Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Enschede.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Enschede in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve klassieke taalcursussen Frans hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Enschede. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Enschede.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Enschede) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt met een combinatie van deze bewezen leermethode, gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Enschede. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Dagnall Talen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Enschede worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Enschede en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van de fouten van andere cursisten en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van een andere deelnemer omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan deels ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de lijst. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van het Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de studenten aangereikt. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Frans op een accurate manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men vreemde talen leert (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de student zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek in de les. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-benadering. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet; dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De studenten zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans ontwikkelen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet erg geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij het woord. De studenten herhalen daarna één voor één het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Frans gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van de leermethode. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. De uitspraak kan verbeterd worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op eventuele fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en de methode kan op ieder moment door studenten worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Het feit dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen van het Frans om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat door de student Frans is begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. De leermethodiek gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de Franse taal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist besteedt ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de gebruikers op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen docent Frans om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de lijst. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van het Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de studenten aangereikt. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Frans op een accurate manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men vreemde talen leert (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de student zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek in de les. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-benadering. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet; dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De studenten zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans ontwikkelen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet erg geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij het woord. De studenten herhalen daarna één voor één het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Frans gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van de leermethode. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Enschede.
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Enschede op maat.
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de training Frans in Enschede is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Alleen het volgende hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Enschede, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman herken je zo: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans heeft ten opzichte van het Nederlands een hele andere uitspraak. Eén van de kenmerkende verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit fenomeen heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Na en vóór de guillemets komen in het Frans spaties. Ook andere leestekens krijgen in de Franse taal eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoordjes. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoord ‘hè?’ is vermoedelijk zelfs afkomstig uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Vind je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation van Frankrijk.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Franstalige radiostation.
De radiozender NRJ is de populairste commerciële radiozender onder Franstaligen. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om direct live naar dit Franse commerciële radiostation te luisteren.
Uw favoriete series en televisieprogramma’s in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan in het begin wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is de omroep France tv.
De televisieomroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, internet, satelliet of een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Enschede is de grootste stad van Overijssel.
De partnersteden van Enschede zijn Palo Altoin de Verenigde Staten en Dalian in China.
De gemeente Enschede omvat eveneens Boekelo, Glanerbrug, Lonneker en Usselo.
Enschede is een echte universiteitsstad met de Universiteit Twente (UT) uit 1961 en de TSM Business School.
Er zijn drie hogescholen in Enschede; ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Saxion en Windesheim.
Weinig mensen weten dat het hoogste gebouw van Overijssel in Enschede staat en niet in Zwolle. Het gebouw is de Alphatorenvan 101 meter hoog.
Het netnummer van Enschede is 053.
Het postcodegebied van Enschede is 7500 - 7548.
Het adres van het gemeentehuis van Enschede is Hengelosestraat 51, 7514 AD in Enschede.
De website van de gemeente Enschede is Enschede.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Enschede is 14 053.
Voor Enschedese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Enschede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Enschede is KVK-kantoor Enschede.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Enschede een bezoek brengen aan de Grolsch Brouwerij, aan De Museumfabriek, aan het Rijksmuseum Twenthe of aan de TETEM kunstruimte.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Enschedese voetbalclub FC Twente, Sparta, FC Suryoye-Mediterraneo of FC Phenix te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Enschede kunt u terecht bij Tennispark Diekman, bij Tennisvereniging Het Wooldrik, bij T.C. Ludica of bij Topspinners. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Enschede of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Golfclub Prinses Wilhelmina in Enschede. De adresgegevens van Golfclub Prinses Wilhelmina zijn Maatmanweg 27, 7522 AN in Enschede. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 053-433 79 92. De website van de golfbaan is www.pwgolf.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van Golfclub Prinses Wilhelmina. Golf- & Countryclub ’t Sybrook en Golfbaan Spielehof zijn andere golfbanen in de omgeving van Enschede.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Enschede van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Bedrijven en organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van hun medewerkers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Enschede.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt zijn eigen taal en gebruikt zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook een duidelijk concurrentievoordeel, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Enschede in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Dagnall Talen biedt taaltrainingen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Iedereen kan bij Dagnall Talen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve klassieke taalcursussen Frans hebben organisaties vooral interesse in de werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taalcursussen worden op de individuele behoeften van klantenen afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Enschede. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor cursisten gemakkelijker en prettiger maken.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Enschede.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt in overleg met u als opdrachtgever uw leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemers met de contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarin op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau wordt vastgesteld, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen Frans de voortgang alsook de inhoud van de cursus. De doelstellingen kunnen, indien nodig, worden aangepast.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Enschede
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 maatwerk taaltraining Frans in Enschede en omstreken voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige docenten Frans zijn experts op taalgebied en hebben in Twente talrijke trainingen verzorgd voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, biedt Dagnall u betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Europoort Rotterdam. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbaar maatwerk Frans in Enschede sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak belangrijk! Een cursus (Frans) die zich richt op het verbeteren van de taalvaardigheid op de werkvloer is tegenwoordig bij veel organisaties gemeengoed.
Medewerkers die geen of weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Medewerkers die geen of weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Zij willen de aanwijzingen op het werk goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. De medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en uiteraard hun ambities op hun werkgebied realiseren. Een investering in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Enschede naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Enschede) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen inzetten. Dat werkt erg plezierig en het zorgt ervoor dat u echt waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt met een combinatie van deze bewezen leermethode, gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen, duocursussen (2 deelnemers), groepscursussen van 3 tot 10 deelnemers, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze taaltrainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaltrainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit echte maatwerk als een bijzonder plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Enschede. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. De cursussen zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursist zelf past.
Frans effectief leren in Enschede bij Taleninstituut Dagnall
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Talen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van gevarieerde en moderne onderwijsmethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Enschede worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Enschede
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties alsook particulieren in Enschede en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en een zeer hoog rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te kunnen behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groep wordt bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het belangrijkste voordeel van een individuele taalcursus Frans doordat veel kennis wordt geleerd in korte tijd.
Er wordt meer vooruitgang geboekt doordat de cursus intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele taalcursussen. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist waardoor het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van een groepscursus Frans is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies in de groep.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; het leren van de fouten van andere cursisten en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kunnen cursisten prettiger vinden.
Omdat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan het geleerde niet worden geoefend in groepsverband.
Ook is het niet mogelijk om te leren van fouten van een andere deelnemer omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu gegevenwordt minder aandacht gegeven aan het individu en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt daardoor iets lager. Dit kan deels ondervangen worden door groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed op de agenda van individuele cursisten afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall verzorgt taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden de taalcursussen daarom ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kiest u als cursist voor een
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden de taalcursussen daarom ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kiest u als cursist voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Een combinatie van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de lijst. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van het Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de studenten aangereikt. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Frans op een accurate manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men vreemde talen leert (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de student zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek in de les. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-benadering. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet; dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De studenten zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans ontwikkelen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet erg geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij het woord. De studenten herhalen daarna één voor één het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Frans gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van de leermethode. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die werd gevonden in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van deze methode is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en de cursussen zijn vanuit al deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze nabootst waarop kinderen hun moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s voor om de betekenis over te brengen van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. De lerende kan zo zijn of haar uitspraak met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. De uitspraak kan verbeterd worden door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten zeggen.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse spelling en de grammatica en wijst op eventuele fouten, waarbij mogelijkheid is om de fouten te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Rosetta Stone wordt veel toegepast wereldwijd en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en ook door een aantal internationaal opererende bedrijven gebruikt.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg makkelijk in het gebruik en de methode kan op ieder moment door studenten worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden vinden het leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor onderwijsinstellingen. Het feit dat geen docent is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een keerzijde van de methode.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Paul Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling. De lessen omvatten een audio-opname van dertig minuten die nieuwe woordenschat en structuur bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet apart uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het meest optimale interval onderzocht waarmee informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is in de Pimsleur taalcursussen verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur taalcursussen worden onder meer in Amerika gevolgd en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. Gebruikers leren geen bouwstenen van het Frans om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog. Dit taleninstituut kan beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en zelf antwoord geven op de vraag. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De les wordt in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Makkelijke lesstof wordt eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat door de student Frans is begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de gebruiker zelf zinnen bouwen. De leermethodiek gebruikt ook flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel lerenden ze zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van de Franse taal en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder zijn met de taal, ervaren de Michel Thomas-methode soms als wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een nadeel. Ook is er geen echte interactie doordat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist besteedt ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn populair. De taalcursussen zijn niet zo duur en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans in zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de gebruikers op zichzelf zijn aangewezen. Er is geen docent Frans om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de les geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. Spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en de (Franse) grammaticale structuren worden met behulp van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin 10 keer herhalen en vervolgens een extra Frans woord toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet van kracht werd. Al gauw kwamen er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde. Hierdoor raakten de talenpractica vrij snel in onbruik. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een correcte uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de studenten verlangd, waardoor het gevaar dreigt van enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie. Een bijkomend bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is ontwikkeld door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige manier te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar dit eigenlijk gaat vanzelf door blootstelling. De woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die zijn aangeleerd, verdwijnen van de lijst. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer de kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor studenten die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method werken. Met de hand schrijven werkt beter dan typen of, zelfs redelijk zinloos: een foto maken, doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken. Het ontbreken van context is een keerzijde van deze methode. Taal bestaat uiteraard uit veel meer dan een reeks losse woorden of zinnen. De methode is bovendien nogal tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans) gericht. De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op deze manier leert men onbewust ook de taalregels. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Er wordt gestreefd naar een stressvrije leeromgeving. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans, is de leermethode het meest effectief. Om ervoor te zorgen dat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de focus wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling zeer effectief is, is al veelvuldig aangetoond. Omdat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden krijgen de kans om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Een minpunt kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om lerenden vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het leren van het Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in reële situaties met behulp van visualisaties, gezichtsuitdrukkingen, dramatiseringen en handelingen aan de studenten aangereikt. Bij de leermethode worden de taalstructuren die het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op vrij grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de lerenden het Frans op een accurate manier leren, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze manier van werken is behoorlijk tijdrovend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen inbreng van de lerende is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is wanneer men vreemde talen leert (zoals Frans).
De studenten leren middels de CLT-technieken het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In het verenigde Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de lerenden is het stimulerend, omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheden wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van de communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. Het plannen en voorbereiden vereist veel meer tijd van de trainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor bepaalde studenten deze manier van een vreemde taal leren ongebruikelijk of moeilijk. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; daarbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gefocust op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De docent draagt taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is de grammatica-/vertaalmethode tot recente datum van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is de methode is een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, door de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De grammatica-/vertaalmethode kent echter meer nadelen dan voordelen. Het grootste nadeel is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van de Franse taal, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in groepsverband biedt de methode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden. De student is alleen toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een vak (zoals wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli, ‘de nonnen van Vught’ wordt toegepast. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke dames uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven is door de nieuwe taal. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode werkt met rollenspellen en simulaties. De leeromgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk gaan en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede methode om vreemde talen te leren. Voornamelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze manier zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het wezenlijke voordeel is dat met deze methode snel resultaten wordt bereikt, omdat de methode behoorlijk intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is de leermethode een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de student zijn hiervoor essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn. Om dit te bewerkstelligen, waren lesloken met rijopstellingen ongeschikt. Tijdens de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en er was altijd muziek in de les. De methodiek die Georgi Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gedraaid of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden lijsten met woorden alsook opmerkingen over de (Franse) grammatica. Dit voorlezen werd gedaan met gebaren alsook veel expressie in stem. Op deze manier werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld eveneens (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leermethodiek van Lozanov was omstreden en de leermethodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedie wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de lerende geen hinder heeft van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een bijkomend voordeel van de methodiek is dat lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding taaldocent-student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning (CLL) is een methode om een vreemde taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als een counselor optreedt die de zinnen van de lerende omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als zij de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten onderling als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Deze methode kan goed werken indien deze correct wordt toegepast. Voor grote groepen is CLL niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar ook daarbuiten. Met Community Language Learning worden studenten zich zo veel bewuster van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren als een team te werken. Van het bespreken door de foutjes en het evalueren van de les Frans leren studenten veel. Deze verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Een keerzijde van CLL van Community Language Learning kan zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is daardoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken belemmerd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de zogenaamde receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de lerende.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis zijn in de afgelopen drie decennia leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan de woordenschat die wordt aangeboden in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een heel natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkt van de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal lerenden moeite en deze lerenden hebben meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in het jaar 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin. Op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De seriemethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Lerenden gaan snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken doordat een soort eentalige leermethode betreft, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de vrij ongebruikelijke aanpak, was de seriemethode van Gouin toch enige tijd succesvol. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheid Frans van de lerende sterk en de methode zorgt voor het creëren van een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de les.
Gouin’s taalmethodiek biedt een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme van de studenten op. Het leren werd tastbaar; iets wat geheel nieuw was. De leermethode maakt Franslerenden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt sterk gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die wat meer abstract of subjectief is, lastig in één concrete ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander nadeel is de bewerkelijkheid voor de taaltrainer, die een scala aan series moet voorbereiden. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham V. Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De studenten krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, e-mails schrijven, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, vervolgens de taak uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. Om de taken uit te kunnen voeren, moeten studenten samenwerken. De taken moeten net boven het niveau van de lerenden liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij lerenden (voornamelijk lerenden met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerende aansluit, is de methode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in contact met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Bovendien leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zozeer precies leren, kan als nadeel gezien worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan 10 strenge regels (dogma’s). Deze 10 regels vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het beginnen van echte inhoudelijke conversaties over praktische zaken is het oogmerk van de Dogme-benadering. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder een lesboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan op communicatie tussen taaltrainer en lerenden richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net als de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, stelt Scott Thornbury dat de parallellen met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor de docent Frans. Dat de lerenden verantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, kan zeer motiverend zijn. Voorspelbaar is de taalles Frans zo niet; dat garandeert spontane communicatie en voorkomt verveling. Bij Dogme-lessen is vrijwel elk item bespreekbaar. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Daartegenover staat dat de studenten zich iets ongemakkelijk kunnen voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Voor dit type van onderwijs zijn ook niet alle taaltrainers Frans voldoende flexibel. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof wordt behandeld tijdens de taallessen, kan een bijkomend minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van deze leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering bestaat uit zes fasen van activiteiten. Deze activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrip gaat boven productie. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ concentreert zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt om en nabij 150 uur in beslag en nu begint de deelnemer ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemer en de verzorger diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Omdat de methode van Thomson nog relatief nieuw is, is nog niet veel bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn er in elk geval enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een goede doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor iedere deelnemer of tenminste iedere groepje deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de lerenden luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen wat zij horen. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de lerenden simultaan Frans kunnen spreken met de opname. De studenten zullen na enige tijd een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst, zijn veel lesboeken geschikt voor deze techniek. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien iets boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname versterkt van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere reden.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale drills in plaats van dialogen of samenhangende teksten. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan de afgelopen jaren naar Shadowing waarin is aangetoond dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische voordeel van Shadowing dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het soms wat saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren 60 van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die van het idee uitgaat dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend opdrachten aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna komen de spreekvaardigheden.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de studenten doen deze taken na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de taken. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van bewegingen en spraak, appelleert de methode van TPR® aan beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de doeltaal. Total Physical Response levert snelle succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in wat grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker taalniveau werkt en nog een andere leermethodiek nodig is als aanvulling. Ook is de methodiek niet erg creatief. Studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een vreemde taal, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefden de mensen naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Er ontstond in het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. De studenten moesten de taalregels hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht kwamen er voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de taallessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door de studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloed van de crises en oorlogen, om weer in een andere vorm terug te keren in de jaren zestig.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier van leren is, is het grote pluspunt van de Directe Methode. Luisteren en spreken komen uitgebreid aan bod, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans ontwikkelen. Aan de methode kleven echter eveneens nadelen. Deze leermethode besteedt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook relatief weinig aan lezen in de vreemde taal. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdagingen. Voor de langzaam lerende studenten is de Directe Methode tevens niet erg geschikt, doordat deze leermethode een dynamische inzet vanuit de student verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels en woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een trainer Frans, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Er hoort een bepaalde beweging bij het woord. De studenten herhalen daarna één voor één het Franse woord en de beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Stap voor stap worden deze woorden zinnen en weer variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Jean Manesca is door anderen opgepakt en aangepast, onder wie Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, is de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het veelvuldige herhalen draagt daar ook aan bij. Het kan door studenten als een keerzijde worden gezien dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt door de taaldocenten Frans gebruikt om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die van oorsprong een wiskundige was, vond het essentieel om onderwijs te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De ‘de stille manier’ maakt ook gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in de originele versie niet veel wordt gebruikt, zijn de ideeën van Caleb Gattegno van betekenis geweest, vooral bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de methodiek van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die immers wordt gezien als autonoom, is het voordeel van de leermethode. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de lerenden en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mogen, wat helpt bij het leerproces.
Dat een aantal lerenden intensievere begeleiding nodig heeft dan de methode voorziet, kan een minpunt zijn. Door het gebrek aan inbreng van de taaltrainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is door Blaine Ray ontwikkeld in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt uit de TPR-techniek (Total Physical Response) voort.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan veel begrijpelijke input. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen van de trainer gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De trainer wijst lerenden op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na enige tijd ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het bord, met de Franse vertaling erbij en daarna hiervan een verhaal te maken samen met de lerenden. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit voor input zorgt. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. Omdat TPRS eveneens aan de creatieve intelligentie appelleert, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor de lerende.
Een nadeel is dat de methode veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen om Frans te leren
Ook is er een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
Het hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
De Dagnall Methode.
Het hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar met name doordat de focus altijd op de cursist(en) ligt, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Deze app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online gevolgd kan worden, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Enschede.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Enschede
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Enschede op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren waar en wanneer het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen en specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de Dagnall App blijft ook beschikbaar nadat de training Frans in Enschede is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Enschede
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Medewerkers die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursus en/of als blended taalcursus te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar voorkeur. Het platform Zoom wordt over het algemeen gezien als het meest gebruiksvriendelijk en biedt variatie en interactie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen Frans
Alleen het volgende hebt u nodig voor een (taal)cursus in een virtuele classroom:
- Een pc, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Enschede ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Enschede ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Enschede
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het ERK (Europees Referentiekader) hanteren wij als standaard en biedt de cursist een helder beeld van de huidige en opgedane kennis van het Frans. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de cursus Frans in Enschede overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om verschillende taalniveaus te kunnen omschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in Frankrijk eenzelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader betitelt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term wordt ook veel gehanteerd: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze niveaus zijn A1, A2, B1, B2, C1 en C2, waarbij A1 het beginniveau is en C2 het niveau moedertaalspreker.
Taalniveau A geldt voor beginners.
De cursist die taalniveau B Frans beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderden, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
De cursist die taalniveau B Frans beheerst, kent alle basisvaardigheden in de Franse taal.
Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Taalniveau C geeft de vaardigheden weer van (ver)gevorderden, die de Franse taal beheersen als (bijna) moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectbeheer, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen bewijst dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Bovendien worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd ten minste twee keer proefgelezen door twee specialisten. Onze vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Enschede, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
De persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan noodzakelijk en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging alsook verlies te worden beschermd. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht in zeer beperkte mate. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Enschede zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Taleninstituut staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
Dat betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Enschede
Contact cursus Frans Enschede
Wilt u contact met ons opnemen voor een cursus Frans in Enschede? Vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden van ons taleninstituut. Vul ons contactformulier op de website in of stuur ons een e-mail via cursus-frans-enschede@dagnall.nl, dan informeren wij u vrijblijvend over een taalcursus bij Dagnall.
Wij informeren u dan vrijblijvend over onze taalcursussen. U kunt vanzelfsprekend ook telefonisch contact opnemen voor een cursus Engels in Spijkenisse op telefoonnummer 010-2004112 (geen belmenu). U kunt ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De vlotste route naar een cursus Frans in Enschede!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waar u zaken mee doet, bijvoorbeeld Frankrijk. Is het van toepassing, dan geven navolgende klokken eveneens het tijdverschil aan tussen Frankrijk en Nederland.
De klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd. (De klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de landkaart van Frankrijk te gaan staan.
Als u de cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van de ingekleurde regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Als u de cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, daarna kunt de naam van de ingekleurde regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Franse exportproducten en beroemde Fransen hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Franse exportproducten en beroemde Fransen hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde stokbrood (baguettes) niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er bestaan zeer grote verschillen per streek, maar stokbrood hoort er altijd bij.
Doorgaans begint men in Frankrijk met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen zijn dol op vlees en halen ook hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om saus mee te deppen of om het bord schoon te maken.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met wat wijn erin.
Het diner wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een gebakje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gekocht.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit meerdere gangen bestaat.
Er bestaan zeer grote verschillen per streek, maar stokbrood hoort er altijd bij.
Doorgaans begint men in Frankrijk met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen zijn dol op vlees en halen ook hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken Fransen bijvoorbeeld om saus mee te deppen of om het bord schoon te maken.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met wat wijn erin.
Het diner wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kop koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een gebakje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gekocht.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker in een restaurant dan Nederlanders, zeker ’s middags.
De prijsstelling is relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk bestaat uit achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn in alfabetische volgorde: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese departementen/regio’s zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman herken je zo: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Het Franse ontbijt is bescheiden: een kop koffie en een croissant, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De Franse lunch is warm en uitgebreid, liefst met wijn erbij. En water. Fransen drinken over het algemeen vrijwel altijd veel water bij het eten. Het diner, ook warm, is later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn geboekt voor een lunch met de familie. De lunch kan de hele middag in beslag nemen, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven gaat het net zo: wie zakendoet met Fransen, moet uitgebreid eten en veel praten. Veel Franse bedrijven geven werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. In Frankrijk worden kinderen streng opgevoed en doen gewoon met alle maaltijden mee. Franse kinderen eten hun menu met vier gangen zonder te morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen naast kennen vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door te richten op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Frans in Enschede de verworven kennis beter toepassen in de praktijk.
Voor u het weet, begrijpt u die Franstalige collega en antwoordt u hem of haar in zijn of haar eigen Frans. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een vroege Romaanse taal die weer uit het Laatlatijn voortkwam. De Gallo-Romaanse taal werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië, wat naast het tegenwoordige Frankrijk ook België omvatte, het westen van Zwitserland alsmede delen van Nederland en Duitsland.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
Er bestonden talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite de gecultiveerde variant van het Francilien; de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans heeft ten opzichte van het Nederlands een hele andere uitspraak. Eén van de kenmerkende verschillen is dat de Franse woorden aan elkaar plakken, waardoor niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit fenomeen heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo hoor je ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Italiaans, het Portugees en het Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Men zegt dat de stand ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het ‘guillemet’-teken. Na en vóór de guillemets komen in het Frans spaties. Ook andere leestekens krijgen in de Franse taal eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoordjes. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woorden die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoord ‘hè?’ is vermoedelijk zelfs afkomstig uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Vind je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media bekijken, lezen en/of luisteren is heel effectief om uw kennis van het Frans te verbeteren.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leerzaam en leuk zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op vlotte wijze veel woordenschat Frans kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation van Frankrijk.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live luisteren naar dit Franstalige radiostation.
NRJ
De radiozender NRJ is de populairste commerciële radiozender onder Franstaligen. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om direct live naar dit Franse commerciële radiostation te luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete series en televisieprogramma’s in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan in het begin wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is de omroep France tv.
TF1
De televisieomroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse televisiestations kunt u middels kabel, internet, satelliet of een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Enschede
U kunt de cursus Frans in Enschede op uw eigen locatie volgen of in Enschede, bijvoorbeeld bij het kantorencomplex Schuttersveld aan de Hengelosestraat 100 in Enschede of in het pand van My Office aan de Wethouder Beversstraat 185 in Enschede. Ons taleninstituut verzorgt ook taalcursussen Frans in Enschede in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Enschede aan de Zuiderval, in Fletcher Hotel De Broeierd-Enschede aan de Hengelosestraat 725 en in Landhuishotel De Bloemenbeek aan de Beuningerstraat 6 in De Lutte.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Enschede bij bijvoorbeeld bij Vliegveld Twente en bij stadion De Grolsch Veste.
Enschede - geschiedenis
Enschede was in de vroege middeleeuwen al een agrarische nederzetting. Het bestond toen uit een aantal buurtschappen. De naam ‘Anneschethe’ wordt voor het eerst in een oorkondeboek uit 1119 genoemd.
De naam ‘Enschede’ is waarschijnlijk een verbastering van An die Schede. Het Oudsaksische woord scethia betekent ‘scheiding’ of ‘grens’. Enschede was een grensgebied.
Enschede - nu
Enschede is gelegen in de streek Twente en is onderdeel van van de Stedendriehoek MONT (Münster, Osnabrück en Netwerkstad Twente). Plaatsen de omgeving van Enschede zijn Borne, Delden, Denekamp, Eibergen, Goor, Haaksbergen, Hengelo, Losser, Oldenzaal en Rijssen.
Enschede ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Enschede telt om en nabij 158.000 inwoners.
Vlag gemeente Enschede
Wapen gemeente Enschede
Inwoners
Een inwoner van Enschede wordt een ‘Enschedeër’ genoemd.
Bekende Enschedeërs zijn Harry Bannink, Susan Blokhuis, Evelien Bosch, Jan Cremer, Bracha van Doesburgh, Gert-Jan Dröge, Marina Duvekot, Harm Edens, Henk Elsink, Chris Jolles, Anouk Smulders en Ellen Verbeek.
Bekende Enschedeërs zijn Harry Bannink, Susan Blokhuis, Evelien Bosch, Jan Cremer, Bracha van Doesburgh, Gert-Jan Dröge, Marina Duvekot, Harm Edens, Henk Elsink, Chris Jolles, Anouk Smulders en Ellen Verbeek.
Iets wat uit Enschede komt, heet ‘Enschedees‘, zoals het ‘Enschedese Zesje’. Enschede kreeg stadsrechten in 1325.
Enschede - internationaal & scholing
Partnersteden
Enschede is de grootste stad van Overijssel.
De partnersteden van Enschede zijn Palo Altoin de Verenigde Staten en Dalian in China.
Kernen
De gemeente Enschede omvat eveneens Boekelo, Glanerbrug, Lonneker en Usselo.
Hoger onderwijs
Enschede is een echte universiteitsstad met de Universiteit Twente (UT) uit 1961 en de TSM Business School.
Er zijn drie hogescholen in Enschede; ArtEZ hogeschool voor de kunsten, Saxion en Windesheim.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Enschedees
Denk je aan Enschede, dan denk je aan de textielindustrie, maar ook aan Rijksmuseum Twenthe en de Museumfabriek, aan de aloude Marathon van Enschede en aan FC Twente.
Enschede fungeert als onderwijs- en internationale universiteitsstad. Enschede is overgegaan van een (textiel)industriestad naar een kennisstad.
Enschede fungeert als onderwijs- en internationale universiteitsstad. Enschede is overgegaan van een (textiel)industriestad naar een kennisstad.
Enschede - minder bekend
Weinig mensen weten dat het hoogste gebouw van Overijssel in Enschede staat en niet in Zwolle. Het gebouw is de Alphatorenvan 101 meter hoog.
Twents dialect en accent
Er bestaan wat verschillen tussen het Oost-Twents en Twents-Graafschaps; in Enschede is het dialect overwegend Oost-Twents.
Het Twents is een levend dialect; het dialect wordt dagelijks gesproken door veel mensen.
Er zijn invloeden van het Duits te horen.
Zo wordt nich gezegd voor ‘nee’.
In het meervoud of bij een verkleinwoord verandert vaak de klinker (beume in plaats van ‘bomen’).
Bij voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud.
Het Twents is een levend dialect; het dialect wordt dagelijks gesproken door veel mensen.
Er zijn invloeden van het Duits te horen.
Zo wordt nich gezegd voor ‘nee’.
In het meervoud of bij een verkleinwoord verandert vaak de klinker (beume in plaats van ‘bomen’).
Bij voltooid deelwoorden wordt ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud.
Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Pien in boek heeft niets met boeken te maken; het betekent ‘buikpijn’.
Een ‘kortere afstand’ is richter en een deur is niet ‘open’ maar los.
Gelukkig Nieuwjaar in het Twents: geluk in ’n tuk.
Een huulbes (Letterlijk ‘huilbezem’) is een stofzuiger. Stenen gooie op een kattebies toet het ut dienen boom kumt. Oftewel: “De kat uit de boom kijken”.
Twentenaren schrikken niet zo gauw: T löp wa los (Letterlijk: “Het loopt wel los”; het valt wel mee) is een veelgebruikte uitdrukking.
Pien in boek heeft niets met boeken te maken; het betekent ‘buikpijn’.
Een ‘kortere afstand’ is richter en een deur is niet ‘open’ maar los.
Gelukkig Nieuwjaar in het Twents: geluk in ’n tuk.
Een huulbes (Letterlijk ‘huilbezem’) is een stofzuiger. Stenen gooie op een kattebies toet het ut dienen boom kumt. Oftewel: “De kat uit de boom kijken”.
Twentenaren schrikken niet zo gauw: T löp wa los (Letterlijk: “Het loopt wel los”; het valt wel mee) is een veelgebruikte uitdrukking.
Enschede - “Stad van nu”
Enschede - zakelijk
De gemeente Enschede
Het netnummer van Enschede is 053.
Het postcodegebied van Enschede is 7500 - 7548.
Het adres van het gemeentehuis van Enschede is Hengelosestraat 51, 7514 AD in Enschede.
De website van de gemeente Enschede is Enschede.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Enschede is 14 053.
Zakendoen in Enschede
Voor Enschedese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Enschede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Enschede is KVK-kantoor Enschede.
Enschede - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Enschede op Bedrijvenpark Euregio, op bedrijventerrein Deventerpoort (Luchthaven Twente), Groote Plooy, Havengebied, Hardick en Seckel, Josink ES, Marssteden, De Reulver, Rigtersbleek, op bedrijventerrein Westerval, op XL Businesspark Twente, op de Technology Base en het Transportcentrum.
In Enschede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Apollo Vredestein, Benica Campers, Brinkers margarinefabriek, EcoForte, Faradbox, Flexibility, Grolsche Bierbrouwerij Nederland, Guts & Gusto, Hago Nederland, Hartman Tuinmeubelen,
In Enschede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Apollo Vredestein, Benica Campers, Brinkers margarinefabriek, EcoForte, Faradbox, Flexibility, Grolsche Bierbrouwerij Nederland, Guts & Gusto, Hago Nederland, Hartman Tuinmeubelen,
Henk Kollen, Gouden Ambacht, Hess AAC Systems, Hollandia Matzes, In Person, Innotec, Jomo, Laborie MMS, LioniX International, Maser Engineering, Maxonmotor, De Paauw Recycling, Pentair, Pilkington, Scorpion Nederland, ten Hag, TIP Trailer Services, UniCarriers Europe, Universal Electronics, Velda, onze collega’s van Vertaalbureau Perfect, Twence, Xelvin, Xsens, Zeton, Vion in Groenlo, Easy2Sell (Killerbee) in Losser, Johma in Losser, Elite Salades en Snacks in Neede, Bakkerij Smithuis in Oldenzaal, Europastry in Oldenzaal en Pré Pain in Oldenzaal.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Enschedees nieuws
De Enschedese nieuwsportalen zijn Hart van Enschede en Enschede 1 Twente en Enschedese ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Enschede kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Enschede kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Enschedeërs en ondernemingen in Enschede kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Huis aan Huis Enschede, Tubantia - Enschede en omstreken en het Algemeen Dagblad - Enschede.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Enschede
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Enschede een bezoek brengen aan de Grolsch Brouwerij, aan De Museumfabriek, aan het Rijksmuseum Twenthe of aan de TETEM kunstruimte.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het een goed idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Enschedese voetbalclub FC Twente, Sparta, FC Suryoye-Mediterraneo of FC Phenix te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Enschede kunt u terecht bij Tennispark Diekman, bij Tennisvereniging Het Wooldrik, bij T.C. Ludica of bij Topspinners. Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Enschede of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u terecht bij Golfclub Prinses Wilhelmina in Enschede. De adresgegevens van Golfclub Prinses Wilhelmina zijn Maatmanweg 27, 7522 AN in Enschede. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 053-433 79 92. De website van de golfbaan is www.pwgolf.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij het restaurant van Golfclub Prinses Wilhelmina. Golf- & Countryclub ’t Sybrook en Golfbaan Spielehof zijn andere golfbanen in de omgeving van Enschede.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Enschede die ook op Youtube kunnen worden bekeken.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Frankrijk alsook Enschede op Google Maps. Door linksboven te klikken, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Door direct op het rode Youtube logo in het midden te klikken, wordt het filmpje afgespeeld.
Direct onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Frankrijk alsook Enschede op Google Maps. Door linksboven te klikken, wordt het kaartje groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u satellietbeelden van Frankrijk en Enschede op Google Earth te zien.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Enschede
Google Maps Frankrijk
Google Maps Enschede
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Enschedees nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Enschede lezen van diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Enschedees nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert, is het altijd prettig en handig om een beetje
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Enschedees nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert, is het altijd prettig en handig om een beetje
geïnformeerd te zijn van wat zich in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Frankrijk ziet eigen troepen sturen naar Oekraïne als ‘serieuze optie’ - MSN
- Telegram-baas Doerov wordt vervolgd in Frankrijk, mag land niet verlaten - NOS
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Fortes pluies et risques d’inondations ce mardi : désormais 13 départements en vigilance - actu.fr
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
- Discours de politique générale de Michel Barnier : fiscalité, sécurité, proportionnelle, retraites... Ce qu'il faut retenir des annonces du Premier ministre - franceinfo
Nieuws uit Enschede
- Jennie en Willem zijn wachten op woonwagen in Almelo beu: protest met levensgrote borden ‘uit wanhoop’ - Tubantia
- Onderzoek naar ‘werkelijke’ staat natuur gaat tonnen kosten: ‘Wassen neus’, zegt hoogleraar - De Stentor
- Last van angst- of dwang? Deze lotgenotengroep in Enschede kan helpen - 1Twente
- Ongeval met letsel op Najaarsweg in Enschede - AD
- Ongeval met letsel op Bruggertstraat in Enschede - Tubantia
- Ongeval met letsel op Bruggertstraat in Enschede - AD
- Lichaam aangetroffen naast flat in Enschede, gebied afgezet - 1Twente
- Lichaam gevonden bij flat in Enschede, politie zet omgeving ruim af - Tubantia
- Lichaam gevonden bij flat in Enschede, politie zet omgeving ruim af - AD
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall Taleninstituut geeft onder meer maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees in Enschede.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Enschede.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Enschede.
U kunt uiteraard altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Enschede en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten