Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van de medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong. Dagnall Talen is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat levert: Effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in, en in de buurt van Spijkenisse. Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Frans in Spijkenisse in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltrainingen Frans zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van scholingszoekers. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies in Spijkenisse Frans te leren. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en snel het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom alsook met gemak en plezier. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat cursisten de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunt kunnen leren. Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursist gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. We brengen u in grote stappen naar het beoogde niveau met 15 minuten dagelijks oefenen. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Spijkenisse.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Wij stellen in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemers aan met de contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
Na enkele lessen Frans evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard worden bijgesteld. Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Desgewenst wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall Talen verzorgd De planning van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele cursisten gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Frans van ons. Deze dienen vóór de datum van de intake teruggestuurd te worden Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Het intakegesprek duurt ongeveer 30 minuten Groepsindelingen worden aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen geadviseerd en vastgesteld in overleg De indeling van de deelnemers geschiedt op taal en taalniveau U ontvangt altijd een offerte op maat! De logistiek van het materiaal en cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Taleninstituut verzorgd Dagnall Taleninstituut brengt geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen in rekening Continuïteit van de planning alsook het lesprogramma Frans wordt door Dagnall gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall Talen actief op het gebied van taal en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Frans zakelijk in Spijkenisse en omstreken voor bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall Taleninstituut maakt gebruik van ervaren en kundige docenten Frans die experts zijn op taalgebied en in de Stadsregio Rotterdam in de loop der jaren al een aanzienlijk aantal taaltrainingen zakelijk hebben verzorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, biedt Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Spijkenisse. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Frans in Spijkenisse sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen (Frans) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven gemeengoed. Werknemers die geen of een beperkte beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
De aanwijzingen op het werk willen zij goed kunnen begrijpen. Deze mensen willen het liefst zelfverzekerder hun werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werk realiseren. Een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf is daarom noodzakelijk.
Dagnall geeft betaalbare maatwerk taalcursussen die de spreek-, luister-, lees- en schrijfvaardigheid op de werkvloer verhogen. Ons instituut leert en helpt deelnemers hoe zij de lesstof in hun baan in praktijk kunnen brengen. Dagnall Taleninstituut stemt de taalcursus af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgt de deelnemer frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verbeteren.
Zo ontstaat een win-winsituatie! Dagnall Taleninstituut let eveneens op de minder belichte kant van veel taaltrainingen: de deelnemers staan al vaak alleen in hun inspanningen om de taal onder de knie te krijgen, om de cultuur en gewoontes van het land en de organisatie te doorgronden en om hun omgeving via taal uit te breiden. Hiervoor is inzet en motivatie nodig. Daarbij heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten per week met de taaltrainer. Dat is niet in iedere situatie voldoende.
Onderscheidend
Dagnall Talen onderscheidt zich door de aandacht te vestigen op het vergroten van het draagvlak voor de cursus Frans op de werkvloer. Wij stimuleren zowel uitvoerenden als leidinggevenden binnen de werkkring van de organisatie om een continu proces van taalverwerving te creëren, door direct vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursisten in de doeltaal te communiceren. Door de relevantie van taal op de werkvloer voortdurend zo uit te drukken, wordt het nut van een goede taalbeheersing gezamenlijk ervaren en voelen cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen leiden van Spijkenisse naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Frans in Spijkenisse die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut met een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, duocursussen (2 deelnemers), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie. Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Spijkenisse. Onze, door de jaren heen steeds verder verfijnde en ontwikkelde werkmethode is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen Frans zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens aangepast aan de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursisten.
Effectief Frans leren in Spijkenisse bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut verzorgt cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker met een gerust hart de organisatie van de cursus kunt overlaten aan ons. Dagnall Talen verzorgt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. We maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Spijkenisse worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Spijkenisse
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Spijkenisse en omgeving. Een individuele taalcursus wordt ook wel een één-op- één-taalcursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement. Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren. De leergroepen houden we bij voorkeur zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen. De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd. Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en is het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer. Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal. Ook kan een individuele cursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is met name de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen. Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; van de fouten van anderen kunnen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De cursisten kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren. Omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij een individuele taalcursus Frans alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan. Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet worden geoefend in de groep. Ook is het niet mogelijk om te leren van foutjes van andere cursisten omdat er geen groepsdynamiek is. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers wat eerder worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen), kan dit deels worden ondervangen. Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursisten afgestemd kan worden, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan. Dagnall Talen biedt daarom onze taalcursussen ook incompany of online aan. Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in het Frans worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structural Approach is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Franse taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerende en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de les gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of afgekort CLL geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal (Frans) nog niet genoeg beheersen. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal.
Het is de taak van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks dat het een afwijkende aanpak was. Deze methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van het Frans en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het niveau van de student Frans te liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Niet elke taaldocent Fransis flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof wordt behandeld in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment het soepel gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles doet de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken uit te drukken zijn. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Lerenden werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Nieuw was ook dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van (Franse) woordenschat gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter ook nadelen. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Veelvuldig herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De docent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methodiek werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Frans zijn de ideeën van Caleb Gattegno wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de methode. De taaldocent Frans is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door de afwezigheid van input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. De keerzijde van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de docent vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor de student is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem iets langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de student worden ingezet. Welke onderdelen van de leermethode meer of minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten vinden het leuk om met de leermethodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die door de student worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans praten.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Frans gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De lerenden die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op een efficiënte manier. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling staat ernaast, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Frans te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Frans om studenten te motiveren of te begeleiden.
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toe te voegen Bij de audiolinguale methode wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er bezwaren tegen de saaie drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Direct van het begin wordt een correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte overdracht van kennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijk een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng verwacht van de studenten. Hierdoor dreigt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Kennis in het algemeen wordt opgeslagen wanneer deze ook van betekenis en relevant is voor de lerende. De GoldList-methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze leermethode. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven woordenlijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke manier van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaring kunnen genieten.
De Natural Method leermethode lijkt vrij veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De Natural Approach is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Er kleven ook nadelen aan de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet leren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden weliswaar leren te communiceren in het Frans, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft voor een langere tijd, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is door de Amerikaanse taaldocent Charles en Robert Lado ontwikkeld in de begin jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze combinaties van woorden worden aan studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking. De structuren die het vaakst in het Frans worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van de Structural Approach is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structural Approach heeft ook minpunten. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en zorgt niet direct voor ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de methode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans alsook onderling. Teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in de Franse taal.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen een verenigd Europa was er een grotere behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel positieve aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Voor de lerende werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de studenten. Voor een aantal studenten is deze manier van leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; docent Frans en Italiaans uit Duitsland. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een methode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van wetenschap, cultuur en religie was. Het onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van de klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds beschouwd als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Hoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die op de grammatica wordt gelegd.
Aan de methode kleven echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Deze methode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in een groep biedt de methode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij lerenden. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal omgeven is. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt met rollenspellen en simulaties gewerkt. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode vrij intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in de Franse taal gaan communiceren. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de leermethode. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is, kan een andere keerzijde zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerende en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentieel belang. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er werd ook altijd muziek tijdens de les gedraaid. De methode voorgestaan door Lozanov, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. De studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder hinder heeft van frustratie of faalangst. Voor een nieuwkomer kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Dat lerenden worden gestimuleerd om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommigen een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken dan ontspannend en stimulerend zijn. Dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse taaldocent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning (CLL) of afgekort CLL geheten, is ontwikkeld door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is gestoeld op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer fungeert als counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. Lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als zij de te leren taal (Frans) nog niet genoeg beheersen. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima werken indien deze correct wordt toegepast. De methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van eigen gesprekken zinvol. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren als een team samen te werken. Het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans is heel leerzaam voor de studenten. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Een keerzijde van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er is veel ruimte voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal.
Het is de taak van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn leerboeken in de afgelopen dertig jaar duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De ingrijpende wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren studenten op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is een minpunt van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan vanzelf snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. De seriemethode van Gouin was gedurende een bepaalde periode succesvol, ondanks dat het een afwijkende aanpak was. Deze methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. Het maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter is, wat moeilijk in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. Een ander van de seriemethode is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over regels van het Frans en woordenschat beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst voorbereidt op de taak, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, dienen de taken iets boven het niveau van de student Frans te liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf de vroege jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Mits de taak goed aansluit bij de student, is Task-Based Language Teaching een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als nadeel kan worden gezien dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers onder wie de Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich aan tien strikte regels (tien dogma’s) bij het maken van films die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) vormen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doeleinde van de Dogme-benadering. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor hun eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo niet. Dat garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Daartegenover staat dat de lerenden zich minder op hun gemak kunnen voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Niet elke taaldocent Fransis flexibel genoeg voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof wordt behandeld in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden door de lerende met een verzorger uit Frankrijk uitgevoerd. Begrip gaat voor productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gezocht die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een keerzijde van deze leermethode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen toepassen om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in de eerste plaats om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak tot het moment het soepel gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Er zijn veel lesboeken voor deze techniek geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles doet de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst buiten, en niet te gaan zitten, doordat lichamelijke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Een bijkomende reden is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans aanzienlijk effectiever wordt.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Een praktisch voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep lerenden kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat lerenden het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas daarna.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de studenten doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Taken die bekend zijn worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
De keerzijde van TPR® is dat niet alle taaluitingen in TPR®-taken uit te drukken zijn. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig is. Ook is de methode niet heel creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. De Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van vreemde talen, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Lerenden werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Nieuw was ook dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van (Franse) woordenschat gebeurde door middel van plaatjes en voorbeelden. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deels door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten als Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier van leren is. Luisteren en spreken worden uitgebreid behandeld. Hierdoor ontwikkelen de studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid. Aan de leermethode kleven echter ook nadelen. Deze methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor de meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op actief meedoen van de student is gebaseerd.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. In een latere fase wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later door Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Veelvuldig herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De docent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties te krijgen en hen aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven door middel van een methode die efficiënt voor de energievoorraad van zijn studenten was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De methodiek werkt eveneens met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Vooral bij het aanleren van de uitspraak van het Frans zijn de ideeën van Caleb Gattegno wel van betekenis geweest, hoewel de Stille Methode in zijn originele vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers als autonoom wordt gezien, is de sterke kant van de methode. De taaldocent Frans is bij deze leermethode in feite dienstbaar aan de student en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt vaak goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ foutjes maken. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door de afwezigheid van input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. De keerzijde van het gebruik van kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan veel begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn nooit te lang en interessant of humoristisch. Studenten ontspannen zich omdat de verhalen van de docent vrij gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden regels uit het hoofd leren.
De lerende zal na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hierop is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken samen met de lerenden. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Voor de student is het een plezierige methode en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een nadeel is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen van Rosetta Stone zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldstem iets langzamer te laten spreken en daarna veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak bereikt worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is zeer makkelijk in het gebruik en kan op elk moment door de student worden ingezet. Welke onderdelen van de leermethode meer of minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten vinden het leuk om met de leermethodiek te werken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat geen trainer beschikbaar is om de studenten te motiveren of wat extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialoog die door de student worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les omvat een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De cursussen van Pimsleur worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans praten.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moet het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in een eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als diegene geen stress heeft, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarbij de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de Engelse taal en het Frans gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De lerenden die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursus is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op een efficiënte manier. Een nadeel van de methode van Michel Thomas is dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet. Een daadwerkelijke interactie is er ook niet, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling staat ernaast, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak Frans te trainen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn niet duur en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Frans om studenten te motiveren of te begeleiden.
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode: De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. De Dagnall app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de trainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s en ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze trainers zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Talen het hoogste rendement bij haar taaltrainingen Frans. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk geworden van Dagnall, maar deze werkwijze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’ genoemd. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Blended taalcursussen noemen wij ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Spijkenisse.
Online Frans leren (e-learning Frans) Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Spijkenisse Het voordeel van blended learning vergeleken met het online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang tot de App op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten zo Frans leren waar en wanneer ze maar willen. De oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afloop van de training Frans in Spijkenisse beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid. Diegenen die meerdere talen beheersen, zijn daarom vaak onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Alleen het volgende is nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Een laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall Talen worden gekenmerkt door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Frans
De online alsook de blended taalcursussen van Dagnall worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) docenten gegeven
Onze docenten hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor bedrijven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn universitair dan wel HBO geschoold en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – snelle leervorderingen
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen die speciaal op uw wensen en behoeften worden afgestemd
De inhoud van de cursus wordt op het leerplan afgestemd om structuur te geven aan het leerproces
Een duidelijke structuur helpt uw taaldoelen Frans vlot en efficiënt te bereiken
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit livesessies en schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Frans en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij het combineren van zelfstudie en videosessies komen de bereikte resultaten van de blended- en onlinecursussen overeen met die van onze face-to-face cursussen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursussen ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur zorgen voor een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaltrainer en zijn van groot belang voor het succes van een taaltraining Frans.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Frans gegeven door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Spijkenisse ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Spijkenisse ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Spijkenisse
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo bieden wij u als cursist een helder beeld van uw aanwezige en verworven kennis van het Frans. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde de cursus Frans in Spijkenisse het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese richtlijn om taalniveaus te kunnen beoordelen. Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het Europees Referentiekader (ERK) differentieërt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren. De Engelse naam en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Voor elke taalvaardigheid onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A geeft weer wat een beginnende taalgebruiker kan en weet. Voor niveau B geldt dat dit de vaardigheden zijn die een onafhankelijke gebruiker beheerst. Deze taalgebruiker heeft geen hulp van buitenaf meer nodig in de Franse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is het niveau van de (ver)gevorderde gebruiker. Het beheersen van de Franse taal lijkt op dat van een moedertaalspreker.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen (Frans) worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk. Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO ruim 450 organisaties zijn lid van de NRTO. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals een cursus Frans in Spijkenisse, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
De gedragscode van de NRTO is op vijf beginselen gebaseerd, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van Nederlandse private opleidingsinstellingen. De NRTO fungeert als gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt eveneens met diverse andere organisaties samen, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.NRTO-leden werken klant- en resultaatgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Frans in Spijkenisse sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Hiervoor is continue innovatie onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse besturen, adviesraden en commissies, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Spijkenisse zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat betekent dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren. Door deze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Spijkenisse
Het vlotste traject naar een cursus Frans in Spijkenisse!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, bijvoorbeeld Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn tussen Frankrijk en Nederland, dan wordt dit automatisch weergegeven op de navolgende klokken.
De klokken synchroniseren, indien van toepassing, automatisch op zomertijd. (De klokken synchroniseren, indien van toepassing, automatisch op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s zeer snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Als u de muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk wisselen elkaar dan af.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van deze regio zien.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie hieronder over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Diverse markante items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel handig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar ook uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
Fransen eten de bekende baguettes niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie. De Franse hoofdmaaltijd is de lunch van meerdere gangen. Er zijn grote verschillen per streek, maar stokbrood hoort er altijd bij. Gewoonlijk begint men met een salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen. Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd. Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté). Het stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen. Bij de maaltijd wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel de Fransen bij maaltijden ook veel water drinken. Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin. Het avondeten wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met thee of koffie. ’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan het eten neemt men een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur). Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid. Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags. De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Het volkslied van Frankrijk
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
Fransen eten de bekende baguettes niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie. De Franse hoofdmaaltijd is de lunch van meerdere gangen. Er zijn grote verschillen per streek, maar stokbrood hoort er altijd bij. Gewoonlijk begint men met een salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen. Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd. Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté). Het stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen. Bij de maaltijd wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel de Fransen bij maaltijden ook veel water drinken. Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin. Het avondeten wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met thee of koffie. ’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan het eten neemt men een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur). Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid. Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags. De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Frankrijk heeft ongeveer 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is ingedeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 bestuurlijke regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese departementen/regio’s van Frankrijk zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk het liefst in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
Over de Franse cuisine is veel te zeggen. Kijk ook onder de knop ‘De Franse keuken’ op onze website. Hier vermelden we alleen de beroemde noga uit Montélimar (Drôme), gemaakt met amandelen en pistachenootjes met lavendelhoning. En de beroemde mosterd uit Dijon, ook verkrijgbaar in de supermarkten in Nederland, wat pittiger van smaak dan vele andere mosterdsoorten. En uiteraard al het lekkers uit de zee, zoals Franse oesters uit de oesterparken in Normandië.
Cultuur en mode
Frankrijk telt ook zeker mee op het gebied van cultuur en mode. De stad Parijs is sinds jaar en dag de stad van de mode. Vanuit de hele wereld komen mensen naar de haute couture modeshows. Yves Saint Laurent, Coco Chanel en Christian Dior zijn ware Franse iconen. Sinds 2017 bestaat er in Parijs een Musée Yves Saint Laurent.
Schilderkunst
In de schilderkunst zijn de Franse impressionisten wereldberoemd. Denk aan Claude Monet, Edward Degas, Édouard Manet, maar ook Paul Cézanne, Paul Gaugain en Pierre-Auguste Renoir. Het Musée d’Orsay in Parijs heeft een prachtige collectie van onder andere deze schilders.
Muziek
Bekende Franse componisten zijn Hector Berlioz, Georges Bizet, Olivier Messian, Claude Debussy en Maurice. Dit is maar een korte opsomming van de kunst en cultuur die Frankrijk heeft voortgebracht. Symbool van Frankrijk De Eiffeltoren is natuurlijk het symbool van Frankrijk en vooral voor Parijs. Het werd precies honderd jaar na de Franse Revolutie, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling van 1889, gebouwd. De Eiffeltoren was destijds het hoogste bouwwerk ter wereld met zijn 324 meter hoogte. Er zijn verschillende kopieën gemaakt van de Eiffeltoren, bijvoorbeeld in het Roemeense plaatsje Slobozia, in Las Vegas (Paris Las Vegas Hotel), in Virginia (Kings Dominion), in Ohio (Kings Island), in Tokio (Tokyo Tower) en in Hangzhou (TianduCheng Eiffel Tower) en Shenzhen (Window of the World) in China. De Eiffeltoren trekt jaarlijks veel toeristen en wordt vaak als souvenir of sleutelhanger verkocht.
Minder bekend over Frankrijk
Veel minder mensen weten over Frankrijk is dat er vier vrijheidsbeelden in Parijs staan, één op het kunstmatige eiland Île aux Cygnes in de Seine van Parijs, één in het Musée d’Orsay, één in de kapel van het Musée des Arts et Métiers en één staat voor de ingang van dit museum en ook nog één in de Franse plaatsen Barentin, Bordeaux, Colmar en Saint-Cyr-sur-Mer.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux. De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr. Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
CCI 39 Avenue des Sablons Bouillants 77100 Meaux FRANCE https://www.cci.fr
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Een Frans ontbijt is bescheiden: een croissantje en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De lunch is uitgebreid en warm, veelal inclusief wijn. En water. Het is in Frankrijk gebruikelijk om veel water bij het eten te drinken. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is wat later op de avond. Bij de warme maaltijd wordt vers stokbrood gegeten. De zondagmiddag is voor een uitgebreide lunch met de familie geboekt. Een lunch kan de hele middag in beslag nemen, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel Franse werkgevers geven hun werknemers vouchers om in een restaurant te kunnen lunchen. In Frankrijk worden kinderen streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. Kinderen in Frankrijk eten hun viergangenmenu zonder te morren en drinken wijn, aangelengd met water. Omdat het in Frankrijk vrij gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
Cafés in Frankrijk hanteren vaak verschillende prijzen voor hetzelfde drankje. Aan een tafeltje of op het terras is de prijs dan hoger. Bestel je een café, dan krijg je een klein kopje zwarte koffie, bijna een espresso. Café au lait wordt weer geserveerd in kopjes zo groot als soepkommen. De Fransen kunnen er uren lang over doen! De Fransen zijn charmeurs. Een echte Fransman houdt altijd de deur open voor een vrouw, al is het een oude, onbekende dame, of haar met haar jas helpen. Dit wordt als beleefd beschouwd en het wordt erg gewaardeerd. Fransen tutoyeren niet gauw. Het is erg gebruikelijk om collega’s of zelfs familieleden te ‘vousvoyeren’; aan te spreken met ‘u’; in de vous-vorm, soms in combinatie met de voornaam. Als Fransen elkaar groeten, geven ze elkaar twee vluchtige ‘bises’ (kusjes) op de wangen. Dit doen vrienden, collega’s, kennissen en ook mensen die net aan elkaar zijn voorgesteld.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalvaardigheid Frans houdt in zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door het accent te leggen op kunnen, is de cursist in staat na afronding van de cursus Frans in Spijkenisse de opgedane kennis actief en snel toe te passen in de praktijk.
U raakt daardoor snel vertrouwd met het Frans. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een vroege Romaanse taal die is afgeleid uit het Laatlatijn. De Gallo-Romaanse taal werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië, wat naast het tegenwoordige Frankrijk ook België besloeg, het westen van Zwitserland alsmede delen van Nederland en Duitsland. Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite de gecultiveerde variant van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
Frans wordt als eerste taal gesproken door ongeveer 75 miljoen mensen. Het Frans is de op drie na meest gesproken taal van Europa en in veel Afrikaanse landen is het Frans de enige officiële taal. Frans wordt gesproken in onder andere Frankrijk en de Franse koloniën, België, Luxemburg, Zwitserland, grote delen van Afrika, Québec, Haïti, Oceanië, het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië.
Frans als officiële taal
Het Frans is een officiële taal in Frankrijk, België, Monaco, Zwitserland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk (Guernsey en Jersey) Canada en Italië (Vallée d’Aoste) maar eveneens in Benin, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Haïti, Ivoorkust, Kameroen, Madagaskar, Mauritanië, Mali, Niger, Rwanda, Senegal, de Seychellen, Togo, Tsjaad en Vanuatu. Ook in het zuiden van de Verenigde Staten wordt Frans gesproken; het zogenaamde Cajun-Frans. Het Frans is nog steeds een officiële taal van de Verenigde Naties en één van de drie officiële talen en werktalen van de Europese Unie. Het Frans is heel lang de taal van de elite in Europa geweest. Tot in Rusland toe, sprak men in de hogere kringen Frans.
Vergeleken met het Nederlands heeft de Franse taal een heel andere manier van uitspreken. Eén van de typische verschillen is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in de Franse taal, waardoor je niet kunt horen waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit verschijnsel heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt hoofdzakelijk bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Ook klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in de Nederlandse taal, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Franse medeklinkers of klinkercombinaties klinken eveneens bekend: garage, citroen, vanille, champignon en quarantaine.
Letters met accenten
Een aantal accenten komt in de Nederlandse taal niet voor. De ç klinkt in het Frans als een ‘s’, terwijl de ‘c’ soms als een ‘k’ klinkt, afhankelijk van welke letter erna komt. De Franse e kan voorkomen met drie verschillende accenten.
Accent grave
Als eerste met een zogenaamde accent grave: è. Bijvoorbeeld bij l’été (de zomer). De accent grave: è klinkt als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’.
Accent aigu
Als tweede met een zogenaamde accent aigu: é. Bijvoorbeeld bij l’élève (de leerling). De accent aigu: é klinkt als ‘ee’ in het Nederlandse woord ‘veel’.
Accent circonflexe
En als derde kan de letter e in het Frans ook nog met een zogenaamde accent circonflexe: ê voorkomen. Deze zien we bijvoorbeeld in een woord dat dat in het Nederlands ook bestaat: crêpe (een dunne, kleine pannenkoek). De accent circonflexe: ê klinkt iets langer dan de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’. De Franse e zonder accent is klankloos, als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘lachen’.
Franse neusklank
Een kenmerk van het Frans zijn de neusklanken, zoals in un bon vin blanc. Al deze vier woorden worden nasaal uitgesproken.
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/a/
B
bee
/be/
C
see
/se/
D
dee
/de/
E
uh
/ə/
F
effe
/ɛf/
G
zjee
/ʒe/
H
assj
/ɑʃ/
I
ie
/i/
/jiː/
J
zjie
K
kah
/ka/
L
elle
/ɛlə/
M
emme
/ɛmə/
N
enne
/ɛnə/
O
oo
/o/
P
pee
/pe/
Q
kuu
/qy/
R
er
/ɛʀə/
S
ess
/ɛsə/
T
tee
/te/
U
uu
/y/
V
vee
/ve/
W
doeble vee
/dubləˈve/
X
ieks
/iks/
Y
ie grek
/iˈgrɛk/
Z
zedde
/zedə/
SPELLING
WOORD
A
Anatole
B
Berthe
C
Célestin
D
Désiré
E
Eugène
F
François
G
Gaston
H
Henri
I
Irma
J
Joseph
K
Kléber
L
Louis
M
Marcel
N
Nicolas
O
Oscar
P
Pierre
Q
quintal
R
Raoul
S
Suzanne
T
Thérèse
U
Ursule
V
Victor
W
William
X
Xavier
Y
Yvonne
Z
Zoé
Speciale tekens
@
arobase
#
dièse
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit). Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Frans is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de stand in het tennis ‘15-0’ (fifteen-love) komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou afstammen van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in het Frans spaties. Andere leestekens krijgen in de Franse taal ook eerst een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Franstalige muziek
5
Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal
7
Luister naar podcasts van Franstaligen
8
Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk
9
Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
In het Frans heten ze des mots de remplissage; opvulwoorden of stopwoordjes. Ook het Frans heeft er veel. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden. Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs vermoedelijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), het betekent zoiets als: “Vind je ook niet?” In het Frans hoor je ook vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
En uiteraard euh. Andere opvulwoorden of stopwoorden zijn du coup (‘meteen’, ‘plotseling‘) en genre (‘soort’) en style (‘stijl’). Vooral jongeren in Frankrijk zeggen de laatste twee.
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, beluisteren en/of lezen is een heel doeltreffende manier om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Frans op.
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op snelle manier behoorlijk wat Franse woordenschat kunt bijleren.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de meest populaire publieke radiozender van Franstaligen. Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u direct live naar deze Franstalige radiozender luisteren.
NRJ
De zender NRJ is de best beluisterde commerciële radiozender in Frankrijk. Door op het beeldscherm rechtsboven met het logo te klikken, kunt u live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Klik op de afbeelding voor de website van France.tv
Uw favoriete televisieprogramma’s en series in het Frans of met Franse ondertiteling bekijken, kan in het begin wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is. De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1
De omroep TF1 is de meest populaire Franse commerciële televisieomroep. Deze Franse zenders kunnen via de internet, kabel, satelliet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Frans in Spijkenisse op uw locatie volgen of in Oud-Beijerland, bijvoorbeeld in het pand van SOLON Management & Organisatie aan de Laurens Jzn. Costerstraat 15a in Oud-Beijerland. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen Frans in Spijkenisse in bijvoorbeeld Atlas Hotel Holiday aan de Groene Kruisweg 11, in Carlton Oasis Hotel aan de Curieweg 1 en in Van der Valk Hotel Ridderkerk aan de Krommeweg 1 in Ridderkerk.
Vergaderen in Spijkenisse kan bijvoorbeeld bij congrescentrum Innovatiekracht aan de Plaatweg 15.
Al 10.000 jaar geleden was Spijkenisse bewoond gebied. Uit archeologische vondsten is gebleken dat er steurvissers leefden. Het gebied was nog moerasgebied en er was geen sprake van permanente bewoning. Vanaf de 3de eeuw v.Chr. waren er bewoners die zich begonnen te vestigen in het gebied. Ook in de Romeinse tijd was het gebied bewoond, maar deze bewoning verdween weer.
Er ontstonden pas weer nederzettingen in de 10de eeuw n.Chr. De naam ‘Spickenisse’ wordt voor de eerste keer vermeld in een document uit 1231. De naam ‘Spijkenisse’ (Spickenisse) is een verbastering van de woorden spieke (‘spits’) en nesse (letterlijk ‘neus’). In moderne taal betekent dit dus ‘een spits stuk land’.
Spijkenisse is gelegen in de Randstad in de Stadsregio Rotterdam en in de streek Voorne-Putten. Plaatsen in de buurt van Spijkenisse zijn Brielle, Hellevoetsluis, Oostvoorne, Oud Beijerland, Oude-Tonge, Poortugaal, Rhoon, Rotterdam, Rozenburg en Schiedam.
Spijkenisse ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Spijkenisse wonen ongeveer 72.000 mensen.
Een inwoner van Spijkenisse is een ‘Spijkenissenaar’. Bekende Spijkenisseners zijn Erik de Jong, Jessica Villerius en Nick van de Wall (Afrojack). Iets wat bij Spijkenisse hoort, noemt men ‘Spijkenisses’ of ‘Spijkenisser’, bijvoorbeeld het Spijkenisser dorp.
Spijkenisse is een stad en onderdeel van de gemeente Nissewaard die ook Abbenbroek, Geervliet, Heenvliet, Hekelingen, Simonshaven en Zuidland omvat.
Spijkenisse - internationaal & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Spijkenisse zijn Hürth in Duitsland en Thetford in het Verenigd Koninkrijk.
Hoger onderwijs
In Spijkenisse bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Spijkenisse, dan denk je aan de Spijkenisserbrug, de Oude Maas, theater De Stoep en aan de term ‘Spijkcity’. Spijkenisse fungeert als forenzenstadje voor Rotterdam alsook het havengebied. Spijkenisse is een groeikern geweest en de stad heeft een regiorol op het gebied van onderwijs en zorg.
Spijkenisse - minder bekend
Niet veel mensen weten dat in Spijkenisse heel lang een tram reed. Tussen 1904 en 1965 werd Spijkenisse verbonden met Rotterdam-Zuid en Oostvoorne en Hellevoetsluis met een tram, die als bijnaam ‘het Moordenaartje’ had vanwege de vele dodelijke ongelukken.
Spikkenis is een Zuid-Hollands dialect dat sterk aan het Rotterdams verwant is. De ‘aa’ is niet open maar wordt aoh en de ‘ei/ij’ wordt aai. De verkleiningsuitgang -je of -tje wordt in het ‘Spikkenis’ -ie (boekkie). Dit gebeurt eveneens bij de werkwoorden (hebbie in plaats van ‘heb je’). De ‘r’ wordt achterin de keel uitgesproken en vaak weggelaten. Typerend is ook de werkwoordsuitgang -t die Spijkenissers in de ik-vorm gebruiken (ik loopt, ik doet).
Verder wordt hij/zij heb gezegd in plaats van ‘heeft’ en hun hebben in plaats van ‘zij hebben’. Typisch voor de Zuid-Hollandse dialecten is dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen ‘kunnen’ en ‘kennen’ en ook niet tussen ‘liggen’ en ‘leggen’. Met de semie wordt de ‘chemische industrie’ bedoeld. Spijkenisse is Spike City of Spikri. Het ernaast gelegen Zuidland is Sland. “Mezikkenpis” betekent ‘lichte regen’. Zo groos azzun bezum betekent: “Zo trots als een pauw”.
Spijkenisse - “Wereldkampioen bouwen”
Spijkenisse - zakelijk
De gemeente Spijkenisse
Het postcodegebied van Spijkenisse is 3200 - 3208. Het adres van het gemeentehuis van Spijkenisse is Raadhuislaan 106, 3201 EL in Spijkenisse. De website van de gemeente Spijkenisse is Nissewaard. nl. Het telefoonnummer van de gemeente Spijkenisse is 14 0181.
Zakendoen in Spijkenisse
Voor Spijkenisser ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Spijkenisse is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Spijkenisse is KVK-kantoor Rotterdam.
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Spijkenisse gevestigd op bedrijventerrein Halfweg-Molenwatering of op bedrijventerrein Harregat in Zuidland. In Spijkenisse bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Access Control Europe, CP Benelux, DCB Energy, De Rijke Group, Dorc (Dutch Ophthalmic
Research Center), Framo, Kongsberg Maritime Holland, Majestic, Meesterbakker Voskamp, SGS Nederland, Smith-Holland Reefer Service, Spijkenisse, Ultra International, en Farm Frites in Oudenhoorn. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Spijkenisser nieuwsportaal is Spieke en Spijkenisser ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Spijkenisse kijken hun (zakelijk) nieuws op Rijnmond. Spijkenissenaren en ondernemingen in Spijkenisse kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Groot Nissewaard.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Spijkenisser voetbalclub VV Spijkenisse, SCO ’63 of SC Botlek te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Spijkenisse kunt u terecht bij LTV de Hartel of bij LTV de Dalle. Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus Frans in Spijkenisse of met uw Franstalige (zaken)relatie als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Spijkenisse gevonden voor een compleet dagje/middagje uit. De golfbaan in de buurt voor Spijkenisse is Golfbaan Schinkelshoek in Vlaardingen. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zuidbuurt 79, 3132 KA in Vlaardingen. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 010-460 21 39. De website van deze golfbaan is www.golfbaanschinkelshoek.nl. Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij brasserie Schinkelshoek. Golfbaan The Links Valley is een andere golfbaan in de omgeving van Spijkenisse.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Spijkenisse die tevens op Youtube kunnen worden bekeken. Door direct op het rode logo van Youtube in het midden te klikken, wordt een filmpje afgespeeld. Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk en Spijkenisse op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Spijkenisse op Google Earth te zien. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Spijkenisse
Google Maps Frankrijk
Google Maps Spijkenisse
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Spijkenisse lezen van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans. Het derde blokje is nieuws uit Spijkenisse (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, kan het prettig en handig zijn om
geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt. Daarnaast kan het vrij leerzaam zijn om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
In Spijkenisse verzorgt Dagnall onder meer maatwerk taaltrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Spijkenisse.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact opnemen voor een cursus in een vreemde taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans