Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Utrecht.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Utrecht in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Frans hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Utrecht. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om Frans te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Utrecht.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Utrecht) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van Franse vaardigheden en taalkennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (met 2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Utrecht. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus Frans is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Utrecht worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Utrecht en omgeving.
Individuele taalcursussen noemt men ook wel een één-op- één-taalcursussen of privélessen..
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Vooral de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden.
Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus Frans alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in een groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in de Franse taal) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Frans. De goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerenden zouden weliswaar leren communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangeboden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren al al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Frans) en studenten. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de les was ook altijd muziek. De leermethode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de (Franse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van Suggestopedie dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun Frans spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden wordt veel ruimte gegeven.
De taak van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten net boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de taaldocent en de lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. De taalles Frans is niet voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerende minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Nadelen kent de methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en weinig aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Omdat de leermethode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. In principe is de trainer Frans aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerenden kunnen zo hun uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker). Door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Franse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om de fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig om te gebruiken en kan door de student ingezet worden op ieder moment. Welke onderdelen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het plezierig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Het feit dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze taalcursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in de Verenigde Staten gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans praten, werkt de methodiek van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in delen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Frans begrepen en verworven is. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen Frans niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen (zoals Frans) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de lerenden ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de Franse vertaling, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in de Franse taal) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Frans. De goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerenden zouden weliswaar leren communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangeboden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren al al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Frans) en studenten. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de les was ook altijd muziek. De leermethode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de (Franse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van Suggestopedie dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun Frans spreken geremd als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden wordt veel ruimte gegeven.
De taak van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten net boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de taaldocent en de lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. De taalles Frans is niet voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerende minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Nadelen kent de methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en weinig aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Omdat de leermethode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. In principe is de trainer Frans aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Utrecht.
Voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen ook blended learning in Utrecht op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wij eveneens een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de training Frans in Utrecht.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Frans in Utrecht, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Tour de France en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Jarenlang was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van de Nederlandse taal heeft het Frans een totaal afwijkende uitspraak. Eén van de typische verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord weer begint. Deze gewoonte wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Het gebeurt hoofdzakelijk bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de uitspraak ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Guillaume Le Bé was een lettermaker en de bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Ook de andere leestekens worden in de Franse taal voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoordjes. Ook de Franse taal heeft er veel. Woordjes of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ is vermoedelijk zelfs afkomstig uit het Frans. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation voor Franssprekenden.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Franse radiozender luisteren.
NRJ is de meest populaire commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het logo op het beeldscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete programma’s of serie in het Frans of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar u zult al gauw ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1 is de meest populaire commerciële Franse televisieomroep.
Deze Franse televisiestations kunt u via de internet, kabel, satelliet of een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Utrecht is de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie.
Utrecht is de op drie na grootste stad van Nederland.
In het verleden had Utrecht een stedenband met Léon in Nicaragua.
Onder de gemeente Utrecht vallen eveneens De Meern, Haarzuilens en Vleuten.
Utrecht is een echte studentenstad met de Universiteit Utrecht (UU), opgericht in het jaar 1636, de Universiteit voor Humanistiek (UvH), opgericht in 1989 en de aan de Tilburg University gelieerde TIAS School for Business and Society. Er zijn eveneens diverse hogescholen in Utrecht, zoals Capabel, Fontys, Hogeschool Utrecht, ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen, Luzac, de Marnix Academie, Saxion, Schoevers, Hogeschool Tio en Windesheim.
Niet weinig veel mensen weten dat er behoorlijk wat Nederlandse speelfilms (gedeeltelijk) zijn opgenomen in Utrecht. Dit is het geval voor onder andere de films Amsterdamned, Zwartboek, Phileine zegt sorry en Minoes.
Het netnummer van Utrecht is 030.
Het postcodegebied van Utrecht is 3500 - 3585.
Het adres van het gemeentehuis van Utrecht is Stadsplateau 1, 3521 AZ in Utrecht.
De website van de gemeente Utrecht is Utrecht.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Utrecht is 14 030.
Voor Utrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is KVK-kantoor Utrecht.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Utrecht een bezoek brengen aan Museum Catharijneconvent, aan het Centraal Museum, aan DOMunder, aan Museum Hoge Woerd, aan het Nijntje Museum, aan Museum Speelklok, aan het Rietveld Schröderhuis, aan Het Spoorwegmuseum of aan Universiteits Museum Utrecht.
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Utrechtse voetbalclub FC Utrecht, USV Hercules of USV Elinkwijk te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Utrecht kunt u terecht bij T.C. Domstad, bij ULTC Iduna, bij LTC Vechtlust of bij Tennisvereniging At Risk.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Utrecht of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfclub Amelisweerd in Utrecht gaan. Deze golfbaan is gelegen aan de Mereveldseweg 7 in Utrecht. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 030-254 66 48. De website van Golfclub Amelisweerd is www.amelisweerd.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Golf Pub & Diningroom Amelisweerd, telefoonnummer 030-65 86 279. Golfbaan Kromme Rijn en Galecop Golf zijn andere golfbanen in de omgeving van Utrecht.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Utrecht van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Utrecht.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Utrecht in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Naast klassieke taalcursussen Frans hebben organisaties vooral interesse in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Utrecht. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Frans te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Utrecht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen Frans de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Utrecht
Ons bedrijf bestaat sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Frans in Utrecht en omringende plaatsen voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige docenten Frans zijn experts op taalgebied en hebben in de provincie Utrecht al veel cursussen Frans gegeven aan bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, levert Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Utrecht. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen uitstekend rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Utrecht sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is nodig! Een cursus (Frans) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties een begrip.
Mensen zonder of met beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Mensen zonder of met beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen in staat zijn om de werkinstructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk graag hun ambities op het werkgebied realiseren. Een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Utrecht naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans spits zich niet alleen toe op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Utrecht) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo vlug en zo plezierig mogelijk aanleren van Franse vaardigheden en taalkennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut bereiken wij door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 deelnemers, duocursussen (met 2 deelnemers), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Utrecht. Onze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus Frans is niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar zeer zeker ook afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursisten.
Frans effectief leren in Utrecht bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Utrecht worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Utrecht
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Utrecht en omgeving.
Individuele taalcursussen noemt men ook wel een één-op- één-taalcursussen of privélessen..
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De leergroepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt omdat de taalcursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen cursisten leuker vinden.
Doordat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Rollenspellen en discussies kunnen bij een individuele taalcursus Frans alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Doordat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in een groep.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden wat sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Taleninstituut geeft taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen daarom onze taaltrainingen eveneens online en incompany.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen daarom onze taaltrainingen eveneens online en incompany.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans volgen. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in de Franse taal) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Frans. De goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerenden zouden weliswaar leren communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangeboden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren al al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Frans) en studenten. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de les was ook altijd muziek. De leermethode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de (Franse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van Suggestopedie dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun Frans spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden wordt veel ruimte gegeven.
De taak van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten net boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de taaldocent en de lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. De taalles Frans is niet voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerende minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Nadelen kent de methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en weinig aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Omdat de leermethode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. In principe is de trainer Frans aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd konden worden. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om met behulp van een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De lerenden kunnen zo hun uitspraak vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker). Door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen, kan uitspraakverbetering bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans biedt de methode dictee-oefeningen. De software controleert de Franse spelling en grammatica en geeft eventuele fouten aan met de mogelijkheid om de fouten van de lerenden te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg eenvoudig om te gebruiken en kan door de student ingezet worden op ieder moment. Welke onderdelen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het plezierig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan taaltrainers. Het feit dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden, is een minpunt van de methode van Rosetta Stone.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze taalcursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en worden herhaald. Deze Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus van Pimsleur is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarin informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in de Verenigde Staten gevolgd en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans praten, werkt de methodiek van Pimsleur erg goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een minpunt van de methode. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag gesteld wordt, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in delen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze verbanden er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de makkelijke stof door de student Frans begrepen en verworven is. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. De studenten die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint uitspraak en luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Een nadeel van de methode is dat deze cursussen Frans niet voorzien in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit audiocursussen bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt voor taalcursussen (zoals Frans) is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de lerenden ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Hiernaast staat de Franse vertaling, met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende in zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en in Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel werd gegeven in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in de Franse taal) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon op hebben en naar deze zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Men maakte al gauw bezwaar tegen de saaie drills. De techniek haperde wel eens, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginners Frans. De goede uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. De audiolinguale methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als de kennis betekenisvol en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een minpunt van deze methode is het ontbreken van context. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Bovendien is deze methode nogal tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al vaak aangetoond. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De lerenden zouden weliswaar leren communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt als prettig ervaren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode de lerende niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Carpenter Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste woordcombinaties worden aan de student aangeboden in herkenbare situaties middels visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheden en schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 gebruikt op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De SA gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren zestig van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de opvatting dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaldocent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa was er een grotere behoefte om vreemde talen te leren op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij vlug succeservaringen heeft. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van studenten. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor sommige lerenden lastig of ongewoon, afhankelijk van hun achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, de cultuur en de religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op vertalen en grammatica gericht. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren al al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces bij de lerende. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om een vreemde taal te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan. Een ander minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke student heeft genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Hiervoor is het essentieel dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de trainer (Frans) en studenten. Dat de student zich ontspannen en veilig voelt, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de les was ook altijd muziek. De leermethode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Er waren opmerkingen over de (Franse) grammatica en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden lerenden verleid om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor de cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen van de leermethodiek worden nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer in de les, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van Suggestopedie dat de lerenden gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent fungeert als counselor die de zinnen van de lerende omschrijft. Lerenden starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in de moedertaal. De trainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitspraken van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; de studenten bepalen zelf de lesstof middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode hangt sterk af van de kunde van de trainer-counselor. De taaldocent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de student te vertalen. CLL kan goed functioneren wanneer deze op de juiste wijze wordt toegepast. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt voor lerenden veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de studenten vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de groep vaak zeer hecht. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden onderdeel van het actieve vocabulaire van studenten.
Een nadeel van Community Language Learning kan zijn dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Hierdoor is het succes lastig te meten. Sommige lerenden worden in hun Frans spreken geremd als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialoog voorkomen. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden wordt veel ruimte gegeven.
De taak van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn leerboeken in de laatste drie decennia duidelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De radicale wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen. De studenten leren zinnetjes op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren hun tijd ver vooruit. De seriemethode van François Gouin was enige tijd succesvol, ondanks de ongewone aanpak. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende en zorgt voor een sfeer in de taalles die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op van de lerenden doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten sterk gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De opdrachten moeten net boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Taakgericht onderwijs heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak. Studenten komen op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van filmmakers uit Denemarken waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching. De deelnemers confirmeren zich aan tien strenge regels (dogma’s) voor het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de stuwende kracht van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op het communiceren tussen de taaldocent en de lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend zijn. De taalles Frans is niet voorspelbaar. Dit levert spontane communicatie op en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk onderwerp kan worden besproken in een les volgens de Dogme-benadering. Op deze manier blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de trainer bij de hand worden genomen. Voor dit type onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de lessen aan bod komt, kan een keerzijde van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 focust de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. De deelnemers zijn vrij enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of tenminste elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze techniek is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; in de eerste instantie gaat het om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De lerende zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze techniek, zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. Alexander Argüelles doet de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke bewegingen de opname van de taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de lerende minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit is gebleken dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat de methodiek kan worden gebruikt in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek van Total Physical Response levert een snelle succeservaring op. Dit bevordert het plezier in leren. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die wat groter zijn. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken kunnen worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de methodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere methodiek (aanvullend) nodig is. Daarnaast is de methode niet heel creatief. Studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. De mensen streefden, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond het jaar 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de studenten zelf voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de crises en oorlogen ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de Directe Methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen. Nadelen kent de methode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en weinig aan lezen in de doeltaal. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de Directe Methode niet genoeg uitdaging. Omdat de leermethode van een actieve inzet vanuit de student uitgaat, is de methode tevens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in herdruk in 2015.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de lerenden afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en ze aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn aan dienen te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere staafjes met verschillende kleuren, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor studenten, die immers worden gezien als autonoom. In principe is de trainer Frans aan de lerenden dienstbaar, niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemde taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Omdat deze verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn, zijn lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De taaldocent wijst de lerenden op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de trainer moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier:
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Utrecht.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Utrecht
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren. Dit wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen ook blended learning in Utrecht op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wij eveneens een handige App voor Android alsook Apple. De Dagnall App heeft als voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar na afronding van de training Frans in Utrecht.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Utrecht
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Utrecht ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Utrecht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Utrecht
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geven de cursist een helder inzicht in de aanwezige en verworven talenkennis. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt aan het einde van een cursus Frans in Utrecht het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een tool die de verschillende niveaus van taalvaardigheid beschrijft op een uniforme wijze.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) zet vijf vaardigheden met betrekking tot taal uiteen, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende taalbeheersingsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) zet vijf vaardigheden met betrekking tot taal uiteen, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende taalbeheersingsniveaus worden van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
Mensen die taalniveau B Frans beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op taalniveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
Mensen die taalniveau B Frans beheersen, beschikken over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op taalniveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd ten minste twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Frans in Utrecht, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Dagnall Talen voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Utrecht zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Utrecht
Contact cursus Frans Utrecht
Wilt u contact opnemen met ons taleninstituut voor een cursus Frans in Utrecht? Vraagt u naar het aanbod bij ons taleninstituut. Stuurt u ons voor meer informatie over de cursussen bij Dagnall een e-mail via cursus-frans-utrecht@dagnall.nl of vult het contactformulier op onze website in, dan nemen wij vrijblijvend contact met u op!
Wij informeren u dan over onze mogelijkheden! Telefonisch contact opnemen met ons kan uiteraard ook voor een cursus Spaans in Heerlen via 085-2737302 (geen menu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De juiste route naar een cursus Frans in Utrecht!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil in het land waar u zaken mee doet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn met Nederland en Frankrijk, dan wordt dit automatisch weergegeven op de navolgende klokken.
Beide klokken passen zich automatisch, indien van toepassing, aan op de zomertijd. (Beide klokken passen zich automatisch, indien van toepassing, aan op de zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis op de landkaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale verdeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden dan één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna de naam van deze regio.
In een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale verdeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden dan één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna de naam van deze regio.
In een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die u hieronder over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk om iets over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde baguettes niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men met salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus te deppen of om het bord schoon te maken.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten wordt afgesloten met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Vóór de maaltijd begint men met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men met salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus te deppen of om het bord schoon te maken.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten wordt afgesloten met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Vóór de maaltijd begint men met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft bij benadering 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese departementen/regio’s van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Tour de France en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Jarenlang was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Een Frans ontbijt is vrij eenvoudig: een croissant en een kop koffie, die staand aan de bar gedronken wordt op weg naar het werk. De Franse lunch is uitgebreid en warm, liefst met wijn erbij. En water. Het is in Frankrijk gebruikelijk om veel water bij het eten te drinken. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. In Frankrijk is de zondagmiddag geboekt voor lunch met de familie. Een lunch kan de hele middag in beslag nemen, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel Franse werkgevers geven hun werknemers vouchers waarmee ze in een restaurant kunnen lunchen. Kinderen worden in Frankrijk streng opgevoed en eten gewoon met alle maaltijden mee. In Frankrijk eten kinderen hun menu met meerdere gangen zonder te morren en drinken wijn, aangelengd met water. Omdat het in Frankrijk heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans houdt in kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de aandacht te vestigen op het verschil tussen kennen en kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Frans in Utrecht de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, doet u die presentatie of dat sollicitatiegesprek in het Frans. En niets is leuker dan een snel resultaat! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië gesproken, wat behalve het tegenwoordige Frankrijk ook België besloeg, het westen van Zwitserland alsmede delen van Duitsland en Nederland.
Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; elk gebied, hoe klein ook, had een eigen variant.
Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; elk gebied, hoe klein ook, had een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk een gecultiveerde versie van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van de Nederlandse taal heeft het Frans een totaal afwijkende uitspraak. Eén van de typische verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord weer begint. Deze gewoonte wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Het gebeurt hoofdzakelijk bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de uitspraak ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
De Franse taal is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. Het is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Duits en Engels. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Guillaume Le Bé was een lettermaker en de bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Ook de andere leestekens worden in de Franse taal voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoordjes. Ook de Franse taal heeft er veel. Woordjes of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ is vermoedelijk zelfs afkomstig uit het Frans. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, beluisteren en/of lezen is een erg effectieve manier om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze behoorlijk wat Franse woordenschat kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation voor Franssprekenden.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Franse radiozender luisteren.
NRJ
NRJ is de meest populaire commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het logo op het beeldscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete programma’s of serie in het Frans of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar u zult al gauw ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
TF1 is de meest populaire commerciële Franse televisieomroep.
Deze Franse televisiestations kunt u via de internet, kabel, satelliet of een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Utrecht
U kunt de cursus Frans in Utrecht op uw eigen locatie volgen of in Utrecht, bijvoorbeeld in het pand Catharijneborch Catharijnesingel 56-57 in Utrecht aan de bij Coachhuis Nieuwegracht aan de Nieuwegracht 29 in Utrecht aan de bij Coachhuis Maliebaan aan de Maliebaan 45 in Utrecht aan de bij Coachhuis Oorsprongpark aan de Oorsprongpark 7 in Utrecht of in het gebouw van Color Business Center Secoya aan de Papendorpseweg 99 in Utrecht. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen Frans in Utrecht bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Utrecht aan de Winthontlaan 4, bij Hotel NH Utrecht aan het Jaarbeursplein 24, bij Apollo Hotel Utrecht City Centre aan Vredenburg 14, bij Hotel ibis Utrecht aan de Bizetlaan 1 en bij Postillion Hotel Utrecht-Bunnik aan de Baan van Fectio 1 in Bunnik.
U kunt vergaderen in Utrecht bij bijvoorbeeld bij de Jaarbeurs, bij DeFabrique, bij De Werkspoorkathedraal, bij Central Studios Utrecht, bij het Beatrix Theater, bij CitySense, bij Mereveld, bij Stadskasteel Oudaen en bij TivoliVredenburg.
Utrecht - geschiedenis
In de streek waar Utrecht nu ligt, was al sprake van bewoning in de prehistorie, is uit opgravingen gebleken. In de Romeinse tijd was deze plek een belangrijk. De Romeinen bouwden er rond het jaar 50 n.Chr. een ‘castellum’; een fort. De stad stad bleef bewoond in de eeuwen erna met het Romeinse fort als centrum. Traiectum was de naam van zowel het fort als de stad.
De naam ‘Utrecht’ is afgeleid van het Latijnse woord traiectum. Dit betekent ‘plaats waar de rivier over te steken is’ en is verbasterd tot trecht. Later, na 870, werd de naam Ultraiectum gebruikt om verwarring met een ander trecht te vermijden, te weten ‘Maastricht’.
Utrecht - nu
Utrecht grenst aan de streek Lopikerwaard en het gebied Utrechtse Heuvelrug. Plaatsen in de omgeving van de stad Utrecht zijn De Bilt, Bilthoven, Breukelen, Bunnik, Doorn, Driebergen, Hagestein, Harmelen, Houten, IJsselstein, Linschoten, Loosdrecht, Lopik, Maarssen, Montfoort, Nieuwegein, Vianen, Woerden en Zeist.
Utrecht ligt in de provincie Utrecht. De gemeente Utrecht telt om en nabij 352.000 inwoners.
Vlag gemeente Utrecht
Wapen gemeente Utrecht
Inwoners
Woon je in de stad Utrecht, dan ben je een ‘’Utrechtenaar’ of een ‘Utrechter’, in de volksmond ook wel T-dief of T-slikker.
Er zijn natuurlijk veel bekende Utrechters.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Marco van Basten, Mireille Bekooij, Alida Bosshardt, Claudia de Breij, Martin Bril, Dolf Brouwers, Dick Bruna, Piet Doedens, Gerard Ekdom, Paul Fentener van Vlissingen, Martijn Fischer, Philip Freriks, Anton Geesink, Rijk de Gooyer, Gerard van Honthorst, Hans Karsenbarg, Saar Koningsberger, Anton Koolhaas, Hans Kraay jr., Pepijn Lanen, Fedde Le Grand, Robert
Er zijn natuurlijk veel bekende Utrechters.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Marco van Basten, Mireille Bekooij, Alida Bosshardt, Claudia de Breij, Martin Bril, Dolf Brouwers, Dick Bruna, Piet Doedens, Gerard Ekdom, Paul Fentener van Vlissingen, Martijn Fischer, Philip Freriks, Anton Geesink, Rijk de Gooyer, Gerard van Honthorst, Hans Karsenbarg, Saar Koningsberger, Anton Koolhaas, Hans Kraay jr., Pepijn Lanen, Fedde Le Grand, Robert
Long, Willem-Alexander der Nederlanden, Nikkie Plessen, Gerrit Rietveld, Tineke Schouten, Wesley Sneijder, Wim Sonneveld, Jochem Uytdehaage, Babette van Veen, Tineke Verburg en Henk Westbroek.
Iets wat bij Utrecht hoort, wordt ‘Utrechts’ of ‘Utrechter’ genoemd, zoals het Utrechts Archief. Utrecht kreeg stadsrechten in 1122.
Iets wat bij Utrecht hoort, wordt ‘Utrechts’ of ‘Utrechter’ genoemd, zoals het Utrechts Archief. Utrecht kreeg stadsrechten in 1122.
Utrecht - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad, kernen & stedenband
Utrecht is de provinciehoofdstad van de gelijknamige provincie.
Utrecht is de op drie na grootste stad van Nederland.
In het verleden had Utrecht een stedenband met Léon in Nicaragua.
Kernen
Onder de gemeente Utrecht vallen eveneens De Meern, Haarzuilens en Vleuten.
Hoger onderwijs
Utrecht is een echte studentenstad met de Universiteit Utrecht (UU), opgericht in het jaar 1636, de Universiteit voor Humanistiek (UvH), opgericht in 1989 en de aan de Tilburg University gelieerde TIAS School for Business and Society. Er zijn eveneens diverse hogescholen in Utrecht, zoals Capabel, Fontys, Hogeschool Utrecht, ITV Hogeschool voor Tolken en Vertalen, Luzac, de Marnix Academie, Saxion, Schoevers, Hogeschool Tio en Windesheim.
Vlag provincie Utrecht
Wapen provincie Utrecht
Typisch Utrechts
Denk je aan Utrecht, dan denk je aan de Dom, de Jaarbeurs, studentenstad, uitgaansleven, de Oude Gracht, hofjes en aan het Spoorwegmuseum.
De stad Utrecht fungeert als grootste spoorlijnknooppunt van Nederland en eveneens als belangrijk knooppunt van wegen.
De stad Utrecht fungeert als grootste spoorlijnknooppunt van Nederland en eveneens als belangrijk knooppunt van wegen.
Utrecht - minder bekend
Niet weinig veel mensen weten dat er behoorlijk wat Nederlandse speelfilms (gedeeltelijk) zijn opgenomen in Utrecht. Dit is het geval voor onder andere de films Amsterdamned, Zwartboek, Phileine zegt sorry en Minoes.
Utrechts dialect en accent
Het Uterechs wordt nog veel gesproken.
Kenmerkend zijn de uitgetrokken, lijzige ‘aa’s’: ‘mààn in plaats van ‘man’ en de ao voor ‘aa’.
Het Uterechts heeft ook een ‘zachte g’.
Typisch is ook de extra -t: ik goat. Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je.
Kenmerkend zijn de uitgetrokken, lijzige ‘aa’s’: ‘mààn in plaats van ‘man’ en de ao voor ‘aa’.
Het Uterechts heeft ook een ‘zachte g’.
Typisch is ook de extra -t: ik goat. Verkleinwoorden eindigen op -ie in plaats van op -je.
Een ougie is een ‘oudje’.
Een áchtelíjke gládióól is iemand met wie je het niet eens bent of ‘een dwaas’.
Tis net het Uterechs Nieuwsblad wordt gezegd van iemand die veel kletst.
Een áchtelíjke gládióól is iemand met wie je het niet eens bent of ‘een dwaas’.
Tis net het Uterechs Nieuwsblad wordt gezegd van iemand die veel kletst.
Utrecht - “UtrECHT”
Utrecht - zakelijk
De gemeente Utrecht
Het netnummer van Utrecht is 030.
Het postcodegebied van Utrecht is 3500 - 3585.
Het adres van het gemeentehuis van Utrecht is Stadsplateau 1, 3521 AZ in Utrecht.
De website van de gemeente Utrecht is Utrecht.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Utrecht is 14 030.
Zakendoen in Utrecht
Voor Utrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Utrecht is KVK-kantoor Utrecht.
Utrecht - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Utrecht vindt u op bedrijventerrein in het Demkade Business Centre, op bedrijventerrein Haarrijn, op industrieterrein Hooggelegen, op Kanaleneiland, op bedrijventerrein Lage Weide, Nieuw Overvecht, Oudenrijn, Papendorp, Nieuwerijn, op Utrecht Science Park, op bedrijventerrein Werkspoorkwartier en op bedrijventerrein De Wetering Noord en Zuid.
In Utrecht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.
[ Zie lijst ]
Utrechts nieuws
Het Utrechtse nieuwsportaal is DUIC en Utrechtse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Utrecht - Nieuws.
Ondernemers in Utrecht kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Utrecht.
Ondernemers in Utrecht kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Utrecht.
Utrechtenaren en ondernemingen in Utrecht kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Stadsblad Utrecht, het Algemeen Dagblad - Utrecht-stad en het Algemeen Dagblad - Utrecht.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Utrecht
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Utrecht een bezoek brengen aan Museum Catharijneconvent, aan het Centraal Museum, aan DOMunder, aan Museum Hoge Woerd, aan het Nijntje Museum, aan Museum Speelklok, aan het Rietveld Schröderhuis, aan Het Spoorwegmuseum of aan Universiteits Museum Utrecht.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Utrechtse voetbalclub FC Utrecht, USV Hercules of USV Elinkwijk te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Utrecht kunt u terecht bij T.C. Domstad, bij ULTC Iduna, bij LTC Vechtlust of bij Tennisvereniging At Risk.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Utrecht of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of alleen gezellig iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfclub Amelisweerd in Utrecht gaan. Deze golfbaan is gelegen aan de Mereveldseweg 7 in Utrecht. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 030-254 66 48. De website van Golfclub Amelisweerd is www.amelisweerd.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Golf Pub & Diningroom Amelisweerd, telefoonnummer 030-65 86 279. Golfbaan Kromme Rijn en Galecop Golf zijn andere golfbanen in de omgeving van Utrecht.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Utrecht die tevens op Youtube staan.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Utrecht op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden om het filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Utrecht op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Frankrijk en Utrecht getoond op Google Earth.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen goed van pas komen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen goed van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Utrecht
Google Maps Frankrijk
Google Maps stad Utrecht
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Utrechts nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Utrecht van verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Utrechts nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet en/of communiceert met Fransen, kan het handig en prettig zijn om een
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Utrechts nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet en/of communiceert met Fransen, kan het handig en prettig zijn om een
beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse IS-jihadiste aangeklaagd: 'kinderen kregen onthoofdingsvideo's te zien' - NOS
- Frankrijk springt in de bres voor Libanon: Macron wil embargo op wapenleveranties - de Volkskrant
- Oudste zoon van Osama bin Laden woonde jaren in Frankrijk, maar mag nu het land nooit meer in - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk gaat tientallen miljarden besparen voor begrotingsdoel Brussel - BNR Nieuws
- Belgische toerist Emiel (84) na twee weken dood teruggevonden in Frankrijk nadat hij verdween tijdens vakantie - Het Nieuwsblad
- Leonie Bentveld boekt in Frankrijk eerste seizoenszege, crossweekend met veel Nederlandse podiumplaatsen - Wielerflits
- De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken in Frankrijk: eloquent en radicaal - Nederlands Dagblad
- Mbappé-gate doet Frankrijk daveren: bond moet reageren - VoetbalNieuws.be
- Frankrijk in Nations League zonder geblesseerde Upamecano - Nieuws.nl
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Tempête Kirk : des pluies "remarquables" voire "exceptionnelles" attendues - TF1 INFO
- Cinq départements encore en vigilance orange pluie-inondation, nouvelle alerte pour mercredi - Le Monde
- Bruno Retailleau prononce une "interdiction administrative du territoire" à l'encontre du fils aîné d'Oussama Ben Laden - franceinfo
- Ouragan Kirk : direction l'Europe, la France frappée mercredi et jeudi - La Chaîne Météo
- L'ouragan Kirk fonce droit sur la France : une forte tempête attendue mercredi ? - actu.fr
- Tempête Kirk - L'ex-ouragan se dirige vers la France - Météo & Radar
- Informations, Actualités : Budget France 2025 - Boursorama
- Immigration : à quoi peut aboutir la réunion de crise au ministère de l'Intérieur pour faciliter les OQTF ? - franceinfo
- EN DIRECT - Guerre en Ukraine : les avions de combat Mirage 2000-5 promis par la France livrés début 2025 - TF1 INFO
Nieuws uit Utrecht
- Politie pakt 3 man op A28 bij Utrecht na beschieten huis Zwolle - Telegraaf.nl
- A28 bij Utrecht afgesloten na schietpartij in Zwolle - RTV Focus Zwolle
- Arrestatieteam plukt bij Utrecht drie verdachten van snelweg A28 - Crimesite
- Reanimatie op Notebomenhof in Utrecht - AD
- Drie FC Utrecht-spelers opgenomen in de elftallen van de week - UtrechtFans.nl
- FC Utrecht vraagt aandacht voor belang van mentale gezondheid - FC Utrecht
- Michelinsterren uitgereikt: deze restaurants in Utrecht hebben een groene ster - indebuurt
- Duizenden hardlopers trekken zondag door Utrecht tijdens Singelloop; stad slecht bereikbaar - De Utrechtse Internet Courant
- Woningbrand in Utrecht op Koppeldijk - AD
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Utrecht geeft Dagnall maatwerk taaltrainingen in onder meer Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Utrecht.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Utrecht.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Utrecht en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten