Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Sittard.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Sittard aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve de klassieke taaltaalcursussen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies Frans te leren in Sittard. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor u gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Sittard.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Sittard) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn erg bedreven in het snel en plezierig aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers Frans van Dagnall Talen in Sittard. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Sittard worden gegeven.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Sittard en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons instituut biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat in korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook kan een individuele cursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus Frans is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De lerenden kunnen de hierdoor geboden afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie met andere deelnemers is, kan het geleerde niet in een groep geoefend worden.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets sneller worden afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier de Franse taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden gepresenteerd aan de lerende in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat het Frans op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of ongewoon zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Frans één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe (Franse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn en niet stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden de lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s principes over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever is, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Frans te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doel van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Op deze manier zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk item kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Franse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruiken de lerenden een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Franse taal ontwikkelen. De leermethode heeft echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student Frans te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De leermethode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom wordt gezien. In principe is de trainer Frans aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Franse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veel gebruikt wereldwijd en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is erg makkelijk om in te zetten en de studenten kunnen de methode op elk moment inzetten. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het prettig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo Frans spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de student Frans is begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Dat de cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen taaltrainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier de Franse taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden gepresenteerd aan de lerende in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat het Frans op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of ongewoon zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Frans één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe (Franse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn en niet stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden de lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s principes over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever is, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Frans te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doel van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Op deze manier zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk item kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Franse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruiken de lerenden een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Franse taal ontwikkelen. De leermethode heeft echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student Frans te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De leermethode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom wordt gezien. In principe is de trainer Frans aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Franse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sittard.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Sittard op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Sittard beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Diegenen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Sittard, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk het liefst in een Franse auto! Jarenlang was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van het Nederlands heeft het Frans een heel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor je niet kunt horen waar een woord ophoudt en het woord erna begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in de Franse taal. Ook andere leestekens worden in de Franse taal door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of opvulwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het Nederlandse ‘hè?’.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs vermoedelijk uit de Franse taal. Het stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de meest populaire publieke Franse radiozender.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar deze Franstalige radiozender luisteren.
De radiozender NRJ is de bekendste commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma’s in het Frans of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst wellicht even wennen, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1 is de bekendste commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiestations kunnen via kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Sittard is onderdeel van gemeente Sittard-Geleen waar ook Born, Broeksittard, Buchten, Einighausen, Geleen, Grevenbicht-Papenhoven, Guttecoven, Holtum, Limbricht, Munstergeleen, Obbicht, Schipperskerk deel van uitmaken.
Er zijn twee hogescholen gevestigd in Sittard: Fontys en Zuyd Hogeschool.
In Sittard zijn geen universiteiten gevestigd.
Het postcodegebied van Sittard is 6130 - 6137.
Het adres van het gemeentehuis van Sittard is Hub Dassenplein 1, 6131 LB in Sittard. De website van de gemeente Sittard is Sittard-geleen.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Sittard is 14 046.
Voor Sittardse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sittard is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sittard is KVK-kantoor Roermond.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Sittard een bezoek brengen aan Museum De Domijnen.
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Sliedrechtse voetbalclub VV Sliedrecht te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sittard kunt u terecht bij SLTC Sittard, bij T.C. Oriënt of bij TC Munstergeleen in Munstergeleen.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Sittard van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral op het professionale vlak. Bedrijven en organisaties die investeren in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers, hebben daarom een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Sittard.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel en een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Sittard aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Behalve de klassieke taaltaalcursussen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde taalcursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies Frans te leren in Sittard. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren voor u gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau met dagelijks 15 minuten oefenen.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Sittard.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever de leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met de contactgegevens. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met een passende offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en uw situatie.
Na enkele lessen Frans evalueert de trainer de voortgang alsook de inhoud van de taalcursus. De doelstellingen kunnen, indien noodzakelijk, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die door de cursisten zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Sittard
In 1982 is Dagnall Talen gestart en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Frans in Sittard en omliggende plaatsen voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Dagnall Taleninstituut heeft ervaren en kundige docenten Frans die experts zijn op taalgebied en die in Midden-Limburg in deze tijd talrijke cursussen Frans hebben gegeven aan diverse bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall Talen zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Sittard. U kunt erop rekenen dat Dagnall Talen het meeste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Sittard sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus (Frans) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is tegenwoordig bij veel organisaties een begrip.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en op kunnen volgen. De medewerkers willen graag zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkterrein realiseren. Dit vereist een investering in mensen en in de (innovatieve) ontwikkeling van de organisatie.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Sittard naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Sittard) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn erg bedreven in het snel en plezierig aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaldocenten maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers Frans van Dagnall Talen in Sittard. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Effectief Frans leren in Sittard bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Sittard worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Sittard
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Sittard en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons instituut biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De leergroep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat in korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt sneller vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook kan een individuele cursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste pluspunt van een groepscursus Frans is met name de interactie met de andere cursisten; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
Een ander belangrijk voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van de foutjes van anderen leren en met de groep in de doeltaal communiceren. De lerenden kunnen de hierdoor geboden afwisseling als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op bijna hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de trainer worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie met andere deelnemers is, kan het geleerde niet in een groep geoefend worden.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursisten ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen deelnemers iets sneller worden afgeleid. Hierdoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall biedt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Dagnall Talen biedt daarom onze taaltrainingen ook incompany en online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans volgen. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier de Franse taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden gepresenteerd aan de lerende in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat het Frans op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of ongewoon zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Frans één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe (Franse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn en niet stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden de lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s principes over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever is, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Frans te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doel van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Op deze manier zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk item kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Franse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruiken de lerenden een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Franse taal ontwikkelen. De leermethode heeft echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student Frans te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De leermethode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom wordt gezien. In principe is de trainer Frans aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Franse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave daarvan maakt. De student kan zo de uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering behaald worden.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op fouten, waarbij de mogelijkheid bestaat om deze fouten van de lerende te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veel gebruikt wereldwijd en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is erg makkelijk om in te zetten en de studenten kunnen de methode op elk moment inzetten. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door lerenden zelf bepaald. Veel lerenden vinden het prettig om de Rosetta Stone-methode te gebruiken. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor scholen. Een minpunt van de methode is dat er geen trainer beschikbaar is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen van Pimsleur bestaan uit zinnetjes/dialoog die door de lerende worden nagesproken en worden herhaald. De Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer gebruikt door Amerikanen en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier in een normaal tempo Frans spreken.
Dat er niets uitgelegd wordt, is het minpunt van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het principe van Michel Thomas. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op eventuele verbanden tussen de talen gewezen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat door de student Frans is begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnen kunnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de methode van Michel Thomas prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. Gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas is zeer toegankelijk en traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Dat de cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een minpunt. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de lerenden in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de student is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen taaltrainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden middels mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in Nederland pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Men maakte al snel bezwaar tegen de inhoudsloze driloefeningen. Af en toe haperde de techniek, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is de methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) op een zodanige manier te leren dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden door de lerenden hardop gelezen. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen worden, maar geheugenwetenschappers bestrijden dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen onthouden als deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun zou de methode goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een nadeel van deze leermethode. Talen zijn uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert de student eveneens onbewust op deze manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving voor de studenten. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De methode heeft het meeste rendement als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om te zorgen dat de lerende van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat bij de Directe Methode meer focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling zeer effectief is. Omdat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Minpunten heeft de Natural Method ook. De methode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier de Franse taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden om een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Doordat er niet ‘uit het hoofd geleerd hoeft te worden’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden gepresenteerd aan de lerende in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat het Frans op een accurate manier geleerd wordt. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties passend zijn of niet. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak kent ook keerzijden. De werkwijze is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die de studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol waren gebleken. Door de verdere eenwording van Europa kwam meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend omdat zij snel succeservaringen hebben. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Voor sommige lerenden kan deze manier van leren lastig of ongewoon zijn, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. De methode Communicatief taalonderwijs traint vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit anders. Meidinger ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, cultuur en wetenschap. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en geheel gericht op de grammatica en het vertalen. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainer draagt kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode heeft tot recente datum een grote invloed op het taalonderwijs gehad, ondanks dat reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. Bij het werken in groepen biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, en dan met name op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen de spreekvaardigheid Frans één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. De sociale interactie wordt versterkt door het samen oefenen in een groep. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een keerzijde is dat de bereikte resultaten niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend minpunt zijn. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de zeventig jaren van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentiële betekenis dat er een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen is tussen studenten en de docent (Frans). Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig en ontspannen voelen. Om deze situatie te creëren, was een leslokaal met een rijopstelling ongeschikt. In de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er werd ook altijd achtergrondmuziek tijdens de klas gedraaid. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, terwijl op de achtergrond natuurgeluiden te horen waren of klassieke muziek werd gespeeld. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en woordenlijsten bij de teksten. Dit voorlezen ging gepaard met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de nieuwe (Franse) woorden konden gemakkelijk begrepen en opgenomen worden. Er was veel tijd tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Lozanov was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerenden minder last krijgen van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de methode. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend zijn en niet stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de lerende is altijd de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden kenschetst. De studenten beginnen een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De taaltrainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitspraken van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Het gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna opnieuw te beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; de studenten bepalen zelf de inhoud van de les met behulp van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het succes van de methode is sterk afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig onderlegd te zijn. Deze docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les wordt de groep vaak heel hecht. Met deze methode worden de lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven deze correcties in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de student.
Een keerzijde van de methode van CLL kan zijn dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal studenten wel sturing nodig heeft. Bij CLL wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren 90 van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die regelmatig voorkomen in dialogen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de lerenden.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat van de te leren taal die in chunks wordt aangeboden, in betekenisvolle brokjes. De vergaande wending in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van de grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s principes over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De leermethode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Seriemethode van Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s methode biedt een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Het maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets abstracter of subjectiever is, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring is te vangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en regels van het Frans te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een drankje bestellen of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is zeer populair geworden vanaf het begin van de jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun taalvaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de student, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging uit het jaar 1995 van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doel van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Bij deze methode gaat het om communicatie als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is de methode een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen trainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs kent, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan zeer motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor het eigen leerproces. Op deze manier zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dit zorgt voor spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel elk item kan in Dogme-lessen worden besproken. Dit zorgt ervoor dat studenten betrokken en alert blijven.
Als ze zo weinig door de trainer bij de hand genomen worden, kunnen lerenden zich echter iets ongemakkelijk voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof wordt behandeld in de taalles.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode is een alternatieve visie op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productie. De Franse woordenschat alsook de cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat vereist is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijk inzicht geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige methode: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo veel geoefend totdat dit heel gemakkelijk gaat en de student simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruiken de lerenden een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn diverse lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
Het nadeel van deze techniek is dat de lerenden het soms ietwat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk gewijzigd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht leeftijd en achtergrond en kan de methode eveneens toegepast worden in grotere klassen. De vreemde taal wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere methode nodig is als aanvulling. De methodiek is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. De mensen streefden, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica meer inductief werd geleerd, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Met behulp van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangebracht om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan spreken en luisteren, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in de Franse taal ontwikkelen. De leermethode heeft echter eveneens keerzijden. De methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aan lezen in de vreemde taal. De Directe Methode biedt voor de meer gevorderde student Frans te weinig uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een dynamische inzet vanuit de studenten is de methode eveneens niet erg bruikbaar voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de eerst bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van lerenden en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen daarna na elkaar het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn methode. Zijn werk is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer wordt onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en de student aan te moedigen om fouten te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een manier die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als lerenden proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat de trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Gekleurde staven (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way gebruikt. De leermethode maakt eveneens gebruik van Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën van invloed geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die immers als autonoom wordt gezien. In principe is de trainer Frans aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke manier gestimuleerd. Door taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt de geleerde taalkennis vaak goed verwerkt en onthouden. Fouten maken mogen, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van inbreng van de docent Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect van de leermethode verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke manier van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat deze verhalen eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de studenten zich. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant hiervan is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met hun Franse vertaling, om vervolgens met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit zorgt voor input. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de docent moet ervoor getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt zeer motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode:
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is de cursist visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, dus op afstand. Er wordt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’ gesproken.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Sittard.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Sittard
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Sittard op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang op elk (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Sittard beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Sittard
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Diegenen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Talen leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc/iMac of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Sittard ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Sittard ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Sittard
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en geven u een helder beeld van uw aanwezige en opgedane talenkennis. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
U ontvangt aan het einde van een cursus Frans in Sittard het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die specifiek is ontwikkeld voor de talen in Europa.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het Europees Referentiekader (ERK) kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De zes niveaus van taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A beschrijft alle vaardigheden die een beginnende gebruiker beheerst.
Niveau B geeft aan wat een ‘onafhankelijke gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
Niveau B geeft aan wat een ‘onafhankelijke gebruiker’ kan en kent, dat wil zeggen: zonder hulp van de gesprekspartner.
Taalniveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Sittard, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engelse naam: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Taleninstituut Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Sittard zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Talen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Sittard
Contact cursus Frans Sittard
Wilt u contact opnemen met ons voor een cursus Frans in Sittard? Laat ons u meer vertellen over de mogelijkheden bij ons instituut. Om vrijblijvend meer informatie over ons instituut te ontvangen, stuurt u ons vrijblijvend een e-mail naar cursus-frans-sittard@dagnall.nl of vult u het online contactformulier op de website in.
U kunt natuurlijk ook bellen voor een cursus Frans in Zoetermeer via telefoonnummer 070-2076707 (geen belmenu). Vraagt u gelijk het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De juiste weg naar een cursus Frans in Sittard!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn tussen Nederland en Frankrijk, dan wordt dit getoond op onderstaande klokken.
De tijd gaat, indien van toepassing, automatisch over op de zomertijd. (De tijd gaat, indien van toepassing, automatisch over op de zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel snel kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Als u de muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
De regio’s van Frankrijk wisselen elkaar dan af.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van deze regio zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Als u de muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
De regio’s van Frankrijk wisselen elkaar dan af.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van deze regio zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante dingen over het land leren, kan uitstekend helpen als ijsbreker of openingszin.
Deze wetenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
In elk geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar evengoed de verworven kennis van het land inzetten.
Zo kunt u iets te weten komen over specifieke Franse gerechten en de wereldberoemde Franse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur zal zeker worden gerespecteerd!
Zo kunt u iets te weten komen over specifieke Franse gerechten en de wereldberoemde Franse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur zal zeker worden gerespecteerd!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er zijn grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om saus te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoetigs zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch verorberd.
De Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, vooral tussen de middag.
De prijzen zijn vrij bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er zijn grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om saus te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoetigs zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch verorberd.
De Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, vooral tussen de middag.
De prijzen zijn vrij bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 bestuurlijke regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk het liefst in een Franse auto! Jarenlang was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Het Franse ontbijt is vrij eenvoudig: een croissant en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, vaak inclusief wijn. En water. Fransen drinken over het algemeen vrijwel altijd veel water bij het eten. Het diner, ook warm, wordt later op de avond genomen. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn gereserveerd voor een lunch met de familie. Een Franse lunch kan een hele middag duren, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel bedrijven in Frankrijk geven hun werknemers vouchers waarmee ze tussen de middag in een restaurant kunnen eten. Kinderen worden in Frankrijk streng opgevoed en doen gewoon met alle maaltijden mee. In Frankrijk eten kinderen hun viergangenmenu zonder morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het in Frankrijk heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalkennis van het Frans houdt in naast kennen vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de focus op kunnen te leggen, is de deelnemer in staat na voltooiing van de cursus Frans in Sittard de verworven kennis beter toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, spreekt en begrijpt u al een beetje Frans. Een leuke, uitdagende ervaring. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. De Gallo-Romaanse taal werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië, wat behalve het huidige Frankrijk ook België omvatte, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Duitsland en Nederland.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; deze talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde variant van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van het Nederlands heeft het Frans een heel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor je niet kunt horen waar een woord ophoudt en het woord erna begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Frans is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Italiaans, het Roemeens en het Portugees. Het is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Duits en Engels. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Men zegt dat de kreet ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in de Franse taal. Ook andere leestekens worden in de Franse taal door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of opvulwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het Nederlandse ‘hè?’.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs vermoedelijk uit de Franse taal. Het stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of luisteren is heel doeltreffend om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte wijze behoorlijk wat Franse woordenschat kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is de meest populaire publieke Franse radiozender.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar deze Franstalige radiozender luisteren.
NRJ
De radiozender NRJ is de bekendste commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete televisieprogramma’s in het Frans of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst wellicht even wennen, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
TF1 is de bekendste commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiestations kunnen via kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Sittard
U kunt de cursus Frans in Sittard op uw eigen locatie volgen of in Brunssum, bijvoorbeeld bij Coachhuis Brunssum aan de Brederostraat 19 in Brunssum. Dagnall kan ook taalcursussen Frans in Sittard verzorgen bij bijvoorbeeld Fletcher Wellness-Hotel Sittard aan de Milaanstraat 115, bij Hotel de Limbourg aan de Markt 22, bij Hotel Merici aan de Oude Markt 25, bij Amrath Hotel Born-Sittard aan de Langereweg 21 in Born en bij Van Der Valk Hotel Stein-Urmond aan de Mauritslaan 65 in Urmond.
Besprekingen houden in Sittard kan bij Zalencentrum De Oase aan de Bachstraat 5.
Sittard - geschiedenis
De oudste dorpen van Nederland bevonden zich ooit in het gebied dat nu Sittard heet. Rond 5300 v.Chr. was hier reeds sprake van bewoning, getuige archeologische opgravingen van aardewerk. De Romeinen hebben er ook gewoond en de Merovingen in de Frankische tijd (5de tot 8ste eeuw n.Chr.). Het wordt aangenomen dat de stad die nu bekend staat als Sittard, uit die Frankische tijd dateert.
De eerste schriftelijke vermelding (als Sitter) dateert echter pas van het jaar 1157.
De naam van de stad is afgeleid van het woord Siter, van het Oudhoogduitse woord sîte. Dit betekent ‘hoogte’ of ‘berghelling’. De naam relateert aan de Kollenberg.
De naam van de stad is afgeleid van het woord Siter, van het Oudhoogduitse woord sîte. Dit betekent ‘hoogte’ of ‘berghelling’. De naam relateert aan de Kollenberg.
Sittard - nu
Sittard ligt in het smalste stukje van Nederland in de streek Midden-Limburg. Plaatsen in de buurt van Sittard zijn Beek, Born, Brunssum, Echt, Geleen, Heerlen, Hoensbroek, Maasbracht, Meerssen en Susteren.
Sittard ligt in de provincie Limburg. In de gemeente Sittard wonen bijna 38.000 mensen.
Vlag gemeente Sittard
Wapen gemeente Sittard
Inwoners
Woon je in Sittard, dan ben je een ‘Sittarnaar’ of een ‘Sittardenaar’.
Bekende Sittardenaren zijn Toon Hermans en Jelle Paulusma.
Bekende Sittardenaren zijn Toon Hermans en Jelle Paulusma.
Iets wat uit Sittard komt, heet ‘Sittards’ of ‘Sittarder’, bijvoorbeeld de Sittardse ‘nonnenvotten’ (gebakjes die met carnaval worden gegeten).
Sittard kreeg in 1443 stadsrechten.
Sittard kreeg in 1443 stadsrechten.
Sittard - kernen & scholing
Kernen
Sittard is onderdeel van gemeente Sittard-Geleen waar ook Born, Broeksittard, Buchten, Einighausen, Geleen, Grevenbicht-Papenhoven, Guttecoven, Holtum, Limbricht, Munstergeleen, Obbicht, Schipperskerk deel van uitmaken.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen gevestigd in Sittard: Fontys en Zuyd Hogeschool.
In Sittard zijn geen universiteiten gevestigd.
Vlag provincie Limburg
Wapen provincie Limburg
Typisch Sittards
Denk je aan Sittard, dan denk je aan de oude stadswal, de vestingwerken en het middeleeuwse stadshart, Toon Hermans, maar ook van de Staatsmijnen, kerken en kloosters en aan ‘bergen’, waarvan de Kollenberg de hoogste is.
Sittard fungeert als knooppunt in de provinciale, nationale en grensoverschrijdende infrastructuur. De stad ligt aan de A2 en verbindt Eindhoven met Maastricht. Oost-west verbindt Sittard Roermond en
Sittard fungeert als knooppunt in de provinciale, nationale en grensoverschrijdende infrastructuur. De stad ligt aan de A2 en verbindt Eindhoven met Maastricht. Oost-west verbindt Sittard Roermond en
Heerlen en sluit de stad aan op de snelweg in de richting Brussel/Antwerpen en Keulen.
Als spoorknooppunt ligt Sittard op de lijn Amsterdam-Maastricht. Sittard vormt eveneens een relatief belangrijke schakel in het spoorwegennet.
Wat bijna niemand weet, is dat de Nederlandse speelfilm Flodder (1986) is opgenomen in Sittard.
Als spoorknooppunt ligt Sittard op de lijn Amsterdam-Maastricht. Sittard vormt eveneens een relatief belangrijke schakel in het spoorwegennet.
Sittard - minder bekend
Wat bijna niemand weet, is dat de Nederlandse speelfilm Flodder (1986) is opgenomen in Sittard.
Sittards dialect en accent
Typerend voor Sittards is de klank -sj.
Deze komt als eindklank maar ook aan het begin van een woord voor (‘Limburgesj’ voor Limburgers; sjtaon voor ‘staan’).
Verder is de zangerige toon iets typisch Limburgs.
Deze komt als eindklank maar ook aan het begin van een woord voor (‘Limburgesj’ voor Limburgers; sjtaon voor ‘staan’).
Verder is de zangerige toon iets typisch Limburgs.
Bijna alle klinkers wijken af van het Standaardnederlands en klinken vaak Duits. Veijer beijer betekent ‘vier bier’. Woosj is ‘worst’.
De sjòmste boere höbbe de dikste aerpel.
Sittards voor “het geluk is met de dommen”.
De sjòmste boere höbbe de dikste aerpel.
Sittards voor “het geluk is met de dommen”.
Sittard - “Genieten voorop”
Sittard - zakelijk
De gemeente Sittard
Het postcodegebied van Sittard is 6130 - 6137.
Het adres van het gemeentehuis van Sittard is Hub Dassenplein 1, 6131 LB in Sittard. De website van de gemeente Sittard is Sittard-geleen.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Sittard is 14 046.
Zakendoen in Sittard
Voor Sittardse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Roermond aan de Steegstraat 5, 6041 EA in Roermond. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Sittard is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Sittard is KVK-kantoor Roermond.
Sittard - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Sittard vindt u op het Distripark Sittard, op Bedrijvenstad Fortuna, op bedrijventerrein Holtum Noord, op Industriepark Noord, op Kantorenpark Sittard, op bedrijventerrein Sluisweg, op Chemelot Industrial Park en Chemelot Campus in Geleen, op bedrijventerrein Gardenz in Geleen, op Business Park Geleen in Geleen, op bedrijventerrein Kampstraat in Geleen of op bedrijventerrein Krawinkel in Geleen.
In Sittard bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Basic Pharma, BCT Nederland, Boels Verhuur, Celanese Production, Chromaflo Technologies Europe, Collè Rentals & Sales, DIS,
In Sittard bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Basic Pharma, BCT Nederland, Boels Verhuur, Celanese Production, Chromaflo Technologies Europe, Collè Rentals & Sales, DIS,
Doco International, KeyTec Netherlands, Mitsubishi Motors Europe, Reym Chemelot, SABIC European Head Office, Schils, SGS Nederland, Sitech, Utility Support Group (USG), Bridgestone Europe (Bridgestone, Firestone) in Born, Stanley Black & Decker in Born, Daily Fresh Food in Geleen, Isobionics in Geleen, Lanxess in Geleen, OCI Nitrogen in Geleen, Orascom Construction Industries in Geleen, Polyscope Polymers in Geleen, Alfa Brouwerij in Schinnen en Stroopfabriek Canisius-Henssen in Schinnen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Sittards nieuws
De Sittardse nieuwsportalen zijn Sittard-GeleenNieuws.nl en 1limburg - Sittard - Geleen en Sittardse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Limburg - Nieuws.
Ondernemers in Sittard kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Ondernemers in Sittard kijken hun (zakelijk) nieuws op L1.
Sittardenaren en ondernemingen in Sittard kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Limburger - Sittard-Geleen.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Sittard
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Sittard een bezoek brengen aan Museum De Domijnen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Sliedrechtse voetbalclub VV Sliedrecht te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Sittard kunt u terecht bij SLTC Sittard, bij T.C. Oriënt of bij TC Munstergeleen in Munstergeleen.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus Frans in Sittard of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Sittard ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Sittard is Golfbaan Echt-Susteren in Susteren. Het adres van deze golfbaan is Hommelweg 3, 6114 RR in Susteren. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 046-449 49 92. De website van de golfbaan is www.golfbaanecht-susteren.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Huys ter Heide, telefoonnummer 0475-49 55 80.
De nabijgelegen golfbaan voor Sittard is Golfbaan Echt-Susteren in Susteren. Het adres van deze golfbaan is Hommelweg 3, 6114 RR in Susteren. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 046-449 49 92. De website van de golfbaan is www.golfbaanecht-susteren.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij brasserie Huys ter Heide, telefoonnummer 0475-49 55 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van Sittard die tevens op Youtube te zien zijn.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Sittard op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Onder deze promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Sittard op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Frankrijk en Sittard op Google Earth getoond.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Sittard
Google Maps Frankrijk
Google Maps Sittard
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Sittards nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Frankrijk en Sittard van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Sittards nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert,
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Sittards nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert,
kan het handig en prettig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat zich in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Frankrijk springt in de bres voor Libanon: Macron wil embargo op wapenleveranties - de Volkskrant
- Vermiste Vlaming (84) twee weken na verdwijning dood teruggevonden in Frankrijk - Het Laatste Nieuws
- Belgische toerist Emiel (84) na twee weken dood teruggevonden in Frankrijk nadat hij verdween tijdens vakantie - Het Nieuwsblad
- De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken in Frankrijk: eloquent en radicaal - Nederlands Dagblad
- Frankrijk gaat tientallen miljarden besparen voor begrotingsdoel Brussel - BNR Nieuws
- Frankrijk in Nations League zonder geblesseerde Upamecano - RTL.nl
- Kylian Mbappé zorgt voor heel wat onrust in Frankrijk: bondsvoorzitter mag het komen uitleggen - Voetbalkrant.com
- Mbappé-gate doet Frankrijk daveren: bond moet reageren - VoetbalNieuws.be
- Afmelding Mbappé maakt veel los in Frankrijk: 'Dit is niet normaal' - Voetbal International
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Projet d'action violente en France : trois individus arrêtés en Haute-Garonne ce mardi - TF1 INFO
- Ouragan Kirk : quelles seront ses caractéristiques en passant sur la France ? - La Chaîne Météo
- Immigration : à quoi peut aboutir la réunion de crise au ministère de l'Intérieur pour faciliter les OQTF ? - franceinfo
- Météo : la tempête Kirk se rapproche, les dernières prévisions pour Paris et l’Île-de-France - Le Journal du Pays Yonnais
- Informations, Actualités : Budget France 2025 - Boursorama
- Prix Nobel de médecine 2024 : la découverte des microARN va aider à "contrôler l'expression des gènes dans certaines maladies", explique un chercheur - franceinfo
- EN DIRECT - Guerre en Ukraine : les avions de combat Mirage 2000-5 promis par la France livrés début 2025 - TF1 INFO
- Immigration : Dominique de Villepin regrette "la tentation" en France "de faire de l'Algérie le bouc émissaire d'un certain nombre de nos problèmes" - franceinfo
- Guerre entre Israël et le Hamas : à Gaza, un an d'errance sous les bombes raconté par un journaliste palestinien - franceinfo
Nieuws uit Sittard
- Flets AZ verliest bij Fortuna Sittard, derde nederlaag op rij - NOS
- AZ krijgt nieuwe tik in Eredivisie door nederlaag bij Fortuna Sittard - NU.nl
- Fortuna Sittard vanavond om 20:00 uur thuis tegen AZ - Sittard-Geleen.nieuws.nl
- Het lijkt er nu dan toch echt van te komen: een eigen gemeentewapen voor Sittard-Geleen, 25 jaar na de fusie - De Limburger
- Geschonden verkiezingsbeloften en een `strijd voor de bühne` - Drimble.nl
- Het lijkt er nu dan toch echt van te komen: een eigen gemeentewapen voor Sittard-Geleen, 25 jaar na de fusie - Drimble.nl
- Nieuwe vacatures in Sittard-Geleen en omgeving - 7 oktober 2024 - Sittard-Geleen.nieuws.nl
- Arriva bestelt meer dan 150 elektrische bussen bij VDL - Drimble.nl
- Achtduizend kilo appels door sapmachine bij Boomgaard van het jaar in Sittard: ‘Mensen blijven kisten aanslepen’ - De Limburger
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Sittard biedt Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans aan.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Sittard.
Hierboven staat een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Sittard.
U kunt uiteraard altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een vreemde taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Sittard en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten