Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van hun medewerkers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Weert.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Weert aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen Frans zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Weert. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Talen zet daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Weert.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Weert) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaldocenten Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Weert. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Ons taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Weert worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Weert en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook zijn individuele taalcursussen ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het belangrijkste voordeel van groepscursussen Frans is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in een groep worden geoefend doordat er geen interactie is met andere lerenden.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan deels ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Franse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Opschrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerende zou weliswaar leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan studenten aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studentenn. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar Frankrijk en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student van essentieel belang. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie docent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd.
Populariteit
De expertise van de trainer-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de taallessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een radicale wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer Scott Thornbury ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Op deze manier is de les Frans niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor tijdens de les wordt behandeld.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Dat de lessen in het Frans gegeven werden, was eveneens nieuw. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief eveneens veel minder aandacht aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met de Directe Methode onvoldoende uitgedaagd. Omdat deze methode uitgaat van een dynamische inzet van de kant van de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. De docent Frans is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van het Frans ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Franse taal volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker Frans). De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldspreker iets minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheid Frans van de student. De software controleert de Franse spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in het gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Velen ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan docenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of wat extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het nadeel van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnetjes maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op een efficiënte manier en de methode is ook heel toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursus Frans niet voorziet in schrijfvaardigheid. Er is ook geen echte interactie, omdat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer Frans om de student te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Franse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Opschrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerende zou weliswaar leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan studenten aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studentenn. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar Frankrijk en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student van essentieel belang. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie docent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd.
Populariteit
De expertise van de trainer-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de taallessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een radicale wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer Scott Thornbury ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Op deze manier is de les Frans niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor tijdens de les wordt behandeld.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Dat de lessen in het Frans gegeven werden, was eveneens nieuw. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief eveneens veel minder aandacht aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met de Directe Methode onvoldoende uitgedaagd. Omdat deze methode uitgaat van een dynamische inzet van de kant van de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. De docent Frans is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van het Frans ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Franse taal volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Weert.
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Weert op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar nadat de training Frans in Weert is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Weert, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de ondergang van het Romeinse Rijk.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een Franse auto! Jarenlang was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van het Nederlands heeft de Franse taal een hele andere uitspraak. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit fenomeen wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Deze verbinding gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
De Franse taal gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens worden in de Franse taal voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; opvulwoorden of stopwoordjes. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoord ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit de Franse taal. Het woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De zender FIP is het meest populaire Franse publieke radiostation.
Als u op het linker beeldscherm hierboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franstalige radiozender luisteren.
Het station NRJ is het meest bekende commerciële radiostation in Frankrijk. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om live te luisteren naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Favoriete televisieprogramma’s en series in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst misschien even wennen, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
De omroep TF1 is de meest bekende Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse televisiezenders kunnen middels internet, kabel, satelliet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De gemeente Weert omvat eveneens Altweerterheide, Laar, Stramproy, Swartbroek en Tungelroy.
De partnersteden van Weert is Sint-Truiden in België en Hangzhou in China.
In Weert bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Minder bekend is, is dat de Limburgse vlaaien zijn te danken aan Antje van de statie (‘van het station‘). Antje van de statie was een Weertse die haar vlaaien verkocht aan reizigers op het station van Weert.
Het netnummer van Weert is 0495.
Het postcodegebied van Weert is 6000 - 6006.
Het adres van het gemeentehuis van Weert is Wilhelminasingel 101, 6001 GS in Weert.
De website van de gemeente Weert is Weert.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Weert is 0495 575000.
Voor Weerter ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Weert is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Weert is KVK-kantoor Roermond.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Weert laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Weert een bezoek brengen aan Museum W.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Weerter voetbalclub SV Laar, MMC Weert, FC Oda of Wilhelmina ’08 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Weert kunt u terecht bij TC Weert, bij TC Weert-Oost, bij TC Boshoven of bij Ray Prickers.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Weert of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Crossmoor in Weert. De adresgegevens van Golfbaan Crossmoor zijn Laurabosweg 8, 6006 VR in Weert. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0495-51 84 38. De website van Golfbaan Crossmoor is www.crossmoor.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de Golfclub, telefoonnummer 0495-51 84 38.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Weert van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties die investeren in de taalopleiding van hun medewerkers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Weert.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben een eigen taalgebruik en hanteren eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Weert aan in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op precies de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Behalve de algemene taaltaalcursussen Frans zijn organisaties vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Weert. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Talen zet daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengt Dagnall Talen u met grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Weert.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Wij stellen uw wensen en leerdoelen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemers aan met de contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen Frans evalueert de trainer de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kunnen de doelstellingen worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
U ontvangt een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De cursisten ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Weert
Dagnall Talen is actief sinds 1982 en verzorgt sindsdien taalcursussen Frans op maat zakelijk in Weert en omliggende plaatsen voor bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall Taleninstituut werkt met ervaren en kundige trainers Frans die veel ervaring hebben op het gebied van taal en in Midden-Limburg een aanmerkelijk aantal trainingen Frans zakelijk hebben verzorgd.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Weert. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Talen voor het meeste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Weert sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Frans) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel organisaties gemeengoed.
Medewerkers zonder of met beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk graag hun ambitie op hun werkgebied verwezenlijken. Een investering in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Weert naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Weert) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo prettig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (met 2 cursisten), groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige manier van werken wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Weert. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Frans leren in Weert bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Weert worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Weert
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Weert en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden speciaal samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook zijn individuele taalcursussen ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van groepscursussen Frans is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van elkaars foutjes en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor de deelnemers groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de docent worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in een groep worden geoefend doordat er geen interactie is met andere lerenden.
Ook is het niet mogelijk om van de foutjes van anderen te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Dit kan deels ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Taleninstituut verzorgt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom bieden wij de taaltrainingen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Uiteraard is een combinatie van deze trainingen eveneens mogelijk.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Franse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Opschrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerende zou weliswaar leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan studenten aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studentenn. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar Frankrijk en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student van essentieel belang. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie docent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd.
Populariteit
De expertise van de trainer-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de taallessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een radicale wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer Scott Thornbury ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Op deze manier is de les Frans niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor tijdens de les wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Dat de lessen in het Frans gegeven werden, was eveneens nieuw. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief eveneens veel minder aandacht aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met de Directe Methode onvoldoende uitgedaagd. Omdat deze methode uitgaat van een dynamische inzet van de kant van de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. De docent Frans is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van het Frans ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Franse taal volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een native speaker (moedertaalspreker Frans). De uitspraak kan worden verbeterd door de voorbeeldspreker iets minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheid Frans van de student. De software controleert de Franse spelling en grammatica en wijst op fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten van de studenten te verbeteren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten toegepast en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is zeer makkelijk in het gebruik en de student kan de methode op ieder moment gebruiken. Welke onderdelen van de leermethode wat meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Velen ervaren het als plezierig om met de methodiek te werken. Bij een gebrek aan docenten kan de Rosetta Stone-methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of wat extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. De Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder meer in Amerika worden de Pimsleur taalcursussen gebruikt en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken in een normaal tempo.
Het feit dat er niets wordt uitgelegd, is het nadeel van de metodhiek. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerkstudenten hoeven niet uit het hoofd te leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnetjes maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De studenten die wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op een efficiënte manier en de methode is ook heel toegankelijk. Een nadeel van de methode is dat deze cursus Frans niet voorziet in schrijfvaardigheid. Er is ook geen echte interactie, omdat de leermethode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door polyglot en schrijver Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende besteedt ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen taaltrainer Frans om de student te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd aan de hand van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren verstaan en spreken, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een zin 10 maal herhalen en daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de betekenisloze driloefeningen. Het kwam wel eens voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruiken ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar het merendeel van docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. De methode is docentgestuurd waardoor deze een efficiënte en snelle overdracht van kennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; eigen inbreng wordt niet van de studenten verlangd. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method stellen dat deze woorden of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden als deze kennis van betekenis en relevant is voor de lerende. Voor Franse woorden die betekenisvol en relevant zijn voor de lerende, kan deze GoldList-methode goed functioneren.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Opschrijven werkt effectiever dan typen of, behoorlijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven woordenlijsten moeten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans aan te leren. Zo leert men onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de studenten worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een heel effectieve leermethode kan zijn. Doordat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De leermethode is vooral gericht op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerende zou weliswaar leren om te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het draait om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties worden in reële situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen aan studenten aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (de luistervaardigheden en de spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; de leesvaardigheden en de schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor die situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. De methodiek is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond een grotere vraag aan het leren van vreemde talen op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en van de lerenden vereist het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een methode waarbij de grammatica in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het belangrijkste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces voor de studentenn. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling en later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is te reizen naar Frankrijk en daar bijvoorbeeld te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle studenten hebben de conditie om deze wijze van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Hiervoor zijn een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student van essentieel belang. Dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is, is de voorwaarde hiervoor. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. De studenten zaten in comfortabele stoelen in de les die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek in de klas gedraaid. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor een aantal mensen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie docent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als een counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de studenten de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in de moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van zinvolle gesprekken. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd.
Populariteit
De expertise van de trainer-counselor is sterk van invloed op het succes van CLL. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. CLL is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Door deze methode worden studenten zich zo veel bewuster van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren om als een team samen te werken. Het bespreken door de foutjes en het evalueren van de taallessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor genoeg input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat geschonken die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een radicale wending in de manier waarop taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. De studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige leermethode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De principes van Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig onderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een vreemde taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat volledig nieuw was. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
De seriemethode heeft echter als nadeel dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten net boven het taalniveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf het begin van de jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de studenten aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer Scott Thornbury ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strenge regels (10 dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische items gaan. Hierbij draait het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen docent en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Dat de studenten verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Op deze manier is de les Frans niet voorspelbaar. Het zorgt voor spontane communicatie en voorkomt verveling. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is zo goed als alles bespreekbaar. Op deze manier blijven de studenten alert en betrokken.
Als ze zo weinig door de docent begeleid worden, kunnen studenten zich echter wel iets minder op hun gemak voelen. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een minpunt kan zijn dat studenten zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor tijdens de les wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA hanteert daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA-benadering heeft overeenkomsten met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode zogenaamde van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-methode wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden haalbare doelen alsook een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige methode: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerende gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Veel leerboeken zijn voor deze leermethode geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende teksten. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, omdat fysieke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een andere grond waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van deze techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; in een later stadium geven de lerenden de opdrachten. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe voor alle doelgroepen geschikt, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en deze leermethode kan ook in iets grotere klassen worden gebruikt. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het nadeel van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarbij een andere leermethode nodig. Ook is de leermethodiek niet erg creatief. Studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er ontstond binnen het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica vooral inductief werd onderwezen, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Dat de lessen in het Frans gegeven werden, was eveneens nieuw. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter eveneens nadelen. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief eveneens veel minder aandacht aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met de Directe Methode onvoldoende uitgedaagd. Omdat deze methode uitgaat van een dynamische inzet van de kant van de studenten is de methode eveneens niet zeer geschikt voor langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. De herhaling helpt de lerenden de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Zijn werk is overgenomen en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Veel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van vandaag.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan door studenten als een nadeel worden ervaren dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocenten Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
Gekleurde blokjes die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, vooral bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor lerenden niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden beschouwd. De docent Frans is bij deze leermethode in feite aan de student dienstbaar en niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde stof meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel van de leermethode zijn. Studenten zouden wat gefrustreerd kunnen worden door de afwezigheid van input van de taaltrainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt. Hierdoor kan verdwijnen het effect van de leermethode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich doordat de verhalen eenvoudig te begrijpen zijn. Op deze manier worden woorden en structuren van het Frans ongemerkt in het langetermijngeheugen opgeslagen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in de Franse taal volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. Omdat TPRS ook aan de creatieve intelligentie appelleert, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. TPRS is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt TPR Storytelling zeer motiverend om zelf verhalen te maken.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een minpunt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om Frans te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Weert.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Weert
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Weert op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht ingezet worden en de App blijft ook beschikbaar nadat de training Frans in Weert is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Weert
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Mensen die diverse talen spreken, zijn derhalve onmisbaar in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Talen met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen Frans
Alleen het volgende is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Weert ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Weert ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Weert
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als standaard en geven de cursist een goed beeld van de aanwezige en verworven kennis van het Frans. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
De cursist ontvangt na afloop van de cursus Frans in Weert het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK beschrijft vijf domeinen met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze verschillende vaardigheidsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK beschrijft vijf domeinen met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze verschillende vaardigheidsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
De persoon die taalniveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, benaderen moedertaalsprekers Frans. Deze mensen gebruiken de Franse taal probleemloos in verschillende situaties.
De persoon die taalniveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, benaderen moedertaalsprekers Frans. Deze mensen gebruiken de Franse taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Weert, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Weert zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
Dat houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Weert
Contact cursus Frans Weert
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een cursus Frans in Weert? Vraag vrijblijvend naar de oplossingen van ons taleninstituut. Stuurt u voor meer informatie een e-mail naar cursus-frans-weert@dagnall.nl of vult het contactformulier op de website in, dan nemen wij contact met u op!
Wij informeren u dan zo snel mogelijk over de diverse opties! U kunt vanzelfsprekend voor een cursus Spaans in ’s-Hertogenbosch ook telefonisch contact met ons opnemen op 085-2737302 (geen menu). Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
De beste route naar een cursus Frans in Weert!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn met Frankrijk en Nederland, dan wordt dit automatisch weergegeven op beide klokken.
De klokken verspringen automatisch, mits van toepassing, over op zomertijd. (De klokken verspringen automatisch, mits van toepassing, over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Controleer uw kennis door met de muis op de landkaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden dan na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de uitgelichte regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden dan na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de uitgelichte regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie hieronder over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Bekende Fransen, exportproducten en gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Uiteenlopende markante onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als opening voor een gesprek.
Deze kennis over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie hieronder over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Bekende Fransen, exportproducten en gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Uiteenlopende markante onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als opening voor een gesprek.
Deze kennis over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
In elk geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen toepassen maar ook uw verkregen kennis over het land inzetten.
Zo is het mogelijk iets te ontdekken over de Franse eetcultuur en bepaalde Franse gerechten.
Eten brengt cultuur en mens samen.
Uw behaalde taalkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk iets te ontdekken over de Franse eetcultuur en bepaalde Franse gerechten.
Eten brengt cultuur en mens samen.
Uw behaalde taalkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde stokbrood (baguettes) niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht en zoet broodje of croissantje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar stokbrood hoort er altijd bij.
Normaliter begint men in Frankrijk met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden overigens gezien als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld saus mee te deppen of om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd eindigt met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, helemaal ’s middags.
De prijsstelling is vrij vriendelijk en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerde prijs een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht en zoet broodje of croissantje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar stokbrood hoort er altijd bij.
Normaliter begint men in Frankrijk met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden overigens gezien als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld saus mee te deppen of om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd eindigt met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, helemaal ’s middags.
De prijsstelling is vrij vriendelijk en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerde prijs een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ongeveer 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk bestaat uit achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn alfabetisch: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf Franse overzeese departementen/regio’s zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de ondergang van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een Franse auto! Jarenlang was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Een Frans ontbijt is bescheiden: een kop koffie en een croissant, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De Franse lunch is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. De Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij het eten. Het avondeten, dat ook warm wordt gegeten, is later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddag is gereserveerd voor de lunch met de familie. Een Franse lunch kan de hele middag in beslag nemen, want tijdens het eten worden vaak de beste gesprekken gevoerd.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel Franse bedrijven geven werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Franse kinderen worden vrij streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. In Frankrijk eten kinderen hun menu met vier gangen zonder morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans houdt in kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Door het accent te verschuiven op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Frans in Weert de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, heeft het Frans geen geheimen meer voor u. U zult zich zekerder voelen. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat naast het gebied dat nu Frankrijk is, ook België besloeg, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen variant.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; deze talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde variant van het Francilien; de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van het Nederlands heeft de Franse taal een hele andere uitspraak. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit fenomeen wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Deze verbinding gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
De Franse taal is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Italiaans, het Portugees en het Roemeens. Het is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou zijn afgeleid van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
De Franse taal gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens worden in de Franse taal voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; opvulwoorden of stopwoordjes. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoord ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit de Franse taal. Het woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media lezen, bekijken en/of beluisteren is een heel effectieve manier om uw kennis van het Frans uit te breiden.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op vlotte wijze veel woordenschat Frans kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De zender FIP is het meest populaire Franse publieke radiostation.
Als u op het linker beeldscherm hierboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franstalige radiozender luisteren.
NRJ
Het station NRJ is het meest bekende commerciële radiostation in Frankrijk. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om live te luisteren naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Franstalige televisie kijken
France tv
Favoriete televisieprogramma’s en series in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst misschien even wennen, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
TF1
De omroep TF1 is de meest bekende Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse televisiezenders kunnen middels internet, kabel, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Weert
U kunt de cursus Frans in Weert op uw eigen locatie volgen of in Valkenswaard, bijvoorbeeld bij Business Center “Place for Bizz” aan de Kerkhofstraat 21 in Valkenswaard. Dagnall kan ook taalcursussen Frans in Weert verzorgen bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Weert aan de Driesveldlaan 99, bij Hostellerie Munten aan de Wilhelminasingel 276, bij Brasserie-Hotel Antje van de Statie aan het Stationsplein 1 en bij Van der Valk Theaterhotel De Oranjerie aan het Kloosterwandplein 12-16 in Roermond.
Besprekingen houden, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Weert kan bij Gotcha! aan de Beekstraat 49.
Weert - geschiedenis
Bodemvondsten duiden erop dat het gebied waar Weert nu ligt, reeds in de middensteentijd werd bewoond; meer dan 35.000 jaar geleden. Toen leefden hier jagers en verzamelaars. De eerste boeren vestigden zich er tussen 5000 en 2000 v.Chr.
Ook de Romeinen hebben tekenen nagelaten.
Weert wordt voor het eerst vermeld (als Wertha) in een schenkingsakte uit het jaar 1062.
Ook de Romeinen hebben tekenen nagelaten.
Weert wordt voor het eerst vermeld (als Wertha) in een schenkingsakte uit het jaar 1062.
Het wordt aan het kapittel van Sint-Servaas in Maastricht geschonken.
De naam van de stad is afkomstig van het woord weerde; een stuk land in een moeras of een rivier.
De naam van de stad is afkomstig van het woord weerde; een stuk land in een moeras of een rivier.
Weert - nu
Weert ligt in de regio Midden-Limburg alsook aan de zuidgrens van de streek De Peel. Plaatsen in de buurt van de stad Weert zijn Budel, Maarheeze, Maasbracht, Nederweert, Roermond, Stamproy en Valkenswaard.
Weert ligt in de provincie Limburg. De gemeente Weert telt ongeveer 50.000 inwoners.
Vlag gemeente Weert
Wapen gemeente Weert
Inwoners
Woon je in Weert, dan word je een ‘Weertenaar’ of een ‘Weerter’ genoemd, in de volksmond ook wel Rogstaeker.
Bekende Weertenaren zijn Sjeng Schalken en Dennis van de Ven.
Bekende Weertenaren zijn Sjeng Schalken en Dennis van de Ven.
Iets wat uit Weert komt, wordt ‘Weerts’ of ‘Weerter’ genoemd, zoals de Weerter vlaai. Weert kreeg stadsrechten in 1414.
Weert - internationaal & scholing
Partnersteden
De gemeente Weert omvat eveneens Altweerterheide, Laar, Stramproy, Swartbroek en Tungelroy.
De partnersteden van Weert is Sint-Truiden in België en Hangzhou in China.
Hoger onderwijs
In Weert bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Limburg
Wapen provincie Limburg
Typisch Weerts
Denk je aan Weert, dan denk je aan de IJzeren Rijn, kerken, kloosters en kapellen, vastelaovundj (carnaval) en de kermis.
Weert fungeert als industriestad met de Zuid-Willemsvaart en de spoorlijn IJzeren Rijn.
Weert telt een aantal grote bouwbedrijven, verpakkingsbedrijven alsook een ijzergieterij.
Weert fungeert als industriestad met de Zuid-Willemsvaart en de spoorlijn IJzeren Rijn.
Weert telt een aantal grote bouwbedrijven, verpakkingsbedrijven alsook een ijzergieterij.
Weert - minder bekend
Minder bekend is, is dat de Limburgse vlaaien zijn te danken aan Antje van de statie (‘van het station‘). Antje van de statie was een Weertse die haar vlaaien verkocht aan reizigers op het station van Weert.
Weerts dialect en accent
Weerterlands is een Limburgs dialect dat veel invloed heeft ondergaan van het Duits. Het gebruik van gij voor ‘u/je’ is algemeen, maar er wordt ook dow en dich gezegd. ‘Ik’ is in het Limburgs ich.
Typisch voor het Weerts is het grote aantal klinkers, waarvan er veel afwijken van het Standaardnederlands:
Typisch voor het Weerts is het grote aantal klinkers, waarvan er veel afwijken van het Standaardnederlands:
(‘huis’ is hoès, ‘duur’ is deur, enz.
) ‘Koolzaad’ heet in Weert sloeërzaot.
Een ‘meisje’ is een maegdje.
Een gezegde in Weert luidt: T gieët wie snuf; “het gaat makkelijk”.
) ‘Koolzaad’ heet in Weert sloeërzaot.
Een ‘meisje’ is een maegdje.
Een gezegde in Weert luidt: T gieët wie snuf; “het gaat makkelijk”.
“Weert investeert”
Weert - zakelijk
De gemeente Weert
Het netnummer van Weert is 0495.
Het postcodegebied van Weert is 6000 - 6006.
Het adres van het gemeentehuis van Weert is Wilhelminasingel 101, 6001 GS in Weert.
De website van de gemeente Weert is Weert.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Weert is 0495 575000.
Zakendoen in Weert
Voor Weerter ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Weert is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Weert is KVK-kantoor Roermond.
Weert - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Weert gevestigd op bedrijventerrein Centrum-Noord, Leuken-Noord, Kampershoek, Kampershoek 2.0, Kanaalzone I, II en III, De Kempen en bedrijventerrein Roermondseweg.
In Weert bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BBC Quality Pastries, Biodom Benelux, Crest Suikerwerken, GEA Food Solutions, KOTI, MC
In Weert bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: BBC Quality Pastries, Biodom Benelux, Crest Suikerwerken, GEA Food Solutions, KOTI, MC
Europe, Mobilvetta CampersRobert Bosch Packaging Technology, Trespa International, Unicorn Grain Specialties, UTC Fire & Security, VTech Electronics Europe, de Budelse Brouwerij in Budel, Refresco Benelux in Maarheeze, Lindeboom Bierbrouwerij in Neer en Mission Foods in Roermond.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Weerter nieuws
Het Weerter nieuwsportaal is WdG - Weert de Gekste en Weerter ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Limburg - Nieuws.
Ondernemers in Weert kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Ondernemers in Weert kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Weertenaren en ondernemingen in Weert kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant VIA Limburg, De Limburger - Weert en Midden-Limburg Actueel - Weert.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Weert
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Weert laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Weert een bezoek brengen aan Museum W.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het een idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Weerter voetbalclub SV Laar, MMC Weert, FC Oda of Wilhelmina ’08 meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Weert kunt u terecht bij TC Weert, bij TC Weert-Oost, bij TC Boshoven of bij Ray Prickers.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Weert of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Golfbaan Crossmoor in Weert. De adresgegevens van Golfbaan Crossmoor zijn Laurabosweg 8, 6006 VR in Weert. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0495-51 84 38. De website van Golfbaan Crossmoor is www.crossmoor.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van de Golfclub, telefoonnummer 0495-51 84 38.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Weert die ook op Youtube staan.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om een filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk alsook Weert op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om een filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk alsook Weert op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Frankrijk en Weert op Google Earth weergegeven.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Weert
Google Maps Frankrijk
Google Maps Weert
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Weerter nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Frankrijk en Weert van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Weerter nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het altijd prettig en handig om
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Weerter nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het altijd prettig en handig om
geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het is eveneens vrij leerzaam om Frans nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Het is eveneens vrij leerzaam om Frans nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Frankrijk ziet eigen troepen sturen naar Oekraïne als ‘serieuze optie’ - MSN
- Telegram-baas Doerov wordt vervolgd in Frankrijk, mag land niet verlaten - NOS
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Fortes pluies et risques d’inondations ce mardi : désormais 13 départements en vigilance - actu.fr
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
- Discours de politique générale de Michel Barnier : fiscalité, sécurité, proportionnelle, retraites... Ce qu'il faut retenir des annonces du Premier ministre - franceinfo
Nieuws uit Weert
- Kermis Weert houdt twee minuten stilte voor overleden kermisexploitant - L1 Nieuws
- Twee minuten stilte op Weert kermis wegens overlijden exploitant - Nederweert24
- Werk aan de winkel voor vernieuwd MMC Weert dat bouwt aan de toekomst: ‘Handhaving zou mooie prestatie zijn’ - De Limburger
- Kermis Weert opgeschrikt door plotse dood exploitant - Hart van Nederland
- Weerter kermis 2 minuten stil na onverwacht overlijden van exploitant - VMLNieuws
- Bewust omgaan met geld op kermis in Weert: gratis muntjes voor jongeren - L1 Nieuws
- Kermis Weert twee minuten stil voor overleden Hans van Tol jr. - Nederweert24
- Energizer niet meer open tijdens Weert kermis - Nederweert24
- 2e Hands Goederenmarkt bij buurthuis Fatima in Weert - Nederweert24
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Weert geeft Dagnall onder andere maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die Dagnall naast Frans standaard aanbiedt in Weert.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die Dagnall naast Frans standaard aanbiedt in Weert.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Weert en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten