Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Ede.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Ede in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taalcursussen Frans zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Ede. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Onze filosofie is om Frans te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste niveau door dagelijks vijftien minuten te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Ede.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Ede) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt door een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, duocursussen (2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Ede. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Ede worden gegeven.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Ede en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kan door cursisten als leuker worden ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele cursussen Frans alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in een groep worden geoefend doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Frans effectief. De correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert iemand eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerende zou inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de student aangeboden in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een accurate wijze geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De met leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt het stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De leermethodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn en geen stimulerende en ontspannende werking hebben. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog onvoldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de studenten om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de trainer Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en de methode creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Frans enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, dit is een goede methode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die per slot van rekening een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Frans te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Frans gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde lerende Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat de methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in de Franse taal.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans voor om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De studenten kunnen zo hun uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en kan op elk moment door de student worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door studenten vervolgens worden nagesproken en weer herhaald. De Franse zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De lessen omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in Amerika gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stapjes opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en het Frans, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn heel toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursus Frans niet voorziet in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursisten dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Frans effectief. De correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert iemand eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerende zou inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de student aangeboden in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een accurate wijze geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De met leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt het stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De leermethodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn en geen stimulerende en ontspannende werking hebben. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog onvoldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de studenten om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de trainer Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en de methode creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Frans enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, dit is een goede methode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die per slot van rekening een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Frans te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Frans gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde lerende Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat de methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in de Franse taal.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Ede.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Ede op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen en juridische termen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Ede beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.
Dagnall Talen leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Frans in Ede, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans heef in vergelijking met het Nederlands een geheel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in het Frans, waardoor je niet kunt horen waar een woord stopt en het woord erna weer begint. Dit verschijnsel noemt men ‘verbinding’ (in het Frans: liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in de Franse taal. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in het Frans. Andere leestekens krijgen in de Franse taal ook eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook het Frans zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen voegen vaak aan het eind van een zin het woordje hein? toe, wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Denk je ook niet?”
In de Franse taal hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de populairste publieke radiozender van Franstaligen.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister live naar deze Franstalige radiozender.
NRJ is het meest beluisterde commerciële radiostation onder Franstaligen. Als u op het beeldscherm rechtsboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Uw favoriete serie of programma in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar u zult al gauw ontdekken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep in Frankrijk.
De televisieomroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse stations kunt u via kabel, internet, satelliet of via een app kijken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Ede is Chrudim in Tsjechië.
Onder Ede vallen ook Bennekom, Deelen, Ederveen, Harskamp, een deel van Hoenderloo, De Klomp, Lunteren, Otterlo en Wekerom.
Er is één hogeschool in Ede; de Christelijke Hogeschool Ede.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Ede.
Het netnummer van Ede is 0318.
Het postcodegebied van Ede is 6710 - 6718.
Het adres van het gemeentehuis van Ede is Bergstraat 4, 6711 DD in Ede.
De website van de gemeente Ede is Ede.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Ede is 14 0318.
Voor Edese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Ede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Ede is KVK-kantoor Arnhem.
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Ede een bezoek brengen aan Historisch Museum Ede of aan het Kröller-Müller Museum in Otterlo.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Edese voetbalclub DTS, Ede Victoria of Blauw Geel 55 te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Ede kunt u terecht bij ETC Edese Tennisclub, bij Teskwik of bij TC De Bosrand.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Ede of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij de Wageningse Golfclub in Ede terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zoomweg 10, 6704 PE in Wageningen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0317-42 87 75. De website van de Wageningse Golfclub is www.wageningsegolfclub.nl.
Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfclub.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Ede van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding en taalkennis van hun medewerkers investeren, een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Ede.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Ede in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies de manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Behalve de klassieke taalcursussen Frans zijn organisaties vooral in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Ede. Met Dagnall Talen behaalt u vlot en doelgericht het door u beoogde resultaat.
Filosofie
Onze filosofie is om Frans te leren zonder schroom en met gemak en plezier. Wij gaan daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wekken we uw nieuwsgierigheid op en ondersteunen we uw bereidheid om te leren. We brengen u met grote stappen naar het gewenste niveau door dagelijks vijftien minuten te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Ede.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Talen stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien gewenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een cursusvoorstel op maat samen met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus op uw situatie en agenda af.
Na een aantal lessen Frans evalueert de docent de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld.
Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Wij sturen u een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Ede
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 taalcursussen Frans op maat in Ede en omliggende plaatsen voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen. Onze kundige trainers Frans zijn specialisten op het gebied van taal en hebben in de Veluwe in de jaren veel cursussen Frans verzorgd voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitinstellingen.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall u effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Ede. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall Talen u belooft.
Betaalbaar maatwerk Frans in Ede sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak van groot belang! Cursussen (Frans) die toegespitst zijn op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel ondernemingen ondertussen een begrip.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Medewerkers die geen of weinig beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de instructies op de werkvloer goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen het werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambities op hun werk waarmaken. Dit vereist een investering in personeel en in de ontwikkeling van de organisatie.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Ede naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, werkgever of organisatie, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Ede) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn heel bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt door een blend van deze bewezen leermethode, gecombineerd met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die zijn gebaseerd op maatwerktrainingen.
Wij bieden groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, duocursussen (2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
De taaltrainers van Dagnall gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Ede. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar ook afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Frans leren in Ede bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus uit handen kunt geven.
Deze individuele cursussen en groepstaalcursussen biedt Dagnall Talen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Ede worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Ede
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Ede en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall zijn al tientallen jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden de deelnemers maximale ondersteuning te geven en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden samengesteld voor, en specifiek afgestemd op, het taalniveau, de leerstijl, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Nog een belangrijk voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is eveneens cursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van groepscursussen; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; van elkaars fouten kunnen leren en met elkaar in de doeltaal communiceren. Deze afwisseling kan door cursisten als leuker worden ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep vrijwel hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele cursussen Frans alleen met de trainer worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in een groep worden geoefend doordat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om van fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen ook minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden, is een ander minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken.
Daarom verzorgen wij onze taalcursussen eveneens incompany en online.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Een combinatie van deze trainingen is vanzelfsprekend ook mogelijk.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Frans effectief. De correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert iemand eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerende zou inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de student aangeboden in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een accurate wijze geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De met leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt het stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De leermethodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn en geen stimulerende en ontspannende werking hebben. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog onvoldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de studenten om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de trainer Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en de methode creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Frans enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, dit is een goede methode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die per slot van rekening een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Frans te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Frans gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde lerende Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat de methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in de Franse taal.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die werd gevonden in Egypte met tweetalige teksten, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taaltrainingen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van de methodiek is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig talen en ze zijn vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hier foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans voor om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De studenten kunnen zo hun uitspraak vergelijken met die van een moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker langzamer te laten spreken en vervolgens veel na te zeggen, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheid Frans te oefenen. De software van de methode controleert de Franse spelling en de grammatica en geeft fouten aan, waarbij optie is om de fouten van de student te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en diverse universiteiten en hogescholen ingezet, alsook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is heel makkelijk in gebruik en kan op elk moment door de student worden ingezet. Studenten bepalen zelf welke delen van de methode meer of wellicht minder aandacht nodig hebben. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan Rosetta Stone een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen docent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur in 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen die door studenten vervolgens worden nagesproken en weer herhaald. De Franse zinnetjes zijn ingesproken door native speakers (moedertaalsprekers). De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. De lessen omvatten een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee geleerde informatie overgaat van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval verwerkt.
Populariteit
De taalcursussen van Pimsleur worden onder meer in Amerika gebruikt en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die uit het hoofd geleerd worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Michel Thomas begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de lerenden op de pauzeknop drukken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. De lessen worden in kleine stapjes opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in de Engelse taal gegeven. Er wordt op verbanden gewezen tussen het Engels en het Frans, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden ook bouwstenen geleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnetjes maken. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. Gebruikers die wat verder zijn met de taal, vinden de cursussen soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn heel toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een nadeel van de Michel Thomas-methode is dat de taalcursus Frans niet voorziet in schrijfvaardigheid. Ook is er geen echte interactie, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, met de grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursisten dienen te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de cursisten; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de lessen geheel plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is vrijwel zonder fouten Frans leren verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainers Frans kunnen bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt veel in de zogenaamde talenpractica gewerkt, waarbij studenten Frans een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en naspreken. Geschreven Frans komt pas aan bod als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas geïntroduceerd omstreeks het jaar 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel bezwaren. Soms haperde de techniek, waardoor de talenpractica vrij snel in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. De audiolinguale methode heeft wel haar sporen nagelaten Nu was alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om het gebruik. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste taaldocenten vóór 1970 geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor beginners Frans effectief. De correcte uitspraak Frans wordt van het begin af aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze audiolinguale methode kan ook bij grote(re) groepen toegepast worden.
De docentgestuurde kant is tevens een nadeel; er wordt geen eigen inbreng verlangd van de lerenden, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de student. Al deze woorden en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt vanzelf door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die geleerd zijn, worden van de woordenlijst gehaald. Die Franse woorden die nog steeds problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden als deze kennis relevant en van betekenis is voor de student. Deze methode kan goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList-methode goed functioneren. Met de hand schrijven functioneert effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Een minpunt is het ontbreken van context. Taal is uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Deze methode is bovendien zeer tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven woordenlijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van taalverwerving (van bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. De taalregels van het Frans leert iemand eveneens onbewust op die manier. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn, om ervoor te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaringen hebben.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil is dat bij de Directe Methode meer de nadruk op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al veelvuldig bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven bij taaltrainers Frans. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De leermethode richt zich vooral op het impliciet leren van de Franse grammatica. De lerende zou inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar door onvoldoende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal te leren, wordt als prettig ervaren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde langer onthouden.
Een nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se op een specifiek Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) ofwel ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Het beheersen van deze structuren is volgens de Structurele Aanpak effectiever dan het verwerven van het Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en groepen woorden in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden aan de student aangeboden in realistische situaties met behulp van dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest in het Frans gebruikt worden, worden als eerste aangeboden. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; lezen en schrijven volgen hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt de grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd op grote schaal in de jaren vóór 1970 toegepast om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een accurate wijze geleerd wordt, is de sterke kant van een structurele aanpak. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De SA gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft ook minpunten. De werkwijze is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct een succeservaring. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De met leren het Frans in praktijk te brengen middels CLT-technieken door de interactie met de taaldocent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werkomgeving. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert om te communiceren in het Frans.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is een efficiënte methode. Voor de student werkt het stimulerend, omdat hij of zij snel succeservaringen heeft. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht is voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vereist veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren moeilijk of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op vertalen en grammatica. Deze aanpak werd gezien als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans zijn dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De docent draagt de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Tegengeluiden waren reeds al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
Aan de methode kleven echter meer keerzijden dan positieve kanten. Het grootste nadeel is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling kan worden toegepast. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden. De lerende is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (In het Engels: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin omgeven wordt door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De student wordt ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is daadwerkelijk naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een zeer goede methode om vreemde talen te leren gezien. Met name de mondelinge taalbeheersing Frans kan met de methode van onderdompeling zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de leermethode nogal intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel van de methode kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet iedereen heeft genoeg conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren die is ontwikkeld. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is de methode van Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de docent (Frans) en de lerenden zijn daarvoor van essentiële betekenis. Dat studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren niet geschikt om dit te bewerkstelligen. De lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren gezet en in de klas werd ook altijd muziek gedraaid. De leermethodiek voorgestaan door Lozanov, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica. Het voorlezen gebeurde met gebaren en veel expressies in stem. De studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor ze, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. In de lessen was veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). In de klas werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en gegeten.
Populariteit
De leermethode Suggestopedia was enigszins omstreden en is niet heel bekend meer. Sommige elementen bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds gebruikt.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student geen last zal van faalangst of frustratie hebben. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerenden worden gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor sommigen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend zijn en geen stimulerende en ontspannende werking hebben. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet echt gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkelden in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een vreemde taal te leren waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer fungeert als een counselor die de zinnen van de lerenden omschrijft. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de taal (Frans) nog onvoldoende machtig, dan spreken de studenten in de moedertaal. De docent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo goed mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de kunde van de trainer-counselor. Bij deze methode dient de docent naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken indien deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Voor grote klassen is deze methode niet bruikbaar.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt de lerenden een hoge mate van autonomie. Vaak vinden studenten het analyseren van hun eigen gesprekken nuttig. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl een aantal lerenden wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij deze methode wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden ook geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een methode om talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans krijgt in deze benadering meer nadruk dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de studenten om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de trainer Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de studenten.
Populariteit
In de laatste dertig jaar zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis de lesboeken aanmerkelijk veranderd. Er is veel meer aandacht voor de woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid toch altijd weer afwijkend is van de geleerde taalsituaties, is de keerzijde van de methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 door de Franse leraar François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis vereisen van grammatica. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. De leermethode van François Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan vanzelf snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Gouin’s leermethodiek was enige tijd een succes, ondanks de afwijkende aanpak. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en de methode creëert een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
François Gouin’s taalmethodiek biedt levendig onderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, en dergelijke, wekt dit type onderwijs Frans enthousiasme op bij de studenten. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was iets dat totaal nieuw was. De methode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, dit is een goede methode om om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt sterk gestimuleerd met de methode van François Gouin.
Het nadeel van de methode van Gouin is dat taal die iets meer subjectief of abstract is, wat lastig in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de trainer, die per slot van rekening een scala aan reeksen voor moet bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheid.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael H. Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, bellen met de klantenservice, een boodschap doen, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij studenten zich eerst voorbereiden op de taak, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het taalniveau van de student Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van studenten (hoofdzakelijk studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verbeteren.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende manier van werken, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed aansluit bij de lerende. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als prettig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor de lerenden die niet zozeer precies leren, kan als keerzijde genoemd worden.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de stroming van een groep filmmakers uit Denemarken onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995 was de inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT). De deelnemers houden zich aan tien strikte regels (dogma’s) voor het filmmaken die samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity) behelzen. Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme benadering streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door voorgedrukt materiaal. Het houden van inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het oogmerk van Dogme-taalonderwijs, waarin het om de communicatie gaat als drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). Daarom is deze leermethode een communicatieve benadering voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen taaldocent en lerenden. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren suggereren dat Dogme waarschijnlijk vergelijkbare resultaten oplevert.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor docenten Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan zeer motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar; dat zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel alles kan in een Dogme-les worden besproken. Zo blijven lerenden alert en betrokken.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand worden genomen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een ander minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof in de taalles aan de orde komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de GPA is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA hanteert daarom de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De Growing Participator Approach vertoont gelijkenissen met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ongeveer 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de methode van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu meer diepgaande gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode van de methode beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie, nieuws of literatuur. Het Frans dat voor het werk is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog weinig bekend over het succes van deze methode. De deelnemers zijn enthousiast over deze methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met GPA wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren, is een nadeel van deze benadering.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eenvoudige methode: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; in eerste instantie gaat het om de klank. Het luisteren en daarna herhalen wordt net zo vaak geoefend totdat het heel gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd gebruikt de lerende een transcript om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Veel leerboeken zijn geschikt voor deze methode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten. Het niveau van de Franse audio-opname dient idealiter iets boven het niveau van de studenten te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. De aanbeveling van Alexander Argüelles is om te lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te zitten, doordat beweging de opname van de nieuwe taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij bewegen, zodat het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het verschil is dat de audiolinguale methode gebruikmaakte van grammaticale driloefeningen in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is ook simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing dat aantoont dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden gebruikt in een groep lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-techniek is dat de lerenden het wellicht een beetje saai vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen de moedertaal leren. Ouders geven hun jonge kinderen continu opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze taken, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden verder uitgebreid of deels aangepast.
Door het combineren van beweging en spraak, appelleert de methode van TPR® aan de beide hersenhelften. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met TPR® en behalen hiermee goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methodiek levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt voor stressvrij leren. De methode van TPR® is in principe geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd en deze achtergrond en deze methode kan eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student.
De keerzijde van de TPR®-methode is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken uit te drukken is. Daardoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast nog een andere methode (ter aanvulling) nodig. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief moest zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Omstreeks het jaar 1900 streefde men, net zoals in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van het keurslijf. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten lerenden hieruit afleiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd aangemoedigd om de studenten vaak in het Frans te laten praten. Nieuw was ook dat de les in het Frans gegeven werd. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van woordenschat werd gedaan met behulp van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen verdween de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw langzaam, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Spreken en luisteren worden ruimschoots behandeld, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen krijgen. Nadelen heeft deze leermethode echter ook. De methode besteedt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en minder aandacht aan lezen. Voor de meer gevorderde lerende Frans, heeft deze leermethode onvoldoende uitdaging te bieden. Voor minder snel lerende studenten is de Directe Methode eveneens niet zeer bruikbaar, doordat de methode van een dynamische inzet vanuit de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Om die reden wil Manesca niet werken met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep van studenten en een taaldocent Frans, die steeds één Frans woord tegelijk introduceert. Bij het woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door deze herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap vormen de woorden zo zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Het feit dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan door lerenden als een minpunt worden gezien.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de lerenden en hun actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van Gattegno was dat docenten niet zozeer zouden moeten streven naar het overbrengen van kennis, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, hoofdzakelijk bij het leren van de uitspraak, hoewel de Stille Manier in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de aanpak van Gattegno is dat zijn benadering voor de lerende niet-bedreigend is, die per slot van rekening als autonoom wordt gezien. In feite is de taaltrainer Frans aan de lerende dienstbaar, niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren van het Frans op een natuurlijke wijze. Doorgaans wordt het geleerde goed verwerkt en onthouden door studenten een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Het kan een nadeel van de methode zijn dat sommige studenten wat intensievere begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet. Een lerende zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de trainer Frans. Het gebruik van kleuren en grafieken heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, wordt de student blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor voelen de lerenden zich ontspannen. Zo worden Franse structuren en woorden vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale verschijnselen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep studenten een verhaal maken, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertaling erbij en vervolgens samen met de lerenden een verhaal te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in de Franse taal.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPRS eveneens de creatieve intelligentie aanspreekt, is er sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de focus te behouden. Zelf een verhaal maken, werkt heel motiverend voor de lerenden.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de trainer vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Ook bestaat er een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
Het hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er bestaat echter een betere methode om Frans te leren:
De Methode van Dagnall.
Het hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus van Dagnall altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze cursussen Frans bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Wij geven onze cursussen Frans bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Daarnaast biedt Dagnall een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, op afstand dus. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-lessen (klassikaal) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Ede.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Ede
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dat wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Ede op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een gebruiksvriendelijke, digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt gevarieerde en interactieve content en het vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, op alle (mobiele) apparaten toegang hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De inhoud van de oefeningen in de App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Wij kunnen bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, productnamen en juridische termen in onze App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Ede beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Ede
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taalvaardigheid vaak een uitdaging zijn.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven derhalve vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Talen leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens beschikbaar als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk gezien en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Het volgende is voldoende voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Ede ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Ede ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Ede
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als referentie en geeft u een duidelijk beeld van de huidige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Aan het einde van een cursus Frans in Ede ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese norm om de verschillende niveaus van taalvaardigheid in te delen.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige term en afkorting wordt eveneens veel gebruikt: Common European Framework of References; CEFR. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A beschrijft de basisvaardigheden Frans die de gebruiker beheerst.
Niveau B Frans is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op niveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
Niveau B Frans is van toepassing op de zogenaamde ‘zelfstandige gebruiker’. Dat wil zeggen dat iemand de taal zodanig onder de knie heeft, dat hij of zij zonder hulp kan functioneren in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op niveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is speciaal voor vertaaldiensten die onder meer eisen bevat voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen altijd minimaal twee maal door twee specialisten/editors proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met jarenlange ervaring met het certificeren van organisaties en bedrijven. Dagnall wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, zoals een cursus Frans in Ede, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer worden bewaard dan noodzakelijk en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Ede zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. De naam CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te kunnen leveren.
Door deze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, overheidsinstellingen, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Ede
Contact cursus Frans Ede
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Frans in Ede? Laat ons u meer vertellen over de oplossingen bij Dagnall. Vul ons contactformulier op de website in of stuur ons een e-mail via cursus-frans-ede@dagnall.nl, dan informeren wij u vrijblijvend over onze cursussen.
Telefonisch contact opnemen met ons instituut kan uiteraard ook voor een cursus Engels in Lelystad via 085-2737302 (geen belmenu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
Het beste traject naar een cursus Frans in Ede!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, bijvoorbeeld Frankrijk. Indien van toepassing, wordt het tijdverschil met Frankrijk en Nederland via beide klokken aangegeven.
Beide klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd. (Beide klokken verspringen automatisch over op eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kent u de Franse regio’s (régions)?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer of verbeter uw kennis door met uw muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk na elkaar getoond.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met uw cursor de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk na elkaar getoond.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig beeld van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Franse exportproducten, beroemde Fransen en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Onderwerpen zoals bekende Franse exportproducten, beroemde Fransen en typische gebruiken en gewoonten hebben wij hierbij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende dingen over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal interessante zaken over het land kennen, kan heel nuttig zijn als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze noemenswaardigheden over land, cultuur en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te weten komen.
Eten verbindt mensen.
De nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde stokbrood (baguettes) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissantje of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er grote verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
De Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld de saus mee te deppen of om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd neemt men een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar dan minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags.
De prijzen zijn vrij vriendelijk en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijtje is een croissantje of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Per regio zijn er grote verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
De Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken Fransen om bijvoorbeeld de saus mee te deppen of om hun bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met een scheutje wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór acht uur ’s avonds genuttigd wordt, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd neemt men een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar dan minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags.
De prijzen zijn vrij vriendelijk en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa veroverde na de val van het Romeinse Rijk.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een typische Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Het ontbijt is bescheiden: een croissantje en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk. De lunch is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. Het is voor Fransen gebruikelijk om veel water bij het eten te drinken. Het avondeten, ook warm, is wat later ’s avonds. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. Zondagmiddag is in Frankrijk voor een lunch met de familie geboekt. Een Franse lunch kan een hele middag duren, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel bedrijven in Frankrijk geven werknemers vouchers om in een restaurant te kunnen lunchen. Kinderen worden in Frankrijk streng opgevoed en eten gewoon mee met alle maaltijden. Franse kinderen eten hun menu met vier gangen zonder morren en drinken daarbij wijn, aangelengd met water. Omdat het vrij gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen niet alleen kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door de focus te verschuiven op het kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Frans in Ede de verworven kennis sneller functioneel gebruiken.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u een beetje Frans. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. De Gallo-Romaanse taal werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat behalve het huidige Frankrijk ook België besloeg, het westen van Zwitserland alsook delen van Duitsland en Nederland.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; elk gebied, hoe klein ook, kende een eigen versie.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; elk gebied, hoe klein ook, kende een eigen versie.
In de noordelijke streken sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en de zuidelijke streken langue d’oc; deze talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde variant van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans heef in vergelijking met het Nederlands een geheel andere manier van uitspreken. Eén typisch verschil is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in het Frans, waardoor je niet kunt horen waar een woord stopt en het woord erna weer begint. Dit verschijnsel noemt men ‘verbinding’ (in het Frans: liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in de Franse taal. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Portugees, het Italiaans en het Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en hij was de bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen spaties in het Frans. Andere leestekens krijgen in de Franse taal ook eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook het Frans zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te houden.
Fransen voegen vaak aan het eind van een zin het woordje hein? toe, wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse woordje ‘hè?’ komt waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Denk je ook niet?”
In de Franse taal hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of luisteren is een heel effectieve manier om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, zodat u op op een snelle wijze veel Franse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is de populairste publieke radiozender van Franstaligen.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister live naar deze Franstalige radiozender.
NRJ
NRJ is het meest beluisterde commerciële radiostation onder Franstaligen. Als u op het beeldscherm rechtsboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete serie of programma in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar u zult al gauw ontdekken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep in Frankrijk.
TF1
De televisieomroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse stations kunt u via kabel, internet, satelliet of via een app kijken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Ede
U kunt de cursus Frans in Ede op uw eigen locatie volgen of in Ede, bijvoorbeeld in het pand van Bouwstede aan de Galvanistraat 1 in Ede. Dagnall kan ook taalcursussen Frans in Ede verzorgen bij bijvoorbeeld Hotel ReeHorst aan de Bennekomsweg 24, bij Fletcher Hotel De Wageningsche Berg aan de Generaal Foulkesweg 96 in Wageningen en bij Van der Valk Hotel Veenendaal aan de Bastion 73 in Veenendaal.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Ede kan bijvoorbeeld bij WICC Hotel & Congress Centre aan de Lawickse Allee 9 in Wageningen.
Ede - geschiedenis
Uit archeologische vondsten is aangetoond dat in het gebied dat nu Ede heet, in de steentijd al mensen woonden, meer dan 30.000 jaar geleden. Het is al die tijd bewoond gebied geweest, maar pas in het jaar 1216 wordt de naam ‘Ede’ genoemd in documenten.
Ede ontleent zijn naam aan een beek met de naam ‘Ee‘. De veel voorkomende waternaam ‘Ee‘ of ‘Aa’ is een verbastering van het Germaanse woord Ahwö. Dit betekent ‘natuurlijke waterloop’.
Ede - nu
Ede ligt op de westflank van de Veluwe en in de streek Gelderse Vallei. Plaatsen in de omgeving van Ede zijn Amerongen, Arnhem, Barneveld, Bennekom, Hoenderloo, Lunteren, Otterlo, Renkum, Rhenen, Veenendaal en Wageningen.
Ede ligt in de provincie Gelderland. De gemeente Ede heeft ruim 111.000 inwoners.
Vlag gemeente Ede
Wapen gemeente Ede
Inwoners
Een inwoner van Ede noemt men een ‘Edenaar’.
Bekende Edenaren zijn Hans Dorrestijn en Evert ten Ham.
Bekende Edenaren zijn Hans Dorrestijn en Evert ten Ham.
Iets wat bij Ede hoort, heet ‘Edes’ of ‘Eder’, zoals bijvoorbeeld de Edese Heide.
Ede is een plaats en een gemeente.
Ede is een plaats en een gemeente.
Ede - internationaal, kernen & scholing
Partnerstad
De partnerstad van Ede is Chrudim in Tsjechië.
Kernen
Onder Ede vallen ook Bennekom, Deelen, Ederveen, Harskamp, een deel van Hoenderloo, De Klomp, Lunteren, Otterlo en Wekerom.
Hoger onderwijs
Er is één hogeschool in Ede; de Christelijke Hogeschool Ede.
Er zijn geen universiteiten gevestigd in Ede.
Vlag provincie Gelderland
Wapen provincie Gelderland
Typisch Edes
Denk je aan Ede, dan denk je aan de Slag om Arnhem. In Ede landden de geallieerde troepen in september 1944 voor hun Operatie Market Garden. Elk jaar komen er duizenden bezoekers naar Ede voor de herdenking van de luchtlandingen op de Ginkelse Heide.
Op de Ginkelse Heide staat ook het Airborne Monument.
Ede fungeert eveneens als groeikern nabij Arnhem
Op de Ginkelse Heide staat ook het Airborne Monument.
Ede fungeert eveneens als groeikern nabij Arnhem
en garnizoensstad; zeven kazernes zijn in Ede gehuisvest.
Minder algemeen bekend is dat Ede wat grondgebied betreft één van de grootste gemeenten in Nederland is. Ede is zeer uitgestrekt met ruim 32.000 hectare grondgebied.
Ede - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Ede wat grondgebied betreft één van de grootste gemeenten in Nederland is. Ede is zeer uitgestrekt met ruim 32.000 hectare grondgebied.
Edes dialect en accent
Het Edese dialect wordt in Ede niet veel meer gesproken, voornamelijk nog wat door ouderen.
De ‘aa’ wordt soms een ao (waoter) en de ‘ui’ wordt bijna altijd als uu (huus) uitgesproken.
De uitgang -den wordt -jen of -wen (houwen in plaats van ‘houden’). ‘Benauwd’ in het West-Veluws is moekerug. ‘Bloeien’ is bleujen en ‘doorgaan’ is in Ede deurgaon.
De ‘aa’ wordt soms een ao (waoter) en de ‘ui’ wordt bijna altijd als uu (huus) uitgesproken.
De uitgang -den wordt -jen of -wen (houwen in plaats van ‘houden’). ‘Benauwd’ in het West-Veluws is moekerug. ‘Bloeien’ is bleujen en ‘doorgaan’ is in Ede deurgaon.
Ede zelf heet Ee.
De deur is niet open maar los.
Bi je helemaal glad van de kop? betekent: “Ben je helemaal gek geworden“?
Soms zie je op een mooi huis een bordje met Krek wa’k wou.
Oftewel: “Precies wat ik wilde”.
Eten as een meulenpeerd is West-Veluws voor ‘flink schrokken’.
De deur is niet open maar los.
Bi je helemaal glad van de kop? betekent: “Ben je helemaal gek geworden“?
Soms zie je op een mooi huis een bordje met Krek wa’k wou.
Oftewel: “Precies wat ik wilde”.
Eten as een meulenpeerd is West-Veluws voor ‘flink schrokken’.
“Genietend Ede”
Ede - zakelijk
De gemeente Ede
Het netnummer van Ede is 0318.
Het postcodegebied van Ede is 6710 - 6718.
Het adres van het gemeentehuis van Ede is Bergstraat 4, 6711 DD in Ede.
De website van de gemeente Ede is Ede.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Ede is 14 0318.
Zakendoen in Ede
Voor Edese ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Arnhem aan de Kronenburgsingel 525, 6831 GM in Arnhem. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Ede is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Ede is KVK-kantoor Arnhem.
Ede - internationale bedrijvigheid
Wereldwijd opererende bedrijven zijn in Ede gevestigd op Bedrijvenpark De Vallei, op Ede Bedrijventerrein A12, op bedrijventerrein Ede Noord, Frankeneng, Heestereng, Kievitsmeent en op bedrijventerrein De Klomp Oost, Noord en Zuid.
In Ede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABB Busch Jaeger, Aboma, Asco Controls, Assa Abloy, Attract, Berg Toys, Bidfood, Boerenbond (IJsvogel Retail), Bos Dynamics, Brezan Automaterialen, Brocacef, De Heus Diervoeders, Enerpac, HSV Moulded Foams Group, Isuzu Benelux, Kimberly-Clark Nederland (Huggies, Kleenex, Kotex etc.), Koninklijke De Heus, Lukkien, MB Schoonmaak-
In Ede bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: ABB Busch Jaeger, Aboma, Asco Controls, Assa Abloy, Attract, Berg Toys, Bidfood, Boerenbond (IJsvogel Retail), Bos Dynamics, Brezan Automaterialen, Brocacef, De Heus Diervoeders, Enerpac, HSV Moulded Foams Group, Isuzu Benelux, Kimberly-Clark Nederland (Huggies, Kleenex, Kotex etc.), Koninklijke De Heus, Lukkien, MB Schoonmaak-
en Bedrijfsdiensten, Meerman (Kubota), Moteo Nederland (onder andere Sym scooters), Perfect Slapen (Xlaap), Pets Place, PPD, PWR Pack, Riedel (Appelsientje, CoolBest, Dubbelfrisss, DubbelDrank, Extran, Taksi), Steris Synergy Health, Tanatex, Van de Hoef Logistiek, Vika, Danerolles in Rhenen, Almhof - Müller Nederland in Veenendaal, Koekjesbakkerij Veldt in Veenendaal, SanoRice Netherlands in Veenendaal, SHV Slachthuis in Veenendaal, Agruniek Rijnvallei in Wageningen, Alfa Accountants & Adviseurs in Wageningen, CSK Food Enrichment in Wageningen en Menzis in Wageningen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Edes nieuws
Het Edese nieuwsportaal is Ede Stad.nl en Edese ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Midden.
Ondernemers in Ede kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Ondernemers in Ede kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Gelderland.
Edenaren en ondernemingen in Ede kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant de Gelderlander - Ede, In de buurt - Ede en het Algemeen Dagblad - Ede.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Ede
Cultuur
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Ede een bezoek brengen aan Historisch Museum Ede of aan het Kröller-Müller Museum in Otterlo.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Edese voetbalclub DTS, Ede Victoria of Blauw Geel 55 te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Ede kunt u terecht bij ETC Edese Tennisclub, bij Teskwik of bij TC De Bosrand.
Golf, ontspanning & lunch Wilt u na de cursus Frans in Ede of een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie wat ontspannen?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te drinken of te eten, kunt u bij de Wageningse Golfclub in Ede terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Zoomweg 10, 6704 PE in Wageningen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0317-42 87 75. De website van de Wageningse Golfclub is www.wageningsegolfclub.nl.
Iets drinken kunt u bij het clubhuis van de golfclub.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Ede die tevens op Youtube staan.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk alsook Ede op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Klik direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk alsook Ede op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u satellietbeelden van Frankrijk en Ede te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Ede
Google Maps Frankrijk
Google Maps Ede
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Edes nieuws
Hieronder ziet u het actuele nieuws uit Frankrijk en Ede van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Edes nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet en/of communiceert met Fransen, is het handig en prettig om een beetje op
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Edes nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet en/of communiceert met Fransen, is het handig en prettig om een beetje op
de hoogte te zijn van wat zich in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in het Frans.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws te lezen in het Frans.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Twee namen in de voorselectie van Didier Deschamps zorgen voor discussie in Frankrijk - Voetbalkrant.com
- Antoine Griezmann (33) stopt als international bij Frankrijk: ’Met hart vol herinneringen’ - Telegraaf.nl
- Telegram-baas Doerov wordt vervolgd in Frankrijk, mag land niet verlaten - NOS
- Griezmann stopt na 137 duels plotseling als international van Frankrijk - NOS
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- Les constructeurs automobiles bientôt "réduits à vendre des voitures à pédale" ? La mise au point de François Lenglet - TF1 INFO
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Vent et très fortes pluies : pourquoi la France n’en a pas fini avec les restes de l’ouragan Isaac - actu.fr
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
- "Je veux que les parents soient au courant" : un professeur dénonce des soirées alcoolisées pendant un voyage scolaire - France 3 Régions
- Discours de politique générale de Michel Barnier : fiscalité, sécurité, proportionnelle, retraites... Ce qu'il faut retenir des annonces du Premier ministre - franceinfo
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
Nieuws uit Ede
- Tientallen boeren in Ede maken gebruik van landelijke stoppersregeling - Ede - Nieuws
- Vakbekwaamheidscentrum Barneveld overgenomen door Aeres Tech uit Ede - Barneveldse Krant
- Verdachte gijzeling café Petticoat in Ede voortaan geboeid in cel na incident in gevangenis - Telegraaf.nl
- Het gaat slecht met gijzelnemer Corné, hij gedroeg zich agressief in de gevangenis - De Gelderlander
- Verdachte gijzeling Ede vertoont agressief gedrag in gevangenis: 'Ik trof hem geboeid aan' - Omroep Gelderland
- Auto's zwaar beschadigd na kop-staartbotsing op Hoekumselaan in Ede - De Gelderlander
- Auto's zwaar beschadigd en gewonde na kop-staartbotsing in Ede - Ede - Nieuws
- Auto’s zwaar beschadigd na kop-staartbotsing - 112Ede
- De week van Ede: Dakloosheid en hoogbouw - Edese Vos
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall geeft onder meer maatwerk taaltrainingen Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans in Ede.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Ede.
Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Ede.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een taal die hier niet staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Ede alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten