Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Moerdijk.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Moerdijk in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Moerdijk. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Moerdijk.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Moerdijk) die het beste bij de cursist past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Moerdijk. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en weldoordachte manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus Frans is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Moerdijk worden gegeven.
Wij bieden individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Moerdijk en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook is een individuele cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met elkaar communiceren in de doeltaal en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de cursisten leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet in groepsverband geoefend worden.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van fouten van een ander.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de deelnemers iets sneller afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke manier taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Frans wordt niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten die in de Franse taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een heel effectieve methode is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de studenten aangedragen. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die lerenden helpen om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het voorbereiden en plannen vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het toepassen van stemexpressies en het maken van gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden sterk.
De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het niveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Zo zijn de taallessen Frans nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaltrainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Frans) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans spreken; de lerenden geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij ieder woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten de Franse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer Frans is in principe aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de docent Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, zijn de lerenden ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheid Frans van de student. De software controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de mogelijkheid om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten en ook door sommige internationale bedrijven ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in het gebruik en de methode kan op ieder moment door studenten gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuren van het Frans niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans praten en in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Frans het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op een efficiënte wijze. Dat de taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke manier taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Frans wordt niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten die in de Franse taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een heel effectieve methode is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de studenten aangedragen. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die lerenden helpen om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het voorbereiden en plannen vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het toepassen van stemexpressies en het maken van gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden sterk.
De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het niveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Zo zijn de taallessen Frans nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaltrainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Frans) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans spreken; de lerenden geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij ieder woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten de Franse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer Frans is in principe aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de docent Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, zijn de lerenden ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Moerdijk.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Moerdijk op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Moerdijk.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Alleen het volgende is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen (Frans) altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Moerdijk, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Jarenlang was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans kent ten opzichte van de Nederlandse taal een volledig andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in de Franse taal, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Deze verbinding gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in de Nederlandse taal, komt de uitspraak ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook de andere leestekens krijgen in het Frans eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woordcombinaties of woordjes die worden gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister live naar deze Franse radiozender.
Het station NRJ is het meest bekende commerciële Franse radiostation. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete programma’s of serie in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, kan in het begin wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
De televisieomroep TF1 is de best bekeken commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiezenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De plaats Moerdijk is onderdeel van de gelijknamige gemeente waar ook Fijnaart, Heijningen, Helwijk, Klundert, Langeweg, Noordhoek, Standdaarbuiten, Willemstad, Zevenbergen en een groot deel van Zevenbergschen Hoek deel van uitmaken.
In Moerdijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Minder algemeen bekend is dat Moerdijk de op één na grootste gemeente van Noord-Brabant is qua oppervlakte.
Het postcodegebied van Moerdijk is 4780 - 4782.
Het adres van het gemeentehuis van Moerdijk is Pastoor van Kessellaan 15, 4761 BJ in Zevenbergen. De website van de gemeente Moerdijk is Moerdijk.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Moerdijk is 14 0168.
Voor Moerdijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is KVK-kantoor Breda.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Moerdijk een bezoek brengen aan Museum Watersnoodwoning Heijningen of aan het Nationaal Vlasserij-Suikermuseum in Klundert.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Moerdijkse voetbalclub TPO meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Moerdijk kunt u terecht bij TV de Klaverpolder of bij K.T.V. van Polanen in Klundert.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Moerdijk van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Zo krijgen organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Moerdijk.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Moerdijk in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van de opdrachtgever afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Moerdijk. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar het beoogde resultaat.
Filosofie Dagnall Talen
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Talen is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Moerdijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste niveau wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De docent evalueert na een aantal lessen Frans de inhoud alsook de voortgang van de cursus. De doelstelling kan, indien nodig, worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Moerdijk
In 1982 is Dagnall opgericht en verzorgt sindsdien taalcursussen Frans op maat zakelijk in Moerdijk en omliggende gemeenten voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Talen werkt met ervaren en kundige trainers Frans die specialisten zijn op het gebied van taal en die in West-Brabant talrijke taaltrainingen Frans zakelijk voor bedrijven en (overheids)organisaties hebben verzorgd.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, leveren wij u zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Moerdijk. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Frans in Moerdijk sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Een cursus (Frans) toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is intussen bij veel bedrijven een begrip.
Werknemers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Werknemers zonder of met weinig kennis van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en zij willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze mensen willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen doen en natuurlijk hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Moerdijk naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Moerdijk) die het beste bij de cursist past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en dit zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die zijn gebaseerd op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt individuele taalcursussen, zogenaamde duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot maximaal 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De trainers van Dagnall geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd in de loop der jaren en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Moerdijk. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en weldoordachte manier van werken is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus Frans is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief Frans leren in Moerdijk bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de taalcursus met een gerust hart uit handen kunt geven.
Dagnall Talentaleninstituut biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Moerdijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Moerdijk
Maatwerkcursussen Frans
Wij bieden individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Moerdijk en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie alsook de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De leergroepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Omdat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Ook is een individuele cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; met elkaar communiceren in de doeltaal en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de cursisten leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijk meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet in groepsverband geoefend worden.
Ook is er geen groepsdynamiek waardoor het niet mogelijk is om te leren van fouten van een ander.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen de deelnemers iets sneller afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Wij verzorgen taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom verzorgen wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online.
Bij Dagnall Talen kiezen cursisten voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Tevens is een combinatie van deze trainingen mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke manier taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Frans wordt niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten die in de Franse taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een heel effectieve methode is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de studenten aangedragen. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die lerenden helpen om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het voorbereiden en plannen vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het toepassen van stemexpressies en het maken van gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden sterk.
De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het niveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Zo zijn de taallessen Frans nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaltrainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Frans) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans spreken; de lerenden geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij ieder woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten de Franse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer Frans is in principe aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de docent Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, zijn de lerenden ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte werd ontdekt, met behulp waarvan de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen verkoopt. De eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht in het jaar 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een methode om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in ruim dertig talen en de taalcursussen zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) en foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er wordt gebruikgemaakt van een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor een lerende om de uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldspreker wat langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te spreken.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheid Frans van de student. De software controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op fouten en biedt de mogelijkheid om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat eveneens leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd, ook door grote en bekende organisaties. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt de Rosetta Stone-methode door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten en ook door sommige internationale bedrijven ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel eenvoudig in het gebruik en de methode kan op ieder moment door studenten gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke delen van de methode meer of minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode voor onderwijsinstellingen een oplossing bieden. Dat er geen trainer is die studenten motiveert of iets extra’s kan bieden, is een minpunt.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen van Pimsleur bestaan uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en taalstructuren in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuren van het Frans niet apart uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de cursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
Onder meer in de Verenigde Staten worden de Pimsleur cursussen gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn de gebruikers tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans praten en in een normaal tempo, werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed om de uitspraak te verbeteren.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van het Frans om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (Poolse naam: Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Mel Gibson, Emma Thompson, Pierce Brosnan en Bob Dylan in de klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een vrouwelijke stemacteur en een mannelijke stemacteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de lessen van de acteurs mee. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in stapjes en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Frans het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen maken. De leermethode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die met de taal wat verder zijn, vinden de Michel Thomas-methode soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn zeer toegankelijk en trainen de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op een efficiënte wijze. Dat de taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een keerzijde van de methode van Michel Thomas. Er is ook geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze. Hun eerste boek heette Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Idealiter werken de lerenden ruwweg twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, alsook grammaticale toelichting. Voor het oefenen van de uitspraak, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnen die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de cursist daarna herhaalt. De opbouw van de les is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij gewaardeerd. Ze zijn relatief betaalbaar en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de gebruiker op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past, is het voordeel van de Assimil-methode. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de gebruikers aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen trainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de lessen volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden aan de hand van mondelinge structuuroefeningen geleerd. Het doel is foutloos Frans leren verstaan en spreken, wat begint met leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltaaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een zin tien maal herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. De audiolinguale methode werkt veel met zogeheten talenpractica, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel met afbeeldingen gewerkt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze drills waren al snel grote bezwaren. De techniek wilde wel eens haperen, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruiken ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Direct van het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en vlotte kennisoverdracht. Deze methode kan ook bij grotere groepen toegepast worden.
Tegelijk is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet verwacht van de lerenden, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat automatisch door blootstelling. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze zinnen of woorden spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis opgeslagen als deze kennis relevant en van betekenis is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een keerzijde van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal is veel meer dan een serie losse woorden en/of zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke manier taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. De Franse taalregels leert men eveneens onbewust op deze wijze. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. De taalproductie Frans wordt niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode werkt het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten die in de Franse taal worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student van de ervaringen kan genieten.
De Natural Method leermethode heeft vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid tussen deze twee methoden is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een heel effectieve methode is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig is om te begrijpen voor studenten. Er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt vooral gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. Studenten zouden inderdaad leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven steken door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren levert volgens de SA meer op dan de verwerving van woordenschat Frans. Bij de leermethode draait het om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de studenten aangedragen. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
De sterke kant van de Structurele Aanpak is dat studenten het Frans op een accurate manier leren. De studenten krijgen inzicht in de grammatica van het Frans en leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdrovend en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen inbreng van studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les om gebruikt.
Studenten praten met medestudenten over persoonlijke gebeurtenissen en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn docenten Frans echt trainers, die lerenden helpen om in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd het communicatief taalonderwijs heel populair, gedeeltelijk doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. Binnen het verenigde Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een manier die meteen kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel goede kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten omdat zij vlug succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de vaardigheid van de lerende wordt al doende geleerd en verbeterd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het voorbereiden en plannen vereist veel meer tijd van de docent en vraagt een actieve deelname van de studenten. Deze manier van een taal leren, is voor sommige studenten moeilijk of afwijkend, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en minder om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger. Meidinger ontwikkelde een methode waarin de grammatica van de taal in het middelpunt stond omstreeks 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van de religie, de wetenschap en de cultuur was. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en was geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docenten dragen de kennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum een grote invloed gehad op het talenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De keerzijden zijn echter talrijker dan de positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband geeft de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij studenten. De studenten zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wereldwijd toegepast, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught onderwezen.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin is omgeven door de nieuwe taal. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de student wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel gaan communiceren in het Frans. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. De studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat de bereikte resultaten niet altijd wordt vastgehouden. De mogelijkheid is reëel dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Deze methode is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op het principe van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en studenten zijn daarvoor essentieel. Hiervoor dienen de studenten zich veilig en ontspannen te voelen. Om dit te kunnen bereiken, was een leslokaal met een rijopstelling uit den boze. Studenten namen tijdens de lessen plaats in comfortabele stoelen die in een halve cirkel gezet waren en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er bestonden opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en woordenlijsten bij de teksten. Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem alsook gebaren. Op deze manier werden lerenden overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds gebruikt, zoals het toepassen van stemexpressies en het maken van gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de lerende minder hinder heeft van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend pluspunt van de methode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor bepaalde studenten een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle inbreng komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of CLL geheten in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de studenten kenschetst. De lerenden starten een gesprek. Zijn de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig, dan spreken de lerenden in de moedertaal. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die het lesmateriaal bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de expertise van de trainer-counselor. De trainer dient naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. CLL is niet bruikbaar voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Lerenden vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Van het bespreken door hun fouten en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van de lerende.
Het kan een nadeel zijn dat de taal trainer niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een leerboek en ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken belemmerd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn duidelijk veranderd in de laatste dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Er is veel meer aandacht voor woordenschat die wordt aangeboden in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische wending in de wijze waarop vreemde talen worden onderwezen, is echter uitgebleven.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken, leren de studenten het Frans op een natuurlijke manier te gebruiken. Op deze manier ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) genoemd, is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze actie zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de vreemde taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks dat de methode een ongebruikelijke aanpak had, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, en dergelijke. Leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De seriemethode maakt de Franslerenden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de druk om te presteren te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve taalvaardigheden Frans van de lerenden sterk.
De keerzijde van de seriemethode van Gouin is dat taal die iets meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de docent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog veelal draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze methode is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels van het Frans beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een boodschap doen, een e-mail schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten dienen samen te werken om de taken uit te kunnen voeren. De taken moeten iets boven het niveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (met name lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door studenten als prettig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie het belangrijkst is en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; docententrainer en taalkundige op het gebied van Engels taalonderwijs uit Nieuw-Zeeland bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’ was een beweging uit 1995 van een groep van filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier, was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers confirmeren zich bij het maken van films aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s vormen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet belast is door enig voorgedrukt materiaal. Het houden van echte conversaties over praktische onderwerpen is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs. Hierbij draait het om communicatie als drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of ander lesmateriaal en zich in plaats daarvan focust op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs kent 10 uitgangspunten (dogma’s), net zoals de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er zo goed als geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor zijn of haar eigen leerproces de verantwoording draagt. Zo zijn de taallessen Frans nooit voorspelbaar; dat creëert spontane communicatie en voorkomt verveling. Zo goed als elk item kan besproken worden in een les volgens de Dogme-benadering. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig door de taaltrainer bij de hand worden genomen, kunnen studenten zich daartegenover minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle trainers Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode zijn.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie om een vreemde taal (zoals het Frans) te leren. Dat taal en cultuur niet los van elkaar staan, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode van de methode begint de deelnemer zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Greg en Angela Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. De deelnemers zijn er vrij enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans geboden. Deze zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen taalkennis Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerenden verwerven daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren, is een minpunt van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Deze methode is eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in de eerste instantie om de klank van de te leren taal. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De student zal na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Er zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode, zolang de boeken dialogen bevatten of delen met samenhangende tekst. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de lerenden te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat lichamelijke beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om te lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te zitten. Dat de studenten minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een andere grond zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat.
De techniek van Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
De afgelopen jaren is veel onderzoek naar Shadowing gedaan waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. De methode heeft een hoog rendement.
De Shadowing-techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen met behulp van handelingen en beweging leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft op een begrijpelijke en vriendelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans spreken; de lerenden geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Hoofdzakelijk wordt de methode van TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat lerenden veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Het zorgt een stressvrij leerproces. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de methodiek kan ook toegepast worden in grotere klassen. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Dat niet alle taaluitingen in TPR®-opdrachten uit te drukken zijn, is de keerzijde van TPR®. Daardoor werkt het tot op een bepaald niveau en is daarboven een andere leermethodiek (ter aanvulling) nodig. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging had overigens niet alleen betrekking op het leren van een vreemde taal, maar ook over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900 streefden de mensen, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd de grammatica vooral inductief aangeleerd, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit moesten de studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Nieuw was ook dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald in de les. Aan de hand van voorbeelden en afbeeldingen werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Lerenden brachten abstracte vocabulaire aan voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld, waardoor lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen kunnen krijgen. Nadelen heeft de leermethode echter ook. De methode besteedt nauwelijks aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aandacht aan lezen in de vreemde taal. Voor studenten die meer meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel bruikbaar voor de langzaam lerende studenten, omdat deze methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind zijn moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaltrainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij ieder woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten de Franse spelling aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog steeds in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De autonomie van de lerende en diens actieve deelname is het uitgangspunt van Gattegno’s methode.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de student, reacties te krijgen en de student aan te moedigen om fouten te verbeteren. Aan de uitspraak (Frans) van de vreemde taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staafjes, die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak zijn Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de methode van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom gezien worden. De trainer Frans is in principe aan de lerende dienstbaar en niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ foutjes maken, wat bijdraagt aan het leerproces.
Dat een aantal studenten wat meer begeleiding nodig heeft dan de leermethode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de docent Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. Werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af raakt, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling, afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt is een natuurlijke wijze van taalverwerving: een taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te bereiken, worden de lerenden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, zijn de lerenden ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden van de nieuwe taal vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerenden. De studenten worden door de docent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep van studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een later stadium volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een geslaagde manier is om een taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is plezierig voor lerenden en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal verzinnen, werkt heel motiverend voor de lerende.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale tools
Er is ook een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
De Methode van Dagnall.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft cursussen Frans bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft cursussen Frans bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning worden face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving gecombineerd.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Moerdijk.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Moerdijk
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de cursisten bij blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; zoals persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall ook blended learning in Moerdijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het is een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform ook een handige eigen App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een lerende overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Moerdijk.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Moerdijk
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn veelal een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn daarom cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Frans
Alleen het volgende is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc/iMac met een microfoon en een camera
- Een internetverbinding
- Een rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Moerdijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Moerdijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Moerdijk
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en helpen u om inzicht te krijgen in uw vorderingen in het Frans. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Wij overhandigen aan het einde van de cursus Frans in Moerdijk het ‘Certificaat van Dagnall Talen’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid te omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK duidt vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK duidt vijf vaardigheden met betrekking tot taal aan, te weten: luisteren, lezen, spreken, schrijven en gesprekken voeren.
De Engelse term en afkorting wordt eveneens veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot bijna moedertaalsprekers.
Deze zes beheersingsniveaus van vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
Cursisten die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
Cursisten die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderde gebruikers, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De speerpunten van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers (natives) wordt gewerkt die over de benodigde kennis en ervaring beschikken. Bovendien worden onze vertalingen (Frans) altijd ten minste twee maal door twee specialisten proefgelezen. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Moerdijk, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens dienen te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies en vernietiging. Taleninstituut Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens zeer beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Moerdijk zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
Dit betekent dat wij voldoen aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Moerdijk
Contact cursus Frans Moerdijk
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Frans in Moerdijk? Vraagt u vrijblijvend naar de oplossingen bij Dagnall. Als u vrijblijvend informatie over Dagnall Talen wilt, kunt u een e-mail sturen via cursus-frans-moerdijk@dagnall.nl of ons contactformulier invullen op de website, dan nemen wij vrijblijvend contact met u op om uw mogelijkheden te bespreken!
Bellen kan vanzelfsprekend ook voor een cursus Frans in Den Helder op 085-2737302 (geen menu). Of vraag meteen het gratis Dagnall informatiepakket aan.
De vlotste weg naar een cursus Frans in Moerdijk!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waar u zaken mee doet, zoals Frankrijk. Is er een tijdverschil tussen Nederland en Frankrijk, dan kunt u dit eveneens via onderstaande klokken zien.
De klokken gaan, indien van toepassing, automatisch over op zomertijd. (De klokken gaan, indien van toepassing, automatisch over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) onderscheiden?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) onderscheiden?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer uw kennis door met uw muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Als u uw muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk lichten nu na elkaar op.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van de regio zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Frankrijk.
Als u uw muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk lichten nu na elkaar op.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van de regio zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Franse exportproducten, beroemde Fransen en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Franse exportproducten, beroemde Fransen en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om de saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met wat wijn erin.
Het avondeten wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gekocht.
Vóór de maaltijd begint men met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker tussen de middag.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan het personeel, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er enorme verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om de saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met wat wijn erin.
Het avondeten wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gekocht.
Vóór de maaltijd begint men met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker tussen de middag.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan het personeel, waarmee voor een gereduceerd tarief in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
In Frankrijk wonen ruwweg 67 miljoen mensen. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk omvat achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. In alfabetische volgorde zijn deze 12 regio’s: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Jarenlang was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. De Fransen ontbijten vrij eenvoudig: een kop koffie en een croissant, die staand aan de bar gedronken wordt op weg naar het werk. De lunch is uitgebreid en warm, liefst inclusief wijn. En water. Het is voor Fransen gebruikelijk om veel water bij het eten te drinken. Het diner, ook warm, wordt later op de avond genomen. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddag is in Frankrijk gereserveerd voor de lunch met de familie. Een lunch kan de hele middag duren, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet uitgebreid eten en veel praten. Veel Franse bedrijven geven werknemers vouchers waarmee ze in een restaurant kunnen lunchen. Franse kinderen worden streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. Kinderen in Frankrijk eten hun viergangenmenu zonder morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het vrij normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalkennis van het Frans houdt in kennen (kennis hebben) alsook nadruk op kunnen (kunnen handelen). Door te richten op kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Frans in Moerdijk de opgedane kennis beter toe te passen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die Franstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in het Frans. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een vroege Romaanse taal die uit het Laatlatijn is afgeleid. Het Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië. Gallië besloeg toen, behalve het gebied dat nu Frankrijk is,. ook België, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen versie.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen versie.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; deze talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde variant van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans kent ten opzichte van de Nederlandse taal een volledig andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in de Franse taal, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Deze verbinding gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in de Nederlandse taal, komt de uitspraak ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als Spaans, Italiaans, Roemeens en Portugees. Het Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Chinees, het Engels, het Russisch, het Spaans en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Na de eerste en vóór de laatste guillemet komen in de Franse taal spaties. Ook de andere leestekens krijgen in het Frans eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoorden. Ook het Frans zit er vol mee. Woordcombinaties of woordjes die worden gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of beluisteren is heel effectief om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle wijze behoorlijk wat woordenschat Frans kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister live naar deze Franse radiozender.
NRJ
Het station NRJ is het meest bekende commerciële Franse radiostation. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete programma’s of serie in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, kan in het begin wennen zijn, maar u zult al gauw merken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1
De televisieomroep TF1 is de best bekeken commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiezenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Moerdijk
U kunt de cursus Frans in Moerdijk op uw eigen locatie volgen of in Oud-Beijerland, bijvoorbeeld in het pand van SOLON Management & Organisatie aan de Laurens Jzn. Costerstraat 15a in Oud-Beijerland of in het gebouw “Laan 22” aan de Laan van Brabant 22 in Roosendaal. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen Frans bij Moerdijk in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Dordrecht aan de Laan van Europa 1600 in Dordrecht, in Postillion Hotel Dordrecht aan de Rijksstraatweg 30 in Dordrecht en in Hotel de Korenbeurs aan de Kerkstraat 13 in Made.
Besprekingen houden in Moerdijk kan bijvoorbeeld bij Restaurant Passant aan het Plaza 11.
Moerdijk - geschiedenis
Bij de aanleg van de Volkeraksluizen in Willemstad, in de gemeente Moerdijk, is een houten beeldje uit 500 v.Chr. tevoorschijn gekomen. Dat was de tijd van de jagers en verzamelaars. Het is nog niet te zeggen of er sprake was van permanente bewoning. In 967 zou er een dorp gelegen hebben, dat Sprangblok werd genoemd. In de 17de eeuw was pas sprake van Moerdijk, toen dijken werden aangelegd rond een veenwinningsgebied.
De naam ‘Moerdijk’ komt van moor-dicken; de moernering van het veen. ‘Moer’ is moeras, veen dat ooit door de zee is overspoeld, waaruit zout werd gewonnen. Om het ontginningsgebied werd een dijk gelegd, vandaar de naam ‘Moerdijk’.
Moerdijk - nu
Moerdijk is gelegen in de regio Westhoek in Noord-Brabant en in de streek Baronie en Markiezaat. Plaatsen in de buurt van Moerdijk zijn Breda, Dinteloord, Drimmelen, Etten-Leur, Fijnaart, Klundert,
Made, Oosterhout, Oudenbosch, Prinsenbeek, Roosendaal, Steenbergen, Willemstad en Zevenbergen.
Moerdijk ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Moerdijk telt bijna 37.000 inwoners.
Moerdijk ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Moerdijk telt bijna 37.000 inwoners.
Vlag gemeente Moerdijk
Wapen gemeente Moerdijk
Inwoners
Een inwoner van Moerdijk noemt men een ‘Moerdijker‘, maar Moerdijkers worden ook wel Spieringkruiers genoemd.
Bekende Moerdijkers zijn Niek van Leest en Rijan van Leest.
Bekende Moerdijkers zijn Niek van Leest en Rijan van Leest.
Iets wat uit Moerdijk komt, wordt ‘Moerdijks’ genoemd, bijvoorbeeld de Moerdijkse Scheepswerf.
Moerdijk is zowel een plaats als een gemeente.
Moerdijk is zowel een plaats als een gemeente.
Moerdijk - kernen & scholing
Kernen
De plaats Moerdijk is onderdeel van de gelijknamige gemeente waar ook Fijnaart, Heijningen, Helwijk, Klundert, Langeweg, Noordhoek, Standdaarbuiten, Willemstad, Zevenbergen en een groot deel van Zevenbergschen Hoek deel van uitmaken.
Hoger onderwijs
In Moerdijk bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Moerdijks
Moerdijk is bekend van de Moerdijkbruggen over het Hollandsch Diep en het industrieterrein met Shell Chemie.
Moerdijk fungeert als zeehaven en industriestad voor de zware en chemische industrie.
Moerdijk fungeert als zeehaven en industriestad voor de zware en chemische industrie.
Moerdijk - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Moerdijk de op één na grootste gemeente van Noord-Brabant is qua oppervlakte.
Moerdijks dialect en accent
Kenmerkend is het inslikken van de letter ‘h’ aan het begin van een woord (uske in plaats van ‘huisje’) en het aan elkaar verbinden van voornaamwoord en werkwoord: wazeede? (‘wat zei je?’), zumme (‘zullen we’). Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (meske in plaats van ‘meisje’).
Een ‘paard’ is een pèrd en de afscheidsgroet is niet houdoe maar oudoe.
Vlug op z’n pèrdje zitte betekent “gauw boos worden”.
Vlug op z’n pèrdje zitte betekent “gauw boos worden”.
Moerdijk - “Een wereld vol plezier”
Moerdijk - zakelijk
De gemeente Moerdijk
Het postcodegebied van Moerdijk is 4780 - 4782.
Het adres van het gemeentehuis van Moerdijk is Pastoor van Kessellaan 15, 4761 BJ in Zevenbergen. De website van de gemeente Moerdijk is Moerdijk.
nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Moerdijk is 14 0168.
Zakendoen in Moerdijk
Voor Moerdijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Moerdijk is KVK-kantoor Breda.
Moerdijk - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Moerdijk vindt u op bedrijventerrein Havenkant, op Industrieterrein Moerdijk en op bedrijventerrein De Koekoek in Zevenbergen.
In Moerdijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aggreko, Algeco, ATM, Bluestar Offshore, CCT Logistik, Van Dalen Metals Recycling & Trading, DSV Solutions, Dutch Bull Campers (Auto Sleepers, Wavecamper), Euro-Rijn International, Gondrand, Hollandia Structures, Distributiecentrum Jacob Heijn, KS Profiel, NewPort, Omya, PFF Europe,
In Moerdijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Aggreko, Algeco, ATM, Bluestar Offshore, CCT Logistik, Van Dalen Metals Recycling & Trading, DSV Solutions, Dutch Bull Campers (Auto Sleepers, Wavecamper), Euro-Rijn International, Gondrand, Hollandia Structures, Distributiecentrum Jacob Heijn, KS Profiel, NewPort, Omya, PFF Europe,
Remondis PMR, Schütz Packaging, Sivomatic, Sluyter Logistics, Solvay Solutions, Verolme Special Equipment, Wuppermann Staal Nederland, Yusen Benelux, Zettex Europe, Maltha in Heijningen, Base Logistics in Klundert, Holtkamp Internationaal Transport/Rocotrans in Klundert, Intra Benelux in Klundert, Ryano Logistics in Klundert en Farm Trans in Zevenbergen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Nieuws uit Moerdijk
De Moerdijkse nieuwsportalen zijn KijkopMoerdijk.nl en Moerdijk Business Plaza en Moerdijkse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Moerdijk kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Moerdijk kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Moerdijkers en ondernemingen in Moerdijk kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant BN De Stem - Moerdijk en Ons West Brabant.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Moerdijk
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Moerdijk een bezoek brengen aan Museum Watersnoodwoning Heijningen of aan het Nationaal Vlasserij-Suikermuseum in Klundert.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Moerdijkse voetbalclub TPO meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Moerdijk kunt u terecht bij TV de Klaverpolder of bij K.T.V. van Polanen in Klundert.
Golf, ontspanning & lunch Misschien hebt u zin om na de cursus Frans in Moerdijk of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan als ontspanning en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Moerdijk ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Moerdijk is de Golfclub op het Landgoed Cromstrijen in Numansdorp. Het adres van deze golfbaan is Veerweg 26, 3281 LX in Numansdorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0186-65 44 55. De website van de golfbaan is www.golfclubcromstrijen.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Hole 19 in het gastvrije clubhuis op het Landgoed, telefoonnummer 0186-65 46 34. De Strijensche Golfclub en Golfvereniging Albatross zijn andere golfbanen in de omgeving van Moerdijk.
De golfbaan in de buurt voor Moerdijk is de Golfclub op het Landgoed Cromstrijen in Numansdorp. Het adres van deze golfbaan is Veerweg 26, 3281 LX in Numansdorp. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0186-65 44 55. De website van de golfbaan is www.golfclubcromstrijen.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Hole 19 in het gastvrije clubhuis op het Landgoed, telefoonnummer 0186-65 46 34. De Strijensche Golfclub en Golfvereniging Albatross zijn andere golfbanen in de omgeving van Moerdijk.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van Moerdijk die ook op Youtube zijn te zien.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk alsook Moerdijk op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Door direct op het logo van Youtube in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk alsook Moerdijk op Google Maps weergegeven. Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje in een nieuw venster groot weergeven.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden satellietbeelden van Frankrijk alsook van Moerdijk op Google Earth weergegeven.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Moerdijk
Google Maps Frankrijk
Google Maps Moerdijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en nieuws uit Moerdijk
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Moerdijk uit diverse nieuwsbronnen lezen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is nieuws uit Moerdijks (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen communiceert of zakendoet, is het prettig en handig om op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is nieuws uit Moerdijks (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen communiceert of zakendoet, is het prettig en handig om op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het is eveneens vrij leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- De nieuwe minister van Binnenlandse Zaken in Frankrijk: eloquent en radicaal - Nederlands Dagblad
- Senegal komt zorgpersoneel tekort, jonge artsen gaan liever naar Frankrijk - NOS
- Frankrijk belooft dat begroting 2025 in lijn met EU-regels is - Nederlands Dagblad
- Frankrijk gaat tientallen miljarden besparen voor begrotingsdoel Brussel - BNR Nieuws
- Een begrotingsbelofte van Frankrijk - BNR Nieuws
- ‘Mensen met humanitaire ideeën zijn een ramp’: Michel Houellebecq over Frankrijk, Oekraïne en de totale minachting van de elites - De Morgen
- EU-hooggerechtshof tikt Frankrijk op vingers na verbod naam vega biefstuk - NieuweOogst.nu
- Kind doodgetrapt op migrantenboot van Frankrijk naar Engeland - RTL.nl
- Niels Vandeputte begint seizoen met zege in Frankrijk, meer Belgische overwinningen in vol crossweekend - WielerFlits.be
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- DIRECT. Guerre au Proche-Orient : l'armée israélienne a mené "six frappes" successives sur la banlieue sud de Beyrouth, selon les autorités libanaises - franceinfo
- Ouragan Kirk : quelles seront ses caractéristiques en passant sur la France ? - La Chaîne Météo
- L'ouragan Kirk fonce droit sur la France : une forte tempête attendue mercredi ? - actu.fr
- Vent et pluie en approche : les restes d'un ouragan en fin de vie attendus en France ces prochains jours - TF1 INFO
- INFO OUEST-FRANCE. Pressentie à Coat-ar-Gueven, l’arrivée de Starbucks « n’est plus prévue à Brest » - Ouest-France
- Ligue des Nations : à quelle heure et sur quelle chaîne suivre Israël-France ? - TF1 INFO
- Cette semaine en France - Fortes pluies et risque de tempête ? - Météo & Radar
- Immigration : Dominique de Villepin regrette "la tentation" en France "de faire de l'Algérie le bouc émissaire d'un certain nombre de nos problèmes" - franceinfo
- France 2030 - Préfecture de la Haute Corse
Nieuws uit Moerdijk
- Boodschap klankbordgroep en raad aan college Moerdijk: versober zwembadplan Niervaert niet en behoudt het regionaal karakter - BN DeStem
- Moerdijkse Open Havendag: op safari langs logistieke reuzen en ecologische parels - AD
- Havendirecteur Moerdijk staat achter omwonenden: 'Vertel eerlijk verhaal' - Omroep Brabant
- Logistiek Park Moerdijk: Het grootste distributiecentrum van Nederland in aanbouw - Internetbode
- Scepsis over komst nieuwe energiefabriek: ‘We zijn het afvalputje van Nederland’ - AD
- Inwoners Moerdijk ongerust over voortbestaan, krijgt Nijpels toch gelijk? - Omroep Brabant
- Bijzonder inkijkje bij Open Havendag Moerdijk - Internetbode
- Reanimatie op Molenstraat in Fijnaart - BN DeStem
- Port of Moerdijk pakt uit op drukbezochte Open Havendag - Flows
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Moerdijk geeft Dagnall Taleninstituut onder andere maatwerk taaltrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen behalve Frans standaard aanbiedt in Moerdijk.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen behalve Frans standaard aanbiedt in Moerdijk.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Moerdijk en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten