Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Zo krijgen organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Deventer.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Deventer in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen Frans met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Deventer. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Deventer.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Deventer) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Deventer. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Deventer worden gegeven.
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Deventer en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten Frans is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de fouten van anderen omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller zijn afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Frans kunnen verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toe te voegen Er wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Frans beginnen te leren. Een correcte uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method vertoont vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen taalkennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen op de achtergrond. Er bestonden lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden parafraseert. Lerenden starten een gesprek. Als zij de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme op van de studenten. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Frans worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander minpunt. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals de Franse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau Frans van de lerenden te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaltrainer Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles bedacht; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Franse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerende minder gauw wordt afgeleid als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Franse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan deze methode kleven echter ook minpunten. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens één voor één het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Frans om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het leren van de uitspraak van het Frans wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan verbetering van de uitspraak worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Frans te oefenen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is erg eenvoudig om in te zetten en de studenten kunnen de methode op ieder moment inzetten. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die worden nagesproken en herhaald. Deze Franse zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Frans geen schrijfvaardigheid biedt. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers besteden idealiter ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om studenten te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Frans kunnen verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toe te voegen Er wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Frans beginnen te leren. Een correcte uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method vertoont vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen taalkennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen op de achtergrond. Er bestonden lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden parafraseert. Lerenden starten een gesprek. Als zij de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme op van de studenten. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Frans worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander minpunt. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals de Franse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau Frans van de lerenden te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaltrainer Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles bedacht; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Franse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerende minder gauw wordt afgeleid als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Franse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan deze methode kleven echter ook minpunten. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens één voor één het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Frans om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het leren van de uitspraak van het Frans wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Deventer op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Deventer.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom cruciaal.
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten die dieonder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen (Frans) worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Deventer, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van het Nederlands kent het Frans een hele andere uitspraak. Eén van de kenmerkende verschillen is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en een volgend woord begint. Dit noemt men ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een klinker of stomme ‘h’. Zo zegt men in het Frans plaats van les amis: ‘lezzamie’
Een ander onderscheid is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in de Franse taal. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens krijgen in de Franse taal eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage. Dit zijn stopwoorden of opvulwoorden. Ook het Frans heeft er veel. Woorden of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoordje ‘hè?’ is waarschijnlijk afkomstig uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
In de Franse taal hoor je ook vaak quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is het meest populaire publieke Franse radiostation.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live naar dit Franstalige radiostation luisteren.
De radiozender NRJ is de best beluisterde Franse commerciële radiozender. Klik op het rechter computerscherm met het logo hierboven en luister direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete programma’s of serie in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling bekijken, is misschien eerst wat vreemd, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
France tv is de publieke televisieomroep in Frankrijk.
TF1 is de meest bekeken commerciële televisieomroep in Frankrijk.
Deze Franse zenders kunnen middels de kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken.
Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Deventer was tussen 1000 en 1500 een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
In Deventer zijn twee hogescholen: Saxion en Saxion Next. In Deventer zijn geen universiteiten gevestigd.
Minder algemeen bekend is dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek in Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit 1560.
Het netnummer van Deventer is 0570.
Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428.
Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer.
De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Deventer laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Deventer een bezoek brengen aan Museum Bolwerksmolen, aan Museum De Waag, aan het Etty Hillesum Centrum, aan Museum Geert Groote Huis, aan KunstaanZ, aan het Kunstenlab of aan het Speelgoedmuseum Deventer.
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus Frans in Deventer of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Deventer ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Golfweg 2 in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van de golfbaan is www.sallandsche.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Deventer van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - vooral in de professionele wereld. Zo krijgen organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Deventer.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Deventer in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als (intensieve) workshop en als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op precies een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen Frans met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Deventer. Dagnall Talen leidt u doelgericht en snel naar het door u beoogde resultaat.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Daarom gaan wij tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor de cursist gemakkelijker en prettiger maakt.
Door deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. We brengen de cursist met grote stappen naar het beoogde niveau door 15 minuten dagelijks te oefenen.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Deventer.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau wordt bepaald, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning af op uw agenda en situatie.
De taaltrainer evalueert na een aantal lessen Frans de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien nodig, kan de doelstelling aangepast worden.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les samen met een beschrijving van de door de deelnemers behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Deventer
Dagnall Talen verzorgt cursussen Frans in Deventer en omringende gemeenten voor het bedrijfsleven en (overheids)instellingen sinds 1982. Dagnall Taleninstituut heeft een team van kundige taaltrainers Frans die specialisten zijn op het gebied van taal en die in de Stedendriehoek door de jaren al menig zakelijke taalcursus Frans hebben gezorgd.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte werkwijze, biedt Dagnall zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Deventer. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbaar maatwerk Frans in Deventer sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Een cursus (Frans) toegespitst op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is tegenwoordig bij veel organisaties gemeengoed.
Medewerkers zonder of met een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
Medewerkers zonder of met een beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en willen graag en beter en/of sneller communiceren op de werkplek.
De instructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk kunnen doen en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein verwezenlijken. Een investering in medewerkers en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Deventer naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Deventer) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in dagelijkse praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door een blend van deze bewezen leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor taalcursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 cursisten, zogenaamde duocursussen (2 cursisten), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben verzameld en gecreëerd en zij spelen voortdurend op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Deventer. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en weldoordachte werkmethode is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Talen geworden. Onze cursussen zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die het beste bij de cursisten zelf past.
Frans effectief leren in Deventer bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus aan ons kunt overlaten.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde leermethodieken om doelgericht te trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen vanzelfsprekend zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Deventer worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Deventer
Maatwerkcursussen Frans
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Deventer en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Wij bieden groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen houden we zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement omdat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden.
Een individuele is ook cursus goed af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Frans is het grootste voordeel van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars fouten kunnen leren en communiceren in de doeltaal met de groep. Cursisten kunnen de afwisseling die zo wordt geboden als leuker ervaren.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) voor de cursisten dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de docent worden gedaan en gevoerd.
Doordat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet in de groep geoefend worden.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de fouten van anderen omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen lerenden iets sneller zijn afgeleid. Het rendement is hierdoor wat lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen.
Een bijkomstig nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist kan worden afgestemd.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook online of incompany.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Dagnall Talen verzorgt daarom onze taalcursussen ook online of incompany.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans kiezen. Een combinatie van deze verschillende trainingen is uiteraard ook mogelijk.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Frans kunnen verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toe te voegen Er wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Frans beginnen te leren. Een correcte uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method vertoont vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen taalkennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen op de achtergrond. Er bestonden lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden parafraseert. Lerenden starten een gesprek. Als zij de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme op van de studenten. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Frans worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander minpunt. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals de Franse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau Frans van de lerenden te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaltrainer Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles bedacht; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Franse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerende minder gauw wordt afgeleid als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Franse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan deze methode kleven echter ook minpunten. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens één voor één het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Frans om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het leren van de uitspraak van het Frans wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die is ontdekt in Egypte met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen worden konden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone methode is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. Deze taalcursussen worden aangeboden in meer dan dertig talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de gebruiker om de uitspraak te vergelijken met de uitspraak van moedertaalspreker Frans. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan verbetering van de uitspraak worden bereikt.
Er zijn dictee-oefeningen om de schrijfvaardigheden Frans te oefenen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfouten aan en biedt de mogelijkheid om deze taalfouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van de Rosetta Stone-methode. Rosetta Stone wordt in Nederland door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale organisaties ingezet.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is erg eenvoudig om in te zetten en de studenten kunnen de methode op ieder moment inzetten. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methode. Bij een gebrek aan docenten kan Rosetta Stone een oplossing zijn voor scholen. Een keerzijde is dat geen trainer beschikbaar is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Dr. Paul M. Pimsleur. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnen en dialogen die worden nagesproken en herhaald. Deze Franse zinnetjes zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe vocabulaire en structuren. De grammaticale structuren van het Frans worden niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarin kennis van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed om de uitspraak te verbeteren, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken en in een normaal tempo.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De gebruikers leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ uitgangspunt was dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op de pauzeknop drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine stappen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met reeds bekende Franse lesstof. De uitleg wordt in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen aangeleerd zodat de lerende zelf zinnetjes kan bouwen. De methodiek maakt ook gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers vinden de Michel Thomas-methode plezierig werken en zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans. Mensen die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een minpunt van de Michel Thomas-methode is dat de cursus Frans geen schrijfvaardigheid biedt. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat het een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door polyglot en schrijver en Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’. Dit was wel een hooggegrepen uitgangspunt is voor taalcursussen (zoals Frans). De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. De gebruikers besteden idealiter ongeveer twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt hiernaast weergegeven, samen met de grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen snelheid kan leren wanneer dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de studenten aan zichzelf zijn overgeleverd. Er is geen taaldocent Frans beschikbaar om studenten te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Engeland en Amerika ontwikkeld, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvonden. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is vrijwel zonder fouten Frans kunnen verstaan en spreken; dit begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toe te voegen Er wordt veel gewerkt in zogeheten talenpractica, waar studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze nazeggen. Het geschreven Frans komt pas aan bod zodra het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Afbeeldingen worden wel gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
De methode werd in ons land pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw bezwaren tegen de inhoudsloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste taaldocenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten die Frans beginnen te leren. Een correcte uitspraak Frans wordt vanaf het begin aangeleerd. Deze methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een vlotte en efficiënte overdracht van taalkennis. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Dit docentgestuurde aspect heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen input van de studenten verlangd, waardoor het risico op passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie op de loer ligt. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo gemakkelijk zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die nadien herhaald worden. De Franse woorden en zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet het idee, maar door de blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog problemen opleveren, blijven staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method beweren dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
deze GoldList-methode kan werken voor studenten die baat hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun. Met de hand schrijven werkt effectiever dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het ontbreken van context is een nadeel. Taal bestaat uit uiteraard veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Bovendien is de GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert men onbewust ook de taalregels. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de studenten in het Frans worden ondergedompeld. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden dienen stimulerend te zijn zodat de student plezier heeft van de ervaring.
De Natural Method vertoont vrij veel overeenkomsten met de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil is dat de Directe Methode meer de focus legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling erg effectief is, is veelvuldig bewezen. De natuurlijke aanpak is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen voor lerenden. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De student zou weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Op een natuurlijke manier leren, wordt als een prettige manier ervaren om een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde Frans langer onthouden.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. De methode bereidt de lerende ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om de student met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans) vertrouwd te maken. De SA staat voor dat de beheersing van deze structuren meer oplevert dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van bepaalde combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de studenten gepresenteerd in betekenisvolle situaties met gebruik van dramatiseringen, visualisaties, gezichtsuitdrukkingen en handelingen. Bij de methode worden de structuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, als eerste aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; daaruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plek. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere namen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op vrij grote schaal toegepast om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren in welke situatie bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn voor de situatie. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De methode van de Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. Deze methodiek is behoorlijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van de studenten is gelimiteerd; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching; CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach; CA) genoemd, is ontstaan in de jaren zestig van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van vreemde talen. Taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de visie dat interactie de uiteindelijke doelstelling is bij het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van de CLT-technieken door de interactie met de taaltrainer Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werkomgeving. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen in het Frans te communiceren.
Populariteit
Het communicatief taalonderwijs werd heel populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er meer behoefte om talen te leren op een wijze die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; de methode is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. Voor de lerenden is het stimulerend doordat zij snel succeservaringen hebben. Foutjes maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet direct toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. Het plannen en voorbereiden vraagt veel meer tijd van de docent en van lerenden vereist het een actieve deelname. Voor een aantal lerenden is deze manier van een vreemde taal leren afwijkend of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. De methode CLT draait om het trainen van vaardigheden; het gaat vooral om de functie en minder om de vorm en de methode biedt de lerende geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gericht. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Rond 1783 ontwikkelde Meidinger een leermethode waarbij de grammatica centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger gezien van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was geheel gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd beschouwd als wetenschappelijk en degelijk. De Grammatica-vertaalmethode gaat uit van de analyse van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerenden inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen taalkennis Frans over, de student memoriseert.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren, is deze grammatica-/vertaalmethode is een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica wordt gelegd.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De belangrijkste keerzijde is dat de spreek- en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studie nauwelijks mondeling kan worden toegepast. Omdat het meestal gaat om literair taalgebruik, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt. Bij het werken in groepen biedt de leermethode niet de mogelijkheid tot een eigen creatief proces of tot differentiatie bij de studenten. Lerenden fungeren alleen als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, vooral op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De leermethode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling behelst dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal omgeven wordt. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen, later op een natuurlijkere manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt met simulaties en rollenspellen gewerkt. Scholen die met onderdompeling werken, richten de leeromgeving veelal in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in een klein groepje. Daadwerkelijk naar Frankrijk reizen en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Hoofdzakelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Doordat de leermethode zo intensief is, is het belangrijkste voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de lerenden moeten wel in het Frans gaan communiceren omdat zij erdoor worden omgeven. De student is feitelijk 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in een groep versterkt de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de methode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die uit de zeventig jaren van de vorige eeuw stamt. De leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Zoals de naam al aangeeft, is Suggestopedia gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een vreemde taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de student en de docent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was niet geschikt om dit te bewerkstelligen. Tijdens de lessen zaten de lerenden in comfortabele stoelen die waren geplaatst in een halve cirkel en in de klas was ook altijd muziek. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, terwijl klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen op de achtergrond. Er bestonden lijsten met woorden bij deze teksten en opmerkingen over de grammatica van de te leren taal (het Frans). Er werd met veel expressie in stem en gebaren voorgelezen. Studenten werden zo uitgenodigd om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel tijd tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de klas werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methodiek Suggestopedie was omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten, wordt nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor de student minder last zal hebben van faalangst of frustratie. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de leermethode is dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommigen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet elke student hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de student is steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
genoemd.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. De CLL methode is op de counseling-benadering gebaseerd waarbij de taaldocent als counselor fungeert die de zinnen van de lerenden parafraseert. Lerenden starten een gesprek. Als zij de taal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken zij in hun moedertaal. De taaldocent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. De gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te kunnen beluisteren.
Community Language Learning stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; het zijn de studenten zelf die het lesmateriaal bepalen met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt sterk af van de kunde van de docent-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze op de juiste wijze wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote groepen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken zinvol. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten. Met de methode van Community Language Learning worden studenten zich zo veel meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en leren om te werken als team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans is heel leerzaam voor de studenten. Vaak blijven zulke verbeteringen in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de studenten.
Dat de docent niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel vormen. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is hierdoor lastig te meten. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren die door Michael Lewis is ontwikkeld in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van de visie dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. De instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialogen. Er is aandacht voor interactie maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelfstandig ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
Het is de rol van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn door de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. De drastische verandering in de wijze waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten het Frans op een heel natuurlijke manier te gebruiken. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Een aantal studenten heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze studenten meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze handeling zou worden uitgevoerd. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, beroep en wetenschap, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige leermethode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten al gauw in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
François Gouin’s ideeën over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks de ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Deze methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Maximilian Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerende sterk en zorgt voor het opbouwen van een sfeer in de lessen die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
De taalmethodiek creëert levendig onderwijs. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme op van de studenten. Leren wordt tastbaar; dit was geheel nieuw. De studenten Frans worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de lerenden goed.
Het nadeel van de leermethode van François Gouin is dat taal die wat abstracter of subjectiever wordt, lastig met beweging en expressie in één concrete ervaring te vangen is. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die immers een hele reeks aan series dient voor te bereiden, is een ander minpunt. Als derde punt focust de Gouin-seriemethode vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de competentie van lezen en schrijven toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engels: Task-Based Language Teaching) is in de jaren tachtig van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de doeltaal (zoals de Franse taal) geen doel op zich is, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor kennis van de (Franse) taal vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals boodschappen doen, een e-mail schrijven, een drankje bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De taak wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, de opdracht vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. De taken dienen net boven het taalniveau Frans van de lerenden te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren 90 en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheid bij de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkvorm, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) te gaan gebruiken. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerenden aansluit. Studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De lerenden ervaren taakgericht onderwijs als plezierig en motiverend.
Dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren, kan als keerzijde worden genoemd.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; een stroming van een groep van Deense filmmakers onder wie filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Voor het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’. Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare wijze. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het doeleinde van de Dogme-methode is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als de inspirator van het leren. De Dogme-benadering is daarom een communicatieve aanpak voor taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de studenten en de docent richt. Het Dogme-taalonderwijs kent tien dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging van de filmmakers.
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de taaldocent Frans is dat voorbereiding vrijwel niet is vereist. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten de verantwoording dragen voor hun eigen leerproces. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-benadering is bijna alles bespreekbaar. Zo blijven de lerenden alert en betrokken.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke taaltrainer Fransin voldoende mate flexibel voor deze manier van lesgeven. Dat de lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan bod komt tijdens de taallessen, kan een ander minpunt zijn van de methode.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering is een alternatieve visie om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien, is de primaire aanname van de GPA. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) vertoont overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de leermethode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ focust zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ongeveer 150 uur en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen worden gedeeld en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemers en verzorgers meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode beginnen deelnemers zich op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog niet veel bekend over het succes omdat de leermethode van Thomson nog redelijk nieuw is. De deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema alsook realistische doelen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze methode is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 door Prof. Alexander Argüelles bedacht; een Amerikaanse taalkundige en polyglot.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen toepassen om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing is eigenlijk eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klank; de Franse tekst ook begrijpen is niet van belang. Luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat het heel soepel gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. Na enige tijd zal de student een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft gezegd. Diverse leerboeken zijn voor deze techniek geschikt, zolang er maar dialogen in staan of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes in te lassen en op een natuurlijke snelheid. Omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerende minder gauw wordt afgeleid als hij of zij in beweging is, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar ook het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep van lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het wellicht een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun (jonge) kinderen continu taken en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De docent geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerenden doen deze taken na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven in een later stadium de opdrachten. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt voornamelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met de methode van Total Physical Response en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke inbreng in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De methode levert vlotte succeservaringen op, wat het plezier in het leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is de methode van TPR® geschikt voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methode eveneens in grotere klassen toegepast worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Dit is de reden dat de methode tot op een bepaald taalniveau werkt en daarnaast nog een andere methode (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om ideeën, meningen en gevoelens in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe visies over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefden de mensen, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, naar meer natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Op het gebied van het taalonderwijs ontstond veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd de grammatica eerder inductief aangeleerd, aan de hand van voorbeeldzinnen. De studenten dienden de taalregels hieruit af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen en met meer aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd de lerenden veel in het Frans te laten spreken. Het was ook een nieuw verschijnsel dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. Het leren van (Franse) vocabulaire werd gedaan door middel van voorbeelden en plaatjes. Abstracte vocabulaire werd door studenten aangeboden voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deels onder invloed van de oorlogen en crises ebde de golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog altijd gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier van leren is, is het pluspunt. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan deze methode kleven echter ook minpunten. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en ook weinig aan lezen in de doeltaal. Deze leermethode biedt niet genoeg uitdaging voor lerenden die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans. De Directe Methode is tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode is gebaseerd op een daadkrachtige inzet vanuit de studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om een vreemde taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren dient gemakkelijk en veilig te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode staat bekend als de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die slechts één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een bepaalde beweging. De lerenden herhalen vervolgens één voor één het Franse woord en de bijbehorende beweging. De herhalingen helpen de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en verder ontwikkeld door anderen, onder wie Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno in het jaar 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de studenten en hun actieve deelname.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainers Frans om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en hem of haar aan te moedigen om foutjes te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de taal besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het essentieel om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de voorraad energie van zijn studenten was. Hij kwam erachter dat het in verhouding weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder dan als mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methode werkt eveneens met Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Alhoewel The Silent Way in zijn oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt toegepast, zijn de ideeën van Caleb Gattegno met name bij het leren van de uitspraak van het Frans wel van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de aanpak van Caleb Gattegno is dat zijn methode niet-bedreigend is voor de lerende, die immers wordt gezien als autonoom. In feite is de trainer Frans dienstbaar aan de lerenden, niet andersom. Met The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. Door lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken, wordt het geleerde over het algemeen goed verwerkt en onthouden. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat sommige studenten intensievere begeleiding nodig hebben dan de leermethode voorziet, kan een minpunt van de leermethode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan inbreng van de trainer Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er gauw af is, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-techniek (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te kunnen bereiken, worden de studenten aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. Deze verhalen zijn niet te lang en interessant of humoristisch. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor ontspannen studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen in het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groep lerenden een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk deel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de taaltrainer dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is prettig voor de student en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor de lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk door de focus altijd op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw bedrijf of organisatie.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, op afstand dus. Men spreekt ook wel van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Bij de zogenaamde trainingsvorm van blended learning wordt face-to-face-les (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Deventer.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Deventer
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Deventer op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt interactieve en gevarieerde content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, zoals op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw organisatie zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Wij kunnen bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, productnamen alsook juridische termen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Deventer.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Deventer
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Medewerkers die meerdere talen spreken, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Frans
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Een pc/iMac, laptop of tablet met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Deventer ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Deventer ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Deventer
Het Europees Referentiekader (ERK)
Het taalniveau van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en biedt u een helder beeld van de huidige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Frans in Deventer overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een richtlijn om verschillende taalniveaus te kunnen beoordelen.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam en afkorting wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze beheersingsniveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader kenmerkt vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam en afkorting wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus in taalbeheersing, van beginner tot vrijwel moedertaalspreker.
Deze beheersingsniveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C laat zien dat iemand de Franse taal heel goed kan gebruiken in allerlei situaties.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Taalniveau C geldt voor gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C laat zien dat iemand de Franse taal heel goed kan gebruiken in allerlei situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen voor het borgen en stroomlijnen van processen die belangrijk zijn om de klanttevredenheid te verhogen. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor vertaaldiensten die dieonder meer eisen bevat voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers alsook revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd ten minste twee maal proefgelezen door twee specialisten. De vertalingen (Frans) worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall Taleninstituut wordt jaarlijks door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
De kwaliteit staat voor de NRTO voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Deventer, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die voor het beoogde doeleinde noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer bewaard worden dan nodig en de persoonsgegevens moeten tegen toegang door onbevoegden, vernietiging en verlies te worden beschermd. Natuurlijk voldoet Dagnall Talen aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming gesteld worden en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht zeer beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Deventer zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor het Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dat houdt in dat wij aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoen.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen aanbieden.
Door deze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Deventer
Contact cursus Frans Deventer
Wilt u contact voor een cursus Frans in Deventer? Vraag vrijblijvend naar de oplossingen bij Dagnall. Vul het contactformulier op onze website in of stuur ons een e-mail via cursus-frans-deventer@dagnall.nl, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
Bellen naar Dagnall Taleninstituut kan vanzelfsprekend ook voor een cursus Engels in Gouda via 085-2737302 (geen belmenu). Vanzelfsprekend kunt u ook het gratis Dagnall informatiepakket meebestellen.
De vlotste route naar een cursus Frans in Deventer!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mits van toepassing, wordt het tijdverschil tussen Nederland en Frankrijk via navolgende klokken aangegeven.
Beide klokken gaan automatisch over eventuele zomertijd. (Beide klokken gaan automatisch over eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier leert u de 13 Franse regio’s zeer snel kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier leert u de 13 Franse regio’s zeer snel kennen.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis naar de kaart van Frankrijk te gaan.
Door met uw cursor de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Frankrijk.
Dan worden de regio’s van Frankrijk één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van deze regio zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met uw cursor de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Frankrijk.
Dan worden de regio’s van Frankrijk één voor één afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van deze regio zien.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gebruiken en gewoonten hebben wij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten over het land kennen, kan heel nuttig zijn als openingszin of ijsbreker.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die u hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gebruiken en gewoonten hebben wij op een rijtje gezet.
Diverse kenmerkende onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten over het land kennen, kan heel nuttig zijn als openingszin of ijsbreker.
Deze noemenswaardigheden over cultuur, land en mens kunt u ook goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten verbindt mensen.
Uw nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk om iets over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten verbindt mensen.
Uw nieuw verworven taalvaardigheid alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten de bekende baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood wordt gebruikt bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd eindigt met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch opgegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, helemaal tussen de middag.
De prijzen zijn relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood wordt gebruikt bijvoorbeeld om de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd wordt natuurlijk een glaasje wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd eindigt met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch opgegeten.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, helemaal tussen de middag.
De prijzen zijn relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee voor een gereduceerde prijs in een restaurant kan worden geluncht.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft bij benadering 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 bestuurlijke regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die Noord-Europa na de val van het Romeinse Rijk veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Eten is erg belangrijk in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Een Frans ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie, die staand aan de bar gedronken wordt op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. De Franse lunch is uitgebreid en warm, vaak inclusief wijn. En water. De Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het diner, ook warm, wordt later ’s avonds genomen. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn in Frankrijk gereserveerd om te lunchen met de familie. Een lunch kan in Frankrijk de hele middag duren, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijke verkeer gaat het net zo: wie met Fransen zakendoet, moet uitgebreid eten en veel converseren. Veel Franse bedrijven geven hun werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Franse kinderen worden streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. In Frankrijk eten kinderen hun menu met vier gangen zonder morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het in Frankrijk heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalbeheersing kent een onderscheid tussen kennen (weten) en ook aandacht voor kunnen (handelen). Door te richten op het verschil tussen kennen en kunnen, kunnen deelnemers aan het einde van de cursus Frans in Deventer de verworven kennis beter gebruiken in de praktijk.
Voor u het weet, voelt u zich vertrouwd met de Franse taal. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. Het Gallo-Romaans is een vroege Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. De Gallo-Romaanse taal werd rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië gesproken, wat naast het huidige Frankrijk ook België besloeg, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland.
Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; elke streek had een eigen versie.
In het noorden werd sinds de 13de eeuw langue d’oïl gesproken en in het zuiden langue d’oc; deze talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde versie van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van het Nederlands kent het Frans een hele andere uitspraak. Eén van de kenmerkende verschillen is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en een volgend woord begint. Dit noemt men ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt voornamelijk bij woorden die op ‘s’ eindigen en gevolgd worden door een klinker of stomme ‘h’. Zo zegt men in het Frans plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Hierdoor klinken parle en parlent bijvoorbeeld hetzelfde. Verder klinken bijna alle alle klinkers verschillend in de Franse taal. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Frans is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. De Franse taal is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast Engels, Russisch, Spaans, Chinees en Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Het Frans gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in de Franse taal spaties. Ook andere leestekens krijgen in de Franse taal eerst een spatie: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage. Dit zijn stopwoorden of opvulwoorden. Ook het Frans heeft er veel. Woorden of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoordje ‘hè?’ is waarschijnlijk afkomstig uit de Franse taal. Dit woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Denk je ook niet?”
In de Franse taal hoor je ook vaak quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of beluisteren is een bijzonder doeltreffende manier om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op snelle manier veel woordenschat Frans bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is het meest populaire publieke Franse radiostation.
Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u live naar dit Franstalige radiostation luisteren.
NRJ
De radiozender NRJ is de best beluisterde Franse commerciële radiozender. Klik op het rechter computerscherm met het logo hierboven en luister direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete programma’s of serie in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling bekijken, is misschien eerst wat vreemd, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
France tv is de publieke televisieomroep in Frankrijk.
TF1
TF1 is de meest bekeken commerciële televisieomroep in Frankrijk.
Deze Franse zenders kunnen middels de kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Deventer
U kunt de cursus Frans in Deventer op uw locatie volgen of in Deventer, bijvoorbeeld in het pand van Beutener/Staal Advocaten aan de Bruijnssteeg 28 in Deventer. Ons instituut kan ook taalcursussen Frans in Deventer verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Deventer aan de Birnieweg 7418, in Postillion Hotel Deventer aan de Deventerweg 121 en in Fletcher Hotel Gilde aan de Nieuwstraat 41.
Vergaderen in Deventer kan bij DOK H20 aan de Scheepvaartstraat 13 en bij Pakhuis met Pit aan de Raamstraat 59.
Deventer - geschiedenis
Het huidige Deventer was al bewoond gebied in de Romeinse tijd. Dit is aan opgravingen te zien. In stadsdeel Colmschate zijn restanten van een Germaanse nederzetting gevonden. De IJssel maakte de plaats aantrekkelijk voor boeren en vissers en de streek doorlopend bewoond was vanaf de 8ste eeuw. De stad is waarschijnlijk rond 768 gesticht door Lebuïnus; een missionaris die een houten kerkje bouwde waar de Lebuïnuskerk nu staat.
Het oudste stenen woonhuis van Nederland is De Proosdij uit 1130.
Het is niet geheel zeker waaraan de stad Deventer zijn naam ontleent. Waarschijnlijk is het afgeleid van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo, wat zoiets betekent als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal. Treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Het is niet geheel zeker waaraan de stad Deventer zijn naam ontleent. Waarschijnlijk is het afgeleid van twee Oudsaksische woorden uit ongeveer de 8ste eeuw: deve en treo, wat zoiets betekent als “aan een waterloop gelegen geboomte”. Deve betekent ‘gestorven’ in de Gotische taal. Treo was Oudsaksisch voor ‘boom’.
Deventer - nu
Deventer is gelegen in de landstreek Salland alsook in de regio Stedendriehoek. Plaatsen in de buurt van de stad Deventer zijn Apeldoorn, Diepenveen, Dieren, Holten, Lochem, Markelo, Terwolde, Twello, Vorden en Zutphen.
Deventer ligt in de provincie Overijssel. In de gemeente Deventer wonen ruwweg 100.000 mensen.
Vlag gemeente Deventer
Wapen gemeente Deventer
Inwoners
Een inwoner van Deventer noemt men een ‘Deventenaar’.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Bekende Deventenaren zijn Viktor Brand, Michel van der Horst en Paulien Huizinga.
Iets wat uit Deventer komt, heet ‘Deventers’ of ‘Deventer’, zoals bijvoorbeeld de bekende Deventer koek.
Deventer kreeg stadsrechten in het jaar 1123.
Deventer kreeg stadsrechten in het jaar 1123.
Deventer - internationaal & scholing
Hanzestad
De plaats Deventer is de hoofdplaats van de gelijknamige gemeente waar ook Bathmen, Diepenveen, Lettele, Schalkhaar en Okkenbroek deel van uitmaken.
Deventer is de oudste Nederlandse Hanzestad. Deventer was tussen 1000 en 1500 een bloeiende handelsplaats en maakte het deel uit van het Hanzeverbond.
Partnersteden
De partnersteden van Deventer zijn Sibiu in Roemenië en Tartu in Estland.
Hoger onderwijs
In Deventer zijn twee hogescholen: Saxion en Saxion Next. In Deventer zijn geen universiteiten gevestigd.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Deventers
Deventer staat bekend om de middeleeuwse binnenstad met gezellige winkelstraten en terrassen, maar ook om de IJssel, de Deventer Boekenmarkt en om het Dickens Festijn.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor zowel Nederlanders als toeristen.
Deventer fungeert als winkelstad met goede horeca voor de regio, voor zowel Nederlanders als toeristen.
Deventer - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Deventer de oudste wetenschappelijke bibliotheek in Nederland heeft: de Athenaeumbibliotheek uit 1560.
Deventers dialect en accent
Kenmerkend voor het Dèmpters is een brouwende ‘r’. De ‘o’ wordt ao en de ‘ee’ en ‘eu’ krijgen een j toegevoegd: eej, ooj, euj.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
Een piepert is in Deventer geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Kaas’ klinkt als keejze en ‘boter’ wordt baoter.
Een piepert is in Deventer geen aardappel maar een ‘aansteller’.
‘Boos‘ is hellig en ‘helemaal’ is kats. Van iemand die is begraven, zegt men: Hè hef ’n zandwinkeltjen.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Als iemand zich voelt opgejaagd, kan hij of zij in Deventer zeggen: Jaogen dôôj maor int bos en driev’n dôôj maor in de Iesel. Ofwel: “jagen doe je maar in het bos en drijven doe je maar in de IJssel”.
Deventer - “Gastvrije Hanzestad”
Deventer - zakelijk
De gemeente Deventer
Het netnummer van Deventer is 0570.
Het postcodegebied van Deventer is 7400 - 7428.
Het adres van het gemeentehuis van Deventer is Grote Kerkhof 1, 7411 KT in Deventer.
De website van de gemeente Deventer is Deventer.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Deventer is 14 0570.
Zakendoen in Deventer
Voor Deventer ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Apeldoorn aan Het Rietveld 55A, 7321 CT in Apeldoorn. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Deventer is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Deventer is KVK-kantoor Apeldoorn.
Deventer - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Deventer op bedrijventerrein Bergweide 3, 4 en 5, A1 Bedrijvenpark Deventer, Havenkwartier, Kloosterlanden en Handelspark De Wetering.
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
In Deventer bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Koninklijke Auping, ASVB, Artistique, Bender, BYK, Euromaster, GEA, Geurtsen, Guide ID, Ten Have Koffie, Kamado Grills, Keolis, Krehalon, Metos, Nefit (CentroSolar, Nefit), Payroll Select,
Primagaz (Campingaz), Roto Smeets, Koninklijke Senzora, Smurfit Kappa, Stegeman, Tauw, Techlife Engineering, Vos Transport, Westfalen Gassen, Witteveen+Bos, Wolters Kluwer, Distributiecentrum Jumbo in Raalte, Vakpersoneel Bouw in Raalte, Euro Patisserie in Twello, Profish in Twello, Ruitenberg Ingredients in Twello.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Deventers nieuws
De Deventer nieuwsportalen zijn Het Deventer Nieuws en Deventer radio & televisie en Deventer ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Deventer kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Deventenaren en ondernemingen in Deventer kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Deventer Post, Nieuwsblad Stedendriehoek - Deventer, De Stentor en het Algemeen Dagblad - Deventer.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Deventer
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Deventer laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Deventer een bezoek brengen aan Museum Bolwerksmolen, aan Museum De Waag, aan het Etty Hillesum Centrum, aan Museum Geert Groote Huis, aan KunstaanZ, aan het Kunstenlab of aan het Speelgoedmuseum Deventer.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Deventer voetbalclub Go Ahead Eagles, FC RDC of DAVO te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Deventer kunt u terecht bij DLTC Deventer, bij Drijver’s TC of bij TC De Schapekolk.
Golf, ontspanning & lunch Wellicht hebt u zin om na de cursus Frans in Deventer of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Deventer ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de omgeving van Deventer is de Sallandsche Golfclub De Hoek in Diepenveen. Deze golfbaan bevindt zich aan de Golfweg 2 in Diepenveen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0570-59 39 27. De website van de golfbaan is www.sallandsche.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij het restaurant van de golfclub, telefoonnummer 0570-59 12 14.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van Deventer die eveneens op Youtube zijn te zien.
U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk en Deventer op Google Maps. Door linksboven te klikken, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
U kunt direct op het rode Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen.
Onder deze promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk en Deventer op Google Maps. Door linksboven te klikken, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Deventer op Google Earth te zien.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Deventer
Google Maps Frankrijk
Google Maps Deventer
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Deventer nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Deventer lezen van diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Deventer nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert, is het prettig en handig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Deventer nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet of communiceert, is het prettig en handig om een beetje geïnformeerd te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om Frans nieuws te lezen in de Franse taal.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
U bent waarschijnlijk al op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Franse premier Barnier kondigt besparingen en extra belastingen aan in openingsspeech - VRT.be
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Frankrijk ziet eigen troepen sturen naar Oekraïne als ‘serieuze optie’ - MSN
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Fortes pluies et risques d’inondations ce mardi : désormais 13 départements en vigilance - actu.fr
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
- Actualités météo: 2024 : année la plus pluvieuse du siècle en France ? 01/10/2024 - Meteo Paris
Nieuws uit Deventer
- Vier scholen in Deventer hele dag dicht na dreiging met dodelijke schietpartij: ‘Ernstig, zorgelijk, verwerpelijk’ - De Stentor
- Tweede dreigement was ‘misplaatste grap’, middelbare scholen in Deventer morgen weer open - De Stentor
- Meerdere scholen in Deventer blijven dicht na dreigmail over schietpartij - NOS
- Helse ochtendspits door onstuimig weer: 1100 kilometer file - De Stentor
- Schaatsen kunnen uit het vet - Drimble.nl
- Gewonde bij ongeluk met vrachtwagen op A32 bij Staphorst - De Stentor
- Déjà vu op Oranjerotonde in Apeldoorn: identieke ongelukken vlak achter elkaar - De Stentor
- Vier scholen in Deventer hele dag dicht na dreiging met dodelijke schietpartij: ‘Ernstig, zorgelijk, verwerpelijk’ - AD
- Scholen Etty Hillesum Lyceum morgen weer open - Politie
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall Taleninstituut geeft onder meer maatwerktrainingen Engels, Nederlands, Duits, Frans en Spaans in Deventer.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen behalve Frans standaard aanbiedt in Deventer.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen behalve Frans standaard aanbiedt in Deventer.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die hier niet is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Deventer alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten