Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Oss.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Oss aan in een brede waaier van vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltrainingen Frans zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Oss. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot het door u beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste niveau.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Oss.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Oss) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige docenten Frans zijn heel bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen onze taaltrainers met een mix van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Oss. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursisten zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Oss worden gegeven.
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Oss en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele taalcursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Vooral de interactie met de andere deelnemers Frans is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars foutjes kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie is met andere lerenden, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om van de fouten van andere cursisten te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers wat sneller worden afgeleid. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerenden worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten Frans, omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van studentent vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van leren moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Franse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Frans. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de Franse taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden vrij intensief.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de docent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als studenten zo weinig door de docent bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Frans flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans een stuk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat uit van hetzelfde principe als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainers vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers). Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en wijst op fouten, waarbij fouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is heel makkelijk in het gebruik en de lerende kan de methode op elk moment gebruiken. De student bepaalt zelf welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om te werken met de leermethode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of wat extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans spreken.
Een nadeel van de leermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerenden worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten Frans, omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van studentent vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van leren moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Franse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Frans. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de Franse taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden vrij intensief.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de docent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als studenten zo weinig door de docent bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Frans flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans een stuk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat uit van hetzelfde principe als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainers vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Oss.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Oss op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar nadat de training Frans in Oss is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Frans communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Het volgende is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Frans in Oss, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt uiteraard bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans heef vergeleken met het Nederlands een totaal andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Dit wordt vooral gedaan bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in het Frans. Ook andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of opvulwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woorden of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Denk je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De zender FIP is de meest populaire publieke radiozender voor Franssprekenden.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franse radiostation luisteren.
NRJ is de populairste commerciële radiozender in Frankrijk. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De omroep France tv is de Franse publieke televisieomroep.
TF1 is de meest bekeken commerciële televisieomroep van Frankrijk.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, satelliet, internet of een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De gemeente Oss omvat eveneens Berghem, Haren, Macharen en Megen.
De partnersteden van Oss is Aalst in België en Taizhou in China.
Oss kent een Volksuniversiteit.
In Oss bevinden zich geen hogescholen.
Niet veel mensen weten dat Oss één van de weinige plaatsen in Zuid-Nederland is met een haven voor schepen tot 2000 ton. De Maashaven van Oss is geschikt voor de grootste binnenschepen en kleine zeeschepen.
Het netnummer van Oss is 0412.
Het postcodegebied van Oss is 5340 - 5349.
Het adres van het gemeentehuis van Oss is Raadhuislaan 2, 5341 GM in Oss.
De website van de gemeente Oss is Oss.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Oss is 14 0412.
Voor Osse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor ’s-Hertogenbosch aan Pettelaarpark 10, 5216 PD in ’s-Hertogenbosch. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Oss is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Oss is KVK-kantoor Den Bosch.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Oss een bezoek brengen aan Museum Jan Cunen.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Osse voetbalclub TOP Oss, OSS ’20 of RKSV Margriet te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Oss kunt u terecht bij Tennisvereniging TOZ, bij Tennisvereniging Helios, bij Tennisvereniging Breakpoint 83 of bij OLTC Hartog .
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Oss of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfbaan Oijense Zij in Oss gaan. Deze golfbaan bevindt zich aan de Oijenseweg 272 in Oss. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0412-69 02 17. De website van de golfbaan is www.oijensezij.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de Golfbaan.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Oss van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Oss.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken hebben hun eigen taal en gebruiken hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Oss aan in een brede waaier van vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op de manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Naast de algemene taaltrainingen Frans zijn organisaties vooral in werkgerelateerde trainingen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Onze taaltrainingen worden op de individuele behoeften van opdrachtgevers afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Oss. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen u in grote stappen naar het gewenste niveau.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Oss.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten met de contactgegevens aan. Dagnall Taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een cursusvoorstel op maat met een passende offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Na een aantal lessen Frans evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling uiteraard aangepast worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Oss
In 1982 is Dagnall Taleninstituut opgericht en verzorgt sindsdien maatwerk taaltraining Frans in Oss en omstreken voor bedrijven en (overheids)instellingen. Onze docenten Frans zijn ervaren en kundig en ze hebben al talloze trainingen voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties mogen verzorgen.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte methode van werken, levert Dagnall Talen zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Oss. U kunt ervan op aan dat Dagnall Talen voor maximaal rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Oss sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak gevraagd! Taalcursussen (Frans) toegespitst op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel organisaties intussen bekend.
Mensen zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Mensen zonder of met weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een beperking op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
De aanwijzingen op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied verwezenlijken. Een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Oss naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Oss) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten Frans zijn heel bedreven in het zo plezierig en zo snel mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat de cursist veel waar voor zijn geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall behalen onze taaltrainers met een mix van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor cursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen (privéles), duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 8 à 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
De taaltrainers van Dagnall maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben gecreëerd en verzameld en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer plezierige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Oss. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens aangepast aan de leermethode die goed bij de cursisten zelf past.
Frans effectief leren in Oss bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepscursussen biedt Dagnall Talentaleninstituut voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde onderwijsmethodieken om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te verzekeren.
Vanzelfsprekend kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Oss worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Oss
Maatwerkcursussen Frans
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Oss en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen worden zo klein mogelijk gehouden de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement omdat veel informatie wordt opgenomen in een vrij korte periode.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Een ander belangrijk voordeel van individuele cursussen is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Daarnaast is een individuele taalcursus goed op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere deelnemers Frans is het grootste voordeel van groepscursussen; het actieve gebruik van de doeltaal zoals door discussies en rollenspellen in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van elkaars foutjes kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. De hierdoor geboden afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaltrainer worden gevoerd en gedaan.
Omdat er geen interactie is met andere lerenden, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om van de fouten van andere cursisten te leren omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers wat sneller worden afgeleid. Hierdoor ligt het rendement iets lager. Dit kan gedeeltelijk worden ondervangen door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen worden afgestemd.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgt Dagnall Talen de taalcursussen ook incompany en online.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans kiezen. Tevens is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerenden worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten Frans, omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van studentent vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van leren moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Franse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Frans. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de Franse taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden vrij intensief.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de docent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als studenten zo weinig door de docent bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Frans flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans een stuk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat uit van hetzelfde principe als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainers vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met een tweetalige tekst, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om achter een computer een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Deze taalcursussen zijn in meer dan dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De student kan zo zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers). Door de voorbeeldstem minder snel te laten spreken en daarna veel na te spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en wijst op fouten, waarbij fouten van de studenten kunnen worden gecorrigeerd.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en verschillende hogescholen en universiteiten toegepast, alsook door een aantal internationaal opererende organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is heel makkelijk in het gebruik en de lerende kan de methode op elk moment gebruiken. De student bepaalt zelf welke delen meer of minder aandacht nodig hebben. Veel mensen vinden het plezierig om te werken met de leermethode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een nadeel kan zijn dat geen taaldocent beschikbaar is die lerenden kan motiveren of wat extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus van Pimsleur bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursus is op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling gebaseerd. Elke les biedt een audio-opname van dertig minuten met nieuwe woordenschat en structuur. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren werkt de methode van Pimsleur erg goed, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans spreken.
Een nadeel van de leermethodiek is dat niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de acteurs een vraag wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Bij de leermethode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen geleerd waarmee de lerende zelf zinnen kan construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de methode van Michel Thomas prettig werken. Mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen als wat minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is erg toegankelijk en traint luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Het feit dat deze cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, kan als een keerzijde worden gezien. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze. Hun eerste boek was Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent ‘opgaan in de andere groep, mengen met’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De cursisten besteden bij voorkeur ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de lerende dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om de cursisten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Engeland en Amerika, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Hierdoor werd de audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode worden gezien. Nieuw was dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen zo bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een hoofdtelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen de betekenisloze drills. De techniek gaf wel eens problemen, waardoor de talenpractica al vrij snel in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel sporen nagelaten Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt de juiste uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een snelle en efficiënte overdracht van kennis bieden. De methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Dit docentgestuurde aspect is tevens een nadeel; eigen inbreng wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier wijze te leren dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden en/of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, worden van de woordenlijst verwijderd. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan terechtkomen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers bestreden wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® baat hebben als geheugensteun kan deze GoldList-methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde van deze leermethode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan alleen een serie losse woorden en zinnen. De methode is daarnaast bijzonder tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy Terrell en Stephen Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op die wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen de Franse taal met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
Als de lerenden worden ondergedompeld in het Frans, werkt de leermethode het meest effectief. De leeractiviteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is veelvuldig aangetoond. De methode is een populaire methode van lesgeven onder taaldocenten Frans, omdat de Natural Approach betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor studenten. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren te communiceren in het Frans, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier Frans te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste woordcombinaties worden aan de studenten aangeboden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisaties, dramatiseringen, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest worden gebruikt, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal ingezet om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert eveneens in welke situaties bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situaties. De SA gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten leren in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. CLT is efficiënt. Voor de studenten is deze methode stimulerend, omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de docent en van studentent vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van leren moeilijk of ongewoon, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en deze methode biedt als leermethode geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Omstreeks het jaar 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Het onderwijs in het Latijn was uiteraard op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van de taalstructuren en de taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Alhoewel reeds vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden voor het leren in een groep. De lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld toegepast, hoofdzakelijk op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans gaven aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een meer natuurlijke wijze. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met simulaties en rollenspellen. De omgeving op scholen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof lerenden in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een erg goede methode om vreemde talen te leren gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan met deze methode uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de methode behoorlijk intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. De studenten zijn feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Georgi Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd achtergrondmuziek tijdens de klas. De methode die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van teksten, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica van de doeltaal en lijsten met woorden bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressie in stem en gebaren. De studenten werden op deze manier uitgenodigd om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw voor ze waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de klas gemaakt en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de lerende geen last krijgt van frustratie of faalangst. Voor immigranten kan deze gemoedelijke sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle inbreng komt van de Franse taaldocent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd in het jaar 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende omschrijft. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien opnieuw te kunnen beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van de methode is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn onderlegd. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. De methode kan prima functioneren als deze correct gebruikt wordt. De methode is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt lerenden een hoge mate van autonomie. De lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten wordt de leergroep vaak heel hecht. Met CLL worden lerenden zich zo een stuk meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en leren om als team te werken. Studenten leren veel van het bespreken van de foutjes en het evalueren van de lessen Frans. Zulke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel vormen. Er wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor lastig meetbaar. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans is bij deze benadering belangrijker dan de Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de lerende.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt geschonken aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. De vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren de Franse taal op een natuurlijke manier te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is het nadeel van de leermethode. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben om de patronen van het Frans zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Franse taaldocent François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin is gebaseerd op een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige manier van taalverwerving is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van François Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd een succes. De methode van Gouin werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
De methode creëert levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; iets wat geheel nieuw was. Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden vrij intensief.
Het nadeel van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat lastig in één concrete ervaring te vangen is met bewegingen en expressies. De bewerkelijkheid voor de docent, die een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een bijkomend minpunt. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog meestal draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat van het Frans beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in contact met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; de stroming uit het jaar 1995 van een groep Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier. Bij het filmmaken, houden de deelnemers zich aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van inhoudelijke gesprekken over praktische zaken is het doel van Dogme-taalonderwijs. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is de methode een communicatieve werkwijze voor onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding is vereist, is een pluspunt voor de taaldocent Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna elk onderwerp bespreekbaar. Dit zorgt dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als studenten zo weinig door de docent bij de hand worden genomen, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Ook is niet elke taaltrainer Frans flexibel genoeg voor dit type van onderwijs. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de les, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Angela en Greg Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach heeft gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrip gaat boven productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in deze fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Greg en Angela Thomson nog vrij nieuw is. De deelnemers zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelstellingen. De lerende verwerft niet alleen kennis van de Franse taal, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Het is een eenvoudige techniek: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst, zijn veel leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat fysieke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder gauw worden afgeleid als zij bewegen, waardoor het leren van het Frans een stuk effectiever wordt, is een andere reden.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het onderscheid is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Het simultaan spreken is bij Shadowing ook anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waaruit blijkt dat de techniek niet alleen de uitspraak maar ook de luistervaardigheid sterk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt eveneens vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het kan worden toegepast in een groep studenten, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen leren door middel van bewegingen en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheid Frans is dus de basis, de spreekvaardigheid komt pas daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. In het begin wordt nog niet van de lerenden verwacht dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Daardoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is TPR® voor alle doelgroepen bruikbaar, ongeacht welke achtergrond of leeftijd en kan de leermethode ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
Het minpunt van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt. Hierdoor werkt de methodiek tot op een zeker niveau en is een andere methodiek nodig als aanvulling. De methode is ook niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend moest zijn. Overigens ging de Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar ook over voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefde men omstreeks het jaar 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Er kwam in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica meer inductief onderwezen, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten lerenden de taalregels afleiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat gebeurde met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede onder invloeden van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de methode kleven echter ook keerzijden. De methode besteedt zeer weinig aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook minder aandacht aan lezen. De methode biedt voor lerenden die verder meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, doordat de leermethode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode gaat uit van hetzelfde principe als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die steeds één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens afzonderlijk het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden de woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnetjes te blijven herhalen, kan door studenten als een keerzijde worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way van Gattegno gebruik van maakt, zijn staven met verschillende kleuren die kunnen worden gebruikt voor allerlei verschillende dingen. De methodiek werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor geluiden waarbij elke kleur voor een bepaalde klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak, alhoewel de Stille Methode in zijn oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methodiek van Caleb Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt beschouwd als autonoom. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerende en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leren.
Het feit dat sommige lerenden intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Een lerende zou gefrustreerd kunnen worden door het gebrek aan input van de taaldocent Frans. De limiterende factor van het gebruik van kleuren en grafieken is dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat. Hierdoor verdwijnt het effect van de methode.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal aan de studenten, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Op deze manier worden Franse woorden en structuren vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten. De taaldocent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep van studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij, om daarna hier een verhaal van te maken met de lerenden. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de trainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is taalverwerving op een laagdrempelige manier en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Voor de studenten is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de studenten werkt de methode zeer motiverend om zelf een verhaal te verzinnen.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de trainers vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen om Frans te leren
Ook is er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere manier:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Oss.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Oss
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Oss op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Dagnall.online is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en het platform biedt interactieve en gevarieerde content. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform biedt Dagnall Talen eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. Het grote voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op alle (mobiele) apparaten. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft beschikbaar nadat de training Frans in Oss is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Oss
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen Frans communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor individuele of groepstrainingen Frans
Het volgende is voldoende voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc/iMac met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Oss ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Oss ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Oss
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als leidraad. Zo geven wij u als cursist een duidelijk beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Frans. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
U ontvangt een ‘Dagnall Talen-certificaat’ na afronding van de cursus Frans in Oss, waarop uw resultaten vermeld staan.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die taalvaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel toegepast: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK deelt die taalvaardigheden in op zes niveaus; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives).
De zes beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
Een cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Wie het Frans beheerst op taalniveau C, gebruikt de geleerde taal op bijna moedertaalniveau.
Een cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Wie het Frans beheerst op taalniveau C, gebruikt de geleerde taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd minimaal twee maal door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituutinstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en de NRTO heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO geleverd wordt, zoals een cursus Frans in Oss, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
De persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies te worden beschermd. Natuurlijk voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Oss zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te mogen aanbieden.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Oss
Contact cursus Frans Oss
Wilt u contact opnemen met ons instituut voor een cursus Frans in Oss? Wij vertellen u graag meer over de oplossingen bij Dagnall. Om vrijblijvend meer informatie over een cursus bij Dagnall te ontvangen, stuurt u ons direct vrijblijvend een e-mail via cursus-frans-oss@dagnall.nl of vult u het online contactformulier op onze website in.
U kunt Dagnall voor een cursus Frans in Gouda vanzelfsprekend ook bellen op 085-2737302 (geen menu). U kunt natuurlijk ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
Het beste traject naar een cursus Frans in Oss!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waarmee u zakendoet, bijvoorbeeld Frankrijk. Is er een tijdverschil met Nederland en Frankrijk, dan kunt u dit eveneens via onderstaande klokken zien.
De klokken passen zich, indien van toepassing, automatisch aan op de zomertijd. (De klokken passen zich, indien van toepassing, automatisch aan op de zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met uw muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met uw muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale verdeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu na elkaar getoond.
Eerst wordt de regio’s van Frankrijk getoond, daarna krijgt u de naam van de regio te zien.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met uw muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de regionale verdeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu na elkaar getoond.
Eerst wordt de regio’s van Frankrijk getoond, daarna krijgt u de naam van de regio te zien.
In een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Dingen zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen van Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten en weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of openingszin.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die u hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Dingen zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Velerlei markante dingen van Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten en weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of openingszin.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar tevens de opgedane kennis over Frankrijk laten blijken.
Zo kunt u ook dingen ontdekken over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeker gewaardeerd worden!
Zo kunt u ook dingen ontdekken over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeker gewaardeerd worden!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde stokbrood (baguettes) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met wat wijn.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Wat is overgebleven van de lunch wordt vaak gegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien het personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland wordt gegeten, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (eenden- of ganzenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met wat wijn.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Wat is overgebleven van de lunch wordt vaak gegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien het personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ongeveer 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk bestaat uit achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn alfabetisch: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf Franse overzeese departementen/regio’s zijn Frans-Guyana, Guadeloupe, Martinique, Mayotte en Réunion.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met Bretonse streep. En een Fransman rijdt uiteraard bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Ontbijt in Frankrijk is vrij eenvoudig: een croissantje en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. Fransen drinken over het algemeen bij het eten vrijwel altijd veel water. Het diner, ook warm, is wat later op de avond. Vers stokbrood wordt bij warme maaltijden gegeten. De zondagmiddag is in Frankrijk gereserveerd voor een lunch met de familie. Een lunch kan de hele middag duren, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel Franse bedrijven geven hun werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Kinderen worden in Frankrijk vrij streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. Kinderen in Frankrijk eten hun menu met vier gangen zonder morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het vrij gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalkennis van het Frans houdt in kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall het accent van kennis naar toepassing.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u een beetje Frans. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een vroege Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. De Gallo-Romaanse taal werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat naast het huidige Frankrijk ook België omvatte, delen van Nederland en Duitsland alsook het westelijke deel van Zwitserland.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen variant.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen variant.
In de noordelijke streken sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en de zuidelijke streken langue d’oc; deze talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe een gecultiveerde variant van het Francilien. Het Francilien was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans heef vergeleken met het Nederlands een totaal andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Dit wordt vooral gedaan bij woorden die eindigen op ‘s’, gevolgd door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
De Franse taal is een Romaanse taal, net als Spaans, Italiaans, Portugees en Roemeens. De Franse taal is één van de werktalen van de EU, naast het Duits en Engels. Het Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Spaans, het Russisch, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de kreet in het tennis ‘15-0’ (fifteen-love) komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou zijn afgeleid van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in het Frans. Ook andere leestekens worden in het Frans voorafgegaan door een spatie, zoals « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of opvulwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woorden of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Denk je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of luisteren is een heel effectieve manier om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op op een snelle wijze behoorlijk wat woordenschat Frans kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De zender FIP is de meest populaire publieke radiozender voor Franssprekenden.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franse radiostation luisteren.
NRJ
NRJ is de populairste commerciële radiozender in Frankrijk. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete televisieprogramma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De omroep France tv is de Franse publieke televisieomroep.
TF1
TF1 is de meest bekeken commerciële televisieomroep van Frankrijk.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, satelliet, internet of een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Oss
U kunt de cursus Frans in Oss op uw eigen locatie volgen of in ’s-Hertogenbosch, bijvoorbeeld bij BIM Centrum De Vliert aan de Victorialaan 15 in ’s-Hertogenbosch of in de Oude kloosterboerderij aan de Schaapsdijkweg 20 in Langenboom. Ons taleninstituut verzorgt eveneens taalcursussen Frans in Oss bij bijvoorbeeld Fletcher Hotel Oss aan de Nelson Mandelaboulevard 22, bij Hotel de Weverij aan de Oostwal 175, bij Hotel De Naaldhof aan de Docfalaan 22, bij City Hotel Oss aan de Raadhuislaan 43 en bij Van der Valk Hotel Nuland aan de Rijksweg 25 in Nuland.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Oss bij bijvoorbeeld bij Vivaldi Zalencentrum aan de Molenstraat 81.
Oss - geschiedenis
Uit vondsten valt op te maken dat de streek dat nu ‘Oss’ heet, al circa 2.000 jaar v.Chr werd bewoond. In de periode van 57 tot 51 v.Chr. streed Julius Caesar hier tegen de Belgen. Er woonden toen Germaanse stammen. Oss wordt voor de eerste keer in een document genoemd in het jaar 1161.
De naam ‘Oss’ werd vroeger als Os of Osch gespeld. Het is afgeleid van het Germaanse woord asen of osen wat “hoger gelegen plaats aan het water” betekent.
Oss - nu
Oss ligt in het gebied Maasland in de Brabantse Stedenrij. Plaatsen de omgeving van Oss zijn Heesch, ’s-Hertogenbosch, Maasbommel, Nijmegen, Nuland, Rosmalen, Schaijk en Uden.
Oss ligt in de provincie Noord-Brabant. In de gemeente Oss wonen meer dan 91.000 mensen.
Vlag gemeente Oss
Wapen gemeente Oss
Inwoners
Woon je in Oss, dan word je een ’Ossenaar’ genoemd.
Bekende Ossenaren zijn Samuel van den Bergh (Unilever), Cor Euser, Alexander Klöpping, Jorrit Ruijs, Gert-Jan Theunisse, Arie Vos en Harry de Winter.
Bekende Ossenaren zijn Samuel van den Bergh (Unilever), Cor Euser, Alexander Klöpping, Jorrit Ruijs, Gert-Jan Theunisse, Arie Vos en Harry de Winter.
Iets wat uit Oss komt, wordt ‘Osse’ genoemd, zoals bijvoorbeeld de Osse kermis.
Oss kreeg stadsrechten in het jaar 1399.
Oss kreeg stadsrechten in het jaar 1399.
Oss - internationaal & scholing
Kernen & partnersteden
De gemeente Oss omvat eveneens Berghem, Haren, Macharen en Megen.
De partnersteden van Oss is Aalst in België en Taizhou in China.
Hoger onderwijs
Oss kent een Volksuniversiteit.
In Oss bevinden zich geen hogescholen.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Oss
Denk je aan Oss, dan denk je aan worsten, fabrieksarbeiders, de Bende van Os en de SP.
Oss fungeert als woon- en werkstad.
De vleesindustrie is belangrijk voor de stad, met vestigingen van onder meer Unox, maar de farmaceutische industrie (MSD, vroeger Organon) en technologie zijn eveneens belangrijk. In Oss zijn ongeveer vijfduizend bedrijven gevestigd.
Oss fungeert als woon- en werkstad.
De vleesindustrie is belangrijk voor de stad, met vestigingen van onder meer Unox, maar de farmaceutische industrie (MSD, vroeger Organon) en technologie zijn eveneens belangrijk. In Oss zijn ongeveer vijfduizend bedrijven gevestigd.
Oss - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Oss één van de weinige plaatsen in Zuid-Nederland is met een haven voor schepen tot 2000 ton. De Maashaven van Oss is geschikt voor de grootste binnenschepen en kleine zeeschepen.
Ossens dialect en accent
Het Ossies heeft een zachte g zoals in het overige deel van van Brabant en veel klinkers klinken anders dan in het Standaardnederlands: ‘ei’ wordt uitgesproken als aa (klaan in plaats van ‘klein’) en ‘ee’ wordt ie (giejn in plaats van ‘geen’).
De ‘oo’ wordt oe en de ‘i’ wordt ei (keind in plaats van ‘kind’). Een ‘ui’ is een juin en ‘bijna’ is bekant. ‘Even’ is efkes. Agge mar schik het oftewel: “als je maar lol hebt”. Orrens doen betekent ‘valsspelen’.
“Dat is Oss”
Oss - zakelijk
De gemeente Oss
Het netnummer van Oss is 0412.
Het postcodegebied van Oss is 5340 - 5349.
Het adres van het gemeentehuis van Oss is Raadhuislaan 2, 5341 GM in Oss.
De website van de gemeente Oss is Oss.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Oss is 14 0412.
Zakendoen in Oss
Voor Osse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor ’s-Hertogenbosch aan Pettelaarpark 10, 5216 PD in ’s-Hertogenbosch. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Oss is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Oss is KVK-kantoor Den Bosch.
Oss - internationale bedrijvigheid
Grote internationaal opererende bedrijven zijn in Oss gevestigd op bedrijventerrein De Bulk, Danenhoef, Elzenburg-De Geer, De Koepel, Landweer, Moleneind, Vorstengrafdonk of op bedrijventerrein Het Wargaren.
In Oss bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B Braun Medical, B&F Groep, Brabant Alucast, CCL Label, ChemConnection, Cups4you, Dalco Food, Dreumex, Future Food Group, Fysicon, Heesen Yachts, Kemkens Group, Loderus Transport, Machinefabriek Verhoeven Oss, MSD, Niesmann
In Oss bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: B Braun Medical, B&F Groep, Brabant Alucast, CCL Label, ChemConnection, Cups4you, Dalco Food, Dreumex, Future Food Group, Fysicon, Heesen Yachts, Kemkens Group, Loderus Transport, Machinefabriek Verhoeven Oss, MSD, Niesmann
Bischoff Campers Nederland, Organon International, Padifood Service, PVG Group, Raben Group, REV’IT! Sport International, Rosler Benelux, Shiloh Industries Netherlands, Spierings Cranes, Trianon Chocolatiers, TTH Distributiecentrum, Unipol EPS Granulates, Unox, Verhoeven Family of Companies, Vetipak, Vos Logistics, Peka Kroef in Odiliapeel in Uden en Bacu brood en bakkerij in Uden.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Nieuws uit Oss
Het Osse nieuwsportaal is Kliknieuws.nl - Regio Oss en Osse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Oss kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Oss kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ossenaren en ondernemingen in Oss kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Weekblad Regio Oss, het Brabants Dagblad - Oss-o en het Algemeen Dagblad - Oss.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Oss
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Oss een bezoek brengen aan Museum Jan Cunen.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Osse voetbalclub TOP Oss, OSS ’20 of RKSV Margriet te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Oss kunt u terecht bij Tennisvereniging TOZ, bij Tennisvereniging Helios, bij Tennisvereniging Breakpoint 83 of bij OLTC Hartog .
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Oss of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon iets te drinken of te eten, kunt u naar Golfbaan Oijense Zij in Oss gaan. Deze golfbaan bevindt zich aan de Oijenseweg 272 in Oss. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 0412-69 02 17. De website van de golfbaan is www.oijensezij.nl.
Voor een hapje eten of iets te drinken kunt u terecht bij het clubhuis van de Golfbaan.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Oss die ook op Youtube staan.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Oss op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Oss op Google Maps. Klik linksboven om het kaartje groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Oss te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Oss
Google Maps Frankrijk
Google Maps Oss
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en nieuws uit Oss
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Frankrijk en Oss uit diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is nieuws uit Oss (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het prettig en handig om een
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is nieuws uit Oss (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het prettig en handig om een
beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het vrij leerzaam om Frans nieuws te lezen in de Franse taal.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Daarnaast is het vrij leerzaam om Frans nieuws te lezen in de Franse taal.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Telegram-baas Doerov wordt vervolgd in Frankrijk, mag land niet verlaten - NOS
- Nieuw tekortreductieplan Frankrijk realistischer, maar moet nog verder uitgewerkt worden, zeggen EU-functionarissen - Marketscreener NL
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Fortes pluies et risques d’inondations ce mardi : désormais 13 départements en vigilance - actu.fr
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Attentat à Tel-Aviv : au moins six morts et neuf blessés dans une fusillade dans le quartier de Jaffa, deux tireurs "neutralisés" selon la police israélienne - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
Nieuws uit Oss
- Organon koopt Osse MSD-fabriek: 200 medewerkers verliezen hun baan - BD.nl
- Fabriek van MSD wordt verkocht: 200 banen gaan verloren - Omroep Brabant
- MSD’ers reageren ‘berustend’ op verkoop fabriek in Oss en mogelijk banenverlies - AD
- MSD’ers reageren ‘berustend’ op verkoop fabriek en mogelijk banenverlies - AD
- MSD verkoopt fabriek in Oss aan Organon, 200 banen gaan verloren - Dtv Nieuws
- Farmaceut MSD verkoopt fabriek in Oss aan branchegenoot Organon - NU.nl
- Jongen (15) op fatbike bedreigt boa’s als hij wordt aangesproken op fietsen door park in Oss - AD
- Verhuizing naar vluchtelingenopvang Spitsbergerweg in Oss gestart - Dtv Nieuws
- Uitkomsten SP-vergadering: Henk van Gerven nieuw raadslid SP - Oss
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Oss geeft Dagnall Taleninstituut maatwerktrainingen in onder meer Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Oss.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Oss.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Oss en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten