Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Ons taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Lelystad.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Lelystad aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltrainingen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Lelystad. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Lelystad.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Lelystad) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De trainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Lelystad. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen Frans zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de cursus met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Lelystad gegeven worden.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Lelystad en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Vooral de interactie met de andere lerenden Frans is het grootste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het kunnen leren van elkaars foutjes en communiceren in de doeltaal met de groep. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet in een groep worden geoefend.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten Frans effectief. De juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Frans aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerende in het Frans wordt ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in het Frans stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de student. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Frans). Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor lerenden, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek Frans dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als nuttig ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Frans. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de radicale verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden sterk.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de vreemde taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de taallessen wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker taalniveau werkt en daarbij nog een andere leermethode nodig is. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. De Directe Methode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze methode onvoldoende uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, doordat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in 2015 in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertalingen, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers Frans). Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de studenten daarna veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheden Frans zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van dertig minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans spreken.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en het Frans. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak Frans uitspraak Frans op efficiënte wijze en is erg toegankelijk. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus (zoals Frans) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursist te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten Frans effectief. De juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Frans aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerende in het Frans wordt ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in het Frans stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de student. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Frans). Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor lerenden, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek Frans dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als nuttig ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Frans. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de radicale verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden sterk.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de vreemde taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de taallessen wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker taalniveau werkt en daarbij nog een andere leermethode nodig is. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. De Directe Methode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze methode onvoldoende uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, doordat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in 2015 in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertalingen, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Lelystad.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Lelystad op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook na afloop van de training Frans in Lelystad beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals een cursus Frans in Lelystad, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van de Nederlandse taal heeft de Franse taal een hele andere uitspraak. Eén van de verschillen is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
Een ander onderscheid is dat in het Frans eindletters vaak niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken vrijwel alle klinkers anders in de Franse taal. Omdat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
De Franse taal gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en de bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Andere leestekens worden in het Frans ook voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage. Dit zijn stopwoorden of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit de Franse taal. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de meest bekende publieke radiozender in Frankrijk.
Klik op het linker computerscherm hierboven met het logo om live naar dit Franstalige radiostation te luisteren.
De zender NRJ is de best beluisterde commerciële radiozender in Frankrijk. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven en luister direct live naar dit Franstalige commerciële radiostation.
Uw favoriete televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
De omroep TF1 is de bekendste commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franstalige zenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of via een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Lelystad is de provinciehoofdstad van Flevoland.
De gemeente Lelystad omvat eveneens Lelystad-Haven.
De partnerstad van Lelystad is Lelydorp in Suriname.
Minder algemeen bekend is dat in Lelystad ook een steentijddorpje is gebouwddat ‘Swifterkamp’ heet.
Het netnummer van Lelystad is 0320.
Het postcodegebied van Lelystad is 8200 - 8245.
Het adres van het gemeentehuis van Lelystad is Stadhuisplein 2, 8232 ZX in Lelystad.
De website van de gemeente Lelystad is Lelystad.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Lelystad is 14 0320.
Voor Lelystadse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is KVK-kantoor Almere.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Lelystad laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Lelystad een bezoek brengen aan het Aviodrome, aan Batavialand, aan Natuurpark Lelystad of aan het Nationaal Ruimtevaart Museum.
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Lelystadse voetbalclub SV Lelystad, v.v. Unicum of SV Batavia meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Lelystad kunt u terecht bij LTVL, bij Tennisvereniging Poseidon of bij Tennisvereniging ITL.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Lelystad of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfclub Flevoland in Lelystad terecht. Het adres van Golfclub Flevoland is Parlaan 2A, 8241 BG in Lelystad. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0320-23 00 77. De website van de golfbaan is www.gcflevoland.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de club, telefoonnummer 0320-26 29 63.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Lelystad van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Daarom hebben bedrijven en organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Ons taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Lelystad.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, medisch of technisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken kennen hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Lelystad aan in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taaltrainingen Frans zijn organisaties met name geïnteresseerd in werkgerelateerde trainingen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van klantenen. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Lelystad. Met Dagnall Talen behaalt u doelgericht en vlot de beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Dagnall Talen is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Lelystad.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met een offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen Frans evalueert de docent de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling bijgesteld worden.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Lelystad
Ons bedrijf is werkzaam sinds 1982 en verzorgt sindsdien maatwerkcursussen Frans in Lelystad en gemeenten in de buurt van Lelystad voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige trainers Frans zijn experts op taalgebied en hebben in de Flevopolder al een groot aantal zakelijke taaltrainingen gegeven.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, leveren wij u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Lelystad. U kunt erop rekenen dat Dagnall Taleninstituut voor het meeste rendement zorgt; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Lelystad sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Taalcursussen (Frans) die gericht zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn intussen bij veel ondernemingen bekend.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers die geen of een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen graag en beter en/of sneller kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. De medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambitie op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in medewerkers en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Lelystad naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans spits zich niet alleen toe op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is eveneens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Lelystad) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement realiseert Dagnall door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot maximaal 10 lerenden, duocursussen (met 2 lerenden), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie of het bedrijf.
De trainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Lelystad. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen Frans zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Effectief Frans leren in Lelystad bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de organisatie van de cursus met een gerust hart kunt overlaten aan ons.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en het leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Lelystad gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Lelystad
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Lelystad en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te verhogen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang geboekt omdat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de leerstof kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer.
Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook taalcursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist wat zorgt voor optimaal tijdmanagement en een handig leerschema.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere lerenden Frans is het grootste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het kunnen leren van elkaars foutjes en communiceren in de doeltaal met de groep. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele taalcursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie met andere lerenden is, kan het geleerde niet in een groep worden geoefend.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om te leren van elkaars fouten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook behoorlijk intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen deelnemers wat eerder afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Door de groepen wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten, is een ander nadeel van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Tevens is een combinatie van deze verschillende trainingen mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten Frans effectief. De juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Frans aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerende in het Frans wordt ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in het Frans stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de student. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Frans). Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor lerenden, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek Frans dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als nuttig ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Frans. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de radicale verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden sterk.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de vreemde taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de taallessen wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker taalniveau werkt en daarbij nog een andere leermethode nodig is. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. De Directe Methode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze methode onvoldoende uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, doordat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in 2015 in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertalingen, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen met een tekst in twee talen die in Egypte is gevonden, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een gebruiker om zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal te vergelijken met die van native speakers (moedertaalsprekers Frans). Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en de studenten daarna veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Voor de schrijfvaardigheden Frans zijn er dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten te verbeteren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet en niet door de minsten. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in Nederland ingezet door een aantal ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk in het gebruik en kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. Welke onderdelen wat meer of wellicht minder aandacht nodig hebben, kan de student zelf bepalen. Veel studenten ervaren het als prettig om de leermethode te gebruiken. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen docent is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om een nieuwe taal (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door de student worden nagesproken en daarna worden herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De lessen van de cursus bieden een audio-opname van dertig minuten die nieuwe vocabulaire en structuur bevat. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar via uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes aangeboden.
Dr. Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur cursussen en de ervaringen met de methode variëren. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Om de uitspraak te verbeteren werkt de Pimsleur-methode heel goed doordat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze op een normaal tempo Frans spreken.
Het nadeel van de leermethode van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert met de les van de stemacteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De les wordt in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op eventuele verbanden tussen het Engels en het Frans. De Michel Thomas-methode geeft eveneens grammaticale uitleg. Makkelijke stof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de student Frans het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de methodiek van flashcards zodat lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel mensen vinden de cursus fijn om mee te werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de cursussen wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint luistervaardigheid en uitspraak Frans uitspraak Frans op efficiënte wijze en is erg toegankelijk. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’ of ‘assimilatie’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen uitgangspunt voor een taalcursus (zoals Frans) is. De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw van de les verloopt van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de Assimil-methode. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle computertaalcursussen, dat de cursisten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursist te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en Engeland ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, moesten de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Door de invloed van het leger werd de audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwen. Nieuw was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om vrijwel foutloos Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen alsook structuren in te slijpen, zodat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo bijvoorbeeld een zin 10 keer herhalen en daarna een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak in de zogeheten talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans al vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica al snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de (Franse) grammatica gaat, maar om het gebruik ervan. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginnende studenten Frans effectief. De juiste uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle kennisoverdracht bieden. Ook voor grotere groepen is de methode geschikt.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verwacht. Hierdoor ligt het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat ze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De zinnen of woorden op de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De bedoeling is niet om al deze woorden of zinnen uit het hoofd te leren, maar dit gaat vanzelf door de blootstelling. Deze woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, gaan van de woordenlijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten terechtkomen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dit. In het algemeen wordt kennis opgeslagen wanneer deze kennis ook relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Deze GoldList-methode kan werken voor lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt van deze leermethode is het ontbreken van context. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan alleen een serie losse woorden en/of zinnen. Bovendien is deze methode zeer tijdrovend omdat er steeds handgeschreven woordenlijsten gemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is ontwikkeld in 1983 door Tracy D. Terrell en Stephen D. Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. Op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden, probeert de methode het Frans aan te leren. Op deze wijze leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans van het Frans. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en het corrigeren van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerende in het Frans wordt ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de student van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten in het Frans stimulerend zijn.
De Natural Method leermethode lijkt veel op de Directe Methode. De methoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling zeer effectief is. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is eveneens kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerenden zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden eveneens niet per se voor op een bepaald Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de methode van Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het gaat om het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden eerst geleerd. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Andere namen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren, is de sterke kant van een structurele aanpak. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situaties bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. Aan de Structural Approach kleven ook nadelen. Deze methodiek is tamelijk tijdrovend en zorgt niet direct voor succeservaringen. De eigen input van studenten is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren met behulp van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie onderling en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs zijn taaldocenten Frans echt trainers, die de studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd de CLT heel populair. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa kwam meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de student werkt deze methode stimulerend, omdat hij of zij snel succes ervaart. Er mogen fouten worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de trainer en vereist een actieve deelname van de student. Voor een aantal studenten is deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk, afhankelijk van de achtergrond. Communicatief taalonderwijs (CLT) draait om het trainen van taalvaardigheden; hierbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond het jaar 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die wordt aangeboden. De methode biedt niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het werken in een groep. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt wereldwijd gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die toegepast wordt bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan welgestelde dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de nieuwe taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. In principe zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een minpunt. Als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaan, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft de conditie om deze leermethode vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om vreemde talen te leren die is ontwikkeld. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op het principe van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (vreemde talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de studenten en de trainer (Frans). Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten in de les in comfortabele stoelen die in een halve cirkel geplaatst werden en er was altijd muziek in de klas. De methodiek zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij de teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Het voorlezen werd gedaan met gebaren en veel expressie in stem. De lerenden werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor lerenden, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethodiek Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student minder last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de studenten worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Voor sommige studenten is dit tegelijk een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Muziek kan bij sommige mensen ook eerder afleiden en verstorend werken in plaats van ontspannend en stimulerend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de taaldocent optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De trainer (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de lerenden de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk herhalen. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen middels betekenisvolle gesprekken. Er is geen lesboek Frans dat wordt gevolgd.
Populariteit
De mate van succes van de methode hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig te zijn onderlegd. De docent dient zowel het Frans als de moedertaal van de studenten zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de studenten te vertalen. CLL kan goed functioneren als deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet bruikbaar voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor lerenden een hoge mate van autonomie. Het analyseren van hun eigen gesprekken wordt door veel lerenden als nuttig ervaren. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens buiten de les. Met deze methode worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en minder sterke punten en leren te werken als een team. Studenten leren veel van het bespreken van de fouten en het evalueren van de les Frans. Dergelijke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, ondanks dat sommige lerenden deze sturing wel nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is daardoor moeilijk meetbaar. Een aantal lerenden wordt belemmerd in hun Frans spreken als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren en begrijpen, lezen en begrijpen). Er bestaat veel mogelijkheid voor het zelf ontdekken van de Franse taal.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
De lesboeken zijn duidelijk veranderd in de afgelopen dertig jaar door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de radicale verandering in de manier waarop vreemde talen worden onderwezen, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is door de Franse leraar François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. De studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten snel denken in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans).
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin enige tijd een succes. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de taallessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type onderwijs Frans wekt het enthousiasme van de studenten op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. de methode van François Gouin stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden sterk.
De leermethode van François Gouin heeft als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. Een bijkomend van de methode is de bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series dient voor te bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de vreemde taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat zij over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, zoals e-mails schrijven, bellen met een klantenservice, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken iets boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren negentig erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij studenten (met name studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkwijze, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met andere studenten Frans samen te werken. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Samen behelzen ze ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-benadering is het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische items, waarbij het om communicatie gaat als de drijvende kracht van de vreemde taal leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs, die taal wil onderwijzen zonder leerboeken te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de taaldocent focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Scott Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor taaldocenten Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend werken dat de studenten voor het eigen leerproces verantwoordelijk zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet. Dit zorgt voor spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens Dogme-lessen is zo goed als alles bespreekbaar. Dit zorgt dat de lerenden alert en betrokken blijven.
De lerenden kunnen zich echter wel ongemakkelijk voelen als ze zo weinig door de taaltrainer begeleid worden. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle trainers Frans in voldoende mate flexibel. Dat studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof in de taallessen wordt behandeld, kan een bijkomend minpunt van de methode vormen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De Growing Participator Approach heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende met een verzorger uit Frankrijk. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de zogenaamde leermethode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemers beginnen nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die worden gedeeld tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de methode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is, is nog vrij weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdspad en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet belangrijk om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Luisteren en daarna herhalen wordt geoefend totdat het heel soepel gaat en de lerenden simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op natuurlijke snelheid. Argüelles raadt aan om te lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te zitten, doordat lichamelijke beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Een bijkomende reden is dat de lerenden minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch pluspunt dat het in een groep van studenten kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief aan het leren is. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De Shadowing-methode heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebaseerd is op het principe dat mensen met behulp van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaldocent geeft opdrachten op een vriendelijke en begrijpelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet na. Aanvankelijk wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans spreken; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende taken worden verder uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken eveneens met plezier met Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethodiek van Total Physical Response levert snelle succeservaringen op. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker taalniveau werkt en daarbij nog een andere leermethode nodig is. Ook is de methodiek niet heel creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook natuurgeneeskunde, voeding, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar meer natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal. Hierbij werd grammatica meer inductief onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er kwamen veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te spreken. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de lessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door de lerenden om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de oorlogen en crises ebde deze vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen kent de leermethode echter ook. De Directe Methode schenkt veel minder aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze methode onvoldoende uitgedaagd. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet erg geschikt, doordat deze methode van een dynamische inzet van de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). An oral system of teaching living languages ging in 2015 in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet werken met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een trainer Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij dit woord. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhaling helpt de lerenden deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden de woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. In een later stadium wordt met leesteksten Franse spelling aangeboden.
De Manesca-methode is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn methode. Het werk van Manesca is door anderen overgenomen en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat dit wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een methode om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocent Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht van de studenten te trekken, reacties los te krijgen en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. De methode besteed veel tijd aan de uitspraak (Frans).
Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van de lerenden was. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno betoogde dat de docenten niet zozeer naar kennisoverdracht zouden moeten streven, maar bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te kunnen leren.
Gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die voor allerlei dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen (zogenaamde cuisenaire-staven) die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast, zijn Gattegno’s ideeën van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de benadering van Gattegno is dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor de student, die tenslotte wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De lerenden ‘mogen’ foutjes maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Dat een aantal studenten wat intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door de afwezigheid van inbreng van de trainer Frans zouden lerenden gefrustreerd kunnen raken. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er vrij gauw af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden studenten blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen omdat deze verhalen gemakkelijk zijn te begrijpen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal maken, is een variant. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertalingen, om vervolgens met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor de lerende en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt heel motiverend voor studenten om zelf een verhaal te verzinnen.
Een minpunt is dat TPR Storytelling veel voorbereiding van de taaldocent vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om Frans te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Babbel, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere methode:
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van ons taleninstituut steeds op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Lelystad.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Lelystad
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, zolang het niet om 1-op-1 les gaat, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Lelystad op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het vormt een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat lerenden altijd en overal, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals in het buitenland. Cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen en specifieke productnamen in onze App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook na afloop van de training Frans in Lelystad beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Lelystad
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor uw huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het onlineplatform Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele taaltraining of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Een laptop, pc of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Lelystad ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Lelystad ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Lelystad
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als uitgangspunt en biedt u een helder beeld van de aanwezige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
De cursus Frans in Lelystad wordt afgesloten met een ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die speciaal is ontwikkeld voor Europese talen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse naam wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot nagenoeg moedertaalspreker (near-native).
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de Franse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de Franse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers alsook proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall getoetst door Kiwa om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstituten en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, zoals een cursus Frans in Lelystad, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van burgers in de EU. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die nodig zijn voor het beoogde doel, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan nodig en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Dagnall voldoet uiteraard aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Lelystad zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut heeft een inschrijving in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons taleninsitituut lagere prijzen aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Lelystad
Contact cursus Frans Lelystad
Wilt u contact met Dagnall opnemen voor een cursus Frans in Lelystad? Vraagt u naar de oplossingen van ons instituut. Als u vrijblijvend informatie wilt, kunt u een e-mail sturen via cursus-frans-lelystad@dagnall.nl of ons contactformulier op deze website invullen, dan nemen wij binnenkort contact met u op om uw mogelijkheden te bespreken!
Bellen naar Dagnall voor een cursus Frans in Arnhem kan uiteraard ook op telefoonnummer 026-8200330 (geen menu). Bestel meteen het gratis Dagnall informatiepakket.
De efficiënte route naar een cursus Frans in Lelystad!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, bijvoorbeeld Frankrijk. De onderstaande klokken geven, mits van toepassing, een tijdverschil aan tussen Frankrijk en Nederland.
De klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd. (De klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 13 Franse regio’s heel gauw kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Met deze oefening leert u de 13 Franse regio’s heel gauw kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Als u uw muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van de regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Als u uw muis op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
De regio’s van Frankrijk worden nu één voor één in beeld gebracht.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, daarna kunt de naam van de regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie hieronder over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Diverse markante items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel handig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie hieronder over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Diverse markante items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel handig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze wetenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar ook uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Samen eten brengt mensen dichter tot elkaar.
De behaalde taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Fransen eten de beroemde baguettes niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn zeer grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort er altijd bij.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen zijn dol op vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten eindigt met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, vooral ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland wordt gegeten, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn zeer grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort er altijd bij.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen zijn dol op vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten eindigt met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, vooral ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
In Frankrijk wonen ongeveer 67 miljoen mensen. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zelf zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. De Fransen ontbijten bescheiden: een croissant en een kop koffie, die staand aan de bar gedronken wordt op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. Fransen drinken over het algemeen bij het eten vrijwel altijd veel water. Het diner, ook warm, wordt later ’s avonds genomen. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn gereserveerd voor een uitgebreide lunch met de familie. Een lunch kan in Frankrijk een hele middag in beslag nemen, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven gaat het net zo: wie met Fransen zakendoet, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel Franse werkgevers geven werknemers vouchers waarmee ze tussen de middag in een restaurant kunnen eten. Franse kinderen worden streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. In Frankrijk eten kinderen hun menu met vier gangen zonder morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalkennis van het Frans houdt in zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door het accent te verschuiven op het kunnen, is de cursist in staat na voltooiing van de cursus Frans in Lelystad de opgedane kennis actief en snel toe te passen.
Voor u het weet, kunt u al een gesprekje voeren in het Frans. Dat geeft veel voldoening! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een oude Romaanse taal die is afgeleid uit het Laatlatijn. Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië gesproken, wat behalve het tegenwoordige Frankrijk ook België omvatte, het westen van Zwitserland alsmede delen van Duitsland en Nederland.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen variant.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; elke streek kende een eigen variant.
In de noordelijke streken werd sinds de 13de eeuw langue d’oïl gesproken en de zuidelijke streken langue d’oc; de talen werden herkend aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk een gecultiveerde versie van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van de Nederlandse taal heeft de Franse taal een hele andere uitspraak. Eén van de verschillen is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat in het Frans eindletters vaak niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken vrijwel alle klinkers anders in de Franse taal. Omdat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als Italiaans, Spaans, Portugees en Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de stand ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume zijn afgeleid.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
De Franse taal gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », (‘chevron-tekens’), die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en de bedenker van het teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in het Frans spaties. Andere leestekens worden in het Frans ook voorafgegaan door een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage. Dit zijn stopwoorden of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit de Franse taal. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, beluisteren en/of lezen is een zeer effectieve manier om uw kennis van het Frans te verbeteren.
Zo neemt u automatisch het ritme en de klank van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle manier behoorlijk wat Franse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is de meest bekende publieke radiozender in Frankrijk.
Klik op het linker computerscherm hierboven met het logo om live naar dit Franstalige radiostation te luisteren.
NRJ
De zender NRJ is de best beluisterde commerciële radiozender in Frankrijk. Klik op het rechter beeldscherm met het logo hierboven en luister direct live naar dit Franstalige commerciële radiostation.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
De omroep TF1 is de bekendste commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franstalige zenders kunnen middels kabel, satelliet, internet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Lelystad
U kunt de cursus Frans in Lelystad op uw eigen locatie volgen of in Almere, bijvoorbeeld in het World Trade Center in Almere aan de P.J. Oudweg 4 in Almere. Wij verzorgen ook taalcursussen Frans in Lelystad bij bijvoorbeeld Apollo Hotel Lelystad City Centre aan de Agoraweg 11, bij Dorhout Mees aan de Strandgaperweg 30 in Biddinghuizen en bij Van der Valk Hotel Almere aan de Veluwezoom 45 in Almere.
Besprekingen houden in Lelystad kan bijvoorbeeld bij het Aviodrome aan de Pelikaanweg 50, bij Batavialand aan de Oostvaardersdijk 01-13 en bij Naupar aan de Bataviahaven 1.
Lelystad - geschiedenis
Archeologische opgravingen wijzen op bewoning in de steentijd, ongeveer zesduizend jaar geleden. Dit heet de Swifterbandcultuur. Dit was de periode dat de mensen overgingen op landbouw en zich permanent begonnen te vestigen. Lelystad zelf is een heel jonge stad; de eerste bewoners kwamen in 1967.
De stad Lelystad is vernoemd naar ir. Cornelis Lely, die het Zuiderzeeproject had bedacht. Lelystad moest de grootste stad van de Flevopolder worden.
Lelystad - nu
Lelystad ligt in de streek Oostelijk Flevoland in het gebied Flevopolder. Plaatsen in de buurt van Lelystad zijn Almere, Biddinghuizen, Dronten, Elburg, Emmeloord, Ermelo, Harderwijk, Kampen, Swifterbant, Urk en Zeewolde.
Lelystad ligt in de provincie Flevoland. In de gemeente Lelystad wonen ruim 77.000 mensen.
Vlag gemeente Lelystad
Wapen gemeente Lelystad
Inwoners
Een inwoner van Lelystad noemt men een ‘Lelystedeling’ of ‘Lelystatter’.
Bekende Lelystatters zijn Rianne ten Haken en Niels de Ruiter.
Bekende Lelystatters zijn Rianne ten Haken en Niels de Ruiter.
Iets wat bij Lelystad hoort, heet ‘Lelystads’, zoals de Lelystadse Hippiemarkt.
Lelystad is zowel een plaats als een gemeente.
Lelystad is zowel een plaats als een gemeente.
Lelystad - internationaal & scholing
Provinciehoofdstad & partnerstad
Lelystad is de provinciehoofdstad van Flevoland.
De gemeente Lelystad omvat eveneens Lelystad-Haven.
Partnerstad
De partnerstad van Lelystad is Lelydorp in Suriname.
Vlag provincie Flevoland
Wapen provincie Flevoland
Typisch Lelystads
Lelystad staat bekend als van moderne architectuur, genummerde straten, de dijk naar Enkhuizen en Lelystad Airport.
Lelystad fungeert als werk- en winkelstad met onder andere Batavia Stad Fashion Outlet.
Lelystad fungeert als werk- en winkelstad met onder andere Batavia Stad Fashion Outlet.
Lelystad - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat in Lelystad ook een steentijddorpje is gebouwddat ‘Swifterkamp’ heet.
Lelystads dialect en accent
Amsterdams is een Hollands dialect en is rond 1800 gevormd in de nu nog herkenbare vorm.
Omdat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonden, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch.
Volgens Het Parool (17 juni 2017) is het plat Amsterdams overigens bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven.
Kenmerkend voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”. Typerend is het weglaten van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Omdat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonden, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch.
Volgens Het Parool (17 juni 2017) is het plat Amsterdams overigens bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven.
Kenmerkend voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”. Typerend is het weglaten van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Die worden door de stemloze p, ch, f en s vervangen. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel.
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel.
Een bekende uitdrukking die uit het Amsterdams Jiddisch komt, is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.” Is dat wel goochem? betekent: “Is dat wel slim?”
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel.
Een bekende uitdrukking die uit het Amsterdams Jiddisch komt, is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.” Is dat wel goochem? betekent: “Is dat wel slim?”
“Lelystad geeft lucht”
Lelystad - zakelijk
De gemeente Lelystad
Het netnummer van Lelystad is 0320.
Het postcodegebied van Lelystad is 8200 - 8245.
Het adres van het gemeentehuis van Lelystad is Stadhuisplein 2, 8232 ZX in Lelystad.
De website van de gemeente Lelystad is Lelystad.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Lelystad is 14 0320.
Zakendoen in Lelystad
Voor Lelystadse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Lelystad is KVK-kantoor Almere.
Lelystad - internationale bedrijvigheid
Nationaal en internationaal actieve bedrijven in Lelystad vindt u op bedrijventerrein Flevokust, Flevopoort, Gildenhof, Griend, Jol, op het Lelystad Airport Business Park, op kantoorlocatie Kempenaar, op bedrijventerrein Middendreef, Noordersluis, Oostervaart, Oostervaart Oost, Warande of op bedrijventerrein Zuiderpark.
In Lelystad bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ansul Brandbeveiliging, Axel Johnson International MAK Aandrijvingen, Axflow, Betsema
In Lelystad bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Ansul Brandbeveiliging, Axel Johnson International MAK Aandrijvingen, Axflow, Betsema
Groep, Donkervoort Automobielen, Farm Dairy, Feenstra, Fisher Farma, Giant Benelux & Europe, Helm Rotaform, Henders & Hazel, Distributiecentrum Inditex, Iscal Sugar, Koninklijke Kampert, Kyocera Senco Netherlands, Marfo, Mijndomein, Noppies, Pearl Paint Holland, Peper fietsen, Pioneer Benelux, Schothorst Feed Research, SST (Gaggia Benelux), Van Wyk Nederland en Weernekers Supermarkten.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Lelystads nieuws
Het Lelystadse nieuwsportaal is FlevoPost en Lelystadse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Flevoland - Nieuws.
Ondernemers in Lelystad kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Ondernemers in Lelystad kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Lelystatters en ondernemingen in Lelystad kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant De Stentor - Lelystad en het Algemeen Dagblad - Lelystad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Lelystad
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Lelystad laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Lelystad een bezoek brengen aan het Aviodrome, aan Batavialand, aan Natuurpark Lelystad of aan het Nationaal Ruimtevaart Museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Wellicht is het een idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Lelystadse voetbalclub SV Lelystad, v.v. Unicum of SV Batavia meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Lelystad kunt u terecht bij LTVL, bij Tennisvereniging Poseidon of bij Tennisvereniging ITL.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Lelystad of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd om een beetje te ontspannen?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij Golfclub Flevoland in Lelystad terecht. Het adres van Golfclub Flevoland is Parlaan 2A, 8241 BG in Lelystad. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0320-23 00 77. De website van de golfbaan is www.gcflevoland.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij de horecagelegenheid van de club, telefoonnummer 0320-26 29 63.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van Lelystad die tevens op Youtube te zien zijn.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Lelystad op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden klikken om een filmpje te bekijken.
Onder deze promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Lelystad op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Lelystad te zien op Google Earth.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Met de + en – knop rechtsonder kunt u in- en uitzoomen op de kaartjes.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Lelystad
Google Maps Frankrijk
Google Maps Lelystad
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Lelystads nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Frankrijk en Lelystad uit verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Lelystads nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Lelystads nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of
communiceert, is het handig en prettig om geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Centraal Beheer teruggefloten: vakantievierder krijgt €5000 terug voor autoreparatie in Frankrijk - Telegraaf.nl
- Politie houdt grote controle aan grens met Frankrijk: focus op rondtrekkende bendes en smokkel - Het Laatste Nieuws
- Libanon-expert Aurélie Daher: ‘Frankrijk is het enige westerse land dat niet onvoorwaardelijk de kant van Israël kiest’ - NRC
- Oefeninterland Oranje onder 17 (v) tegen Frankrijk eindigt zonder goals - OnsOranje
- Het mysterie van de gouden uil: legendarische speurtocht in Frankrijk kent na 31 (!) jaar eindelijk ontknoping - VRT.be
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Sensatie in Frankrijk: Lille verslaat grootmacht Real Madrid - AD
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Au procès des viols de Mazan, Jérôme V. pointe son "addiction sexuelle" et reconnaît s'être rendu à de multiples reprises chez Gisèle Pelicot - franceinfo
- Il découvre un préservatif usagé dans le vagin de sa compagne et la frappe dans l'Oise - actu.fr
- Métro, RER, tramway : les nouvelles rames d’Alstom (très) attendues en Île-de-France - Le Parisien
- Très grandes entreprises, foyers les plus riches… Barnier précise qui sera concerné par les hausses d’impôts - TF1 INFO
- Gemini Live: comment utiliser gratuitement la nouvelle IA conversationnelle de Google, disponible en France - BFMTV
- Deux médias n’ont pas assez promu la lutte contre le dopage, selon l’Arcom - 20 Minutes
- Liban : les premiers rapatriés français de retour dans l'Hexagone - Actu Orange
- Remise des lettres de créance de la nouvelle Ambassadrice de France au (...) - La France au Pérou
- La célèbre Chouette d'or a été découverte après plus de 30 ans de chasse au trésor - franceinfo
Nieuws uit Lelystad
- Bouw van 78 sociale huurappartementen in het Theaterkwartier betekent goed nieuws voor voor starters, jongeren en studenten in Lelystad - flevopost.nl
- Lelystad bouwt 78 sociale huurappartementen voor jongeren - AD
- Lelystad bouwt 78 sociale huurappartementen voor jongeren - De Stentor
- Nieuws - Explosie in Botter Lelystad, politie zet straat af - Omroep Flevoland
- Nieuws - Explosies in Flevoland flink toegenomen: Almere en Lelystad grootste hotspots - Omroep Flevoland
- Explosie – Botter 24 – Lelystad - Politie
- Nieuws - Tbs voor Lelystedeling die moeder doodde: 'Volledig ontoerekeningsvatbaar' - Omroep Flevoland
- Tbs met dwangverpleging voor Johnny (36) na doodsteken moeder in Swifterbant - AD
- Tbs met dwang voor man die moeder in Swifterbant doodde - De Drontenaar
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
In Lelystad geeft Dagnall Taleninstituut onder meer maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Frans standaard aanbiedt in Lelystad.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Frans standaard aanbiedt in Lelystad.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die niet in het overzicht is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Lelystad alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten