Begin vandaag nog uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Roosendaal.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Roosendaal in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen Frans te leren in Roosendaal. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Roosendaal.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Roosendaal) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een combinatie van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De docenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Roosendaal. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Roosendaal gegeven worden.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Roosendaal en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de deelnemers leuker vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om te leren van foutjes van anderen omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen lerenden wat sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de studenten. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Frans moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het werken in een groep. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in het Frans omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die opgesteld waren in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met gebaren en veel expressies in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier gestimuleerd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat studenten gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommige studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding docent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Frans. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het was geheel nieuw dat leren tastbaar werd. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten goed.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Frans is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-methode. Het houdt lerenden alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak tot het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende teksten bevatten. De Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief weinig voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, omdat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom wordt beschouwd. De taaldocent Frans is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaldocent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers Frans). Door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij fouten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en de methode kan op elk moment door de lerende worden ingezet. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten vinden het leuk om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methode is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Frans. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Frans in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans om studenten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de studenten. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Frans moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het werken in een groep. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in het Frans omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die opgesteld waren in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met gebaren en veel expressies in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier gestimuleerd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat studenten gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommige studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding docent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Frans. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het was geheel nieuw dat leren tastbaar werd. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten goed.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Frans is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-methode. Het houdt lerenden alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak tot het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende teksten bevatten. De Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief weinig voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, omdat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom wordt beschouwd. De taaldocent Frans is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaldocent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel van de methode.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Roosendaal.
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Roosendaal op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel Android als Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Roosendaal beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve onmisbaar.
Dagnall Talen leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Roosendaal, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 cultureel werelderfgoed), champagne, de Eiffeltoren, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans heeft ten opzichte van het Nederlands een geheel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat in de Franse taal de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor het niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Bijvoorbeeld parle en parlent klinken hetzelfde. Verder klinken in het Frans bijna alle alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook de Franse taal heeft er veel. Woordcombinaties of woordjes die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Nietwaar?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De radiozender FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar deze Franse radiozender.
De zender NRJ is de meest populaire commerciële radiozender van Frankrijk. Door op het beeldscherm rechtsboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franstalige commerciële radiostation luisteren.
Uw favoriete series en televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al snel merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De zender France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1 is de best bekeken commerciële televisieomroep voor Fransen.
Deze Franse stations kunt u middels de kabel, internet, satelliet of een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Roosendaal is de op zeven na grootste gemeente van de provincie Noord-Brabant.
Door de ligging aan de spoorlijn (Amsterdam) Rotterdam - Antwerpen (Brussel - Parijs) vervult Roosendaal een internationale logistieke functie.
Er zijn twee hogescholen in Roosendaal: Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Roosendaal.
Het netnummer van Roosendaal is 0165.
Het postcodegebied van Roosendaal is 4700 - 4708.
Het adres van het gemeentehuis van Roosendaal is Kloosterstraat 2-8, 4701 KK in Roosendaal.
De website van de gemeente Roosendaal is Roosendaal.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Roosendaal is 14 0165.
Voor Roosendaalse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is KVK-kantoor Breda.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Roosendaal een bezoek brengen aan het Commandomuseum, aan Museum Tongerlohuys of aan het Nationaal Voetbalmuseum.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Roosendaalse voetbalclub RKVV Roosendaal, RBC of RKSV BCS meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Roosendaal kunt u terecht bij TV Vierhoeven, bij TV Roosendaal TVR of bij TV Borchwerf.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Roosendaal of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfcentrum Roosendaal. Deze golfbaan is gelegen aan de De Stok 16 in Roosendaal. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0165-54 40 81. De website van de golfbaan is www.golfcentrumroosendaal.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij de sfeervolle horecagelegenheid, telefoonnummer 0165-54 40 80.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Roosendaal van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - met name in de professionele wereld. Organisaties en bedrijven die in de taalkennis en taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Roosendaal.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Roosendaal in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen Frans te leren in Roosendaal. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Daarom gaan wij tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leren prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Door 15 minuten dagelijks te oefenen, brengen we u met grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Roosendaal.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt vastgesteld, ontvangt u een cursusvoorstel op maat samen met een passende offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw agenda en situatie af.
De taaltrainer evalueert na enkele lessen Frans de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden aangepast.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Roosendaal
In 1982 is ons bedrijf geopend en verzorgt sindsdien taalcursussen Frans zakelijk op maat in Roosendaal en omringende plaatsen voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Onze kundige docenten Frans zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in West-Brabant al een behoorlijk aantal cursussen Frans zakelijk gegeven aan diverse bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte werkwijze, levert Dagnall Talen effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Roosendaal. U kunt erop vertrouwen dat Dagnall Talen het hoogste rendement levert; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Roosendaal sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak belangrijk! Een cursus (Frans) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is intussen bij veel organisaties een begrip.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkplek goed te kunnen begrijpen. Deze medewerkers willen graag zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambitie op hun werk realiseren. Investeren in werknemers en in de (continue) ontwikkeling van de organisatie is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Roosendaal naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de meest geschikte, lees beste leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Roosendaal) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat cursisten veel waar voor hun geld krijgen.
Het bekende hoge rendement behaalt Dagnall door een combinatie van deze bewezen leermethode, samen met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall biedt individuele taalcursussen, duocursussen (met 2 lerenden), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De docenten van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Roosendaal. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Frans effectief leren in Roosendaal bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken we gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Roosendaal gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Roosendaal
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Roosendaal en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en de trainingen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximaal te ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat in een korte periode behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Omdat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook is een individuele cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal zoals door rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van elkaars fouten en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de deelnemers leuker vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (iets minder zwaar) voor cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om te leren van foutjes van anderen omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen lerenden wat sneller zijn afgeleid. Daardoor is het rendement iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te houden (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van deelnemers worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall geeft taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen onze taaltrainingen daarom ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Wij verzorgen onze taaltrainingen daarom ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Uiteraard is een combinatie van deze verschillende trainingen ook mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de studenten. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Frans moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het werken in een groep. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in het Frans omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die opgesteld waren in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met gebaren en veel expressies in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier gestimuleerd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat studenten gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommige studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding docent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Frans. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het was geheel nieuw dat leren tastbaar werd. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten goed.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Frans is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-methode. Het houdt lerenden alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak tot het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende teksten bevatten. De Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief weinig voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, omdat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom wordt beschouwd. De taaldocent Frans is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaldocent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel van de methode.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tweetalige tekst, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers (native speakers Frans) en foto’s voor voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. Er wordt gebruikgemaakt van een spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. De gebruiker kan zo de uitspraak vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers Frans). Door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de lerenden daarna veel na te laten spreken, kan uitspraakverbetering worden behaald.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij fouten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma biedt ook leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt de methode van Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door een aantal internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en de methode kan op elk moment door de lerende worden ingezet. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten vinden het leuk om de methodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan Rosetta Stone voor scholen een oplossing zijn. Een nadeel van de methode kan zijn dat geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De les omvat een halfuur audio-opname met nieuwe woordenschat en taalstructuren. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar deze worden aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de cursussen van Pimsleur en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans praten, werkt de methode van Pimsleur erg goed als uitspraakverbeteraar.
De keerzijde van de methode is dat niets wordt uitgelegd. De student leert geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnetjes doen die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet geheel verwonderlijk, door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas maakte zijn studenten duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op eventuele verbanden gewezen tussen de Engelse taal en het Frans. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerenden de makkelijke stof hebben begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de methode gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de taalcursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een minpunt van de methode. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Dit bedrijf maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt bij voorkeur ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak, maakt Assimil gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerenden herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn betaalbaar en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursisten Frans in hun eigen tempo kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt, is het voordeel van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans om studenten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode soms de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd middels mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainer Frans kan een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogenaamde talenpractica, waarbij lerenden een hoofdtelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. De correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van kennis. Ook voor grote(re) groepen is deze methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen input wordt niet verlangd van de studenten, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de studenten. Het idee is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, maar geheugenwetenschappers bestrijden dit. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList Method kan functioneren voor mensen die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje. Doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het gebrek aan context. Talen zijn uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. De GoldList-methode is daarnaast zeer tijdrovend omdat er steeds met de hand geschreven lijsten gemaakt moeten worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert studenten onbewust ook de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de Natural Approach wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans werkt de methode het meest effectief. De leeractiviteiten in het Frans moeten stimulerend zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee beide methoden is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling heel effectief is. Omdat de natuurlijke aanpak betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen, is de methode een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er kleven eveneens nadelen aan de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Het geleerde beklijft langer, omdat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. Volgens de SA levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van specifieke Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. De vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de studenten gepresenteerd. De taalstructuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als voordeel dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren eveneens in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structural Approach ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet direct voor een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in het jaar 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van leren ongewoon of moeilijk. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van vaardigheden; het gaat hierbij om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als leermethode geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral gericht op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde rond het jaar 1783 een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als grondlegger gezien van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Dat werd beschouwd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen taalkennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw waren ook tegengeluiden te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, vormt de methode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het werken in een groep. Lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die gebruikt wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal wordt omgeven. De instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Er wordt gewerkt met simulaties en rollenspellen. Op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal de omgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een erg goede leermethode voor vreemde talen beschouwd. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de methode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat met deze methode snel resultaat wordt geboekt. De leermethode is ‘sink or swim’, de studenten moeten echt gaan communiceren in het Frans omdat zij erdoor worden omgeven. De studenten zijn in principe 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepen wordt de sociale interactie versterkt. De lerenden ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag. Dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel van de methode zijn. Niet iedereen heeft de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al doet vermoeden, is De methode van Suggestopedia op de kracht van de suggestie gebaseerd. Volgens Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) van essentieel belang. Dat de studenten ontspannen zijn en zich veilig voelen, is de voorwaarde. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die opgesteld waren in een halve cirkel en in de les werd altijd muziek gespeeld op de achtergrond. De methodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met gebaren en veel expressies in stem voorgelezen. Lerenden werden op deze manier gestimuleerd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van de leermethode worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De leermethode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder zal hebben van faalangst of frustratie. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat studenten gestimuleerd worden om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk vormt dit voor sommige studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommigen ook eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de verhouding docent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de kant van de Franse docent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van lerenden parafraseert. Lerenden beginnen een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Een leerboek Frans wordt niet gebruikt; het zijn de lerenden zelf die de lesstof bepalen middels betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van de methode is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. De methode kan goed werken als deze correct toegepast wordt. Deze methode is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de les Frans, maar ook buiten de les wordt de leergroep vaak heel hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als een team te werken. Studenten leren veel door het bespreken door hun fouten en het evalueren van de lessen Frans. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van de studenten.
Dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande omwenteling in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, waar Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. De studenten gaan vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over taal waren erg vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een vrij ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode werd echter overschaduwd door Maximilian Berlitz’ Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het opbouwen van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
De methode garandeert een levendige manier van lesgeven. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Het was geheel nieuw dat leren tastbaar werd. Het maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verbeteren. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve vaardigheden Frans van de studenten goed.
De keerzijde van de leermethode van Gouin is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die per slot van rekening een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een bijkomend nadeel. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen ze over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld boodschappen doen, een e-mail schrijven, met de klantenservice bellen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot erop terugblikken. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De opdrachten moeten net boven het niveau van de studenten Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed aansluit bij de student, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse docententrainer en taalkundige op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, bedacht in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching (DLT) is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan tien strikte regels (tien dogma’s). Deze tien regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal is belast. Het starten van echte gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode. Hierbij gaat het om communicatie als drijvende kracht van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken te gebruiken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Net als de Dogme-beweging in de film, heeft het Dogme-taalonderwijs 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, gaat Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor taaltrainers Frans is dat er nauwelijks voorbereiding voor is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar is de les Frans zo nooit. Het zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk item kan worden besproken in een taalles volgens de Dogme-methode. Het houdt lerenden alert en betrokken.
Als de studenten zo weinig begeleid worden door de taaldocent, kunnen ze zich echter wel wat minder op hun gemak voelen. Voor dit type taalonderwijs zijn ook niet alle docenten Frans voldoende flexibel. Nog een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde leerstof tijdens de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het leren van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en nu beginnen de deelnemers het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. Deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek: lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen vervolgens wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken van de te leren taal. Het luisteren en daarna herhalen oefent men net zo vaak tot het gemakkelijk gaat en de student simultaan met de opname Frans kan spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang de boeken dialogen of delen met samenhangende teksten bevatten. De Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de student te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, omdat lichamelijke beweging de opname versterkt van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende grond zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Ook het simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waarin is aangetoond dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan het leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. Het kiezen van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans vormt dus de basis, de spreekvaardigheid volgt pas later.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en deze leermethodiek kan ook worden ingezet in grotere klassen. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Daarom werkt het tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet echt creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens betrof deze Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Men streefde, net zoals in de jaren zestig van de vorige eeuw, rond 1900 naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. In het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij grammatica eerder inductief werd geleerd, met voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de studenten hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht waren er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans gegeven werden. In de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden zelf abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om weer een andere vorm te vinden in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het belangrijkste pluspunt van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken. Hierdoor ontwikkelen studenten vloeiendheid en zelfvertrouwen. Aan deze methode kleven echter eveneens nadelen. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor de schrijfvaardigheid (Frans) en relatief weinig voor lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode tevens niet heel geschikt, omdat de methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden vervolgens door de studenten na elkaar herhaald. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnetjes te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de hoeveelheid energie van de studenten. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van Caleb Gattegno was dat de docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
The Silent Way gebruikt onder andere gekleurde blokjes, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt gebruikt, zijn de ideeën van Gattegno met name bij het aanleren van de uitspraak wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de lerende, die per slot van rekening als autonoom wordt beschouwd. De taaldocent Frans is in principe dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke manier. Door lerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde meestal goed verwerkt en onthouden. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een minpunt kan zijn dat sommige lerenden wat meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Studenten kunnen gefrustreerd worden door de afwezigheid van input van de taaldocent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er vrij snel af raakt. Hierdoor verdwijnt het effect.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerende wordt blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor zijn de lerenden ontspannen. Op deze manier worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. De docent Frans schrijft bij deze methode eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij en vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. Daarna volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. Doordat TPRS ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docent vraagt, is een nadeel van de methode.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere manier om Frans te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere manier om Frans te leren:
De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van taaltraining waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Roosendaal.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Roosendaal
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Roosendaal op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige App voor zowel Android als Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op ieder beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderwege of op reis, zoals in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie of bedrijf zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Roosendaal beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Roosendaal
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen en/of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Talen leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal worden gevolgd; op kantoor, thuis, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen Frans
Het onderstaande is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Roosendaal ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Roosendaal ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Roosendaal
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het ERK (Europees Referentiekader) hanteren wij als standaard en biedt de cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
U ontvangt het ‘Certificaat van Dagnall Talen’ aan het einde van een cursus Frans in Roosendaal.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om verschillende taalniveaus op een uniforme wijze te omschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Frankrijk eenzelfde taalvaardigheid hebben als ‘gevorderden’ in Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) verdeelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader (ERK) verdeelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, spreken, schrijven en het voeren van gesprekken.
De Engelse naam wordt ook veel toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
Cursisten die niveau B Frans beheersen, beschikken over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, benaderen de moedertaalspreker Frans. Zo iemand gebruikt de Franse taal moeiteloos in verschillende situaties.
Cursisten die niveau B Frans beheersen, beschikken over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, benaderen de moedertaalspreker Frans. Zo iemand gebruikt de Franse taal moeiteloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De kernpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder andere eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde ervaring en kennis. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is vanzelfsprekend al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De letters ‘NRTO’ staan voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Roosendaal, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engelse naam: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Roosendaal zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Roosendaal
Contact cursus Frans Roosendaal
Wilt u contact opnemen met Dagnall Talen voor een cursus Frans in Roosendaal? Vraagt u vrijblijvend naar de mogelijkheden van ons taleninstituut. Om vrijblijvend meer informatie over Dagnall te ontvangen, stuurt u ons direct vrijblijvend een e-mail via cursus-frans-roosendaal@dagnall.nl of vult u het contactformulier op de website in.
Wij nemen dan snel contact met u op om de opties te bespreken! Telefonisch contact opnemen met ons voor een cursus Frans in Purmerend kan vanzelfsprekend ook via 020-2149118 (geen menu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De efficiënte weg naar een cursus Frans in Roosendaal!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Is er een tijdverschil met Nederland en Frankrijk, dan kunt u dit eveneens via de beide klokken zien.
De klokken verspringen, indien van toepassing, automatisch over op zomertijd. (De klokken verspringen, indien van toepassing, automatisch over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 13 Franse regio’s in een mum van tijd kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 13 Franse regio’s in een mum van tijd kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met uw muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van deze regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met uw muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van deze regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal hier zeker bij helpen.
Items zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Verschillende typische items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als openingszin.
Deze noemenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die hieronder staat over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal hier zeker bij helpen.
Items zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Verschillende typische items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als openingszin.
Deze noemenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar ook de verkregen kennis over Frankrijk laten blijken.
Zo is het mogelijk dingen te weten komen over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Samen koken en eten verbindt mensen.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur weet men zeker te waarderen!
Zo is het mogelijk dingen te weten komen over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Samen koken en eten verbindt mensen.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zoet, zacht broodje of croissantje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er bestaan grote regionale verschillen, maar vers stokbrood is vaste prik.
Dit begint doorgaans met een salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoetigs zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan het eten neemt men een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar dan minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zoet, zacht broodje of croissantje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er bestaan grote regionale verschillen, maar vers stokbrood is vaste prik.
Dit begint doorgaans met een salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoetigs zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan het eten neemt men een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar dan minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft bij benadering 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is bestuurlijk onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 cultureel werelderfgoed), champagne, de Eiffeltoren, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Een Frans ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, veelal inclusief wijn. En water. De Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is wat later op de avond. Vers stokbrood wordt bij warme maaltijden gegeten. Op zondagmiddag is het tijd voor een lunch met de familie. Een lunch kan in Frankrijk de hele middag duren, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel Franse werkgevers geven werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Kinderen worden in Frankrijk vrij streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. Kinderen in Frankrijk eten hun viergangenmenu zonder te morren en drinken wijn, aangelengd met water. Omdat het heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalkennis van het Frans houdt in kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Dagnall zorgt met gerichte oefening dat de verworven kennis beter kan worden toegepast.
Voor u het weet, spreekt u al een beetje Frans en begrijpt u wat uw Franstalige partner zegt. Een mooie uitdaging! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een oude Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. Het Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië. Gallië besloeg toen, behalve het huidige Frankrijk. ook België, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Duitsland en Nederland.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
In het noorden werd sinds de 13de eeuw langue d’oïl gesproken en in het zuiden langue d’oc; deze talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite een gecultiveerde variant van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans heeft ten opzichte van het Nederlands een geheel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat in de Franse taal de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor het niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Bijvoorbeeld parle en parlent klinken hetzelfde. Verder klinken in het Frans bijna alle alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Frans is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. Het is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Duits en Engels. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de stand in het tennis ‘15-0’ (fifteen-love) komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou afstammen van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes ». Ze worden ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd en worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Deze Fransman was lettermaker en bedenker van het teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook de Franse taal heeft er veel. Woordcombinaties of woordjes die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Nietwaar?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, beluisteren en/of lezen is heel effectief om uw kennis van het Frans uit te breiden.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op snelle manier veel Franse woordenschat kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De radiozender FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar deze Franse radiozender.
NRJ
De zender NRJ is de meest populaire commerciële radiozender van Frankrijk. Door op het beeldscherm rechtsboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franstalige commerciële radiostation luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete series en televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, kan eerst even wennen zijn, maar u zult al snel merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De zender France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1
TF1 is de best bekeken commerciële televisieomroep voor Fransen.
Deze Franse stations kunt u middels de kabel, internet, satelliet of een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Roosendaal
U kunt de cursus Frans in Roosendaal op uw locatie volgen of in Roosendaal, bijvoorbeeld in het gebouw “Laan 22” aan de Laan van Brabant 22 in Roosendaal. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen Frans in Roosendaal bij bijvoorbeeld Best Western City Hotel Goderie aan het Stationsplein 5A-5B, bij Hotel Sistermans aan het Stationsplein 9, bij Hotel De Reiskoffer aan de Pastoor van Breugelstraat 45 in Bosschenhoofd en bij Fletcher Hotel Stadspark aan de Gertrudisboulevard 200 in Bergen op Zoom.
Besprekingen houden in Roosendaal kan bijvoorbeeld bij Den Goubergh aan de Oude Ettensebaan 36.
Roosendaal - geschiedenis
Er zijn sporen van bewoning gevonden uit de steentijd, uit de tijd rond 5800 v.Chr. Waarschijnlijk betrof dit nog geen permanente bewoning.
In de late IJzertijd, ruwweg 700 v.Chr., was er wel sprake van permanente bewoning, net als in de Romeinse tijd.
De naam ‘Roosendaal’ komt voor de eerste keer voor in een document uit het jaar 1268 (als Rosendale). De naam ‘Roosendaal’ kan naar een Middeleeuwse Mariakapel verwijzen.
In de late IJzertijd, ruwweg 700 v.Chr., was er wel sprake van permanente bewoning, net als in de Romeinse tijd.
De naam ‘Roosendaal’ komt voor de eerste keer voor in een document uit het jaar 1268 (als Rosendale). De naam ‘Roosendaal’ kan naar een Middeleeuwse Mariakapel verwijzen.
De plaats wordt dan verklaard als ‘dal der rozen’ (de roos stond voor de volmaaktheid van Maria). Een andere verklaring is dat Roosendaal afgeleid is van risse (‘riet’) of rus (een moerasgrassoort). De plek was een bijna drooggevallen moeras. In moderne taal wordt Roosendaal dus ‘rietdal’.
Roosendaal - nu
Roosendaal ligt in de regio West-Brabant in de streek Baronie en Markiezaat en maakt ook deel uit van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van Roosendaal zijn Bergen op Zoom, Breda, Dinteloord, Etten-Leur, Halsteren, Hoogerheide, Klundert, Oudenbosch, Oud Gastel, Rucphen, Standdaarbuiten,
Steenbergen, St. Willebrord, Wouwse Plantage, Zevenbergen en Zundert. Roosendaal ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Roosendaal wonen ongeveer 77.000 mensen.
Vlag gemeente Roosendaal
Wapen gemeente Roosendaal
Inwoners
Woon je in Roosendaal, dan heet je een ‘Roosendaler’ of een ‘Roosendaalder’.
Bekende Roosendalers zijn Frans Bauer, Jeroen van Koningsbrugge en Jef Rademakers.
Iets wat uit Roosendaal komt, wordt ‘Roosendaals’ genoemd, zoals Roosendaals Anijsbrood.
Bekende Roosendalers zijn Frans Bauer, Jeroen van Koningsbrugge en Jef Rademakers.
Iets wat uit Roosendaal komt, wordt ‘Roosendaals’ genoemd, zoals Roosendaals Anijsbrood.
Roosendaal is een stad en de hoofdstad van de gelijknamige gemeente waar eveneens Heerle, Moerstraten, Nispen, Wouw en Wouwse Plantage deel van uitmaken.
Roosendaal - internationaal & scholing
Internationale logistieke functie
Roosendaal is de op zeven na grootste gemeente van de provincie Noord-Brabant.
Door de ligging aan de spoorlijn (Amsterdam) Rotterdam - Antwerpen (Brussel - Parijs) vervult Roosendaal een internationale logistieke functie.
Hoger onderwijs
Er zijn twee hogescholen in Roosendaal: Avans Hogeschool en HZ University of Applied Sciences.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Roosendaal.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Roosendaals
Denk je aan Roosendaal, dan denk je aan de trein naar Brussel en Parijs, Jesse Klaver, carnaval, kloosters, kerken en drugstoeristen.
Roosendaal fungeert als grensstadje en heeft altijd een belangrijke logistieke functie gehad op de lijn Rotterdam-Breda-Antwerpen enerzijds en Vlissingen-Terneuzen anderzijds.
Er zijn transport- en logistieke bedrijven in
Roosendaal fungeert als grensstadje en heeft altijd een belangrijke logistieke functie gehad op de lijn Rotterdam-Breda-Antwerpen enerzijds en Vlissingen-Terneuzen anderzijds.
Er zijn transport- en logistieke bedrijven in
Roosendaal gevestigd en de stad heeft één van de grootste bedrijvenparken van Noord-Brabant.
Minder bekend is dat Roosendaal vroeger ook wel als ‘Rozendaal’ werd gespeld, maar het uiteindelijk vastgelegd is als Roosendaal om verwarring met de plaats Rozendaal bij Arnhem te vermijden.
Roosendaal - minder bekend
Minder bekend is dat Roosendaal vroeger ook wel als ‘Rozendaal’ werd gespeld, maar het uiteindelijk vastgelegd is als Roosendaal om verwarring met de plaats Rozendaal bij Arnhem te vermijden.
Roosendaals dialect en accent
Dit dialect wordt ook gesproken in de omgeving van Antwerpen en is verwant met het Brabants en het Markiezaats. Kenmerkend is het inslikken van de ‘h’ aan het begin van een woord (uske in plaats van ‘huisje’) en het aan elkaar verbinden van voornaamwoord en werkwoord: wazeede? (wat zei je?); invloeden vanuit het Frans. Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (meske in plaats van ‘meisje’). Woorden met -sp worden vaak uitgesproken als -ps (weps in plaats van ‘wesp’).
‘Bijna’ is in het Roosendaals bekaant of mekaant.
‘Denken’ wordt als dèènke/docht/gedocht vervoegd.
‘Vreemd’ of ’storend’ wordt ampetaant genoemd, naar het Franse embêtant.
Iemand bedanken in het Roosendaals: Dagge bedaankt zijt, da witte.
“Heb je het naar je zin?” is: Edde oewen draai?
‘Denken’ wordt als dèènke/docht/gedocht vervoegd.
‘Vreemd’ of ’storend’ wordt ampetaant genoemd, naar het Franse embêtant.
Iemand bedanken in het Roosendaals: Dagge bedaankt zijt, da witte.
“Heb je het naar je zin?” is: Edde oewen draai?
“Beleef ’t in Roosendaal!”
Roosendaal - zakelijk
De gemeente Roosendaal
Het netnummer van Roosendaal is 0165.
Het postcodegebied van Roosendaal is 4700 - 4708.
Het adres van het gemeentehuis van Roosendaal is Kloosterstraat 2-8, 4701 KK in Roosendaal.
De website van de gemeente Roosendaal is Roosendaal.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Roosendaal is 14 0165.
Zakendoen in Roosendaal
Voor Roosendaalse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Roosendaal is KVK-kantoor Breda.
Roosendaal - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Roosendaal vindt u op bedrijventerrein Borchwerf Noord, Borchwerf II, Majoppeveld Noord en Zuid en op bedrijventerrein Vijfhuizenberg.
In Roosendaal bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Nederland, Marel Food Systems, Penotti Nederland (Duo Penotti), Penske Logistics Europe, Peeters Produkten, Pharmalabel, Ploeger Oxbo
In Roosendaal bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Nederland, Marel Food Systems, Penotti Nederland (Duo Penotti), Penske Logistics Europe, Peeters Produkten, Pharmalabel, Ploeger Oxbo
Distributiecentrum Primark, Red Band, Robèrt’s Chocoladewerken, Royal Cosun, Saint-Gobain, Sensus, Team Furmanite Quality Inspection Services, The Quest Group (Audioquest), Tristar Group, Strootman Group in Oud Gastel, Ijspaleis in Sprundel, Ardo in Zundert en Barry Callebaut Decorations in Zundert.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Roosendaals nieuws
De Roosendaalse nieuwsportalen zijn Roosendaal Op Internet en BN De Stem - Roosendaal en Roosendaalse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Roosendaal kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Roosendaal kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Roosendalers en ondernemingen in Roosendaal kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Roosendaalse Bode en het Algemeen Dagblad - Roosendaal.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Roosendaal
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Roosendaal een bezoek brengen aan het Commandomuseum, aan Museum Tongerlohuys of aan het Nationaal Voetbalmuseum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Roosendaalse voetbalclub RKVV Roosendaal, RBC of RKSV BCS meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Roosendaal kunt u terecht bij TV Vierhoeven, bij TV Roosendaal TVR of bij TV Borchwerf.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Roosendaal of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gezellig iets te drinken of te eten, kunt u terecht bij Golfcentrum Roosendaal. Deze golfbaan is gelegen aan de De Stok 16 in Roosendaal. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0165-54 40 81. De website van de golfbaan is www.golfcentrumroosendaal.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij de sfeervolle horecagelegenheid, telefoonnummer 0165-54 40 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Roosendaal die ook op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Roosendaal op Google Maps te zien. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Roosendaal op Google Maps te zien. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Roosendaal weergegeven op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Roosendaal
Google Maps Frankrijk
Google Maps Roosendaal
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Roosendaals nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Frankrijk en Roosendaal uit diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Roosendaals nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, is het altijd handig en prettig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Roosendaals nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, is het altijd handig en prettig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast kan het leerzaam zijn om Frans nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Twee namen in de voorselectie van Didier Deschamps zorgen voor discussie in Frankrijk - Voetbalkrant.com
- Antoine Griezmann (33) stopt als international bij Frankrijk: ’Met hart vol herinneringen’ - Telegraaf.nl
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Le smic sera revalorisé de 2% au 1er novembre, avec deux mois d'avance sur la date prévue, annonce Michel Barnier - franceinfo
- Les constructeurs automobiles bientôt "réduits à vendre des voitures à pédale" ? La mise au point de François Lenglet - TF1 INFO
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Vent et très fortes pluies : pourquoi la France n’en a pas fini avec les restes de l’ouragan Isaac - actu.fr
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- "Je veux que les parents soient au courant" : un professeur dénonce des soirées alcoolisées pendant un voyage scolaire - France 3 Régions
- "Ma mort peut servir d'électrochoc" : Loïc Résibois, emporté dans son combat pour l'aide à mourir - franceinfo
- VIDÉO - L'hommage de l'Assemblée nationale à Philippine, jeune étudiante tuée à Paris - TF1 INFO
- Stupéfiants dans l’Yonne : la maire d'Avallon, Jamilah Habsaoui, "peut reprendre le plein exercice de son mandat" - franceinfo
Nieuws uit Roosendaal
- Sjors Sportief en Sjors Creatief weer in Roosendaal - Internetbode
- Knap gelijkspel Wittenhorst tegen RBC - NU Horst aan de Maas
- RBC loopt in Limburg tegen vierde teleurstellende remise aan: ‘Scoren hoort ook bij het voetbal’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Historische spaaractie gestart bij PLUS - Internetbode
- Roosendaalse cadeaushop gaat voor tweede keer binnen een jaar failliet - FaillissementsDossier.nl
- Roger Verstijlen: ‘Het is vooral belangrijk om dicht bij jezelf te blijven’ - Internetbode
- Wereldwinkel Roosendaal bestaat 50 jaar: versiering, muziek, maar toch ook wat zorgen - AD
- Zoektocht naar nieuwe Roosendaalse wethouders kost tijd: ‘Hopelijk dragen we in oktober kandidaten voor’ - BN DeStem
- Gluren bij de buren - AD
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Roosendaal biedt Dagnall Taleninstituut onder andere maatwerk taaltrainingen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans aan.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Roosendaal.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Roosendaal.
U kunt uiteraard altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Roosendaal en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten