Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Breda.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Breda in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast klassieke taaltaalcursussen Frans met name in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Breda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Breda.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Breda) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige docenten Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren onze taaltrainers door een combinatie van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Breda. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen Frans zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Breda worden gegeven.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Breda en omgeving.
Individuele taalcursussen noemt men ook wel een privélessen of één-op- één-taalcursussen..
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep houden we zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook is een individuele taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus Frans is vooral de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; in de doeltaal communiceren met de groep en van elkaars kunnen fouten. De lerenden kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren.
Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in de groep.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Frans kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De docent Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student in het Frans wordt ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten in het Frans stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking gepresenteerd aan de studenten. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in diverse realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de lerenden stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerenden. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, wetenschap en cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Franse taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas afgespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedie was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheden Frans van de lerenden worden vrij intensief gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de les Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor in de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethode nodig is als aanvulling. De methodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak in het Frans te laten spreken. Dat de les in het Frans werd gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdaging. Doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de methode tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Frans gebaseerd, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocenten Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om les te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de studenten en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de trainer Frans. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerende wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. Op deze manier kan de student zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en daarna veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak worden bereikt.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig toegepast wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone gebruikt door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en de student kan de methode op elk moment inzetten. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als prettig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode uitkomst bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de taalcursus zijn door native speakers ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Frans praten.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten Frans de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Frans om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Frans kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De docent Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student in het Frans wordt ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten in het Frans stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking gepresenteerd aan de studenten. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in diverse realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de lerenden stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerenden. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, wetenschap en cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Franse taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas afgespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedie was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheden Frans van de lerenden worden vrij intensief gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de les Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor in de taallessen aan bod komt.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethode nodig is als aanvulling. De methodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak in het Frans te laten spreken. Dat de les in het Frans werd gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdaging. Doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de methode tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Frans gebaseerd, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocenten Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om les te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de studenten en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de trainer Frans. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerende wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Breda.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Breda op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar na afronding van de training Frans in Breda.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Breda, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Ten opzichte van het Nederlands kent het Frans een hele andere uitspraak. Eén typisch verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord weer begint. Dit fenomeen heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zegt men in het Frans plaats van les amis: ‘lezzamie’
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was een lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in de Franse taal spaties. Andere leestekens worden in het Frans ook door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait : etc.
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen voegen vaak aan het eind van een zin het woordje hein? toe, wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Vind je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De zender FIP is de best beluisterde publieke radiozender voor Franssprekenden.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister direct live naar dit Franstalige radiostation.
De zender NRJ is de meest beluisterde commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het beeldscherm rechtsboven met het logo te klikken, kunt u live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Favoriete televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar u zult al gauw merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is de omroep France tv.
TF1 is de best bekeken Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse zenders kunnen middels de kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Breda is de op twee na grootste stad van de provincie Noord-Brabant. De partnerstad van Breda is Wrocław in Polen.
Onder de gemeente Breda vallen eveneens Prinsenbeek, Bavel, Teteringen en Ulvenhout.
Het netnummer van Breda is 076.
Het postcodegebied van Breda is 4800 - 4839.
Het adres van het gemeentehuis van Breda is Claudius Prinsenlaan 10, 4811 DJ in Breda.
De website van de gemeente Breda is Breda.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Breda is 14 076.
Voor Bredase ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Breda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Breda is KVK-kantoor Breda.
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Breda een bezoek brengen aan het Begijnhofmuseum, aan Galerie Chassé Theater, aan het Miniaturen- en poppenhuismuseum, aan het Princenhaags Museum, aan Reptielenhuis De Aarde of aan het Stedelijk Museum Breda.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Bredase voetbalclub NAC, Baronie, PCP of JEKA meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Breda kunt u terecht bij Tennisvereniging Markant, bij BLTV of bij Tennisvereniging Prinsenbeek in Prinsenbeek.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus Frans in Breda of met uw Franstalige (zaken)relatie als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Breda ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Breda is Golfpark De Haenen in Teteringen. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Laan der Continenten 70, 4847 DG in Teteringen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 076-578 39 50. De website van de golfbaan is www.dehaenen.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij brasserie De Haenen. Golfpark De Turfvaert is nog een golfbaan in de buurt van Breda.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag aan uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Breda van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Organisaties die in de taalopleiding en taalkennis van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taaltrainingen Frans van het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Breda.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak spreekt een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers duidelijke concurrentievoordelen en een zelfverzekerde uitstraling, door middel van branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Breda in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en ook als langdurige, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online/blended cursus. Bij Taleninstituut Dagnall kan iedereen Frans leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast klassieke taaltaalcursussen Frans met name in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klant afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaldocenten met zeer goede beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Breda. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met onze methodes wekken we nieuwsgierigheid op en ondersteunen we de bereidheid om te leren. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het beoogde niveau.
Taleninstituut Dagnall is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Breda.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stellen wij uw wensen en leerdoelen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u een cursusvoorstel op maat met uw offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning af op uw situatie en agenda.
Na een aantal lessen Frans evalueert de trainer de voortgang en de inhoud van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapportage met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Breda
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 taalcursussen Frans op maat in Breda en omgeving voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Dagnall Taleninstituut maakt gebruik van ervaren en kundige trainers Frans die specialisten zijn op het gebied van taal en die in West-Brabant een groot aantal zakelijke taaltrainingen hebben verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Breda. Maximaal rendement door maatwerk; daar staat Dagnall voor!
Betaalbaar maatwerk Frans in Breda sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is noodzakelijk! Taalcursussen (Frans) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn intussen bij veel bedrijven een begrip.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met beperkte kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en zij willen graag en sneller en/of beter communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op de werkplek goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur met meer zelfvertrouwen het werk kunnen uitvoeren en natuurlijk hun ambities op hun werkterrein realiseren. Investeren in personeel en in de ontwikkeling van het bedrijf is derhalve nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Breda naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is tevens afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Breda) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige docenten Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen realiseren onze taaltrainers door een combinatie van deze bewezen leermethode gericht op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die op een maatwerktraining gebaseerd zijn.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, een online leerplatform voor (Dagnall.online) blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van de organisatie.
Onze trainers geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weloverwogen maatwerk als een zeer fijne methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall Talen in Breda. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen Frans zijn niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar zeer zeker ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Frans effectief leren in Breda bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de cursus kunt overlaten aan ons.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maakt ons instituut gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Breda worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Breda
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Breda en omgeving.
Individuele taalcursussen noemt men ook wel een privélessen of één-op- één-taalcursussen..
De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en de cursussen worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Wij bieden groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook duocursussen (met 2 cursisten) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep houden we zo klein mogelijk de deelnemers maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te maximaliseren.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, de leerstijl, het taalniveau, de branche en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat in korte tijd veel kennis wordt geleerd.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Een ander belangrijk pluspunt van een individuele taalcursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook is een individuele taalcursus ideaal af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het belangrijkste voordeel van een groepscursus Frans is vooral de interactie met de andere lerenden; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; in de doeltaal communiceren met de groep en van elkaars kunnen fouten. De lerenden kunnen de afwisseling die zo geboden wordt als leuker ervaren.
Doordat meerdere medewerkers tegelijk worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt, zijn groepscursussen daarnaast ook efficiënt .
Ook is een groepscursus iets minder intensief (minder zwaar) voor de cursist dan een individuele taalcursus.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele taalcursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaldocent worden gedaan en gevoerd.
Omdat er geen interactie is met andere cursisten, kan de geleerde taalkennis niet geoefend worden in de groep.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het eveneens niet mogelijk om te leren van de foutjes van andere cursisten.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder afgeleid zijn. Daardoor is het rendement wat lager. Deels kan dit worden ondervangen door de groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een bijkomstig minpunt van een groepscursus is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Taleninstituut verzorgt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen kan naar een talencentrum gaan.
Daarom biedt Dagnall Talen de taalcursussen ook online of incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans volgen. Een combinatie van deze verschillende trainingen is eveneens mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Frans kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De docent Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student in het Frans wordt ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten in het Frans stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking gepresenteerd aan de studenten. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in diverse realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de lerenden stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerenden. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, wetenschap en cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Franse taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas afgespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedie was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheden Frans van de lerenden worden vrij intensief gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de les Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor in de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethode nodig is als aanvulling. De methodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak in het Frans te laten spreken. Dat de les in het Frans werd gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdaging. Doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de methode tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Frans gebaseerd, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocenten Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om les te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de studenten en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de trainer Frans. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerende wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, waarmee de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat deze taalcursussen aanbiedt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen zijn in ruim dertig talen beschikbaar en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de wijze imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat houdt in ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en hier een schematische weergave van maakt. Op deze manier kan de student zijn of haar uitspraak van de nieuwe taal met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers) vergelijken. Door de voorbeeldstem minder snel te laten praten en daarna veel na te zeggen, kan verbetering van de uitspraak worden bereikt.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele taalfouten aan en biedt de optie om de taalfouten te corrigeren.
Het programma biedt ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt veelvuldig toegepast wereldwijd en niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone gebruikt door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is erg eenvoudig in het gebruik en de student kan de methode op elk moment inzetten. Welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben, wordt door de lerenden zelf bepaald. Veel studenten ervaren het als prettig om de methode van Rosetta Stone te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan de Rosetta Stone-methode uitkomst bieden voor scholen. Een keerzijde is dat er geen trainer beschikbaar is die lerenden kan motiveren of iets extra’s kan bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 op de markt bracht.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursus bestaat uit zinnen/dialogen in de doeltaal die door lerenden worden nagesproken en worden herhaald. Deze Franse voorbeeldzinnen van de taalcursus zijn door native speakers ingesproken. De cursus is op herhaling, anticipatie, woordenschat en wederom herhaling gebaseerd. De lessen bieden een audio-opname van 30 minuten met nieuwe vocabulaire en structuur in het Frans. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze grammaticale structuur aan door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Dr. Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is verwerkt in de cursussen van Pimsleur.
Populariteit
Onder andere in de Verenigde Staten worden de taalcursussen van Pimsleur gebruikt en de ervaringen lopen uiteen. In het algemeen zijn studenten tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de Pimsleur-methode zeer goed doordat de insprekers van de zinnen native speakers zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Frans praten.
Het feit dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Mel Gibson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen in staat is om te leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting is bij Michel Thomas een virtuele klas, waarbij de student de derde student is. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de acteurs gesteld wordt, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er wordt geen huiswerk gegeven en er hoeft niet uit-het-hoofd te worden geleerd. De lessen worden opgebouwd in kleine delen en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methodiek van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de studenten Frans de makkelijke stof hebben begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnetjes worden eveneens bouwstenen geleerd zodat de lerenden zelf zinnetjes kunnen bouwen. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards waarmee gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die met de taal wat verder zijn, vinden de cursussen soms minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat de methode van Michel Thomas audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat door Alphonse Chérel is opgericht in het jaar 1929. Dit bedrijf maakt cursussen voor vreemde talen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’, wat wel wat hooggegrepen is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-cursussen zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s alsook een USB-stick bestaan. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, alsook uitleg van de grammatica. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnen die zijn ingesproken door moedertaal (native) speakers en die de lerende herhaalt. De opbouw is van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruiker verwacht; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan verschillende talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de methode van Assimil is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt. De keerzijde hierbij is, wat voor alle taalcursussen met een computer geldt, dat de cursist is overgeleverd aan zichzelf. Er is geen trainer Frans om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je beschouwen als antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Nieuw was dat de taallessen volledig plaatsvonden in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is zonder fouten Frans kunnen spreken en verstaan, wat begint met leren naspreken. Het middel hiervoor is herhaling; er wordt gewerkt met driloefeningen om Franse zinnen en structuren te leren beheersen, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch gaan worden. De docent Frans kan een zin bijvoorbeeld tien maal herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden hieraan toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en deze zinnen nazeggen. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden als het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de audiolinguale methode pas omstreeks 1970 geïntroduceerd toen de Mammoetwet inging. Tegen de betekenisloze driloefeningen waren al snel grote bezwaren. De techniek haperde soms, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu breed geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels, maar om het te gebruiken. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is docentgestuurd en daardoor kan deze methode een efficiënte en snelle overdracht van kennis bieden. De audiolinguale methode kan ook bij grotere groepen gebruikt worden.
De docentgestuurde kant is tegelijkertijd een nadeel; eigen inbreng wordt niet van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een ander bezwaar van de methode is dat de driloefeningen niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) op een zodanige wijze te leren dat deze worden opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt aan de hand van zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse zinnen en woorden van de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. Al deze woorden en/of zinnen of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gebeurt dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt telkens herzien; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. Die Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan opgeslagen worden in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt bestreden. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook van betekenis en relevant is voor de student. De GoldList-methode kan goed functioneren voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Voor lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje zou deze GoldList-methode goed kunnen functioneren. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs behoorlijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een keerzijde van deze leermethode. Talen bestaan uit veel meer dan een verzameling losse woorden of zinnen. Bovendien is deze GoldList-methode nogal tijdrovend; er moeten steeds met de hand geschreven lijsten worden aangemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is op op een natuurlijke wijze verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans) gericht. De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Zo leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Hiervoor wordt alleen het Frans gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de leermethode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode heeft het meeste rendement als de student in het Frans wordt ondergedompeld. Om te zorgen dat de lerenden plezier van de ervaring hebben, dienen de activiteiten in het Frans stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer de nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. De methode is een populaire wijze van lesgeven onder taaltrainers Frans, doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Kritiek kent de Natural Method ook. De leermethode is vooral gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt prettig gevonden om op een natuurlijke manier een vreemde taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt studenten eveneens niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om vreemde talen te leren die als doel heeft om studenten vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de methode gaat het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. De vaste combinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, handelingen en gezichtsuitdrukking gepresenteerd aan de studenten. De structuren die het vaakst worden gebruikt, worden eerst aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
dat het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet geschikt zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de methode van de Structurele Aanpak ook. Deze methodiek kost tamelijk veel tijd en biedt niet onmiddellijk een succeservaring. De eigen input van lerenden is behoorlijk beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van vreemde talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de docent Frans. Er wordt gebruikgemaakt van teksten in het Frans of ander materiaal uit de werksituatie en het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de taaltrainer Frans draagt onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in diverse realistische situaties te oefenen. De Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT is de docent Frans echt een trainer, die de lerende leert te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Dit kwam mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes geen groot succes bleken. In (een verdere eenwording van) Europa was er een grotere behoefte aan het leren van vreemde talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel pluspunten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is studentgericht en functioneel. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. CLT is efficiënt. De methode werkt voor de lerenden stimulerend omdat zij gauw succeservaringen hebben. Fouten mogen worden gemaakt; de taalvaardigheid wordt al doende geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er veel minder aandacht wordt geschonken voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en planning vragen veel tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerenden. Deze manier van een vreemde taal leren, is voor een aantal studenten ongebruikelijk of moeilijk, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw richtte het taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik. Men leerde om gebruiksklare zinnen, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere wijze. Meidinger ontwikkelde rond 1783 een methode waarbij de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt als de grondlegger beschouwd van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method, afgekort GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gestoeld; de taal van religie, wetenschap en cultuur. Dit onderwijs in het Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd destijds als een degelijke en wetenschappelijke aanpak gezien. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de student zelf inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten. De trainers dragen taalkennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, biedt de methode biedt een aardige mentale training. Ook biedt de methode inzichten in de structuur van het Frans, vanwege de nadruk die gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer minpunten dan pluspunten. Het grootste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de geleerde taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. Omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat, staat de methode ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden. Bij het werken in groepen geeft deze methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Onderdompeling (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld gebruikt sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt gegeven. In Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, toegepast wordt. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles aan rijke vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. Alle instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; eerst langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. Vanaf het begin wordt de lerende ook uitgedaagd om in de Franse taal te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die werken met onderdompeling, wordt vaak ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen één-op-één of in kleine groepjes met Frans spreken. Een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling, is daadwerkelijk te reizen naar Frankrijk en daar te verblijven in een gastgezin.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met deze methode zeer goed worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, omdat de methode zo intensief is. Het is een kwestie van ‘sink or swim’, de student moet echt in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. In groepen versterkt het samen oefenen de sociale interactie. Studenten ervaren dat als motiverend.
Een nadeel van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt als studenten in een korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaan tot de orde van de dag. Een ander nadeel kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methodiek om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze leermethode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en wederzijds vertrouwen tussen de studenten en de taaldocent (Frans) zijn daarvoor essentieel. Dat de studenten zich veilig en ontspannen voelen, is de voorwaarde. Leslokalen met rijopstellingen waren uit den boze om dit te bereiken. De studenten zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die waren opgesteld in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek in de klas afgespeeld. De methode die Lozanov voorstond, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Het voorlezen werd gedaan met veel expressie in stem alsook gebaren. Zo werd de lerende verleid om te luisteren en de lerende kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. In de lessen was er veel aandacht voor cultuur en kennis over het land van de te leren taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedie was omstreden en is niet erg bekend meer. Sommige elementen van de methode bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten, worden nog steeds toegepast.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten minder last zullen hebben van frustratie of faalangst. Deze sfeer kan voor een immigrant bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie, wat voor een aantal mensen een nieuwe ervaring is, is een bijkomend voordeel van de methode. Tegelijk is dit voor sommige lerenden een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en zelfs verstorend werken in tegenstelling tot stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding trainer-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse trainer en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De CLL methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de taaldocent als counselor optreedt die de zinnen van de studenten parafraseert. De lerenden starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet machtig genoeg zijn, spreken de lerenden in de moedertaal. De docent (Frans) vertaalt en legt uit. Hierna herhalen de studenten de uitingen van de docent zo goed mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om nadien daarna te kunnen herbeluisteren.
De methode stimuleert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de interactie tussen de lerenden als middel om de Franse taal te leren. Er wordt geen leerboek Frans gebruikt; de studenten bepalen zelf het lesmateriaal aan de hand van zinvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL is in hoge mate afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de taaltrainer naast sociaal-cultureel kundig eveneens taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote klassen is CLL niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt studenten veel autonomie. Veel lerenden vinden het analyseren van hun eigen gesprekken zinvol. De leergroep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar eveneens daarbuiten. Met CLL worden lerenden zich zo veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en zwakke punten en leren om als team samen te werken. Door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten veel. Dergelijke correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden onderdeel van de actieve woordenschat van studenten.
Het kan een keerzijde zijn dat de taal docent niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk meetbaar. Sommige lerenden worden belemmerd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die door Michael Lewis in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen. Lerenden verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans neemt in deze benadering een grotere plaats in dan Franse grammatica. De instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel mogelijkheid voor de lerende om de Franse taal zelf te ontdekken.
De rol van de taaldocent Frans is te zorgen voor voldoende inbreng en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat besteed die aangeboden wordt in chunks, in betekenisvolle brokjes. Een drastische wending in de wijze waarop talen worden onderwezen, iets waarnaar Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren om op een heel natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal) te werken; met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Een aantal lerenden heeft meer aan een taaldocent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator omdat deze lerenden meer moeite hebben met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is ontwikkeld door de Fransman François Gouin in het jaar 1880.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van grammatica vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnetjes op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze reeksen of series gingen over onderwerpen als de mens in de samenleving, het leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ uitgaat maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor lerenden al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
De ideeën van Gouin over taal waren zeer vooruitstrevend. Ondanks de vrij ongewone aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De Directe Methode van Berlitz overschaduwde deze methode van Gouin echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans sterk en zorgt voor het creëren van een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de les.
De leermethode garandeert levendig taalonderwijs. Dit soort onderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme van de lerenden op door gebruik te maken van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Een nieuwe taal leren wordt tastbaar; dit was totaal nieuw. De leermethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheden Frans van de lerenden worden vrij intensief gestimuleerd.
De leermethode van Gouin heeft echter als nadeel dat taal die iets subjectiever of abstracter wordt, wat moeilijk in één duidelijke ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan reeksen dient voor te bereiden, is een ander nadeel. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie achter deze leermethode is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen verschillende motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over taalregels en woordenschat beschikken. De taken zijn alledaagse taken, bijvoorbeeld een e-mail schrijven, een boodschap doen, met de klantenservice bellen, een krant lezen of een drankje bestellen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerende zich eerst op de taak voorbereidt, daarna de taak uitvoert en tot slot erop terugblikt. Studenten moeten samenwerken om de opdrachten uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de taken net boven het kennisniveau van de lerende liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching is vanaf het begin van de jaren negentig zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van lerenden (hoofdzakelijk lerenden met een achterstand) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende manier van werken, waarbij lerenden uitgedaagd worden om hun vaardigheden (Frans) te gebruiken. Zolang de opdracht goed bij de lerenden aansluit, is het een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. De student komt op een natuurlijke, dagelijkse manier in contact met het Frans en leert op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten leren bovendien om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching (DLT) was ‘Dogme 95’; een stroming van een groep filmmakers uit Denemarken waaronder Deense filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strikte regels (dogma’s). Deze dogma’s behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers streven naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal is belast. Het doel van de Dogme-methode is het houden van echte inhoudelijke gesprekken over praktische zaken. Bij deze methode draait het om communicatie als drijvende kracht van het leren. Deze leermethode is daarom een communicatieve werkwijze van het taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder het gebruik van leerboeken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan richt op de communicatie tussen lerende en taaltrainer. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat er weinig onderzoek naar het succes van Dogme is geweest, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de parallellen met het taakgericht leren van talen (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er vrijwel geen voorbereiding nodig is, is een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans. De lerenden zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Voorspelbaar is de les Frans zo niet. Dit garandeert spontane communicatie en zorgt ervoor dat verveling geen kans krijgt. Vrijwel alles kan worden besproken tijdens een les volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de lerenden zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel. Een bijkomend minpunt kan zijn dat de studenten zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de leerstof hiervoor in de taallessen aan bod komt.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-methode geldt als een alternatieve kijk om een nieuwe taal (zoals het Frans) te verwerven. Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De Growing Participator Approach (GPA) heeft gelijkenissen met, en is deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat voor produceren. De nadruk ligt op de Franse woordenschat alsook de cultuur. Fase 1 van de methode is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in fase 1 op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt om en nabij 150 uur en de deelnemer begint nu ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen gedeeld worden alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen de deelnemers zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans aan de hand van films, televisie, nieuws of literatuur. Ook het Frans dat is vereist voor het werk wordt geleerd. Fase 6 van de methode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een goede doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen van GPA bieden een duidelijk tijdsschema en realistische doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een minpunt van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke groepje deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is bedacht door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek van Shadowing werkt relatief eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het is niet van belang om de Franse tekst al te begrijpen; het gaat in de eerste plaats om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het moment het heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kan spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat hij of zij uitgesproken heeft. Diverse lesboeken zijn geschikt voor deze techniek, zolang er maar dialogen of stukken samenhangende tekst in staan. De Franse audio-opnames dienen ideaal bezien wat boven het niveau van de lerende te liggen. De ideale lengte is ongeveer één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles doet de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken. Dat de studenten minder gauw worden afgeleid als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Ook het simultaan spreken is verschillend aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de techniek van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van lerenden, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
De Shadowing-methode heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht een beetje saai kan vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De tekst kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die uitgaat van het idee dat mensen leren door middel van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze deze taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste plaats de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, in een later stadium gaat het kind verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden volgen daarna.
TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerenden doen na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van bewegingen en spraak. Het kost hierdoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt hoofdzakelijk toegepast binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren of volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input in ‘chunks’ krijgen aangeboden (woorden die bij elkaar horen), krijgen zij snel begrip van de nieuwe taal. De leermethodiek zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Zo kan de student leren zonder stress. In principe is de methode van TPR® bruikbaar voor alle doelgroepen, ongeacht welke achtergrond en leeftijd en kan de methodiek eveneens worden gebruikt in klassen die iets groter zijn. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Het nadeel van TPR® is dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt. Dit is de reden dat de leermethode tot op een zeker niveau werkt en een andere leermethode nodig is als aanvulling. De methodiek is bovendien niet heel creatief. De student leert niet zijn of haar gevoelens, ideeën en meningen in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
Eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz de Directe Methode. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze Directe Methode is ontwikkeld als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Omstreeks 1900 was er sprake van een Reformbeweging met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat zelfontdekkend en inductief zou moeten zijn. Overigens betrof de Reformbeweging niet alleen het leren van een vreemde taal, maar ook voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond het jaar 1900 streefde men, net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht geschonken aan de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica vooral inductief werd aangeboden, aan de hand van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten door de lerenden hieruit afgeleid worden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd aangemoedigd om de lerenden vaak in het Frans te laten spreken. Dat de les in het Frans werd gegeven, was ook nieuw. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Door middel van afbeeldingen en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. De lerenden brachten abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van begin twintigste eeuw ebde weg, mede door invloed van de oorlogen en crises, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog altijd met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het voordeel van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. De methode schenkt vrijwel geen aandacht aan de schrijfvaardigheid (Frans) en ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans niet genoeg uitdaging. Doordat de leermethode is gestoeld op een dynamische inzet vanuit de student is de methode tevens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om talen te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Het leren van een taal (zoals Frans) moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil daarom niet werken met abstracte regels en lijstjes met Franse woorden die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is op het werken met een groep studenten en een docent Frans gebaseerd, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Door de herhaling onthouden de lerenden hhet Franse woord, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al een aantal jaren later overgenomen en aangepast door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat ook wel als de Ollendorff-methode bekend.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na de publicatie van zijn methode overleden. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
Het pluspunt van de Manesca of Ollendorff-leermethode is het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en het geleerde gemakkelijker en langduriger kan worden onthouden. Het vele herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woordjes en zinnen steeds te herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is in het jaar 1963 ontwikkeld door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaldocenten Frans gebruiken een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) van de te leren taal besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het essentieel om les te geven op een manier die efficiënt voor de energievoorraad van de studenten was. Caleb Gattegno ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan als mensen proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat docenten niet naar het overbrengen van kennis an sich zouden moeten streven, maar het bewustzijn dienen aan te boren, want alleen het bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te leren.
The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt onder andere gekleurde staven, die voor diverse dingen kunnen worden gebruikt. De methode maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt om spelling te leren.
Populariteit
Gattegno’s ideeën zijn van betekenis geweest, met name bij het aanleren van de uitspraak van het Frans, hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke versie niet veel meer wordt toegepast.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het voordeel van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor de student niet-bedreigend is, die immers als autonoom wordt beschouwd. In feite is de taaldocent Frans dienstbaar aan de studenten en niet andersom. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. Het geleerde wordt meestal goed verwerkt en onthouden door studenten uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ foutjes maken, wat helpt bij het leerproces.
Dat sommige lerenden meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorziet, kan een nadeel van de methode zijn. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door de afwezigheid van input van de trainer Frans. De beperking van het werken met kleuren en grafieken is dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect weer verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, een Amerikaanse docent Spaans, en is van de TPR-methode (Total Physical Response) afgeleid.
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke methode van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerende wordt aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. Door de taaldocent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Deze verhalen zijn gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De lerenden worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na enige tijd ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuur van de nieuwe taal nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om samen met een groepje studenten een verhaal op te bouwen. De taaldocent Frans schrijft hierbij eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertaling erbij en daarna samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de studenten naverteld. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor input zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt eveneens de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt zeer motiverend voor lerenden.
Dat TPRS veel voorbereiding van taaldocenten vraagt, is een keerzijde.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen om Frans te leren
Ook bestaat er een groot aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus van Dagnall steeds ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Talen zijn bij voorkeur face-to-face. Wij werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de app worden geladen met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursussen die online gevolgd kunnen worden, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Breda.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Breda
Het voordeel van blended learning vergeleken met online leren is dat, als het geen 1-op-1 les betreft, de deelnemers bij blended learning afwisselend wel zogeheten ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere deelnemers.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen eveneens blended learning in Breda op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App voor zowel Android- als Apple-apparaten. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een deelnemer overal en altijd, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, juridische termen alsook specifieke productnamen in de App integreren. De App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar na afronding van de training Frans in Breda.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Breda
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal veelal een uitdaging.
Werknemers die meerdere talen spreken, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven en organisaties.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor uw toekomstige of huidige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is even doeltreffend en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en daarnaast comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op (zaken)reis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor technische en zakelijke taalcursussen online werkt Dagnall Taleninstituut met onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt over het algemeen beschouwd als het meest gebruiksvriendelijk en biedt interactie en variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande is nodig voor (taal)cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met camera en microfoon
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Breda ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Breda ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Breda
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als leidraad en geven u een helder inzicht in uw huidige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Frans in Breda ontvangt de cursist het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om verschillende taalniveaus te omschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in Frankrijk dezelfde taalvaardigheid heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook vaak toegepast: Common European Framework of References; CEFR. Het Europees Referentiekader (ERK) hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B Frans beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de Franse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
De cursist die niveau B Frans beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de Franse taal lijkt op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder andere eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en revisoren.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/editors. De vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels jarenlange ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te beoordelen of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, zoals een cursus Frans in Breda, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
Dagnall cursussen Frans in Breda zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
Dit houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Inschrijving in het juiste CRKBO-register is een voorwaarde voor de Belastingdienst om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut een lagere prijs berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze klanten en is eveneens een voordeel voor cursussen aan zowel zorginstellingen, de overheid, maatschappen als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder andere als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Breda
De juiste route naar een cursus Frans in Breda!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn met Nederland en Frankrijk, dan wordt het tijdverschil getoond op de navolgende klokken.
De tijden passen zich automatisch aan op de zomertijd, indien van toepassing. (De tijden passen zich automatisch aan op de zomertijd, indien van toepassing.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s in een mum van tijd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s in een mum van tijd.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Dan lichten de regio’s van Frankrijk één voor één op.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Als u uw cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Dan lichten de regio’s van Frankrijk één voor één op.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal hier zeker bij helpen.
Items zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Verschillende typische items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als openingszin.
Deze noemenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die hieronder staat over de Fransen, Frankrijk en de Franse cultuur, zal hier zeker bij helpen.
Items zoals bekende exportproducten, beroemde Fransen en typische Franse gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen hierbij opgesomd.
Verschillende typische items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante feiten over het land weten, kan uitstekend helpen bij een eerste contact of als openingszin.
Deze noemenswaardigheden over mens, cultuur en land kunt u eveneens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar ook de verkregen kennis over Frankrijk laten blijken.
Zo is het mogelijk dingen te weten komen over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Samen koken en eten verbindt mensen.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur weet men zeker te waarderen!
Zo is het mogelijk dingen te weten komen over specifieke Franse gerechten en de Franse eetcultuur.
Samen koken en eten verbindt mensen.
De taalbeheersing alsook uw kennis over Frankrijk, de Fransen en de Franse cultuur weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten de beroemde baguettes niet als maaltijd zelf, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
De Fransen zijn dol op vlees en halen ook hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
Het diner wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gekocht.
Vóór de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, vooral ’s middags.
De prijsstelling is relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, is in Frankrijk onbekend.
Een typisch Frans ontbijt is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De Franse hoofdmaaltijd is de lunch, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Dit begint doorgaans met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
De Fransen zijn dol op vlees en halen ook hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlevertjes of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
Het diner wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat de avondmaaltijd zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gekocht.
Vóór de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (een anijslikeur).
De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak wordt gegeten wat is overgebleven van de lunch.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, vooral ’s middags.
De prijsstelling is relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor velen roept Frankrijk direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een wit overhemd en een baret of T-shirt met Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Het Franse ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. De lunch is uitgebreid en warm, vaak met wijn erbij. En water. Fransen drinken over het algemeen bij het eten vrijwel altijd veel water. Het diner, ook warm, is wat later ’s avonds. Vers stokbrood wordt bij warme maaltijden gegeten. De zondagmiddag is voor een lunch met de familie geboekt. Een lunch kan de hele middag duren, want de beste gesprekken worden vaak tijdens de maaltijd gevoerd.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel bedrijven in Frankrijk geven hun werknemers vouchers om in een restaurant te kunnen lunchen. In Frankrijk worden kinderen vrij streng opgevoed en doen gewoon met alle maaltijden mee. Kinderen in Frankrijk eten hun menu met vier gangen zonder morren en drinken wijn, aangelengd met water. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen zowel kennen (weten) als kunnen (de toepassing van de kennis). Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de cursus Frans in Breda de verworven kennis beter toe te passen in de praktijk.
Voor u het weet, kunt u communiceren in het Frans. Wat een verrijking! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een vroege Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Het Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië, wat naast het gebied dat nu Frankrijk is, ook België omvatte, het westen van Zwitserland alsmede delen van Nederland en Duitsland.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
In de noordelijke streken sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en de zuidelijke streken langue d’oc; de talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk een gecultiveerde versie van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Ten opzichte van het Nederlands kent het Frans een hele andere uitspraak. Eén typisch verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord weer begint. Dit fenomeen heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt vooral bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zegt men in het Frans plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als Italiaans, Spaans, Portugees en Roemeens. De Franse taal is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Duits en Engels. Het Frans is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Engels, het Russisch, het Spaans, het Chinees en het Arabisch.
Men zegt dat de kreet in het tennis ‘15-0’ (fifteen-love) komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennis zou van het Franse jeu de paume zijn afgeleid.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De term ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Le Bé was een lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in de Franse taal spaties. Andere leestekens worden in het Frans ook door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait : etc.
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordjes of woordcombinaties die mensen gebruiken om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen voegen vaak aan het eind van een zin het woordje hein? toe, wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming van de luisteraar(s), ongeveer als: “Vind je ook niet?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’) of “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media bekijken, lezen en/of luisteren is bijzonder effectief om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. Het voordeel is dat u waarschijnlijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op op een vlotte manier veel woordenschat Frans bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De zender FIP is de best beluisterde publieke radiozender voor Franssprekenden.
Klik op het linker beeldscherm hierboven met het logo en luister direct live naar dit Franstalige radiostation.
NRJ
De zender NRJ is de meest beluisterde commerciële radiozender onder Franstaligen. Door op het beeldscherm rechtsboven met het logo te klikken, kunt u live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Favoriete televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, is eerst wellicht even wennen, maar u zult al gauw merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is de omroep France tv.
TF1
TF1 is de best bekeken Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse zenders kunnen middels de kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Breda
U kunt de cursus Frans in Breda op uw locatie volgen of in Breda, bijvoorbeeld bij het Coachhuis aan de Singel aan de Oranjesingel 11 in Breda. Ons instituut kan ook taalcursussen Frans in Breda verzorgen in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Princeville aan de Princenhagelaan 5, in Golden Tulip Keyser Breda aan de Keizerstraat 5, in Apollo Hotel Breda City Centre aan het Stationsplein 14, in Hotel Novotel Breda aan de Dr. Doctor Batenburglaan 74, in Hotel Campanile Breda aan de Minervum 7090, in Ingenhousz Breda aan het Doctor Jan Ingen Houszplein 42, in More-Itz aan de Nieuwe Jachthaven in Drimmelen en in Fletcher Wellness-Hotel Trivium aan de Trivium 72 in Etten-leur.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Breda kan bijvoorbeeld bij Breepark aan de Bavelseparklaan en bij het Chassé Theater aan de Claudius Prinsenlaan 8.
Breda - geschiedenis
In het jaar 1135 werd de naam ‘Breda’ voor het eerst genoemd in een document met betrekking tot een schenking aan de abdij van Affligem. In de late Middeleeuwen waren de stad Breda en de omgeving van Breda; de Baronie van Breda, in het bezit van de heren van Breda. In 1403 kwam Breda in het bezit van de heren van Nassau.
Sindsdien is Breda één van de twee Nederlandse Nassausteden. De andere Nassaustad is Leeuwarden.
Breda dankt zijn naam aan de rivier de Aa. De ‘brede Aa‘ was het punt waar de rivier de Aa en de rivier de Mark samenkomen.
Breda dankt zijn naam aan de rivier de Aa. De ‘brede Aa‘ was het punt waar de rivier de Aa en de rivier de Mark samenkomen.
Breda - nu
Breda ligt in het gebied De Baronie van Breda en is onderdeel van de Brabantse Stedenrij. Plaatsen in de buurt van de stad Breda zijn Bavel, Etten-Leur, Gilze, Oosterhout, Prinsenbeek, Rijen, Teteringen, Ulvenhout, Zevenbergen en Zundert.
Breda ligt in de provincie Noord-Brabant. De gemeente Breda telt ruim 183.000 inwoners.
Vlag gemeente Breda
Wapen gemeente Breda
Inwoners
Een inwoner van Breda is een ‘Bredanaar’, maar ook de benamingen ‘Bredaënaar’ of ‘Bredaër’ worden gebruikt.
Bekende Bredanaars zijn Pieter Bruegel de Oude, Robbert van de Corput (Hardwell), Corry Konings,
Bekende Bredanaars zijn Pieter Bruegel de Oude, Robbert van de Corput (Hardwell), Corry Konings,
Pierre Kartner, Sylvie Meis, Peter van der Vorst, Tijs Michiel Verwest (DJ Tiësto) en Herman van der Zandt.
Iets wat uit Breda komt, heet ‘Bredaas’, bijvoorbeeld Bredase spruitjes. Breda kreeg tussen 1198 en 1212 stadsrechten.
Iets wat uit Breda komt, heet ‘Bredaas’, bijvoorbeeld Bredase spruitjes. Breda kreeg tussen 1198 en 1212 stadsrechten.
Breda - internationaal & kernen
Partnerstad
Breda is de op twee na grootste stad van de provincie Noord-Brabant. De partnerstad van Breda is Wrocław in Polen.
Kernen
Onder de gemeente Breda vallen eveneens Prinsenbeek, Bavel, Teteringen en Ulvenhout.
Vlag provincie Noord-Brabant
Wapen provincie Noord-Brabant
Typisch Bredaas
Denk je aan Breda, dan denk je aan het huis Nassau. Breda staat als Oranjestad bekend en heeft vele Nassaumonomenten.
Ook is Breda een garnizoensstad waar de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Militaire Academie gevestigd zijn.
Breda fungeert als plezierige winkelstad (sfeervolste
Ook is Breda een garnizoensstad waar de Koninklijke Luchtmacht en de Koninklijke Militaire Academie gevestigd zijn.
Breda fungeert als plezierige winkelstad (sfeervolste
binnenstad van Nederland in 2017) en hart van West-Brabant.
Minder algemeen bekend is dat Vincent Van Gogh familie in Breda had. De opa van Vincent Van Gogh was dominee in de Grote Kerk.
Breda - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat Vincent Van Gogh familie in Breda had. De opa van Vincent Van Gogh was dominee in de Grote Kerk.
Bredaas dialect en accent
Typerend voor het Baronies dialect is de aai in plaats van de ‘ei/ij’ (‘wij’ wordt waai).
De ‘ui’ wordt vaak een oi.
De ‘g’ is ‘zacht’ en soms wordt de ‘h’ aan het begin van een woord weggelaten, net als in het Vlaams.
Typisch voor het Baronies is ook het omdraaien van ‘ps’ in sp (spycholoog).
De ‘ui’ wordt vaak een oi.
De ‘g’ is ‘zacht’ en soms wordt de ‘h’ aan het begin van een woord weggelaten, net als in het Vlaams.
Typisch voor het Baronies is ook het omdraaien van ‘ps’ in sp (spycholoog).
Verkleinwoorden eindigen niet op -je maar op -ke (vrouwke in plaats van ‘vrouwtje’).
De achtertuin heet in Breda d’n plots (‘de plaats‘) en als je iets/iemand zoekt, kan een Bredanaar vragen: “Wa zeekoe?” (“Wat zoek je?”). Het is “kiezen of delen” in het Bredaas: T’is aajeren of jong. Bij iemand komen eten: Op de klep vallen.
De achtertuin heet in Breda d’n plots (‘de plaats‘) en als je iets/iemand zoekt, kan een Bredanaar vragen: “Wa zeekoe?” (“Wat zoek je?”). Het is “kiezen of delen” in het Bredaas: T’is aajeren of jong. Bij iemand komen eten: Op de klep vallen.
“Breda brengt het samen”
Breda - zakelijk
De gemeente Breda
Het netnummer van Breda is 076.
Het postcodegebied van Breda is 4800 - 4839.
Het adres van het gemeentehuis van Breda is Claudius Prinsenlaan 10, 4811 DJ in Breda.
De website van de gemeente Breda is Breda.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Breda is 14 076.
Zakendoen in Breda
Voor Bredase ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Breda aan de Mozartlaan 7, 4837 EH in Breda. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Breda is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Breda is KVK-kantoor Breda.
Breda - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Breda op bedrijventerrein Emer-Zuid, Hazeldonk-Meer, Heilaar, Hintelaken, Hoogeind, Krogten, Muizenberg, Rithmeesterpark, Steenakker of op bedrijventerrein Werkdonken.
In Breda bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A Brand New Day (Aperol, Berentzen Apfelkorn, Campari, Crodino, Finlandia, Jack Daniel’s, Grand Marnier, Monin, Puschkin, Schweppes Premium Mixers, Southern Comfort, Stroh etc.), Actief Groep, Actief Werkt, Alfa Laval, Alphabet Lease, Alpro Nederland, Amgen, Anheuser-Busch AB InBev (Beck’s, Budweiser, Corona, Dommelsch, Hertog Jan, Hoegaarden, Jupiler, Leffe, Stella Artois, Tripel Karmeliet etc.), Bauknecht, Beckers Benelux, BIC Netherlands (BIC, Tipp-Ex Rapid), Bosch Power Tools (Bosch, Dremel), BKV, Caligen, Camps Food, Carl Zeiss, Clarks Shoes Benelux, Contraso (Gas, Umbro Benelux), Cook & Boon Coffeeroasters, Dawn Foods Benelux, De’Longhi Nederland, Dynaudio Benelux, EG Group, Einhell, Elka Pieterman Group (Scanpart), Euromate, ExxonMobil Benelux (Esso, Mobil 1), Ferrero Nederland (Ferrero Rocher, Nutella, Kinder,
In Breda bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: A Brand New Day (Aperol, Berentzen Apfelkorn, Campari, Crodino, Finlandia, Jack Daniel’s, Grand Marnier, Monin, Puschkin, Schweppes Premium Mixers, Southern Comfort, Stroh etc.), Actief Groep, Actief Werkt, Alfa Laval, Alphabet Lease, Alpro Nederland, Amgen, Anheuser-Busch AB InBev (Beck’s, Budweiser, Corona, Dommelsch, Hertog Jan, Hoegaarden, Jupiler, Leffe, Stella Artois, Tripel Karmeliet etc.), Bauknecht, Beckers Benelux, BIC Netherlands (BIC, Tipp-Ex Rapid), Bosch Power Tools (Bosch, Dremel), BKV, Caligen, Camps Food, Carl Zeiss, Clarks Shoes Benelux, Contraso (Gas, Umbro Benelux), Cook & Boon Coffeeroasters, Dawn Foods Benelux, De’Longhi Nederland, Dynaudio Benelux, EG Group, Einhell, Elka Pieterman Group (Scanpart), Euromate, ExxonMobil Benelux (Esso, Mobil 1), Ferrero Nederland (Ferrero Rocher, Nutella, Kinder,
Tic Tac), Forever 21, General Motors Nederland, GoodLife Foods, Grass Valley, Haribo Maoam The Netherlands & Belgium, Hero Benelux, Iglo Nederland, Izico Nederland (Beckers), Distributiecentrum Jumbo, Kemppi Benelux, Kenwood Nederland, KitchenAid, Krohne Oil & Gas, Lamb Weston/Meijer, Le Creuset Nederland, Lekker Fris Drinks Company (Arizona, Duchess, Evian, Monin, Oasis, Dr Pepper, Orangina, Schweppes etc.), Meinselect, Merlo Import Benelux, OLS (Kharma luidsprekers), Passina, Perfetti Van Melle Benelux (Chupa Chups, Fruitella, Klene, Mentos, Meller Smint etc.), Piaggio, Vespa & Moto Guzzi Nederland, Rousch, Royal Begemann Group, Royal Cosun (Aviko, ScientiQ Staffing, Suikerunie, Van Gilse, Wester), S.V.Z. International, Scania, Skil, Spider Logistics, Spie, Sulzer, Synthos, Texaco, Van Gils Fashion, Vinçotte, Whirlpool, WW Weight Watchers Nederland, Zwiesel Kristallglas, Buiteman Savoury Biscuits & Twists in Etten-Leur, Chocolaterie Boulanger in Etten-Leur en Puratos Nederland in Zevenbergen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Bredaas nieuws
Het Bredase nieuwsportaal is Breda Vandaag en Bredase ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Brabant - Nieuws.
Ondernemers in Breda kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Ondernemers in Breda kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Brabant.
Bredanaren en ondernemingen in Breda kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant Het Stadsblad, BN De Stem - Breda en het Algemeen Dagblad - Breda.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Breda
Cultuur
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Breda een bezoek brengen aan het Begijnhofmuseum, aan Galerie Chassé Theater, aan het Miniaturen- en poppenhuismuseum, aan het Princenhaags Museum, aan Reptielenhuis De Aarde of aan het Stedelijk Museum Breda.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Bredase voetbalclub NAC, Baronie, PCP of JEKA meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Breda kunt u terecht bij Tennisvereniging Markant, bij BLTV of bij Tennisvereniging Prinsenbeek in Prinsenbeek.
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus Frans in Breda of met uw Franstalige (zaken)relatie als ontspanning een balletje te slaan en/of gezellig een hapje te eten of iets te drinken? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de buurt van Breda ontdekt voor een compleet middagje/dagje uit.
De nabijgelegen golfbaan voor Breda is Golfpark De Haenen in Teteringen. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Laan der Continenten 70, 4847 DG in Teteringen. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 076-578 39 50. De website van de golfbaan is www.dehaenen.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij brasserie De Haenen. Golfpark De Turfvaert is nog een golfbaan in de buurt van Breda.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Breda die tevens op Youtube staan.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk en Breda op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
U kunt direct op het rode logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk en Breda op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Breda te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen goed van pas komen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen goed van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Breda
Google Maps Frankrijk
Google Maps Breda
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Bredaas nieuws
Hieronder kunt u het meest recente nieuws uit Frankrijk en Breda lezen van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Bredaas nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u communiceert of zakendoet met Fransen,
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Bredaas nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u communiceert of zakendoet met Fransen,
is het handig en prettig om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Fransen de straat op uit protest tegen benoeming centrumrechtse premier - NOS
- Duizenden linkse kiezers betogen tegen Franse president Macron en kersvers premier Barnier - VRT.be
- 110.000 Fransen de straat op tegen Macrons keuze voor nieuwe premier - NU.nl
- Lourdesgrot heropend na overstromingen in zuidwesten van Frankrijk - NU.nl
- LIVE Frankrijk-België (20u45): Veel wissels bij Frankrijk en wie vervangt De Cuyper? - Voetbalkrant.com
- Groep vermoedelijke plofkrakers gearresteerd in Frankrijk, 6 uit regio Utrecht - RTV Utrecht
- Frankrijk vraagt EU uitstel voor indienen plan begrotingstekort - BNR Nieuws
- Italië verrast Frankrijk in Nations League, België wint 'thuisduel' van Israël - NOS
- Zes Nederlandse plofkrakers opgepakt in Frankrijk - Crimesite
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- DIRECT. Nouveau gouvernement : Michel Barnier aura mardi une première rencontre avec les députés du groupe macroniste Ensemble pour la République - franceinfo
- France - Belgique : à quelle heure et sur quelle chaîne voir le match de Ligue des Nations des Bleus ? (Foot) - L'Équipe
- Air polaire et baisse des températures en France : voici où il va faire le plus froid cette semaine - Le Journal du Pays Yonnais
- Abbé Pierre : Emmaüs «réfléchit» à une indemnisation des victimes - Le Figaro
- Entre la France et l’Algérie, l’histoire d’une éternelle rechute - Le Monde
- France: la prévision de croissance estivale abaissée sur fond d'incertitude - Actu Orange
- La fin des JO 2024, le sacre de Sinner, les Bleus giflés par l'Italie... Les infos sport du week-end - FRANCE 24
- Actualités météo: Arrivée brutale de l'automne cette semaine ! 09/09/2024 - Meteo Paris
- La prévision de croissance de la France abaissée de 0,5 % à 0,4 %, selon l’Insee - Le Parisien
Nieuws uit Breda
- Flinke ravage op de A16 bij Breda door botsing met zes voertuigen, een ernstig gewonde - BD.nl
- Grote ravage op A16 door ongeval met meerdere voertuigen en gewonden - BredaVandaag.nl
- Flinke ravage op de A16 bij Breda door kettingbotsing, automobiliste uit auto gehaald door de brandweer - BN DeStem
- Achtervolging door Breda abrupt ten einde: dronken chauffeur botst tegen lantaarnpaal - AD
- Dronken chauffeur negeert stoptekens en botst in Breda tegen lantaarnpaal - BN DeStem
- Achtervolging door Breda abrupt ten einde: dronken chauffeur botst tegen lantaarnpaal - Eindhovens Dagblad
- Doorgaand verkeer Prinsenkade definitief verleden tijd? ‘Die betrekkelijk rust bevalt eigenlijk wel’ - BN DeStem
- Doorgaand verkeer Prinsenkade definitief verleden tijd? ‘Die betrekkelijk rust bevalt eigenlijk wel’ - Provinciale Zeeuwse Courant
- Doorgaand verkeer Prinsenkade definitief verleden tijd? ‘Die betrekkelijk rust bevalt eigenlijk wel’ - AD
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall Taleninstituut verzorgt onder meer maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees in Breda.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Breda.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Breda.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een vreemde taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Breda en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten