Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u als scholingszoeker precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers, professionals en leidinggevenden in, en in de buurt van Sliedrecht. Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Iedere bedrijfstak kent een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel alsook een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt opleidingzoekers taaltrainingen Frans in Sliedrecht in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Talen kan iedereen Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taaltaalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van scholingszoekers afgestemd. Dagnall Talen is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om door middel van gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen Frans te leren in Sliedrecht. Dagnall Talen leidt u snel en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Frans te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren. Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor u gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door dagelijks vijftien minuten te oefenen, brengen we cursisten met grote stappen naar het gewenste niveau. Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Sliedrecht.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Wij stellen de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met een offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen Frans de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling aangepast worden. U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Het (individuele) contact met de deelnemers wordt desgewenst door Dagnall Talen verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan De cursisten ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Frans. Dit formulier en de schrijfopdracht moeten worden teruggestuurd voorafgaand aan de intakedatum Dagnall verzorgt de intakegesprekken op locatie of eventueel op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall en vastgesteld in overleg De deelnemers worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van lesmateriaal en cursusbenodigdheden wordt door Dagnall Talen verzorgd Wij berekenen geen administratiekosten en geen extra toeslag voor avondlessen Continuïteit van de planning van de cursus en het lesprogramma Frans wordt door Dagnall Talen gegarandeerd en bewaakt Dagnall Taleninstituut is flexibel en betrokken!
Sinds 1982 is Dagnall actief op het gebied van taal en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Frans in Sliedrecht en omliggende gemeenten voor bedrijven en (overheids)instellingen. Onze kundige taaltrainers Frans zijn gespecialiseerd in cursussen voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties en kunnen bogen op een jarenlange ervaring.
Door de aanpak die zowel functiegericht als werkplekgericht is, biedt Dagnall Talen zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Sliedrecht. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen het meeste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Sliedrecht sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Cursussen (Frans) die zich richten op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip. Mensen zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen sneller en/of beter kunnen communiceren.
Zij willen de aanwijzingen op de werkplek goed kunnen begrijpen en hier ook mee om kunnen gaan. De medewerkers willen bij voorkeur zelfverzekerder het werk kunnen verrichten en natuurlijk heel graag hun ambitie op hun werkgebied waarmaken. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
Dagnall Taleninstituut verzorgt betaalbare maatwerk taalcursussen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer vergroten. Dagnall Talen helpt en leert de deelnemer hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar baan. Wij stemmen de lessen af op de wensen van de opdrachtgever en op het niveau van de deelnemer(s). Buiten de lessen om, krijgt de cursist regelmatig praktijkopdrachten gedurende de cursus, die de voortgang van het leerproces ondersteunen en de effectiviteit van de training verhogen.
Dit zorgt voor een win-winsituatie! Ons instituut let ook op de enigszins onderbelichte kant van veel taalcursussen: de cursist staat al vaak alleen in zijn poging om de taal te beheersen, om de gebruiken en cultuur van het land en de organisatie te doorgronden en om zijn of haar wereld door middel van taal te vergroten. Dit vraagt veel inzet en motivatie. Bovendien heeft de cursist maar een aantal vaste contactmomenten met de trainer per week. Dit is niet in iedere situatie genoeg.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door in te zetten op het vergroten van het draagvlak voor de taalcursus Frans op de werkvloer. Wij stimuleren leidinggevenden en collega’s binnen de werkkring van de organisatie om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk met de cursist te communiceren in de doeltaal. Door het belang van taal op de werkvloer consequent op deze manier uit te drukken, wordt de waarde van een goede taalbeheersing gemeenschappelijk ervaren en voelen de deelnemers zich gestimuleerd en gewaardeerd in de taalverwerving.
Vele wegen leiden van Sliedrecht naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere schrijf- of spreekvaardigheid. Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Frans in Sliedrecht die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze kundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van Franse vaardigheden en taalkennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en dit zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door een mix van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die op een maatwerktraining zijn gebaseerd.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen, zogenaamde duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en de trainers spelen voortdurend op actuele ontwikkelingen en thema’s in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Sliedrecht. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Frans effectief leren in Sliedrecht bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut biedt cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u als opleidingszoeker de organisatie van de cursus met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te garanderen. Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Sliedrecht gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Sliedrecht
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Sliedrecht en omgeving. Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd. De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie. De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren. De groepen houden wij zo klein mogelijk de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te maximaliseren. Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, de leerstijl, het taalniveau alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans omdat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt. Doordat de cursus intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden. Flexibiliteit is een ander groot voordeel van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is ook taalcursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Frans is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen in de groep. Een ander belangrijk pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. Deze afwisseling kunnen de cursisten prettiger vinden. Doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast efficiënt . Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de deelnemer dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd. Doordat er geen interactie is met andere deelnemers, kan de geleerde kennis niet worden geoefend in een groep. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegeven en kunnen cursisten iets sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden. Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall biedt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kunt u kiezen voor een intensieve of
semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Vanzelfsprekend is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk. Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat bij een Franssprekende leren naspreken, begint. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent Frans kan zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Soms haperde de techniek. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Frans), waar veel docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De taalregels van het Frans van het Frans leert men eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de Franse taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze wordt geleerd. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student leert om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich ontspannen en veilig te voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de studenten verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De taaltrainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de leergroep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student.
Het is de rol van de trainer Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode van Gouin werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de studenten sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doel van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de lerenden en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de docent Frans. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet; dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een les volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook zijn niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de taallessen aan bod komt, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname versterkt van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze Frans spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in grotere klassen gebruikt worden. Het geleerde Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de studenten veel in het Frans te laten spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en plaatjes. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal is weinig aandacht. Deze methode biedt voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdagingen. Voor langzaam een lerende student is de Directe Methode tevens niet erg bruikbaar, omdat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij zei dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom wordt gezien. In principe is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Franse vertalingen en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten zeggen, kan verbetering van de uitspraak worden behaald.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op elk moment door de student worden gebruikt. De lerende bepaalt zelf welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om met de methode van Rosetta Stone te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is die studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt de grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus prettig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel wat hooggegrepen is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen trainer Frans beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode worden beschouwd. Het was nieuw dat de lessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is om vrijwel zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat bij een Franssprekende leren naspreken, begint. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaldocent Frans kan zo een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogeheten talenpractica, waar lerenden met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond het jaar 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie driloefeningen. Soms haperde de techniek. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het te gebruiken. De luistervaardigheid (Frans), waar veel docenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook bij grote(re) groepen worden toegepast.
Deze docentgestuurde kant is tegelijk een nadeel; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. Deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze ook relevant en van betekenis is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze methode goed kunnen werken. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een foto maken. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit veel meer dan alleen een reeks losse woorden of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de methode het Frans te leren. De taalregels van het Frans van het Frans leert men eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt blootgesteld aan de lerenden. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de beide methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling heel effectief is, is veelvuldig bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met de Franse taal. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Doordat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse benaming: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties middels visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking aan de lerenden aangeboden. De structuren die het meest worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een belangrijke plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze wordt geleerd. Studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden passend zijn of niet. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. Deze manier van werken kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van de student is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen middels de CLT-technieken door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student leert om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair. Dit kwam deels omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerenden. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of ongewoon. CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van lesboeken; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde rond 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal in het middelpunt stond. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) beschouwd.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al sinds halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles gaven aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die werken met onderdompeling, richten de omgeving vaak in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te gaan naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een erg goede leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met de methode van onderdompeling uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden, is een keerzijde. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een bijkomend minpunt van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en de student essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich ontspannen en veilig te voelen. Om dit te bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die in een halve cirkel geplaatst werden en in de klas was altijd muziek. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Er bestonden woordenlijsten bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressies in stem alsook gebaren voorgelezen. Op deze manier werden de studenten verleid om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de studenten, konden ze gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. In de les werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student geen hinder zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor immigranten aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situaties in te leven. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijkertijd is dit voor sommige studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerende parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Als de studenten de te leren taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De taaltrainer (Frans) geeft uitleg en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo goed mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De taaldocent dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van eigen gesprekken vinden de studenten vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de leergroep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich zo een stuk bewuster van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van de student.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een nadeel zijn. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student.
Het is de rol van de trainer Frans om te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de afgelopen dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop taal wordt onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal te werken, leren lerenden op een natuurlijke wijze het Frans te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 ontwikkeld door de Franse leraar François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, beroep en wetenschap, het leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode van Gouin werd echter overschaduwd door Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en creëert een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De leermethode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt het enthousiasme op bij de studenten doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Een taal leren wordt tastbaar; iets wat totaal nieuw was. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de studenten sterk.
Het nadeel van de methode is dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden, is een bijkomend minpunt. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog meestal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren tachtig van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, boodschappen doen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak daarna uitvoert en tot slot hierop terugblikt. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het niveau van de lerenden liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De lerende komt op een dagelijkse, natuurlijke wijze in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om samen te werken. Studenten ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren, kan als nadeel van de methode genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming van een aantal Deense filmmakers waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich aan 10 strenge regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het doel van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, waarbij het om communicatie gaat als inspirator van een vreemde taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de lerenden en de docent focust. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een voordeel voor de docent Frans. Het kan erg motiverend werken dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet; dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een les volgens de Dogme-benadering is zo goed als elk item bespreekbaar. Zo blijven studenten betrokken en alert.
De studenten kunnen zich echter wel iets ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Ook zijn niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans moeten voorbereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof in de taallessen aan bod komt, kan een ander keerzijde vormen van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont overeenkomsten met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ongeveer 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de methode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog tamelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemers zijn enthousiast over deze leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst ook te begrijpen; in de eerste plaats gaat het om de klanken. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Diverse leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Argüelles is om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname versterkt van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw afgeleid worden als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens verschillend.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer individueel actief leert. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat ze Frans spreken; in een later stadium geven de lerenden de taken. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Op deze manier kost het minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is TPR® voor alle doelgroepen inzetbaar, ongeacht achtergrond en leeftijd en kan de leermethode ook in grotere klassen gebruikt worden. Het geleerde Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Hierdoor werkt de methodiek tot op een bepaald niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar ideeën, meningen en gevoelens in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Overigens had de Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden lerenden de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de studenten veel in het Frans te laten spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat aangeleerd met behulp van voorbeelden en plaatjes. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer een andere vorm te vinden.
Taleninstituten als Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het grote voordeel van de Directe Methode. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is vrijwel geen aandacht en voor lezen in de vreemde taal is weinig aandacht. Deze methode biedt voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdagingen. Voor langzaam een lerende student is de Directe Methode tevens niet erg bruikbaar, omdat de leermethode van een daadkrachtige inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’) voor staat: de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Daarom wil Manesca niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een specifieke beweging bij dit woord. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden worden stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca- of Ollendorff-methode is de combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om taalonderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Hij zei dat docenten niet naar kennisoverdracht an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde staafjes die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn methodiek voor de lerende niet-bedreigend is, die tenslotte als autonoom wordt gezien. In principe is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Door taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal studenten intensievere begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorziet, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen worden. Werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal aan de lerenden, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk zijn te begrijpen, zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden op deze manier ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met hun Franse vertalingen en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet goed getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de studenten is het een plezierige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerende werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hier foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. Er is een spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en de lerenden vervolgens veel na te laten zeggen, kan verbetering van de uitspraak worden behaald.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om de taalfouten van de studenten te verbeteren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veelvuldig ingezet en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland toegepast door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel makkelijk in gebruik en de methode kan op elk moment door de student worden gebruikt. De lerende bepaalt zelf welke onderdelen meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden vinden het plezierig om met de methode van Rosetta Stone te werken. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Het feit dat er geen docent is die studenten kan motiveren of iets extra’s kan bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnen van de taalcursus zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursus is gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en weer herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt de grammaticale structuur aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed als uitspraakverbeteraar.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verrassend, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de stemacteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursist op pauze klikt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine stapjes en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de lerende de makkelijke lesstof heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De leermethode maakt ook gebruik van flashcards waarmee studenten zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus prettig werken. Gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze en is zeer toegankelijk. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde van de methode. Een echte interactie is er ook niet doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Het bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een groep’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel wat hooggegrepen is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick. De lerende werkt bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de gebruikers daarna dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruikers; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen trainer Frans beschikbaar om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Duolingo, Quizlet, Mondly en Babbel.
Er is echter een betere manier: De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar vooral doordat de focus van Dagnall steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze cursussen Frans bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall Talen een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Tot slot beschikken de taaltrainers over veel eigen lesmateriaal en ze spelen continu in op actuele thema’s of ontwikkelingen die voor de cursist interessant zijn. Onze taaldocenten zijn zeer bedreven in het plezierig en vlot aanleren van een taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden toegepast.
Visueel, auditief of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behaalt Dagnall Taleninstituut het hoogste rendement bij haar taaltrainingen. Een ander voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaltrainers. Onze door de jaren heen ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen het handelsmerk van Dagnall geworden, maar ze geeft ook de waarde aan onze maatwerktrainingen Frans.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving. Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Wij noemen blended taalcursussen ook wel combicursussen of hybride cursussen. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sliedrecht.
Online Frans leren (e-learning Frans) Enkele voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Sliedrecht Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor Android alsook Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, bijvoorbeeld in het buitenland. Deelnemers kunnen Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Sliedrecht beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn. Mensen die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus & blended taalcursus beschikbaar. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het onlineplatform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc/iMac met camera en microfoon - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
De onlinecursussen en blended taalcursussen van Dagnall kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaldocenten Frans
Onze online alsook de blended (taal)cursussen worden door toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers gegeven
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het verzorgen van taalcursussen voor het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze docenten zijn HBO dan wel universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuren – vlotte leervorderingen
De blended (combicursussen) en online taalcursussen van Dagnall zijn maatwerktrainingen die specifiek worden afgestemd op uw wensen en behoeften
De inhoud wordt aangepast aan het leerplan om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt om de taaldoelen Frans snel en efficiënt te bereiken
De online (blended taalcursus/combicursus/hybride cursus) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Frans en de structuur die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van videosessies en zelfstudie is het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen gelijk aan die van onze face-to-face cursussen
De lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat u thuis alles meerdere malen kunt herhalen en niets hoeft te missen
Onze docenten geven naast de taalcursus eveneens tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van de taaltraining Frans.
Profiteer nu ook van blended- of onlinecursussen Frans verzorgd door ons gerenommeerde taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Sliedrecht ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Sliedrecht ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als standaard en geven u een goed inzicht in uw aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Wij overhandigen aan het einde van de cursus Frans in Sliedrecht het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die voor Europese talen is ontworpen. Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa. Het ERK is een internationaal raamwerk dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren. De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Daarnaast onderscheidt het ERK zes niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers. De zes verschillende niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Mensen die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal. Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij taalniveau C, benaderen moedertaalsprekers Frans. Deze mensen gebruiken de Franse taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering bewijst dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) werken die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Sliedrecht, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
De gedragscode van de NRTO is gebaseerd op vijf beginselen: zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van ministeries, leden van de Tweede Kamer, sociale partners, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, maatschappelijke organisaties zoals de SER en de Stichting van de Arbeid en de media.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle leden van de NRTO zijn ondernemers.NRTO-leden werken resultaat- en klantgericht en kunnen zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden en leveren altijd maatwerk.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Frans in Sliedrecht sluit bij de behoeften van de arbeidsmarkt aan.Continue innovatie is hiervoor onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is in diverse besturen, commissies en adviesraden vertegenwoordigd, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), het CRKBO, stichting EDU-DEX en Blik op Werk.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies. Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Sliedrecht zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren. Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs berekenen. Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland. Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Sliedrecht
De efficiënte route naar een cursus Frans in Sliedrecht!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
 Bij internationaal zakendoen dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn tussen Nederland en Frankrijk, dan wordt dit automatisch getoond op de navolgende klokken.
Beide klokken verspringen, mits van toepassing, automatisch over op zomertijd. (Beide klokken verspringen, mits van toepassing, automatisch over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle Franse regio’s (régions) onderscheiden?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo kent u de 13 Franse regio’s heel snel.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Als u de muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden dan één voor één getoond.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van deze regio lezen.
In een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur, zal u hier zeker bij helpen.
Typische gewoonten en gebruiken, beroemde Fransen en bekende Franse exportproducten heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Verschillende kenmerkende dingen over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal kenmerkende feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of een opening bieden voor een gesprek.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in elk geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen maar eveneens de verkregen kennis van het land inzetten.
Zo kunt u iets ontdekken over wereldberoemde Franse gerechten en de specifieke Franse eetcultuur.
Samen eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane taalvaardigheid alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kop koffie. De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat. Er zijn zeer grote regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij. Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen. Aardappelen worden trouwens gezien als groente. Fransen houden van vlees en halen ook hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Het stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen. Bij de maaltijd wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin. Het diner wordt afgesloten met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een gebakje met thee of koffie. ’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan het eten beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis). De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar dan minder uitgebreid. Vaak worden de restjes van de lunch gegeten. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, helemaal ’s middags. De prijzen zijn vrij vriendelijk en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kop koffie. De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat. Er zijn zeer grote regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij. Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht. Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen. Aardappelen worden trouwens gezien als groente. Fransen houden van vlees en halen ook hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Het stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen. Bij de maaltijd wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin. Het diner wordt afgesloten met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie. Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een gebakje met thee of koffie. ’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd. Voorafgaand aan het eten beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis). De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar dan minder uitgebreid. Vaak worden de restjes van de lunch gegeten. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, helemaal ’s middags. De prijzen zijn vrij vriendelijk en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zelf zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese departementen/regio’s zijn Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Mayotte en Réunion.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Eiffeltoren, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
Over de Franse keuken is natuurlijk veel te vertellen. Zie ook onder de groene knop ‘De Franse keuken’ op deze website. Hier noemen we alleen de beroemde noga uit de nogastad Montélimar (Drôme), gemaakt met amandelen en pistachenootjes met lavendelhoning. En de mosterd uit Dijon, ook verkrijgbaar in de Nederlandse supermarkten, wat pittiger van smaak dan vele andere mosterdsoorten. Niet te vergeten al het heerlijks uit de zee, zoals die Franse oesters uit de oesterkwekerijen in Normandië.
Cultuur en mode
Ook op het gebied van cultuur en mode telt Frankrijk zeker mee. De stad Parijs is en was de stad van de mode. Van over de hele wereld bezoeken mensen de haute couture modeshows. Yves Saint Laurent, Coco Chanel en Christian Dior zijn echte iconen. Sinds 2017 is er in Parijs een Musée Yves Saint Laurent.
Schilderkunst
In de schilderkunst zijn de Franse impressionisten wereldberoemd. Denk aan Edward Degas, Claude Monet, Édouard Manet, maar ook Paul Gaugain, Paul Cézanne en Pierre-Auguste Renoir. Het Musée d’Orsay in Parijs heeft een prachtige collectie van onder andere deze schilders.
Muziek
Beroemde Franse componisten zijn Hector Berlioz, Georges Bizet, Claude Debussy, Olivier Messian en Maurice. Dit is maar een kleine opsomming van de Franse kunst en cultuur. Symbool van Frankrijk Het symbool voor Frankrijk en voornamelijk voor Parijs, is natuurlijk de bekende Eiffeltoren. Het monument werd voor de Wereldtentoonstelling van 1889 gebouwd, honderd jaar na de Franse Revolutie. De Eiffeltoren was destijds het hoogste gebouw ter wereld met zijn 324 meter hoogte. Er zijn diverse replica’s gemaakt van de Eiffeltoren, onder andere in het stadje Slobozia in Roemenië, in Las Vegas (Paris Las Vegas Hotel), in Virginia (Kings Dominion) en Ohio (Kings Island) in de Verenigde Staten, in Tokio (Tokyo Tower) en in China in Hangzhou (TianduCheng Eiffel Tower) en Shenzhen (Window of the World). Elk jaar trekt de Eiffeltoren zeer veel toeristen en de Eiffeltoren wordt veel als souvenir of sleutelhanger verkocht.
Minder bekend over Frankrijk
Veel minder mensen weten over Frankrijk is dat er vier vrijheidsbeelden in Parijs staan. Eén staat op het kunstmatige eiland Île aux Cygnes in de Seine van Parijs, één in het Musée d’Orsay, één in de kapel van het Musée des Arts et Métiers en één voor de ingang van dit museum. Daarnaast staan er nog vrijheidsbeelden in de Franse plaatsen Barentin, Bordeaux, Colmar en Saint-Cyr-sur-Mer.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux. De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr. Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
CCI 39 Avenue des Sablons Bouillants 77100 Meaux FRANCE https://www.cci.fr
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Een Frans ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De Franse lunch is uitgebreid en warm, liefst met wijn erbij. En water. Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het avondeten, ook warm, is later op de avond. Bij de warme maaltijd wordt vers stokbrood gegeten. Zondagmiddag is vaak gereserveerd voor een lunch met de familie. Een lunch kan in Frankrijk de hele middag duren, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet uitgebreid eten en veel praten. Veel Franse werkgevers geven hun werknemers vouchers waarmee ze in een restaurant kunnen lunchen. Kinderen worden in Frankrijk streng opgevoed en eten gewoon met alle maaltijden mee. Franse kinderen eten hun viergangenmenu zonder morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
Franse cafés berekenen vaak verschillende prijzen voor hetzelfde drankje. Zit je aan een tafel of op het terras, dan is de prijs hoger. Bestel je een café, dan krijg je een klein kopje zwarte koffie, bijna een espresso. Café au lait daarentegen wordt geserveerd in een kopje zo groot als een soepkom. Fransen kunnen er uren over doen! De Fransen zijn charmant. Een echte Fransman zal altijd een deur openhouden voor een vrouw, al is het een oude, onbekende dame, of haar in haar jas helpen. Dit wordt als beleefd gezien en het wordt erg gewaardeerd. Fransen tutoyeren niet gauw. Het is heel normaal om collega’s of zelfs familieleden te ‘vousvoyeren’; aan te spreken met ‘u’; in de vous-vorm, soms samen met de voornaam. Wanneer Fransen elkaar groeten, geven ze elkaar twee vluchtige kusjes (‘bises’) op de wang. Dit doen vrienden, collega’s, kennissen, maar ook mensen die net aan elkaar zijn voorgesteld.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalkennis van het Frans houdt in kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door de focus op kunnen te verleggen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de cursus Frans in Sliedrecht de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u een beetje Frans en kunt u een gesprekje voeren. Een heel leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een vroege Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat behalve het huidige Frankrijk ook België besloeg, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland. Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; elk gebied, hoe klein ook, had een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk een gecultiveerde versie van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
Het Frans wordt door ongeveer 75 miljoen mensen gesproken als eerste taal. De Franse taal is de op drie na meest gesproken taal van Europa en in veel Afrikaanse landen is Frans de enige officiële taal. Frans wordt gesproken in onder meer Frankrijk en de Franse koloniën, België, Luxemburg, Zwitserland, grote delen van Afrika, Québec, Haïti, Oceanië, het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië.
Frans als officiële taal
De Franse taal is een officiële taal in Frankrijk, België, Monaco, Zwitserland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk (Jersey en Guernsey) Canada en Italië (Vallée d’Aoste) maar eveneens in Benin, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Haïti, Ivoorkust, Kameroen, Madagaskar, Mauritanië, Mali, Niger, Rwanda, Senegal, de Seychellen, Togo, Tsjaad en Vanuatu. In het zuiden van de Verenigde Staten wordt ook Frans gesproken; het zogenaamde Cajun-Frans. De Franse taal is een officiële taal van de Verenigde Naties en één van de drie officiële talen en werktalen van de Europese Unie. Voor een lange periode was de Franse taal de taal van de elite in Europa. Tot in Rusland toe, werd in hogere kringen Frans gesproken.
Ten opzichte van het Nederlands heeft het Frans een heel andere manier van uitspreken. Eén kenmerkend verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord weer begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Ook klinken bijna alle alle klinkers verschillend in het Frans. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, portefeuille, bureau.
De Franse medeklinkers of combinaties van klinkers klinken ook bekend, zoals de woorden garage, citroen, quarantaine, vanille en champignon.
Letters met accenten
Een aantal accenten komt niet voor in het Nederlands. De ç klinkt als een ‘s’, terwijl de ‘c’ soms klinkt als een ‘k’, afhankelijk van welke letter erna komt. De Franse e kan met drie verschillende accenten voorkomen.
Accent grave
Als eerste met een zogenaamde accent grave: è. Bijvoorbeeld bij l’été (de zomer). De accent grave: è klinkt als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’.
Accent aigu
Als tweede met een zogenaamde accent aigu: é. Bijvoorbeeld bij l’élève (de leerling). De accent aigu: é klinkt als ‘ee’ in het Nederlandse woord ‘veel’.
Accent circonflexe
En als derde kan de letter e in het Frans ook nog voorkomen met een zogenaamde accent circonflexe: ê. Deze komt bijvoorbeeld voor in een woord dat we in het Nederlands ook kennen: crêpe (een dunne, kleine pannenkoek). De accent circonflexe: ê wordt iets langer aangehouden dan de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’. De Franse e zonder accent is klankloos, als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘lachen’.
Franse neusklank
Een kenmerk van het Frans zijn de neusklanken, bijvoorbeeld un bon vin blanc. Al deze vier woorden worden nasaal uitgesproken.
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/a/
B
bee
/be/
C
see
/se/
D
dee
/de/
E
uh
/ə/
F
effe
/ɛf/
G
zjee
/ʒe/
H
assj
/ɑʃ/
I
ie
/i/
/jiː/
J
zjie
K
kah
/ka/
L
elle
/ɛlə/
M
emme
/ɛmə/
N
enne
/ɛnə/
O
oo
/o/
P
pee
/pe/
Q
kuu
/qy/
R
er
/ɛʀə/
S
ess
/ɛsə/
T
tee
/te/
U
uu
/y/
V
vee
/ve/
W
doeble vee
/dubləˈve/
X
ieks
/iks/
Y
ie grek
/iˈgrɛk/
Z
zedde
/zedə/
SPELLING
WOORD
A
Anatole
B
Berthe
C
Célestin
D
Désiré
E
Eugène
F
François
G
Gaston
H
Henri
I
Irma
J
Joseph
K
Kléber
L
Louis
M
Marcel
N
Nicolas
O
Oscar
P
Pierre
Q
quintal
R
Raoul
S
Suzanne
T
Thérèse
U
Ursule
V
Victor
W
William
X
Xavier
Y
Yvonne
Z
Zoé
Speciale tekens
@
arobase
#
dièse
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit). Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Italiaans, het Spaans, het Portugees en het Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Duits en Engels. Frans is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast Engels, Spaans, Chinees, Russisch en Arabisch.
Men zegt dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume zijn afgeleid.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen spaties in de Franse taal. Ook andere leestekens krijgen in de Franse taal eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Franstalige muziek
5
Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal
7
Luister naar podcasts van Franstaligen
8
Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk
9
Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of opvulwoorden. Ook de Franse taal heeft er veel. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden. Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), het betekent zoiets als: “Denk je ook niet?” Ook zeggen de Fransen vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
En natuurlijk euh. Andere Franse stopwoorden of opvulwoorden zijn du coup (‘meteen’, ‘plotseling‘) en genre (‘soort’) en style (‘stijl’). Met name jongeren zeggen de laatste twee.
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media lezen, bekijken en/of beluisteren is bijzonder doeltreffend om uw kennis van het Frans uit te breiden.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze veel Franse woordenschat bijleert.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De zender FIP is de meest bekende publieke radiozender van Franstaligen. Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar deze Franse radiozender.
NRJ
Het radiostation NRJ is het meest populaire commerciële radiostation in Frankrijk. Als u op het beeldscherm rechtsboven met het logo klikt, kunt u direct live naar dit Franstalige commerciële radiostation luisteren.
Klik op de afbeelding voor de website van France.tv
Uw favoriete programma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar u zult al gauw ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn. France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
TF1 is de meest bekeken Franse commerciële televisieomroep. Deze Franse zenders kunnen middels de kabel, satelliet, internet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Frans in Sliedrecht op uw locatie volgen of in Dordrecht, bijvoorbeeld bij Businesspoint Dordrecht aan de Vissersdijk Beneden 70 in Dordrecht. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen Frans bij Sliedrecht verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Dordrecht aan de Laan van Europa 1600 in Dordrecht, bij Apollo Hotel Papendrecht aan de Burgemeester Keijzerweg 100 in Papendrecht en bij Van der Valk Hotel Ridderkerk aan de Krommeweg 1 in Ridderkerk.
Besprekingen houden in Sliedrecht kan bijvoorbeeld bij Bronbad De Lockhorst aan de Sportlaan 1.
Tijdens de aanleg van de Betuwelijn zijn bij Sliedrecht de restanten van een vrouw gevonden die daar tussen 7.000 en 7.500 jaar geleden leefde. Eerder werd aangenomen dat in de steentijd geen mensen in West-Nederland woonden, omdat het gebied te nat was. Waarschijnlijk woonden er toch al mensen op een hoger gelegen stuk grond; een donk. Er kwam ook weer bewoning voor in de Romeinse tijd, die later weer verdween en toen weer vanaf omstreeks het jaar 1000. Er ontstonden twee dorpen langs de rivier de Merwede aan de noordzijde (Over-Slydrecht) en aan de zuidzijde (Slydrecht).
De eerste keer dat de naam Over-Slydrecht wordt vermeld, is in een akte uit 1203, waarin het daar gelegen klooster de rechten verkreeg over de visserij in de benedenloop de Merwede. Het zuidelijke deel verdween in 1421 door de St. Elisabethsvloed en bleef Over-Slydrecht als ’Sliedrecht’ bestaan. De naam ‘Sliedrecht’ is afgeleid van een Germaans woord sly dat ‘slik’ betekent. Het tweede deel drecht is Nederfrankisch en betekent ‘overtocht’. In moderne taal dus: ‘overtocht over slib’.
Sliedrecht ligt aan de Biesbosch in de streek Alblasserwaard in het zuidelijke Groene Hart. De plaats maakt deel uit van de Drechtsteden. Plaatsen in de buurt van Sliedrecht zijn Bleskensgraaf, Dordrecht, Giessenburg, Hardinxveld-Giessendam, Oud-Alblas, Papendrecht, Werkendam en Zwijndrecht.
Sliedrecht ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Sliedrecht wonen ongeveer 25.000 mensen.
Een inwoner van Sliedrecht is een ‘Sliedrechtenaar’ of een ‘Sliedrechter’, in de volksmond ook wel baggeraar of brijhapper. Bekende Sliedrechters zijn Gerrit J. Geysendorffer en Adriaan Volker.
Iets wat bij Sliedrecht hoort, heet ‘Sliedrechts’, bijvoorbeeld de Sliedrechtse Biesbosch. Sliedrecht is een plaats en een gemeente.
Sliedrecht - internationaal & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Sliedrecht is Orăștie in Roemenië.
Hoger onderwijs
In Sliedrecht bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Denk je aan Sliedrecht, dan denk je aan de term ‘baggerdorp’. Onder andere Boskalis is er gevestigd en de Koninklijke IHC en Sliedrecht heeft zelfs een Nationaal Baggermuseum. Sliedrecht was ook de eerste plaats in Nederland waar Ikea een vestiging opende in 1978. Sliedrecht fungeert als forenzenplaats voor Rotterdam, Dordrecht en in mindere mate
Utrecht en Sliedrecht heeft een redelijk winkelaanbod en een woonboulevard. Dordrecht en de Biesbosch zijn per waterbus bereikbaar.
Sliedrecht - minder bekend
Minder bekend is dat oud-Feyenoordvoorzitter Jorien van den Herik uit Sliedrecht komt.
Typerend voor het Sliedrechts zijn de langgerekte aa voor de ‘a’: mààn in plaats van ‘man’ en de ae voor de ‘aa’: waer in plaats van ‘waar’. Verder is vaak hij zee voor ‘hij zei’ te horen en is er geen onderscheid tussen ‘kennen’ en ‘kunnen’.
Schrette betekent huilen. Korsemis is kerstmis. Een bekend gezegde is: T mot eerst warre, wil ’t reeje is in ’t hêêle gebied. Oftewel: “het moet eerst een chaos zijn voor het opgeruimd kan zijn”.
Sliedrecht - “SLDRCHT: Groot in doen!”
Sliedrecht - zakelijk
De gemeente Sliedrecht
Het netnummer van Sliedrecht is 0184. Het postcodegebied van Sliedrecht is 3360 - 3364. Het adres van het gemeentehuis van Sliedrecht is Industrieweg 11, 3361 HJ in Sliedrecht. De website van de gemeente Sliedrecht is Sittard-geleen.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Sliedrecht is 14 0184.
Zakendoen in Sliedrecht
Voor Sliedrechtse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Rotterdam aan de Blaak 40, 3011 TA in Rotterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sliedrecht is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sliedrecht is KVK-kantoor Rotterdam.
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Sliedrecht vindt u op bedrijventerrein De Driehoek, Kerkerak, Nijverwaard of op bedrijventerrein Noord-Oost Kwadrant. In Sliedrecht bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alert Security, Allison Transmission Europe, Baggerbedrijf De Boer Dutch Dredging, Bakker, Boon Beheer Groep (MCD Supermarkten),
Cérélia Netherlands, Cofano Software Solutions, Craftsman Marine Benelux, De Jong Beheer, Den Breejen Work, Dieseko Group (International Construction Equipment), DJPS, ESET Nederland, IHC Merwede, Plastirol, Royal IHC, Seats and Sofas, SecureLink, Tritec Benelux, Van Beest en Van den Herik. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Sliedrecht een bezoek brengen aan het Nationaal Baggermuseum of aan het Sliedrechts Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Bossche voetbalclub FC Den Bosch, RKVV Wilhelmina, Zuid SV BLC of BVV meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sliedrecht kunt u terecht bij SLTC Sliedrecht of bij TOP Papendrecht in Papendrecht. Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Sliedrecht of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd om wat te ontspannen? De golfbaan in de omgeving van Sliedrecht is Crayestein Golf in Dordrecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Baanhoekweg 50, 3313 LP in Dordrecht. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 078-621 12 21. De website van de golfbaan is www.crayesteingolf.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij Jacks Steakhouse.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Sliedrecht die ook op Youtube staan. Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken. Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk alsook Sliedrecht op Google Maps weergegeven. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Sliedrecht weergegeven op Google Earth. Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes. Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Sliedrecht
Google Maps Frankrijk
Google Maps Sliedrecht
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Frankrijk en Sliedrecht uit verschillende nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans. Het derde blokje is Sliedrechts nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt. Wanneer u communiceert of zakendoet met Fransen, is het altijd handig en prettig om op de hoogte te zijn van wat zich in Frankrijk speelt.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
In Sliedrecht verzorgt Dagnall maatwerk taaltrainingen in onder meer Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Italiaans. Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Frans standaard aanbiedt in Sliedrecht.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die niet in het overzicht staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans