘Structurele Aanpak’ is door Charles Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Nederlands) vertrouwd te maken. De beheersing van deze structuren levert volgens de methode meer op dan het verwerven van het Nederlands. Bij de leermethode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Nederlandse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan de student gepresenteerd in reële situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die het vaakst in het Nederlands worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Nederlands (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen leesvaardigheid en schrijfvaardigheid. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Nederlands (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een belangrijke plaats. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal ingezet om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structurele Aanpak is dat studenten het Nederlands op een accurate manier kunnen leren. De leren eveneensde krijgt inzicht in de Nederlandse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Nederlandse woorden en combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens keerzijden. De methodiek kost tamelijk veel tijd en geeft niet onmiddellijk ervaringen van succes. De eigen inbreng van studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van vreemde talen legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is wanneer men vreemde talen leert (zoals Nederlands).
De studenten leren middels CLT-technieken het Nederlands in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Nederlands. Teksten, geschreven in het Nederlands of ander materiaal uit de werkomgeving en het dagelijks leven worden gebruikt. Het Nederlands wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Nederlands dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Nederlands in diverse realistische situaties te oefenen. Nederlandse grammatica leren studenten inductief, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de docent Nederlands echt een trainer, die de lerende helpt in het Nederlands te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa ontstond meer vraag om vreemde talen te leren middels een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Nederlands; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Nederlandse woorden die zij moeten weten. CLT is een efficiënte methode. Voor de lerende werkt het stimulerend omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor sommige lerenden deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en CLT biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens lesboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Rond het jaar 1783 ontwikkelde hij een methode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en volledig op de grammatica en het vertalen gericht. Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Nederlands) uit waarbij de studenten zelf inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Nederlands dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Nederlands over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Nederlands, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Nederlands ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Nederlands, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. De leermethode biedt niet de mogelijkheid tot een eigen creatief leerproces of tot differentiatie bij de studenten bij het werken in een groep. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Nederlands) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Nederlands); in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. De lerende wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Nederlands te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de omgeving in de stijl van het Nederlands ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Nederland zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Nederlands spreken. Een andere methode om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk naar Nederland gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalbeheersing Nederlands kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt geboekt, omdat de methode zo intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Nederlands. Feitelijk is de student 24 uur per dag Nederlands aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als studenten in een vrij korte tijd Nederlands leren, door in Nederland te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag. Dat een dergelijke taaltraining Nederlands erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke student heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Nederlands) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Nederlands) en de studenten essentieel. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel waren geplaatst en er was ook altijd muziek in de les. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren lijsten met woorden bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Nederlands). Er werd met veel expressies in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Nederlandse) woorden die nieuw waren, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Nederland). In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Nederlandse) streekgerechten werden in de klas bereid en geproefd.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor een nieuwkomer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de leermethode is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Voor sommigen is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen afleiden en zelfs verstorend werken en niet stimulerend of ontspannend zijn. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Nederlandse trainer waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Studenten beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Nederlands) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Nederlands) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. De gesprekken in het Nederlands worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Nederlands te leren. Er wordt geen leerboek Nederlands gevolgd; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen middels zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van deze methode hangt sterk af van de expertise van de docent-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Nederlands als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren indien deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden lerenden het analyseren van eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Nederlands, maar eveneens buiten de lessen wordt de groep vaak heel hecht. Door deze methode worden lerenden zich zo een stuk bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als team. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de les Nederlands. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van de methode kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Nederlands afgenomen. Het succes van de taalles is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden in hun Nederlands spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Nederlands) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die uit (Nederlandse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Nederlands (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Nederlands ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Nederlands krijgt in deze benadering meer nadruk dan Nederlandse grammatica. De instructies zijn op situaties en Nederlandse uitdrukkingen gericht die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar eveneens voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Nederlandse taal te ontdekken.
De taak van de taaltrainer Nederlands is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
Door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn de lesboeken in de laatste dertig jaar duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een heel natuurlijke manier de Nederlandse taal te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Nederlands.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de geleerde taalsituaties, is het nadeel van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Nederlands hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Nederlands die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica van de doeltaal. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Nederlands) gaan denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks dat de methode een afwijkende aanpak had, was de seriemethode van François Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Nederlands en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Nederlands wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Nederlands nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Nederlands van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De seriemethode heeft als nadeel dat taal die wat subjectiever of abstracter wordt, wat lastig met bewegingen en expressies in één duidelijke ervaring is te vangen. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series dient voor te bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael Hugh Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter de methode is dat de verwerving van de taal (zoals het Nederlands) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Nederlands) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en regels van het Nederlands beschikken. Deze taken zijn alledaagse taken, zoals het schrijven van een e-mail, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, de opdracht vervolgens uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten dienen net boven het niveau van de lerende te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren 90 is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Nederlands) biedt duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Nederlands) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is TBLT een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Nederlands en leren zo authentieke Nederlandse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om met andere studenten Nederlands samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als minpunt kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Nederlands, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op communicatie tussen de studenten en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Nederlands) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor taaldocenten Nederlands. Dat de lerende voor het eigen leerproces verantwoordelijk is, kan heel motiverend zijn. Zo zijn de taallessen Nederlands nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Het houdt studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaldocent, kunnen de lerenden zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaldocent Nederlandsin voldoende mate flexibel voor dit type van onderwijs. Een ander minpunt kan vormen dat de studenten zich vaak op een bepaald examen Nederlands moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof wordt behandeld tijdens de lessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Nederlands). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Nederlands; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van Nederland) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Nederland voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Nederlandse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de verhaalopbouwfase. Deze duurt ruwweg 150 uur en de deelnemer begint het Nederlands nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Nederlandse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich op het taalgebruik van moedertaalsprekers Nederlands te richten door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Het Nederlands dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Nederlands om.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Nederlands. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelstellingen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Nederlandse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Nederlands) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek van Shadowing is relatief eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Nederlandse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Nederlands kan spreken met de audio-opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende tekst bevatten. De Nederlandse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Alexander Argüelles raadt aan om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Nederlands) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden zodat het leren van het Nederlands aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-methode is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing waaruit is gebleken dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Ook het algemene begrip van het Nederlands wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat studenten het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Nederlandse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Nederlands) die uitgaat van het idee dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Nederlands vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Nederlands versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Nederlands spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Nederlands beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Nederlands. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het verworven Nederlands wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten zijn uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de methodiek niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar meningen, gevoelens en ideeën in het Nederlands uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Een Reformbeweging met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn, ontstond omstreeks het jaar 1900. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Omstreeks het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de studenten hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Nederlands). Het werd aangemoedigd om de studenten veel in het Nederlands te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Nederlands gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Nederlandse) woordenschat werd aangeleerd door middel van afbeeldingen en voorbeelden. De lerenden boden abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Nederlands te leren, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen de lerenden vloeiendheid in het Nederlands en zelfvertrouwen. Deze leermethode heeft echter eveneens keerzijden. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Nederlands) en relatief ook minder aandacht aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Nederlands niet genoeg uitdagingen. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, omdat de leermethode op een dynamische inzet van de studenten is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Nederlands) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Nederlandse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Nederlands gebaseerd, die maar één Nederlands nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Nederlandse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden deze Nederlandse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen deze woorden zinnen en weer variaties op de Nederlandse zinnen. Nederlandse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Nederlandse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Caleb Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Nederlands om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Nederlands) besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de studenten. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere blokken met verschillende kleuren (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Nederlands vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van belang geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die per slot van rekening worden gezien als autonoom. In feite is de trainer Nederlands dienstbaar aan de studenten, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Nederlands op een natuurlijke wijze. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof vaak goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag, wat helpt bij het leren.
Dat sommige studenten wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Nederlands. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af raakt, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Nederlands) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de lerenden aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de docent Nederlands wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Nederlandse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de lerenden zich. Nederlandse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De trainer wijst studenten op grammaticale fenomenen in het Nederlands, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Nederlands gaan spreken en de Nederlandse grammaticale structuur nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De taaltrainer Nederlands schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Nederlandse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in de Nederlandse taal is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit zorgt voor input. Schrijven in het Nederlands volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; TPR Storytelling is een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om Nederlands te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Nederlands: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Nederlands het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Nederlands online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Alkmaar.
Online Nederlands leren (e-learning Nederlands)
Een aantal voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Nederlands in Alkmaar
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Alkmaar op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogst mogelijke leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, op elk beschikbaar (mobiel) apparaat toegang heeft. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Nederlands leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, jargon, juridische termen, technische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar na afronding van de training Nederlands in Alkmaar.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Nederlands in Alkmaar
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Nederlands
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Nederlandse zakenpartners of klanten uit Nederland zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Nederlands op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Nederlands te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Nederlandstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Nederlands verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Nederlands is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Nederlands online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Nederlands
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Nederlands in Alkmaar ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Nederlands wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Nederlands bevat.
Na afloop van uw cursus Nederlands in Alkmaar ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Nederlands alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Nederlands.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Nederlands in Alkmaar
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als leidraad en helpen de cursist om inzicht te krijgen in de vorderingen in het Nederlands. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Nederlands in Alkmaar ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een hulpmiddel dat de verschillende niveaus van taalvaardigheid omschrijft op een uniforme manier.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK bestempelt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die taalvaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De verschillende niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK bestempelt vijf elementen van taalvaardigheid, namelijk: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige naam wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die taalvaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De verschillende niveaus in taalvaardigheid worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Taalniveau A van het ERK is van toepassing op beginners.
Cursisten die taalniveau B Nederlands beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde, die het Nederlands beheerst als een (bijna) moedertaalspreker.
Cursisten die taalniveau B Nederlands beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Nederlandse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Nederlandse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van een (ver)gevorderde, die het Nederlands beheerst als een (bijna) moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Nederlands)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen (Nederlands) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, zoals een cursus Nederlands in Alkmaar, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Nederlands in Alkmaar zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dat betekent dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall lagere prijzen in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Nederlands in Alkmaar
Contact cursus Nederlands Alkmaar
Wilt u contact voor een cursus Nederlands in Alkmaar? Vraag naar onze mogelijkheden. Stuurt u ons een e-mail via cursus-nederlands-alkmaar@dagnall.nl of vult u het contactformulier op onze website in, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
Bellen kan natuurlijk ook op 085-2737302 (geen menu). U kunt ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een cursus Nederlands in Alkmaar!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
De officiële landcode van Nederland in letters is NLD. De hoofdstad van Nederland; Amsterdam (in vrijwel alle talen eveneens ‘Amsterdam’ geheten), ligt in het noordwesten van Nederland.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Nederland is +31. De officiële internetextensie van Nederland is .nl.
Amsterdam op de kaart van Nederland
Leer Nederland kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Nederland ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies heel snel kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Nederland.
Nederland grenst aan België en Duitsland.
Kunt u alle Nederlandse provincies aanwijzen?
Weet u in welke provincies uw Nederlandstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 12 Nederlandse provincies heel snel kennen.
Controleer uw kennis door met de muis op de kaart van Nederland te gaan staan.
Door met uw muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
De provincies worden na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, daarna de naam van de ingekleurde provincie.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Door met uw muis de op de landkaart van Nederland te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Nederland.
De provincies worden na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de provincies van Nederland, daarna de naam van de ingekleurde provincie.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Nederland.
Nederland in Europa
Provincies van Nederland
Soepele zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen
Zakendoen met Nederland
Wilt u soepel communiceren met Nederlandstaligen?
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of bij een eerste contact.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
De informatie hieronder over Nederland, de Nederlandse cultuur en de Nederlanders, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Nederlanders, bekende Nederlandse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende dingen over Nederland en/of de Nederlandse taal.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of bij een eerste contact.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Nederlands.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Nederlandstaligen maar ook uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Samen eten verbindt mensen.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Nederlandse gerechten en de Nederlandse eetcultuur te leren.
Samen eten verbindt mensen.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Nederlandse cultuur, Nederland en de Nederlanders zal op prijs worden gesteld!
Hoge bomen vangen veel wind
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
In een hoge positie heb je veel verantwoordelijkheid
Je moet het ijzer smeden als het heet is
Je moet op het juiste moment je kans grijpen en dingen doen
Na regen komt zonneschijn
Na een periode van tegenslag, komen betere tijden
Wie A zegt moet ook B zeggen
Als je ergens aan bent begonnen, moet je het ook afmaken
Alhoewel je in Nederland goed kunt eten, is de origineel Nederlandse keuken is niet erg exquise.
Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten.
Verder eten Nederlanders veel brood.
Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden.
Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt.
In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken.
De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm.
Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit.
’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een echt Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep.
Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst.
Samen met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd.
Een Nederlands verschijnsel is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Deze snack wordt dan op straat opgegeten.
Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval.
Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier.
In Nederland zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan.
Zowel zakelijk als privé is het gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt.
Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Aardappelen, groente en vlees of vis zijn traditionele ingrediënten.
Verder eten Nederlanders veel brood.
Het ontbijt bestaat uit brood met boter of margarine met kaas of vlees en diverse zoetigheden.
Naast jam, maar ook appelstroop, pindakaas of hagelslag: de chocoladekorrels die in andere landen als taartgarnering wordt gebruikt.
In het weekend worden ook vaak eieren bij het ontbijt gegeten. Er wordt koffie, thee of melk bij gedronken.
De lunch in Nederland is redelijk vergelijkbaar met het ontbijt, soms aangevuld met wat komkommer of tomaat of een snack.
Om ongeveer 18.00 uur of 19.00 uur eten Nederlanders warm.
Een traditionele Nederlandse avondmaaltijd bestaat uit soep als voorgerecht, gevolgd door gekookte of gebakken aardappelen met één of twee soorten groente en vlees of vis.
Als dessert eten Nederlanders vla, yoghurt, een pudding of fruit.
’s Avonds rond 20.00 uur drinken Nederlanders nog een kopje koffie met een koekje.
Een echt Nederlands gerecht voor de winter is erwtensoep.
Dit is een dikke soep van groene erwten, stukken vlees, knolselderij en rookworst.
Samen met roggebrood en spek is het een volwaardige maaltijd.
Een Nederlands verschijnsel is 'uit de muur eten': je gooit een euro in de automaat en trekt een snack uit een glazen deurtje.
Deze snack wordt dan op straat opgegeten.
Populaire snacks zijn bijvoorbeeld kroketten en frikandellen. Deze worden beide gemaakt van slachtafval.
Hoewel in Nederland ook hier en daar wijn wordt geproduceerd, Nederland is een land van bier.
In Nederland zijn meer dan 500 brouwerijen en veel merken, onder andere Heineken, Grolsch en Hertog Jan.
Een typisch Nederlands destillaat is jenever. Het wordt gestookt van graan.
Zowel zakelijk als privé is het gangbaar om koffie aan te bieden wanneer iemand op bezoek komt.
Hierbij wordt dan vaak een koekje aangeboden.
Nederland is één van ’s werelds grootste producenten van snijbloemen en planten.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Nederland is na de Verenigde Staten de grootste producent van voedsel en de grootste producent van friet, aardappelschijfjes, rösti, champignons en ook aardgas van Europa.
Bekende Nederlanders zijn Rembrandt, Van Gogh en Vermeer, Gerrit Rietveld , Johan Cruijff, Marco van Basten, Ruud Gullit, Mata Hari, Piet Mondriaan, M.C.Escher, Armin van Buren, Freddy Heineken, Anthony Fokker, Michiel Huisman, Famke Janssen en Robin van Persie.
"Nederlandse Kamer van Koophandel
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
De Nederlandse Kamer van Koophandel biedt informatie aan Nederlandse ondernemers die in het buitenland zaken willen doen.
Hollandtradeandinvest.com
Hollandtradeandinvest.com is een portal van de Rijksoverheid met informatie over zakendoen in Nederland.
Netherlands Business Support Offices (NBSO)
De Netherlands Business Support Offices (NBSO) ondersteunt internationale bedrijven die willen ondernemen in Nederland en andersom.
Nederlandse overheid
Informatie van de overheid over wonen, werken of studeren in Nederland.
De regering zetelt in Den Haag, maar de hoofdstad is Amsterdam. Amsterdam is eveneens het commerciële en financiële centrum van Nederland.
"
Oogarts en hoogleraar oogheelkunde Herman Snellen (1834-1908) was de bedenker van de naar hem vernoemde Snellenkaart, met letters als ogentest.
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
Victor HayesM (1941) is een Nederlands ingenieur en staat bekend als de 'vader van Wi-Fi'.
Het bedrijf Philips was in 1963 de uitvinder van het cassettebandje, en in 1982 co-uitvinder van de Compact Disc (CD), de DVD (1995) en de opvolger van de DVD, de Blu-ray schijf.
Elektrotechnicus Jaap Haartsen (1963) vond in 1994 de Bluetooth-technologie uit.
Coenraad Johannes van Houten (1801-1887) vond het bewerken van cacao uit met alkalische zouten om de bittere smaak te verwijderen en de cacaobestanddelen beter wateroplosbaar te maken.
Maurice Gatsonides (1911-1998) was een succesvol Nederlands autocoureur en uitvinder. Hij ontwierp een meter waarmee de snelheid van een rijdende auto kan worden bepaald, de gatsometer. Ook bedacht hij de eerste automatische snelheidsmeter, later bekend als de flitspaal.
De röntgenstraling is ontdekt door de Duits/Nederlandse natuurkundige Wilhelm Conrad Röntgen (1845–1923). In 1901 ontving hij de eerste Nobelprijs voor Natuurkunde.
De ontdekking van de microscoop wordt toegeschreven aan Antoni van Leeuwenhoek (1632-1723).
Dankzij de VOC, kon men vanaf 1602 in Amsterdam terecht voor handel in aandelen en aandelenderivaten, waarmee de aandelenmarkt een feit was. Overigens was de VOC de eerste multinational ter wereld.
De eerste onderzeeboot werd ontworpen rond 1624 door de Nederlandse uitvinder Cornelius Drebbel.
In 1924 kreeg Willem Einthoven de Nobelprijs voor de Fysiologie of Geneeskunde vanwege de uitvinding van het Elektrocardiogram (ECG).
"Integrated Systems Europe is ‘s werelds grootste beurs op het gebied van geavanceerde AV-technologie. De beurs wordt jaarlijks in de RAI in Amsterdam gehouden. Het is zowel een handelsbeurs als een conferentie.
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
De Horecava is een grote jaarlijkse vakbeurs voor de food sector. De beurs is gericht op professionals, niet op consumenten en vindt in Amsterdam plaats.
De Marine Equipment Trade Show is de grootste vakbeurs ter wereld voor de scheepvaartindustrie. Op de beurs zijn machines en systemen voor de zeevaart te zien. De METS is een B2B-vakbeurs en wordt jaarlijks in Amsterdam gehouden.
Plantarium is een grote internationale vakbeurs voor de boomkwekerij. Ook tuin-, balkon- en terrasplantenkwekers komen erop af om te netwerken en de nieuwste ontwikkelingen te bekijken. De beurs vindt jaarlijks plaats in Hazerswoudedorp.
Het Amsterdam Fashion Trade Event, de Modefabriek, is een festival waar ondernemers uit de modewereld bij elkaar komen en elkaar inspireren. De beurs vindt tweemaal per jaar plaats";" in de winter en in de zomer.
De Vakantiebeurs in Utrecht biedt consumenten veel informatie voor hun vakantiebestemming, maar is tevens een ontmoetingsplek voor professionals uit de reisbranche. Ongeveer 15.000 touroperators, agenten en andere professionals uit 120 landen bezoeken de vakantiebeurs. De beurs vindt elk jaar in Utrecht plaats.
"
27 April (Koningsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
5 mei (bevrijdingsdag)
Amsterdam Schiphol Airport verwerkt ruim 71 miljoen passagiers per jaar en is de grootste luchthaven van Nederland en na London Heathrow en Paris Charles de Gaulle, de derde luchthaven van Europa. Vliegbasis Eindhoven wordt jaarlijks door ruim 6 miljoen passagiers gebruikt en als derde Nederlandse luchthaven komt Rotterdam The Hague Airport met 2 miljoen passagiers.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Nederland heeft 3.434 km aan spoorlijnen. De eerste trein in Nederland reed op 20 september 1839 van Amsterdam naar Haarlem; de laatst nieuwste lijn is de Hanzelijn tussen Lelystad en Zwolle, geopend in 2012.
De Nederrijn, de Lek en de Waal zijn de grootste rivieren in Nederland.
Het volkslied van Nederlands is ‘het Wilhelmus’.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood.
Een Prinse van Oranje
ben ik, vrij onverveerd,
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd.
In Godes vrees te leven
heb ik altijd betracht,
daarom ben ik verdreven,
om land, om luid gebracht.
Maar God zal mij regeren
als een goed instrument,
dat ik zal wederkeren
in mijnen regiment.
Lijdt u, mijn onderzaten
die oprecht zijt van aard,
God zal u niet verlaten,
al zijt gij nu bezwaard.
Die vroom begeert te leven,
bidt God nacht ende dag,
dat Hij mij kracht zal geven,
dat ik u helpen mag.
Lijf en goed al te samen
heb ik u niet verschoond,
mijn broeders hoog van namen
hebben ‘t u ook vertoond:
Graaf Adolf is gebleven
in Friesland in den slag,
zijn ziel in ‘t eeuwig leven
verwacht den jongsten dag.
Edel en hooggeboren,
van keizerlijken stam,
een vorst des rijks verkoren,
als een vroom christenman,
voor Godes woord geprezen,
heb ik, vrij onversaagd,
als een held zonder vrezen
mijn edel bloed gewaagd.
Mijn schild ende betrouwen
zijt Gij, o God mijn Heer,
op U zo wil ik bouwen,
Verlaat mij nimmermeer.
Dat ik toch vroom mag blijven,
uw dienaar t’aller stond,
de tirannie verdrijven
die mij mijn hart doorwondt.
Van al die mij bezwaren
en mijn vervolgers zijn,
mijn God, wil doch bewaren
den trouwen dienaar dijn,
dat zij mij niet verrassen
in hunnen bozen moed,
hun handen niet en wassen
in mijn onschuldig bloed.
Als David moeste vluchten
voor Sauel den tiran,
zo heb ik moeten zuchten
als menig edelman.
Maar God heeft hem verheven,
verlost uit alder nood,
een koninkrijk gegeven
in Israël zeer groot.
Na ‘t zuur zal ik ontvangen
van God mijn Heer dat zoet,
daarna zo doet verlangen
mijn vorstelijk gemoed:
dat is, dat ik mag sterven
met eren in dat veld,
een eeuwig rijk verwerven
als een getrouwen held.
Niet doet mij meer erbarmen
in mijnen wederspoed
dan dat men ziet verarmen
des Konings landen goed.
Dat u de Spanjaards krenken,
o edel Neerland zoet,
als ik daaraan gedenke,
mijn edel hart dat bloedt.
Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht,
die, bij Maastricht begraven,
bevreesde mijn geweld;
mijn ruiters zag men draven
zeer moedig door dat veld.
Zo het den wil des Heren
op dien tijd had geweest,
had ik geern willen keren
van u dit zwaar tempeest.
Maar de Heer van hierboven,
die alle ding regeert,
die men altijd moet loven,
en heeft het niet begeerd.
Zeer christlijk was gedreven
mijn prinselijk gemoed,
standvastig is gebleven
mijn hart in tegenspoed.
Den Heer heb ik gebeden
uit mijnes harten grond,
dat Hij mijn zaak wil redden,
mijn onschuld maken kond.
Oorlof, mijn arme schapen
die zijt in groten nood,
uw herder zal niet slapen,
al zijt gij nu verstrooid.
Tot God wilt u begeven,
zijn heilzaam woord neemt aan,
als vrome christen leven,
’t zal hier haast zijn gedaan.
Voor God wil ik belijden
en zijner groten macht,
dat ik tot genen tijden
den Koning heb veracht,
dan dat ik God den Heere,
der hoogsten Majesteit,
heb moeten obediëren
in der gerechtigheid.
Over Nederland
Nederland heeft ruim 17 miljoen inwoners. Nederland is een constitutionele monarchie op basis van een parlementair stelsel. De koning is het staatshoofd; de minister-president is de regeringsleider. Nederland ligt in het noordwesten van Europa en grenst aan de Noordzee, Duitsland en België. Nederland beslaat een oppervlakte van 41.543 vierkante kilometer. Nederland is de 17de grootste economie ter wereld.
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Amsterdam heeft meer dan 800.000 inwoners. Andere belangrijke en grote steden zijn Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven. Nederland telt twaalf provincies, te weten: Drenthe, Flevoland, Friesland (Fryslân), Gelderland, Groningen, Limburg, Noord-Brabant, Noord-Holland, Overijssel, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland.
Vlag van Nederland
Wapen van Nederland
Oorsprong naam Nederland
De naam ‘Nederland’ stamt van het woord neder af, wat refereert aan een geografisch lager liggend gebied; “De Lage Landen”.
Kenmerkend voor Nederland
Sinds jaar en dag bekend om klompen, tulpen, kaas, molens, stroopwafels en fietsen. De Amsterdamse grachten staan op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Nederland is wereldwijd beroemd om de strijd tegen het water,
nodig door de ligging (grotendeels) onder de zeespiegel. In de provincie Zeeland is dit goed te zien aan de Deltawerken. Nederland heeft eveneens grote stukken land ingepolderd en zelfs een extra provincie gecreëerd (Flevoland). Hollandse Meesters zijn wereldberoemde schilders voor wie veel mensen naar Nederland komen. Schilders als Rembrandt, Van Gogh, Vermeer, maar ook Rietveld en Mondriaan.
[ Lees meer ]
Nederland - valuta
Munteenheid van Nederland
De munteenheid van Nederland is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Nederlandse euromunt.
De Nederlandse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Nederlandse Centrale Bank DNB (De Nederlandsche Bank) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Nederlands
Nederland - handel en toerisme
Nederlandse Kamer van Koophandel - KVK
De Kamer van Koophandel van Nederland, afkorting: KVK) bevindt zich in Utrecht.
De website van de Kamer van Koophandel van Nederland is www.kvk.nl.
Het adres van de Nederlandse Kamer van Koophandel is: KVK, Sint Jacobsstraat 300, 3511 BT Utrecht. Het telefoonnummer is 088 585 1585.
Toeristenorganisatie van Nederland
De toeristenorganisatie van Nederland is de Netherlands Board of Tourism & Conventions (NBTC), is gevestigd in Den Haag, en de slogan luidt: “Your Official Guide for Visiting Holland”. De website van de Nederlandse toeristenorganisatie is www.holland.com. Het adres van de Nederlandse Toeristenorganisatie is Prinses Catharina-Amaliastraat 5, 2496 XD Den Haag. Het telefoonnummer is 070 370 5705.
NETHERLANDS BOARD OF TOURISM & CONVENTIONS
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Prinses Catharina-Amaliastraat 5
2496 XD Den Haag
NETHERLANDS
https://www.holland.com
Over de Nederlanders
Als blijk van hartelijkheid, geven de Nederlanders elkaar drie zoenen op de wangen wanneer ze elkaar begroeten. Mannen kussen elkaar bij uitzondering. Meestal geven ze elkaar een vrij stevige hand. Nederland is plat en klein: een ideaal fietslandje. In Nederland is de fiets een erg normaal vervoermiddel. In steden zie je moeders of vaders met bakfietsen of een fiets met een karretje, waarin de kinderen naar het dagverblijf worden gebracht.
Een helm wordt vaker niet dan wel gedragen. Veel Nederlandse woningen zijn van een type ‘doorzonwoning’. Dit zijn huizen met grote vensters aan de voorkant en de achterkant, waardoor de zon de kamer in kan schijnen. De gordijnen houden Nederlanders het liefst open, zodat hij kan zien wat buiten gebeurt. Elke passant kan ook precies zien wat zich binnen afspeelt. Nederlanders vieren verjaardagen, ook op volwassen leeftijd.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Nederlands staat voor kennen (kennis hebben) alsook nadruk op kunnen (kunnen handelen). Door het accent te verleggen van het kennen naar het kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de cursus Nederlands in Alkmaar de opgedane kennis beter toepassen.
Voor u het weet, voelt u zich vertrouwd met de Nederlandse taal. Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Nederlands tot leven!
Over de Nederlandse taal
Het Nederlands is onderdeel van de West-Germaanse taalfamilie. Tussen 300 en 800 n.Chr. ontstond het Nederfrankisch uit het West-Germaans, wat de basis zou worden van wat nu Nederlands is.
Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt door ongeveer 25 miljoen mensen gesproken in
Het moderne Nederlands is ontstaan uit het Nieuwnederlands (na 1500 n.Chr.). het Nieuwnederlands kwam weer voort uit het Middelnederlands of Diets. Dit werd gesproken in de periode 1170-1500 n.Chr. De Nederlandse taal wordt door ongeveer 25 miljoen mensen gesproken in
Nederland, België, Suriname, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten en Caribisch Nederland en in een stukje van Noordwest-Frankrijk. Door een klein groepje oudere mensen in Indonesië wordt ook nog Nederlands gesproken. Daarnaast wordt nog Nederlands gesproken onder immigranten in de Verenigde Staten, Canada en Australië. Nederlands is de officiële taal van Nederland en Suriname. Het is eveneens een officiële taal van België, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.
[ Lees meer ]
Nederlandse klank en uitspraak
De klank van de Nederlandse taal
De uitspraak van het Nederlands is voor anderstaligen lastig. Een struikelblok zijn de tweeklanken: ‘eu’, ‘ei’, ‘ie’, ‘ij’, ‘au’, ‘ou’, ‘oe’, ‘ui’ en ‘uu’. Met name de ‘ui’-klank is lastig; het is een klank die maar in weinig andere talen voorkomt.
De uitspraak van het Nederlands
Alsof het nog niet genoeg is, kent het Nederlands eveneens drieklanken, waarbij de klank glijdend overgaat van de begin- naar de eindklank. Denk aan: eeuw, ieuw, ei, aai en oi.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Nederlands alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /aː/ |
B | bay | /beː/ |
C | say | /seː/ |
D | day | /deː/ |
E | ay | /eː/ |
F | ef | /ɛf/ |
G | khay | /geː/ |
H | hah | /ɦaː/ |
I | ee | /i/ |
J | yaya | /jeː/ |
K | kah | /kaː/ |
L | el | /ɛɫ/ |
M | em | /ɛm/ |
N | en | /ɛn/ |
O | oa | /oː/ |
P | pay | /peː/ |
Q | kuw | /ky/ |
R | her | /ɛɾ/ |
S | es | /ɛs/ |
T | tay | /teː/ |
U | uw | /y/ |
V | fay | /veː/ |
W | way | /ʋeː/ |
X | ix | /ɪks/ |
Y | ehy | /ɛɪ/ |
Z | zet | /zɛt/ |
SPELLING
WOORD
A | Anton, Anna |
B | Bernard |
C | Cornelis |
D | Dirk |
E | Eduard |
F | Ferdinand |
G | Gerard |
H | Hendrik |
I | Isaäk |
J | Jan |
K | Karel |
L | Lodewijk |
M | Maria |
N | Nico |
O | Otto |
P | Pieter |
Q | Quotiënt |
R | Rudolf |
S | Simon |
T | Teunis |
U | Utrecht |
V | Victor |
W | Willem |
X | Xantippe |
Y | Ypsilon |
Z | Zaandam |
Speciale tekens
@ | apestaartje |
# | hekje |
NAAMVALLEN
Naamwoorden, zoals huis, mens of ijdelheid konden in het Nederlands in vroeger tijden ook naamvallen hebben die de grammaticale functie in de zin aangaven. Er waren oorspronkelijk vier naamvallen: de nominatief voor het onderwerp, de genitief die een bezitsvorm aanduidde, de datief die aangaf dat er sprake was van een meewerkend voorwerp (met aan of voor) en de accusatief, die aangaf dat het om een lijdend voorwerp ging. Restanten van deze naamvallen zijn nog te vinden in woorden als ’s ochtends (des ochtends; “in de ochtend”), ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”) en ’s-Gravenhage (des graven haghe; het omhaagde terrein van de graaf”). Hetzelfde geldt voor achternamen: Jan van den Berg. Ook vormen als de heer des huizes laten een tweede naamval; een genitief, zien.
De naamvallen bij zelfstandige naamwoorden zijn in het hedendaagse Nederlands verdwenen. Ze kwamen in de negentiende en begin twintigste eeuw nog wel voor in de schrijftaal, maar in 1947 werd er een spellingswet ingevoerd waarin deze naamvallen niet langer voorkwamen. Wel gebruiken we nog naamvallen bij persoonlijke voornaamwoorden. Ik is onderwerp, mijn bezit, mij (‘aan mij’) is een meewerkend voorwerp en mij lijdend voorwerp. Ook zijn er nog bepaalde voorzetselcombinaties waarin de naamval is terug te vinden. Denk aan te allen tijde, op den duur of dezer dagen. Enig bewustzijn van zo’n fenomeen als oude naamvallen is handig. Het helpt om naamvallen in andere talen gemakkelijker te begrijpen.
Bijzonderheden van de Nederlandse taal
Bijzonder aan het Nederlands is de uitspraak, met de harde g en de afwijkende ui en eu-klanken. Nederlanders hebben de neiging om veel dingen te verkleinen: kopje, lepeltje, schoteltje, waarschijnlijk omdat dit gezellig klinkt.
De Nederlandse taal bevat nog sporen van naamvallen in woorden als ’s ochtends (des ochtends) en ’s-Hertogenbosch (des hertogen bosch; “het bos van de hertog”).
De Nederlandse taal leren en de Nederlandse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Nederlandse alfabet
Het Nederlandse alfabet bestaat uit 26 letters, net zoveel als bijvoorbeeld in het Engels en het Frans.
Afwijkende leestekens in het Nederlands
In het Nederlands worden in Kamerstukken zogenaamde guillemets gebruikt om een citaat aan te geven. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Een Nederlands synoniem voor het woord guillemet is ‘ganzenvoetje’.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Nederlandse kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. NRC Handelsblad is een bekende (online) krant in het Nederlands en Nu.nl een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Nederlandse radio. NPO 3 FM is de bekendste Nederlandse publieke radiozender en Radio 538 de bekendste Nederlandse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Nederlandse muziek |
5 | Lees Nederlandstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Nederlandse taal |
7 | Luister naar podcasts van Nederlandstaligen |
8 | Kijk Nederlandse televisieprogramma’s en films. NPO is de bekendste publieke televisieomroep en RTL en Talpa TV zijn de bekendste commerciële televisieomroepen in Nederland |
9 | Bekijk Nederlandse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Nederlandse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Nederlandse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Nederlandse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Nederlands
Woordjes zonder betekenis, het Nederlands kent ze ook. Het Nederlands kent bijvoorbeeld het vragende ‘hè’ na een zin of zinsdeel: “Lekker weertje, hè?” Veel Nederlanders gebruiken ook stopwoorden als ze Engels praten. Bijvoorbeeld Floortje Dessing: “It is quite lonely here, hè?” De functie van het stopwoord ‘hè’ is om bevestiging vragen: “Vind je ook niet?”
Aan het begin van een Nederlandse zin hoor je vaak: ‘Nou,…’ of ‘Nou kijk,…’, ‘Nou ja,…’.
De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. De spreker neemt een korte denkpauze en gebruikt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ zegt in een paar zinnen.
De spreker heeft een aanloopje nodig om de boodschap mede te delen. Middenin een betoog gebeurt hetzelfde. De spreker neemt een korte denkpauze en gebruikt een paar woorden zonder betekenis. Elke Nederlander kent ze, en vrijwel alle Nederlanders gebruiken ze. De woorden ‘zeg maar’, ‘ik bedoel’, ‘als het ware’ of ‘weet je wel’. Tel voor de grap eens de keren dat iemand ‘eigenlijk’ of ‘inderdaad’ of ‘ook’ zegt in een paar zinnen.
[ Lees meer ]
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Nederlandse leenwoorden in het Engels zijn: ‘baas’ (boss), ‘bluf’ (bluff), ‘koekje’ (cookie) en ‘vrolijk’ (frolic), in het Duits: ‘anchovis’ (Anschovis), ‘garnaal’ (Garnele) en ‘haai’ en in het Frans: ‘bier’ (bière), ‘haven’ en ‘kajuit’.
Nederlandse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in de Nederlandse taal uit het Engels zijn: ‘album’, ‘bingo’, ‘film’ en ‘foto’, uit het Duits: ‘delicatessen’, ‘föhn’, ‘ordner’ en ‘spieken’ en uit het Frans ‘ballon’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘etage’ en ‘horloge’.
Nederlandse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Nederlandstalige media
Nederlandstalige media bekijken, lezen en/of beluisteren is zeer doeltreffend om uw kennis van het Nederlands te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van de Nederlandse taal op.
Nederlandse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Nederlands, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze veel Nederlandse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NRC Handelsblad
De meest gelezen kwaliteitskrant van Nederland is NRC Handelsblad. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NRC Handelsblad klikken om deze krant direct te lezen.
NU.nl
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Nederlandse online nieuwsportal is NU.nl.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van NU.nl klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Nederland direct te kunnen lezen.
Nederlandstalige radio luisteren
NPO 3 FM
Het station NPO 3 FM is het bekendste publieke Nederlandse radiostation.
Door op het logo op het linker computerscherm hierboven te klikken, kunt u live naar dit Nederlandse publieke radiostation luisteren.
Radio 538
De radiozender Radio 538 is de meest bekende commerciële radiozender in Nederland. Klik op het logo op het rechter beeldscherm hierboven en luister direct live naar dit Nederlandstalige commerciële radiostation.
Nederlandstalige televisie kijken
NPO
Uw favoriete televisieprogramma of serie met Nederlandse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar al snel zult u merken dat dit heel leuk en leerzaam is.
NPO is de publieke Nederlandse televisieomroep.
RTL & SBS
De omroepen RTL en SBS zijn de meest populaire commerciële Nederlandse televisieomroepen.
Deze Nederlandse televisiezenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Alkmaar
U kunt de cursus Nederlands in Alkmaar op uw locatie volgen of in Alkmaar, bijvoorbeeld in het pand van Easy Offices in Alkmaar Centrum aan de Van der Kaaijstraat 64 in Alkmaar. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen Nederlands in bijvoorbeeld Alkmaar bij Golden Tulip Hotel Alkmaar aan de Arcadialaan 6, bij Van der Valk Hotel Akersloot aan de Geesterweg 1A in Akersloot en bij Fletcher Hotel Heiloo aan de Kennemerstraatweg 425 in Heiloo.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Alkmaar kan bijvoorbeeld bij Taqa Theater De Vest op Canadaplein 2 of bij TWO70 aan de Westerweg 270.
Alkmaar - geschiedenis
De stad Alkmaar is bewoond sinds de Middeleeuwen. Eerst was Alkmaar een agrarische nederzetting. In het jaar 1063 wordt de naam ‘Alkmaar’ voor het eerst in een oorkonde genoemd met betrekking tot de kapel van Alkmaar.
De naam ‘Alkmare’ (maar ook Allecmere of Alcmere) is een verbastering van het Oudnederlandse woord mere, wat ‘meer’ of ‘moeras’ betekent en alk uit de Dietse taal, wat ‘moeras’ of ‘tempel’ betekent.
Alkmaar - nu
Alkmaar ligt in de streek Kennemerland en een stukje van het Alkmaarse buitengebied valt binnen de Westfriese Omringdijk. Dit gebied valt onder West-Friesland. Plaatsen in de buurt van de stad Alkmaar zijn Bergen, Bergen aan Zee, Broek op
Langedijk, Egmond aan Zee, Heerhugowaard, Heiloo, Limmen en Schoorl. Alkmaar ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Alkmaar telt ongeveer 109.000 inwoners.
Vlag gemeente Alkmaar
Wapen gemeente Alkmaar
Inwoners
Een inwoner van Alkmaar wordt een ‘Alkmaarder’ genoemd, maar de bijnaam is kaaskop.
Bekende Alkmaarders zijn Karin Bloemen, Marco Borsato, Rudi Carrell, Angela Groothuizen, Sophie Hilbrand, Gerard Joling en Irene Moors.
Iets wat uit Alkmaar komt, wordt ‘Alkmaars’ of ‘Alkmaarder’ genoemd.
Bekende Alkmaarders zijn Karin Bloemen, Marco Borsato, Rudi Carrell, Angela Groothuizen, Sophie Hilbrand, Gerard Joling en Irene Moors.
Iets wat uit Alkmaar komt, wordt ‘Alkmaars’ of ‘Alkmaarder’ genoemd.
Maar met Alkmaars Goud wordt ‘kaas’ bedoeld, namelijk ‘De Alkmaarder’. Alkmaar kreeg stadsrechten in 1254 en is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Schermer en Graft-De Rijp, Oudorp en een deel van Koedijk deel van uitmaken.
Alkmaar - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Alkmaar zijn Bath in het Verenigd Koninkrijk, Darmstadt in Duitsland, Troyes in Frankrijk, Tata in Hongarije, Bergama in Turkije en Uitenhage in Zuid-Afrika.
Hoger onderwijs
Hogescholen in Alkmaar zijn InHolland en de iPabo. Er zijn geen universiteiten gevestigd in Alkmaar.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Alkmaars
Denk je aan Alkmaar, dan denk je aan de kaasmarkt, die al eeuwenlang op het Waagplein plaatsvindt. De oude binnenstad van Alkmaar is beschermd stadsgezicht; er zijn hofjes, grachten en musea.
Ieder jaar wordt op 8 oktober het Alkmaars Ontzet gevierd; het einde van het Beleg van Alkmaar in 1573.
Alkmaar fungeert als winkelstad voor de wijde omgeving. Alkmaar is zelfs de op vier na grootste winkelstad van Nederland als het gaat om diversiteit aan winkels.
Ieder jaar wordt op 8 oktober het Alkmaars Ontzet gevierd; het einde van het Beleg van Alkmaar in 1573.
Alkmaar fungeert als winkelstad voor de wijde omgeving. Alkmaar is zelfs de op vier na grootste winkelstad van Nederland als het gaat om diversiteit aan winkels.
Alkmaar is een toeristische stad vanwege de markten. Alkmaar is ook de thuisbasis van de voetbalclub AZ.
Minder bekend is dat de naam ‘Alkmaer’ op de Parijse Arc de Triomphe in marmer staat gebeiteld. Dit werd gedaan door de Fransen, nadat zij in het jaar 1799 de Russen en de Engelsen verslagen hadden bij de ‘Slag bij Alkmaer’.
Alkmaar - minder bekend
Minder bekend is dat de naam ‘Alkmaer’ op de Parijse Arc de Triomphe in marmer staat gebeiteld. Dit werd gedaan door de Fransen, nadat zij in het jaar 1799 de Russen en de Engelsen verslagen hadden bij de ‘Slag bij Alkmaer’.
Alkmaars dialect en accent
Het Allekmaars wordt in het noorden van Noord-Holland en ook op Texel gesproken. Het West-Fries is geen homogeen dialect: er is oostelijk West-Fries en westelijk West-Fries; land-West-Fries en eiland-West-Fries.
In Alkmaar zelf wordt niet veel dialect gesproken, maar wel in de dorpen eromheen. In Alkmaar zelf kun je wel een Alkmaars accent horen.
Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen. Sommige klinkers wijken van het Standaardnederlands af:
In Alkmaar zelf wordt niet veel dialect gesproken, maar wel in de dorpen eromheen. In Alkmaar zelf kun je wel een Alkmaars accent horen.
Kenmerkend voor de West-Friese dialecten is dat voltooid deelwoorden geen ge- krijgen. Sommige klinkers wijken van het Standaardnederlands af:
‘a’ wordt e (‘karmis’), ‘aa’ wordt ee of ei (skeip voor ‘schaap’) en ‘ij’ klinkt als ai of oi; de sch- wordt sk-. Het Alkmaarse accent klinkt nasaal.
Nôh is een typisch Alkmaarse uitroep en na bijna elke zin hoor je dènk. Een ‘schuurtje’ is een boetje en glop betekent ‘steeg’. Dit komt terug in straatnamen: Wijde Glop, Kleine Glop, Payglop (papenglop).
Een West-Fries gezegde: Louf ken lang an: “Als je moe bent, kun je best nog even doorwerken”.
Nôh is een typisch Alkmaarse uitroep en na bijna elke zin hoor je dènk. Een ‘schuurtje’ is een boetje en glop betekent ‘steeg’. Dit komt terug in straatnamen: Wijde Glop, Kleine Glop, Payglop (papenglop).
Een West-Fries gezegde: Louf ken lang an: “Als je moe bent, kun je best nog even doorwerken”.
“AlKmaAr prAchtStad”
Alkmaar - zakelijk
De gemeente Alkmaar
Het netnummer van Alkmaar is 072.
Het postcodegebied van Alkmaar is 1800 - 1827.
Het adres van het gemeentehuis van Alkmaar is Mallegatsplein 10, 1815 AG in Alkmaar.
De website van de gemeente Alkmaar is Alkmaar.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Alkmaar is 14 072.
Zakendoen in Alkmaar
Voor Alkmaarse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Alkmaar is KVK-kantoor Alkmaar.
Alkmaar - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Alkmaar op bedrijventerrein FloraHolland, bedrijventerrein Green Park Aalsmeer of op bedrijventerrein Hornmeer.
In Alkmaar bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Albé, Boehringer Ingelheim Nederland, Clafis, DEKRA Automotive, Derco, Egmond Plastic, Eriks, Germefa, G.P. Groot, HVC Groep, NICE, Oilily, Pilkes, Plymovent, Ravo Benelux (Mathieu, Ravo, Scarab), Rock Solid, RSU-Motorsport (Brembo, Feredo), Safran, Schoonmaakbedrijf Victoria, Sortiva, Distributiecentrum Starflor, Tebulo Engineering,
In Alkmaar bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Albé, Boehringer Ingelheim Nederland, Clafis, DEKRA Automotive, Derco, Egmond Plastic, Eriks, Germefa, G.P. Groot, HVC Groep, NICE, Oilily, Pilkes, Plymovent, Ravo Benelux (Mathieu, Ravo, Scarab), Rock Solid, RSU-Motorsport (Brembo, Feredo), Safran, Schoonmaakbedrijf Victoria, Sortiva, Distributiecentrum Starflor, Tebulo Engineering,
Triumph Motorcycles, Vacanceselect, Vomar, Weel Caravans Alkmaar (Eldiss, Shadowline), De Winter’s Banketbakkerij, Xelvin, Winder Limmen, De Aviateur Banketbakkerijen in Broek op Langedijk, Burg Azijn en Siroop in Heerhugowaard, Dobla in Heerhugowaard, Lagosse Chocolaterie in Heerhugowaard, Rijkenberg Chocolade- en Suikerwerken in Heerhugowaard, Exellent Food & Snacks in Oudkarspel, Royal T-Stick Europe in Oudkarspel en Kramer Zuurkool in Zuid-Scharwoude.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Alkmaars nieuws
Het Alkmaarse nieuwsportaal is Alkmaar Centraal en Alkmaarse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Alkmaar kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Alkmaar kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Alkmaarders en ondernemingen in Alkmaar kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Alkmaars Dagblad en het Noordhollands Dagblad - Regio Alkmaar.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Alkmaar
Cultuur
Wilt u uw internationale zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw zakenrelatie, kunt u in Alkmaar een bezoek brengen aan het Beatles Museum, aan het Nationaal Biermuseum De Boom, aan het Hollands Kaas Museum, aan het Regionaal Archief Alkmaar of aan Stedelijk Museum Alkmaar.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw internationale zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Alkmaarse voetbalclub AZ, Alcmaria Victrix of Alkmaarsche Boys meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Alkmaar kunt u terecht bij LTC De Zes Wielen, bij Tennisvereniging De Hout, bij T.C. Alkmaar of bij T.P.C. Daalmeer.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Nederlands in Alkmaar tijd voor wat ontspanning?
Om een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfbaan Sluispolder in Alkmaar. Golfbaan Sluispolder is gelegen aan de Sluispolderweg 7 in Alkmaar. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 072-515 68 07. De website van de golfbaan is www.sluispolder.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij restaurant ’t Sluisje.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Nederland en van Alkmaar die eveneens op Youtube staan.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland en Alkmaar op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje af te spelen.
Onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Nederland en Alkmaar op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Nederland en Alkmaar te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Nederlandse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Nederlandstaligen.
Promovideo Nederland
Promovideo Alkmaar
Google Maps Nederland
Google Maps Alkmaar
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Nederland
Nederlands nieuws en Alkmaars nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Nederland en Alkmaar uit verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Alkmaars nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig
Het eerste blokje is Nederlands nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Nederland in het Engels.
Het derde blokje is Alkmaars nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u Nederlands wilt leren, is het altijd prettig
en handig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Nederland speelt.
Daarnaast kan het leerzaam zijn om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast kan het leerzaam zijn om Nederlands nieuws in de Nederlandse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Nederlandse woordenschat met actuele Nederlandse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Nederland
- Chinese kritiek op Nederland om exportbeperkingen ASML - NOS
- Opinie | Nederland moet Taiwans deelname aan de VN steunen - NRC
- ECB gaat rente waarschijnlijk weer verlagen, slecht nieuws voor Nederland - BNR Nieuws
- In diepste geheim bood Nederland onderdak aan oppositieleider Venezuela - RTL.nl
- Out of office: Nederland is een di-do-economie geworden. Beter? - de Volkskrant
- Nederlandse plofkraakbende opgerold: vele tonnen buit na serie explosies in Frankrijk, Duitsland en Zwitserland - Telegraaf.nl
- Nederland breidt exportregels voor ASML's lithografiemachines uit - IT Pro - Nieuws - Tweakers
- Grootste warmtepomp van Nederland geopend. Een goed alternatief voor de individuele variant? - Nederlands Dagblad
- Wilders ontmoet Zelensky, gesprek over 'vreselijke oorlog' en corruptie - NOS
Nieuws uit Alkmaar
- Zwaar vuurwerk gevonden in woning Alkmaar na aanhouding gewapende man - NOS
- Vuurwerk onschadelijk gemaakt, bewoners van ontruimd huizenblok Alkmaar weer naar huis - NH Nieuws
- Politie ontruimt 15 woningen na vondst vuurwerk - AD
- Oud-jeugdspelers AZ herkennen zich niet in het Alkmaarse 'strafkamp': "Schei uit" - NH Nieuws
- ‘Dank je wel, Kristen. We houden van je!’ AZ-fans zetten jarige legende Nygaard (75) in het zonnetje - Noordhollands Dagblad
- Riechedly Bazoer vertrekt na Nederlandse transferdeadline bij AZ - UtrechtFans.nl
- Patrick van Mil benoemd tot ‘Ridder’ - Rodi.nl
- Minstens tien rommelmarkten op één dag in Alkmaar, is dat niet wat te veel? ‘Langs drie op één dag is wel echt de max’ - Noordhollands Dagblad
- Brand in appartement Heerhugowaard, verdachte aangehouden - Streekstad Centraal
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Duits
Cursus Frans
Cursus Spaans
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall biedt onder andere maatwerk cursussen Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans aan in Alkmaar.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen standaard aanbiedt naast Nederlands in Alkmaar.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen standaard aanbiedt naast Nederlands in Alkmaar.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Nederlands
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Alkmaar en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Nederlands
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten