Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Beverwijk.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Beverwijk in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden taaltrainingen Frans op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve de algemene taalcursussen Frans met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen Frans te leren in Beverwijk. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om Frans te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Beverwijk.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode, samen met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Beverwijk. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursist.
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Beverwijk worden gegeven.
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Beverwijk en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen Frans is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een extra Frans woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waar studenten Frans met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór de jaren zeventig voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Frans beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een erg effectieve methode is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier de Franse taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de Franse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerenden krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gespeeld. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor hebben lerendne geen last zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Frans een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerenden om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Frans van de studenten goed gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de lerende en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo is de taalles Frans nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Bijna elk item kan worden besproken in Dogme-lessen. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taalles.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreren de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Frans bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de leermethodiek kan ook in grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden gestimuleerd veel Frans te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij de Directe Methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. De methode biedt voor meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een actieve inzet door de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaldocent Frans is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van het Frans vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de traineren vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en ze kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers Frans en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is zeer eenvoudig in gebruik en studenten kunnen de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een minpunt van de methode is dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. De Franse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuren van het Frans worden niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Franse vertaling, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer Frans om de lerende te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een extra Frans woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waar studenten Frans met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór de jaren zeventig voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Frans beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een erg effectieve methode is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier de Franse taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de Franse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerenden krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gespeeld. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor hebben lerendne geen last zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Frans een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerenden om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Frans van de studenten goed gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de lerende en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo is de taalles Frans nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Bijna elk item kan worden besproken in Dogme-lessen. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taalles.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreren de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Frans bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de leermethodiek kan ook in grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden gestimuleerd veel Frans te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij de Directe Methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. De methode biedt voor meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een actieve inzet door de student uitgaat.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaldocent Frans is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van het Frans vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de traineren vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Beverwijk.
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Beverwijk op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Beverwijk beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Dagnall Talen leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het volgende hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen (Frans) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Beverwijk, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), knoflook, champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
In vergelijking met het Nederlands kent het Frans een geheel andere manier van uitspreken. Eén kenmerkend verschil met de Nederlandse taal is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor je niet kunt horen waar een woord stopt en het woord erna weer begint. Deze gewoonte noemt men liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen in plaats van les amis: ‘lezzamie’
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: portefeuille, toilet, bureau.
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in het Frans spaties. Ook andere leestekens worden in de Franse taal door een spatie voorafgegaan, zoals « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woordjes die worden gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het Nederlandse ‘hè?’.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoordje ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Vind je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
De radiozender FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Franse radiozender luisteren.
NRJ is de meest bekende commerciële Franse radiozender. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om direct live te luisteren naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete serie of televisieprogramma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
TF1 is de meest bekende Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse televisiestations kunnen middels de internet, kabel, satelliet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnerstad van Beverwijk is Wronki in Polen.
In het verleden was Neuwied in Duitsland ook een partnerstad van Beverwijk.
De gemeente Beverwijk omvat ook Wijk aan Zee.
Het netnummer van Beverwijk is 0251.
Het postcodegebied van Beverwijk is 1940 - 1948.
Het adres van het gemeentehuis van Beverwijk is Stationsplein 48, 1948 LC in Beverwijk.
De website van de gemeente Beverwijk is Beverwijk.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Beverwijk is 0251 256256.
Voor Beverwijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is KVK-kantoor Alkmaar.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Beverwijk laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Beverwijk een bezoek brengen aan het Museum Kennemerland of aan het Siplo’s game experience museum.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Beverwijkse voetbalclub DEM, SV Beverwijk of BVV de Kennemers meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Beverwijk kunt u terecht bij BLTC Westerhout, bij Arthur Hoorn’s Racketcentre of bij L.T.C. D.E.M..
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Beverwijk van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Daarom hebben organisaties die in de taalkennis en taalopleiding van de werknemers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall Talen biedt u precies wat u zoekt: effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Beverwijk.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal.
Verschillende bedrijfstakken spreken hun eigen taalgebruik en hanteren hun eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Beverwijk in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden taaltrainingen Frans op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Taleninstituut kan iedereen Frans leren op een manier die het beste bij hem of haar past. Organisaties zijn behalve de algemene taalcursussen Frans met name in de werkgerelateerde cursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klant. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met zeer goede recensies en beoordelingen Frans te leren in Beverwijk. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie Dagnall Talen
Onze filosofie is om Frans te leren met plezier en gemak en zonder schroom. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen leert.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werken wij met methodes die het leren voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maken.
Met onze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met vijftien minuten dagelijks oefenen, brengt Dagnall Talen de cursist in grote stappen naar het beoogde taalniveau.
Dagnall Taleninstituut is een partner voor iedereen die Frans wil leren in Beverwijk.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall Taleninstituut stelt uw leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het ERK (Europees Referentiekader) het huidige en gewenste niveau wordt vastgesteld, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
De trainer evalueert na enkele lessen Frans de inhoud en de voortgang van de taalcursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling uiteraard worden bijgesteld.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de resultaten die door de deelnemers zijn behaald. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Beverwijk
Ons bedrijf verzorgt sinds 1982 taalcursussen Frans op maat zakelijk in Beverwijk en omliggende gemeenten voor bedrijven, (semi)overheid en andere non-profitorganisaties. Ons bedrijf werkt met ervaren en kundige taaltrainers Frans die al talloze trainingen voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties hebben mogen verzorgen.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall zeer betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Beverwijk. Dagnall Talen zorgt voor uitstekend rendement; rendement door maatwerk!
Betaalbaar maatwerk Frans in Beverwijk sinds 1982
Taal op de werkvloer
Cursus Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Veel bedrijven zijn inmiddels bekend met cursussen (Frans) die zijn toegespitst op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
Mensen met beperkte of zonder beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in de werkomgeving en willen sneller en/of beter communiceren op de werkplek.
De werkinstructies op de werkvloer willen zij goed kunnen begrijpen en op kunnen volgen. De medewerkers willen graag hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Dit vergt een investering in werknemers en in de ontwikkeling van de organisatie is derhalve nodig.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Beverwijk naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen gefocust op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals het vergroten van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Beverwijk) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo plezierig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij door een mix van deze beproefde leermethode, samen met aandacht voor de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie.
Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Beverwijk. Onze, door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die zeer geschikt is voor de cursist.
Effectief Frans leren in Beverwijk bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart aan ons kunt overlaten.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Wij maken voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te borgen.
Uiteraard kunnen deze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Beverwijk worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Beverwijk
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Beverwijk en omgeving.
Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall staan al vele jaren bekend voor maatwerk, persoonlijke aandacht en het hoogste rendement.
De individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl en de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Ons taleninstituut biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren.
De groep wordt zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen.
Onze groepscursussen zijn maatwerk taalcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, de leerstijl, het taalniveau en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans omdat in vrij korte tijd behoorlijk veel informatie wordt opgenomen.
Doordat de taalcursus intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is nog een groot voordeel van een individuele taalcursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de deelnemer en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer.
De leervordering is optimaal doordat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus ideaal worden afgestemd op de agenda van de cursist zodat het leerschema en het tijdmanagement optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Frans is vooral de interactie met de andere deelnemers; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot voordeel is de zogenaamde groepsdynamiek; van elkaars foutjes kunnen leren en communiceren in de doeltaal met elkaar. Deze afwisseling kunnen de deelnemers leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat meerdere medewerkers tegelijktijd worden getraind en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt.
Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen met de taaltrainer worden gedaan en gevoerd.
De geleerde kennis kan niet worden geoefend in groepsverband doordat er geen interactie met andere lerenden is.
Doordat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars foutjes te leren.
De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor deelnemers.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets eerder worden afgeleid. Daardoor ligt het rendement iets lager. Door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen), kan dit deels ondervangen worden.
Een groepscursus Frans kan ook minder goed afgestemd worden op individuele leerstijlen.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed op de agenda van de individuele cursist afgestemd kan worden.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen geeft taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Dagnall Talen verzorgt daarom de taaltrainingen ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Dagnall Talen verzorgt daarom de taaltrainingen ook incompany of online.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans kiezen. Het combineren van deze trainingen is eveneens mogelijk.
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
Wij staan voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een extra Frans woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waar studenten Frans met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór de jaren zeventig voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Frans beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een erg effectieve methode is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier de Franse taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de Franse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerenden krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gespeeld. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor hebben lerendne geen last zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Frans een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerenden om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Frans van de studenten goed gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de lerende en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo is de taalles Frans nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Bijna elk item kan worden besproken in Dogme-lessen. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taalles.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreren de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Frans bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de leermethodiek kan ook in grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden gestimuleerd veel Frans te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij de Directe Methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. De methode biedt voor meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een actieve inzet door de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaldocent Frans is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van het Frans vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de traineren vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd gevonden met een tekst in twee talen, door middel waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Rosetta Stone is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van deze methode is uitgebracht in 1996.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren met behulp van een computer. De taalcursussen zijn beschikbaar in ruim dertig verschillende talen en ze kunnen vanuit al deze talen worden gevolgd.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de wijze nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. De Rosetta Stone-methode gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers Frans en foto’s voor het overbrengen van de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans). Er is een programma om spraak te herkennen dat de Franse uitspraak registreert en een schematische weergave hiervan maakt. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans) te vergelijken. Verbetering van de uitspraak kan worden bereikt door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en de studenten daarna veel na te laten zeggen.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan met de mogelijkheid om deze fouten van de student te corrigeren.
Het programma biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
De Rosetta Stone-methode wordt wereldwijd veel ingezet, ook door grote en bekende organisaties. Onder meer het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken en de NASA maken gebruik van Rosetta Stone. In ons land wordt Rosetta Stone door een aantal ministeries en veel universiteiten en hogescholen, alsook door een aantal internationale organisaties toegepast.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode is zeer eenvoudig in gebruik en studenten kunnen de methode op ieder moment gebruiken. Welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben, kunnen de studenten zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Voor scholen kan Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan trainers. Een minpunt van de methode is dat geen taaltrainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij introduceerde in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden daarna worden nagesproken en weer herhaald. De Franse voorbeeldzinnetjes van de cursus zijn ingesproken door moedertaalsprekers. De cursussen van Pimsleur zijn op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling gebaseerd. De les biedt een audio-opname van een half uur die nieuwe woordenschat en structuren bevat in het Frans. De grammaticale structuren van het Frans worden niet apart uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoeken gedaan naar het optimale interval waarin kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur cursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met Pimsleur variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methodiek van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier Frans praten in een normaal tempo.
Een minpunt van de leermethodiek is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het uitgangspunt van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De taalcursussen zijn audiolessen (Frans), door twee acteurs ingesproken; een vrouwelijke en een mannelijke. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. De student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursist op de pauzeknop drukt en deze vraag eerst zelf beantwoordt. Er zijn geen huiswerkopdrachtenen er hoeft niet uit het hoofd geleerd te worden. De lessen worden in delen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met bekende Franse lesstof afgewisseld. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als die verbanden er zijn. Grammaticale uitleg wordt eveneens gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende het voorgaande heeft begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de student zelf zinnen construeren. Ook maakt de methodiek gebruik van flashcards zodat de lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel lerenden zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans en vinden de Michel Thomas-methode prettig werken. De gebruikers die al wat verder zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De Michel Thomas-methode is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, kan als een nadeel worden gezien. Er is ook geen werkelijke interactie, omdat de methode een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De lerenden besteden idealiter ruwweg twintig minuten per dag aan de taalcursus.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. Ernaast staat de Franse vertaling, samen met toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ruwweg vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De taalcursussen zijn relatief voordelig en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de methode van Assimil is dat de gebruikers in hun eigen snelheid kunnen leren op het moment dat dit het beste uitkomt. Het nadeel hierbij is, geldt wat voor alle taalcursussen met een computer, dat de lerende aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer Frans om de lerende te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuur worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en als het ware automatisch worden. De trainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen om daarna een extra Frans woord toe te voegen De audiolinguale methode werkt veel met de zogeheten talenpractica, waar studenten Frans met een koptelefoon naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas aangeboden wanneer het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de audiolinguale methode pas rond het jaar 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de betekenisloze driloefeningen. Het gebeurde wel eens dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica al gauw in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Nu was alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om het gebruik van de grammatica. De luistervaardigheid (Frans), die vóór de jaren zeventig voor de meeste docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor mensen die Frans beginnen te leren effectief. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijk heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het risico op enige passiviteit en onvoldoende betrokkenheid en motivatie dreigt. Een ander bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo gemakkelijk in levend taalgebruik Frans zijn om te zetten.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. De methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. Deze Franse zinnen of woorden van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerenden. Het is niet het idee om de woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, maar door blootstelling gaat dit eigenlijk vanzelf. De woordenlijst wordt steeds bijgewerkt; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode beweren dat deze woorden op de woordenlijst of zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de student worden opgeslagen, maar geheugenwetenschappers betwijfelen dat. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen onthouden wanneer de kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. Deze methode kan werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en van betekenis zijn.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteun te gebruiken, kan deze GoldList-methode werken. Omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt, werkt het met de hand schrijven effectiever dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Talen zijn veel meer dan een reeks losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is deze methode bijzonder tijdrovend; er dienen steeds handgeschreven woordenlijsten te worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen ontwikkeld in 1983.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken. Op die manier leert men onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met de nodige visuele hulpmiddelen. Het streven is een leeromgeving zonder stress. Een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en minder op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De leermethode is het meest effectief als de studenten worden ondergedompeld in het Frans. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de nadruk wordt gelegd op de praktijk en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het feit dat onderdompeling een erg effectieve methode is, is vaak bewezen. De Natural Approach is een populaire methode van lesgeven bij taaltrainers Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor lerenden. Maar er is ook kritiek op de natuurlijke aanpak. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans gelegd. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven steken door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier de Franse taal te leren. De studenten krijgen de kans om een persoonlijke band met de Franse taal op te bouwen. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, blijft het geleerde voor een langere tijd onthouden.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Fries en Robert Lado ontwikkeld in de jaren 50.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
Deze Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode die als doel heeft om de student vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert de beheersing van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden aan de student aangeboden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, gezichtsuitdrukking en handelingen. De structuren die het meest worden gebruikt, worden als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luisteren en spreken) worden hierbij in de eerste instantie gebruikt; lezen en schrijven volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (de spreekvaardigheden en de schrijfvaardigheden), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerenden krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situatie bepaalde bepaalde Franse woorden of woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct ervaringen van succes. De eigen input van de studenten is beperkt; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Communicatief taalonderwijs (Engelse naam: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse naam: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van talen legde. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs gaat uit van de gedachte dat interactie het uiteindelijke streven is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van de CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie worden gebruikt. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en docenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt om te communiceren in het Frans.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol waren gebleken. In (een verdere eenwording van) Europa ontstond meer behoefte om een taal te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
De CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel voordelen. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Omdat authentieke materialen worden gebruikt, leren studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. De methode is efficiënt. Voor de studenten is het stimulerend doordat zij snel succes ervaren. Foutjes maken mag; de vaardigheid wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat er minder aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaltrainer en vraagt een actieve deelname van de lerende. Afhankelijk van de achtergrond, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren afwijkend of lastig. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint de taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en niet zo zeer om de vorm en de methode biedt als zodanig geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Taaldocenten leerden de studenten om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Dit werd op een andere manier gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica in het middelpunt stond rond het jaar 1783. Meidinger wordt als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn. Latijn was de taal van religie, wetenschap en cultuur. Het onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van de klassieke schrijvers en was volledig gericht op de grammatica en het vertalen. Deze aanpak werd als wetenschappelijk en degelijk beschouwd. De Grammatica-/vertaalmethode gaat uit van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de studenten inzicht ontwikkelen. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
Al sinds halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks is tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode van grote invloed geweest op het taalonderwijs.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan mensen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt deze grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. Deze methode biedt eveneens inzicht in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal gaat om literair taalgebruik. De methode biedt geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij lerenden bij het leren in een groep. De lerenden zijn slechts toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wereldwijd gebruikt, en dan met name op middelbare scholen waarbij een schoolvak (zoals het vak wiskunde) wordt onderwezen in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ bekend als de methode die wordt gebruikt bij bijvoorbeeld onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling houdt in dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, direct vanaf het begin omgeven wordt door de nieuwe taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; in het begin langzaam en met veel herhalingen en later op een natuurlijkere manier. De student wordt ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt de leeromgeving veelal in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. Studenten oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepjes. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld verblijven in een gastgezin.
Populariteit
Onderdompeling wordt gezien als een zeer goede leermethode voor vreemde talen. Hoofdzakelijk de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaten laat zien, omdat de leermethode behoorlijk intensief is. Het is ‘sink or swim’, de student moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Studenten ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Een bijkomend nadeel kan zijn dat een dergelijke training Frans nogal intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren ontwikkeld in de zeventig jaren van de vorige eeuw. Suggestopedia is door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov ontwikkeld.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op het principe van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen studenten en de docent (Frans) zijn hiervoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat de lerende zich veilig voelt en ontspannen is. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten tijdens de lessen in comfortabele stoelen die in een halve cirkel werden geplaatst en in de klas werd altijd achtergrondmuziek gespeeld. De leermethodiek zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit teksten voorlezen, terwijl op de achtergrond klassieke muziek werd gespeeld of natuurgeluiden waren te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Het voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De studenten werden zo overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren voor de student, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en ook (Franse) streekgerechten werden in de les gemaakt en geproefd.
Populariteit
De methode Suggestopedia was omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methode wordt nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressies en gebaren bij het lezen van teksten in de doeltaal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie creëert een ontspannen en veilige sfeer in de les. Hierdoor hebben lerendne geen last zullen van faalangst of frustratie. Voor immigranten kan deze sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt muziek bij aan betere leerprestaties. Een ander pluspunt van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om zich in te leven in de situaties en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Voor sommige studenten is dit tegelijkertijd een nadeel, want niet iedereen is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommigen afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de relatie taaldocent-student niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, is in 1976 door de Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran en professor Paul La Forge ontwikkeld.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Deze methode is op de counseling-benadering gestoeld waarbij de trainer optreedt als een counselor die de zinnen van lerenden parafraseert. De studenten beginnen een gesprek. Zijn de studenten de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig, dan spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt. De uitspraken van de docent worden hierna zo nauwkeurig mogelijk herhaald. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien daarna opnieuw te beluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen met behulp van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Het succes van CLL is sterk afhankelijk van de kunde van de trainer-counselor. De docent dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden uitstekend te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan prima functioneren als deze correct wordt toegepast. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de studenten veel autonomie. Veel studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Met deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren te werken als een team. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden deel van het actieve vocabulaire van lerenden.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat sommige studenten deze sturing wel nodig hebben, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de lessen is daardoor lastig te meten. Een aantal studenten wordt in hun Frans spreken geremd wanneer zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en het produceren van ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De lerenden verwerven al doende inzicht in de patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering neemt woordenschat Frans een grotere plaats in dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die regelmatig voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht geschonken maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerende (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er is veel ruimte voor de lerenden om zelf de Franse taal te ontdekken.
De rol van de docent Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Door de invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de laatste dertig jaar de leerboeken aanmerkelijk anders geworden. Bij deze methode wordt veel meer aandacht geschonken aan woordenschat die in zogenaamde chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Michael Lewis streefde; de drastische verandering in de manier waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Door het werken met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal, leren de studenten op een natuurlijke wijze de Franse taal te gebruiken. Er ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het nadeel van de methode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkend is van de aangeleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een trainer Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in 1880 door de Franse taaldocent François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige manier van taalverwerving, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De seriemethode van Gouin was zijn tijd ver vooruit. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. De leermethode werd echter door Maximilian Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
Door de Series method van François Gouin worden de mondelinge vaardigheden Frans sterk ontwikkeld en het zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer in de taalles.
Gouin’s taalmethodiek biedt levendig taalonderwijs. Doordat het gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit type taalonderwijs Frans enthousiasme bij de studenten op. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De Franslerenden worden nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. Door de methode van François Gouin worden de communicatieve competenties Frans van de studenten goed gestimuleerd.
De methode heeft als nadeel dat taal die iets meer subjectief of abstract is, lastig in één duidelijke ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan reeksen voor moet bereiden. Ten derde richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de competentie van lezen en schrijven.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De gedachte erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een hulpmiddel om bepaalde taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) vereist is. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, boodschappen doen, bellen met de klantenservice, iets te drinken bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de student zich eerst op de taak voorbereidt, de taak vervolgens uitvoert en tot slot op de taak terugblikt. De studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. De taken moeten iets boven het taalniveau van de student Frans liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Vanaf de vroege jaren negentig is taakgericht onderwijs zeer populair geworden, zeker in het taalonderwijs. Taakgericht taalonderwijs de meest bruikbare vorm te zijn voor het verhogen van de taalvaardigheid bij de studenten (vooral de studenten in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij de lerenden worden uitgedaagd om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, mits de taak goed bij de lerende aansluit. Lerenden komen op een natuurlijke, alledaagse manier in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als motiverend en plezierig ervaren .
Als keerzijde kan worden genoemd dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet heel nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’) in het jaar 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
‘Dogme 95’; de beweging van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit het jaar 1995, vormde de inspiratie voor Dogme Language Teaching. Bij het maken van films confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme-onderwijs van vreemde talen streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die onbelast is door enig voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van de Dogme-methode is het starten van echte inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de aanjager van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Deze leermethode is daarom een communicatieve aanpak voor onderwijs, die taalonderwijs zonder lesboeken wil bieden of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan richt op communicatie tussen de lerende en de taaldocent. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging in de film, tien uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, stelt Thornbury dat de parallellen met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Dat er nauwelijks voorbereiding nodig is, is een pluspunt voor docenten Frans. De studenten zijn verantwoordelijk voor het eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo is de taalles Frans nooit voorspelbaar. Dit zorgt voor spontane communicatie en geeft verveling geen kans. Bijna elk item kan worden besproken in Dogme-lessen. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
De studenten kunnen zich echter wel wat minder op hun gemak voelen als ze zo weinig door de taaldocent bij de hand genomen worden. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak dienen voor te bereiden op een bepaald examen Frans, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof aan de orde komt tijdens de taalles.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering is een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de term ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren de activiteiten uit. Begrip is belangrijker dan productiviteit. De nadruk ligt op Franse woordenschat alsook cultuur. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze fase duurt ruwweg 100 uur. In fase 1 concentreren de ‘groeiende deelnemers’ zich op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze duurt ruwweg 150 uur en nu begint de deelnemer het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die gedeeld worden tussen culturen en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. De deelnemers en verzorgers beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode beginnen deelnemers zich te richten op taalgebruik van de moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Ook het Frans dat nodig is voor het werk wordt geleerd. Fase 6 is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog vrij nieuw en er is nog vrij weinig bekend over het succes van de methode. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-benadering biedt een duidelijk inzicht op het proces van taalverwerving Frans. De zes fasen bieden haalbare doelen en een duidelijk tijdspad. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of tenminste elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. De techniek werkt eenvoudig: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Bij deze methode is het niet belangrijk om de Franse tekst ook te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank van de te leren taal. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo vaak geoefend tot het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan Frans kan spreken met de opname. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben uitgesproken. Zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende teksten, zijn diverse leerboeken geschikt voor deze methode. De Franse audio-opname dient ideaal bezien wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. omdat beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling om tijdens het spreken te gaan lopen, het liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans veel effectiever wordt, is een bijkomende grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale drills gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende tekst. Bij Shadowing is eveneens simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de methode is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat studenten het soms wat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen door middel van handelingen en bewegingen leren. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die opdrachten uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans is de basis, daarna komt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de studenten doen deze opdrachten na. In het begin wordt van de studenten nog niet verwacht dat zij Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels aangepast.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door het combineren van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel bij Engels taalonderwijs op de basisschool. Maar ook middelbare scholieren en volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methode zorgt voor een snelle succeservaring, wat het plezier in het leren van het Frans bevordert. Het zorgt een stressvrij leerproces. De methode van TPR® is in principe geschikt voor elke doelgroep, ongeacht welke leeftijd of achtergrond en de leermethodiek kan ook in grotere klassen gebruikt worden. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten kan worden uitgedrukt, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de methodiek tot op een bepaald niveau werkt en daarboven een andere methodiek (als aanvulling) nodig is. Daarnaast is de leermethodiek niet bijzonder creatief. De studenten leren niet om hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer) bedacht eind jaren tachtig van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is als tegenreactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Rond 1900 ontstond een Reformbeweging met nieuwe visies over talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens ging deze Reformbeweging niet alleen over het leren van vreemde talen, maar eveneens over voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Men streefde, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, omstreeks 1900 naar natuurlijke manieren van leven en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, door middel van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten studenten hieruit afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans). Studenten werden gestimuleerd veel Frans te spreken. Het was eveneens nieuw dat de lessen in het Frans werden gegeven. In de taalles werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) vocabulaire werd aangeleerd aan de hand van plaatjes en voorbeelden. Abstracte vocabulaire werd door de lerenden aangebracht voor het associëren van ideeën.
Populariteit
Deze vernieuwingsgolf van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne vorm van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het belangrijke pluspunt van de Directe Methode is dat deze methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken. Hierdoor krijgen de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans. Nadelen kent de Direct Methode echter ook. Voor schrijfvaardigheid (Frans) is bij de Directe Methode zeer weinig aandacht en voor lezen in de doeltaal weinig. De methode biedt voor meer gevorderde lerenden Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de leermethode van een actieve inzet door de student uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
De Manesca-methode is op hetzelfde principe gebaseerd als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Om die reden wil Manesca niet met abstracte lijstjes en regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De methode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een docent Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en deze beweging worden daarna door de studenten na elkaar herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds enkele jaren later door grammaticaschrijver en taaldocent de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Manesca is twee jaar na publicatie van zijn leermethode overleden. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs toegepast.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langduriger door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar ook aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het kan als een minpunt worden gezien dat het wat saai kan zijn om steeds dezelfde Franse woordjes en zinnen te blijven herhalen.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van de methode van Caleb Gattegno.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de trainer Frans om de aandacht van de studenten te trekken, reacties uit te lokken en hen aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Er wordt veel tijd aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om les te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de voorraad energie van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
Eén van de hulpmiddelen waar The Silent Way gebruik van maakt, zijn gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven) die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de oorspronkelijke vorm niet veel meer wordt gebruikt, zijn Gattegno’s ideeën vooral bij het leren van de uitspraak van betekenis geweest.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Het pluspunt van de methodiek van Gattegno is dat zijn benadering niet-bedreigend is voor lerenden, die immers als autonoom beschouwd worden. De taaldocent Frans is in feite dienstbaar aan de lerenden en niet omgekeerd. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Fouten maken mag, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een minpunt van de methode zijn dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden studenten gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er snel af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een taalverwervingsmethode die gebruikmaakt van verhalen om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. Om dit te bereiken, wordt de lerende aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld. Door de trainer Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuwe Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. De studenten voelen zich ontspannen doordat de verhalen vrij eenvoudig te begrijpen zijn. Zo worden woorden en structuren van het Frans vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerende opgeslagen. De trainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat studenten regels uit het hoofd leren.
De lerenden zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens samen met de studenten hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in het Frans volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een breinvriendelijke leermethode. Het is prettig voor de studenten en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor studenten werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een minpunt is dat de methode veel voorbereiding van de traineren vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale tools om Frans te leren
Er bestaat ook een groot aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Dagnall Talen Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Talen door elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar voornamelijk doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
Ons taleninstituut geeft taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Talen werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Ons instituut biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. De app kan, indien gewenst, geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzameltermen voor (taal)training die online kan worden gevolgd, op afstand dus. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Eenvoudig uitgelegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Beverwijk.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die gebruikt kunnen worden voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Beverwijk
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning met afwisseling wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Beverwijk op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en garandeert een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een eigen App voor zowel Android als Apple. De Dagnall App heeft als grote voordeel dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld ook op reis in het buitenland. Deelnemers kunnen dus Frans leren waar en wanneer het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, technische termen, woordenlijsten, productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Beverwijk beschikbaar.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Beverwijk
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taalvaardigheid.
Werknemers die diverse talen spreken, zijn in veel bedrijven daarom cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Talen leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze taaltrainingen bieden beroepsgerichte training. Onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Een onlinecursus of blended taalcursus Frans is net zo effectief en van hoge kwaliteit als een fysieke cursus en bovendien nog eens comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Microsoft Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele taaltraining als groepstraining Frans
Alleen het volgende hebt u nodig voor cursussen in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Beverwijk ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Beverwijk ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Beverwijk
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als standaard en bieden u als cursist een duidelijk inzicht in uw huidige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het Europees Referentiekader zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Frans in Beverwijk ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een instrument om de niveaus van taalvaardigheid op een uniforme manier te omschrijven.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader beschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het Europees Referentiekader beschrijft vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: lezen, luisteren, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelstalige naam wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Deze vijf taalvaardigheden krijgen in het ERK zes niveaus; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
Deze verschillende niveaus in vaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A geldt voor beginners.
De persoon die niveau B Frans beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op niveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
De persoon die niveau B Frans beheerst, bezit alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak verstaan, lezen, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op niveau C, kennen de Franse taal op bijna moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. De hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm zijn het voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm speciaal voor de vertaalbranche en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers alsook proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken die over de benodigde ervaring en kennis beschikken. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer proefgelezen door twee specialisten/proeflezers. De vertalingen (Frans) worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van bedrijven en organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall door Kiwa getoetst om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Talen is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO heeft meer dan 450 leden.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de NRTO-leden wordt geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Beverwijk, wordt door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte moeten zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, verwerkt en bewaard mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig bewaard worden en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging beschermd te worden. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall Talen aan alle eisen die gesteld worden door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Beverwijk zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen is in het CRKBO-register ingeschreven. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat betekent dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kunnen wij een lagere prijs aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
Dat betekent dat Dagnall Talen voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een vereiste om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kunnen wij een lagere prijs aan u berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Talen aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat bijgehouden wordt door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in het jaar 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Beverwijk
Contact cursus Frans Beverwijk
Wilt u contact voor een cursus Frans in Beverwijk? Vraagt u vrijblijvend naar de opties. Vul ons contactformulier in op onze website of stuur ons een e-mail via cursus-frans-beverwijk@dagnall.nl, dan informeren wij u vrijblijvend over de mogelijkheden.
Wij informeren u dan vrijblijvend. U kunt vanzelfsprekend ook telefonisch contact met ons opnemen via 085-2737302 (geen belmenu). U kunt ook gelijk het gratis informatiepakket voor cursussen aanvragen.
De beste weg naar een cursus Frans in Beverwijk!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, bijvoorbeeld Frankrijk. Mocht er een tijdverschil zijn met Nederland en Frankrijk, dan wordt het tijdverschil automatisch weergegeven op onderstaande klokken.
Indien van toepassing, verspringen de klokken automatisch over op zomertijd. (Indien van toepassing, verspringen de klokken automatisch over op zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s in no time.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zijn gevestigd?
Op deze manier kent u de 13 Franse regio’s in no time.
Controleer uw kennis door met de muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Als u uw cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk één voor één getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Frankrijk.
Als u uw cursor op de landkaart van Frankrijk laat rusten, kun u de regionale indeling van Frankrijk zien.
Dan worden de regio’s van Frankrijk één voor één getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van deze regio lezen.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de regionale indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Dingen zoals typische Franse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Fransen hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei kenmerkende dingen van Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die u hieronder vindt over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Dingen zoals typische Franse gebruiken en gewoonten, bekende exportproducten en beroemde Fransen hebben wij op een rijtje gezet.
Velerlei kenmerkende dingen van Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke weetjes leren, kan heel nuttig zijn als ijsbreker of een opening bieden voor een gesprek.
U kunt deze kennis over mens, land en cultuur ook inzetten mocht een stilte dreigen te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalkennis in de praktijk brengen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar tevens de opgedane kennis over Frankrijk laten blijken.
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Franse eetcultuur en de Franse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeker gewaardeerd worden!
Zo kunt u ook dingen te weten komen over de specifieke Franse eetcultuur en de Franse gerechten.
Eten brengt mensen dichter tot elkaar.
Uw nieuw verworven talenkennis alsook de kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeker gewaardeerd worden!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit meerdere gangen bestaat.
Per regio zijn er grote verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
De Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij het eten wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het diner wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten is vrij gelijk aan de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch opgegeten.
De Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, vooral ’s middags.
De prijzen zijn relatief vriendelijk en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijtje is een croissant of brioche; een zoet, zacht broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit meerdere gangen bestaat.
Per regio zijn er grote verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden overigens beschouwd als groente.
De Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en orgaanvlees zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen en om het bord schoon te vegen.
Bij het eten wordt natuurlijk wijn gedronken, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
De kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het diner wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur wordt genuttigd, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd beginnen de Fransen met een aperitief (een apéro) zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten is vrij gelijk aan de lunch, maar is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch opgegeten.
De Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, vooral ’s middags.
De prijzen zijn relatief vriendelijk en veel werkgevers geven maaltijdvouchers aan hun personeel, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
In Frankrijk wonen bij benadering 67 miljoen mensen. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is bestuurlijk onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn alfabetisch: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf Franse overzeese regio’s/departementen.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (sinds 2022 Unesco Werelderfgoed), knoflook, champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waardoor een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat dit model auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Eten is erg belangrijk in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Ontbijt in Frankrijk is bescheiden: een croissant en een kop koffie, die staand aan de bar gedronken wordt op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. Het is in Frankrijk gebruikelijk om veel water bij het eten te drinken. Het avondeten, ook warm, is wat later op de avond. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. Zondagmiddag is in Frankrijk gereserveerd om te lunchen met de familie. Een Franse lunch kan de hele middag duren, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel Franse bedrijven geven werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. Kinderen worden in Frankrijk streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. In Frankrijk eten kinderen hun menu met meerdere gangen zonder te morren en drinken daarbij met water aangelengde wijn. Omdat het heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Bij taalbeheersing wordt een onderscheid gemaakt tussen kennen (weten) en kunnen (de toepassing van de kennis). Door te richten op kunnen, is de deelnemer in staat aan het einde van de cursus Frans in Beverwijk de verworven kennis sneller functioneel toe te passen.
Voor u het weet, voert u al een gesprek in het Frans of begrijpt u opeens de e-mails of brieven die u krijgt. Dit is wel zo prettig! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. De Gallo-Romaanse taal is een oude Romaanse taal die weer uit het Laatlatijn voortkwam. Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië gesproken, wat naast het huidige Frankrijk ook België omvatte, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland.
Er waren veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
Er waren veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; deze talen konden worden onderscheiden aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in principe de gecultiveerde variant van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
In vergelijking met het Nederlands kent het Frans een geheel andere manier van uitspreken. Eén kenmerkend verschil met de Nederlandse taal is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor je niet kunt horen waar een woord stopt en het woord erna weer begint. Deze gewoonte noemt men liaison; ‘verbinding’. Het gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in het Nederlands voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: portefeuille, toilet, bureau.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Italiaans, het Portugees en het Roemeens. Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast het Chinees, het Engels, het Russisch, het Spaans en het Arabisch.
Het verhaal gaat dat de stand ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis afkomstig is van van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume afstammen.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden in plaats van aanhalingstekens zogenaamde guillemets gebruikt. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt overigens van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in het Frans spaties. Ook andere leestekens worden in de Franse taal door een spatie voorafgegaan, zoals « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook de Franse taal zit er vol mee. Woordcombinaties of woordjes die worden gebruikt om even te pauzeren en toch de aandacht vast te kunnen houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ruwweg klinkt als het Nederlandse ‘hè?’.
Sterker nog: het Nederlandse stopwoordje ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit stopwoord hein vraagt om instemming, het betekent zoiets als: “Vind je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, beluisteren en/of lezen is heel doeltreffend om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leuk en leerzaam zijn. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op op een snelle manier behoorlijk wat Franse woordenschat bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
De radiozender FIP is de populairste Franse publieke radiozender.
Als u op het linker computerscherm hierboven met het logo klikt, kunt u live naar deze Franse radiozender luisteren.
NRJ
NRJ is de meest bekende commerciële Franse radiozender. Klik op het computerscherm rechtsboven met het logo om direct live te luisteren naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete serie of televisieprogramma in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u ontdekken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
TF1
TF1 is de meest bekende Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franse televisiestations kunnen middels de internet, kabel, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Beverwijk
U kunt de cursus Frans in Beverwijk op uw eigen locatie volgen of in Haarlem, bijvoorbeeld bij Coachhuis Nieuwe Gracht aan de Nieuwe Gracht 3 in Haarlem of bij Brick Business Center aan de Diakenhuisweg 39 in Haarlem. Ons taleninstituut kan ook taalcursussen Frans bij Beverwijk verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Akersloot aan de Geesterweg 1A in Akersloot, bij Stayokay in Heemskerk aan de Tolweg 9 in Heemskerk en bij Strandhotel Het Hoge Duin aan de Rijckert Aertszweg 50 in Wijk aan Zee.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Beverwijk kan bijvoorbeeld bij Vuurlinie Beverwijk aan de Noorderweg 13a.
Beverwijk - geschiedenis
Het gebied dat nu Beverwijk heet, werd al door de Noormannen bewoond. De naam Beverwijk dateert uit 1276. Bij het kerkdorp Sint-Aagtenkerk was een handelswijk ontstaan die ‘Wijc’ werd genoemd. In dat jaar werd de naam ‘Beverwijk’ voor het eerst op schrift gesteld.
Beverwijk is een verbastering van Beverhem. Bever is een mannennaam in een Oudgermaanse taal. De toevoeging -hem betekent ‘nederzetting van’ of '‘woning’.
Beverwijk - nu
Beverwijk is gelegen in de regio IJmond in de streek Kennemerland. Plaatsen in de buurt van de stad Beverwijk zijn Akersloot, Castricum, Heemskerk, IJmuiden, Krommenie, Uitgeest, Velsen-Noord, Wijk aan Zee en Wormerveer.
Beverwijk ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Beverwijk telt ruim 41.000 inwoners.
Vlag gemeente Beverwijk
Wapen gemeente Beverwijk
Inwoners
Woon je in Beverwijk, dan ben je een ‘Beverwijker’; in de volksmond een Wijker.
Bekende Beverwijkers zijn Marco Bakker, Astrid Joosten, Allard Kalff, Niels van der Laan, Pieter Storms en Niki Terpstra.
Bekende Beverwijkers zijn Marco Bakker, Astrid Joosten, Allard Kalff, Niels van der Laan, Pieter Storms en Niki Terpstra.
Iets wat uit Beverwijk komt, noemt men ‘Beverwijks’ of ‘Beverwijker’, zoals bijvoorbeeld de Beverwijkse Bazaar. Beverwijk kreeg stadsrechten in 1298.
Beverwijk - internationaal & wijk aan zee
Partnerstad
De partnerstad van Beverwijk is Wronki in Polen.
In het verleden was Neuwied in Duitsland ook een partnerstad van Beverwijk.
Beverwijk & Wijk aan zee
De gemeente Beverwijk omvat ook Wijk aan Zee.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Beverwijks
Denk je aan Beverwijk, dan denk je aan ‘de Zwarte Markt’ en aan het brandwondencentrum. De Beverwijkse Bazaar is de grootste overdekte markt van Europa, al zijn er meer plaatsen die dit beweren.
Beverwijk fungeert als groeigemeente in de regio IJmond. De verwachting is dat de bevolking in de
Beverwijk fungeert als groeigemeente in de regio IJmond. De verwachting is dat de bevolking in de
komende twintig jaar met 9% toeneemt.
Minder algemeen bekend over Beverwijk is dat wielrenner Niki Terpstra is geboren in Beverwijk.
Beverwijk - minder bekend
Minder algemeen bekend over Beverwijk is dat wielrenner Niki Terpstra is geboren in Beverwijk.
Beverwijks dialect en accent
Het Kennemerlands dat in Beverwijk wordt gesproken, heeft ook veel overeenkomsten met het Zaans. Het Kennemerlands wijkt weinig van het Standaardnederlands af, maar er zijn wel wat klankverschillen. De ‘e’ en de ‘o‘ worden soms een a: nag voor ‘nog’.
Ook de u komt voor in plaats van de ‘o’: durp in plaats van ‘dorp’. De ‘aa’ wordt een ee (keers voor ‘kaars’) en de ‘uu’ wordt ou: douwe in plaats van ‘duwen’.
‘Aardappels’ zijn aarepels of aarepols en een ‘zakdoek’ is een sadoeki. Iemand uit Beverwijk heet een Wijker.
Ook de u komt voor in plaats van de ‘o’: durp in plaats van ‘dorp’. De ‘aa’ wordt een ee (keers voor ‘kaars’) en de ‘uu’ wordt ou: douwe in plaats van ‘duwen’.
‘Aardappels’ zijn aarepels of aarepols en een ‘zakdoek’ is een sadoeki. Iemand uit Beverwijk heet een Wijker.
Spreekwoorden geven altijd interessante informatie over de volksaard en de kijk op de wereld van de betreffende mensen. Zo zegt men in Beverwijk: Waikers zijn zaikers (Wijkers zijn zeikerds).
Van iemand die niet naar de kerk gaat, zeggen ze: Hij heb ’n beest op z’n rug.
En wat te denken van: Maak ze dat achter in De Rijp maar wijs? Daar wonen zeker heel domme mensen.
Maar ‘Wijkers’ zijn niet overal even gezien. Er wordt wel gezegd dat meisjes uit Wijk aan Zee wel met een Heemsschèrreker mochten omgaan maar absoluut niet met een Wijker.
Van iemand die niet naar de kerk gaat, zeggen ze: Hij heb ’n beest op z’n rug.
En wat te denken van: Maak ze dat achter in De Rijp maar wijs? Daar wonen zeker heel domme mensen.
Maar ‘Wijkers’ zijn niet overal even gezien. Er wordt wel gezegd dat meisjes uit Wijk aan Zee wel met een Heemsschèrreker mochten omgaan maar absoluut niet met een Wijker.
Beverwijk - “Beter wonen, beter werken, beter leven”
Beverwijk - zakelijk
De gemeente Beverwijk
Het netnummer van Beverwijk is 0251.
Het postcodegebied van Beverwijk is 1940 - 1948.
Het adres van het gemeentehuis van Beverwijk is Stationsplein 48, 1948 LC in Beverwijk.
De website van de gemeente Beverwijk is Beverwijk.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Beverwijk is 0251 256256.
Zakendoen in Beverwijk
Voor Beverwijkse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Alkmaar aan de Comeniusstraat 10, 1817 MS in Alkmaar. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Beverwijk is KVK-kantoor Alkmaar.
Beverwijk - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Beverwijk op Business Park IJmond, op bedrijventerrein Kagerweg, op bedrijventerrein De Pijp Noord of Zuid of op bedrijventerrein Wijkermeer.
In Beverwijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Flyer Benelux, Re-Play Fashion, De Tuinen, Wam Denim, Muchachomalo,
In Beverwijk bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Flyer Benelux, Re-Play Fashion, De Tuinen, Wam Denim, Muchachomalo,
TW Steel Services, Van der Stelt, Abeko, Redwave, Safic-Alcan Necarbo, Selmers Industrial, Moens Mouldings, VTK Van Tongeren-Kennemer, Cargill Cocoa Chocolate in Velsen-Noord, Crown Van Gelder in Velsen-Noord, DekaMarkt in Velsen-Noord en Dirk van den Broek in Velsen-Noord.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Beverwijks nieuws
Het Beverwijkse nieuwsportaal is Beverwijknieuws.nl en Beverwijkse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Beverwijk kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Ondernemers in Beverwijk kijken hun (zakelijk) nieuws op NH Nieuws.
Beverwijkers en ondernemingen in Beverwijk kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Beverwijker Dagblad en het Noordhollands Dagblad - Regio IJmond.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Beverwijk
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Beverwijk laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Beverwijk een bezoek brengen aan het Museum Kennemerland of aan het Siplo’s game experience museum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Wellicht is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Beverwijkse voetbalclub DEM, SV Beverwijk of BVV de Kennemers meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Beverwijk kunt u terecht bij BLTC Westerhout, bij Arthur Hoorn’s Racketcentre of bij L.T.C. D.E.M..
Golf, ontspanning & lunch Misschien wilt u om na de cursus Frans in Beverwijk of met uw Franstalige (zaken)relatie een balletje te slaan en/of gezellig iets te drinken of een hapje te eten? Dagnall Talen heeft voor u een golfbaan in de omgeving van Beverwijk ontdekt voor een compleet dagje/middagje uit.
De golfbaan in de buurt voor Beverwijk is de Heemskerkse Golfclub in Heemskerk. Het adres van deze golfbaan is Communicatieweg 18, 1967 PR in Heemskerk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0251-25 00 88. De website van de golfbaan is www.heemskerksegolfclub.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Grandcafé de 19e, telefoonnummer 0251-23 47 73.
De golfbaan in de buurt voor Beverwijk is de Heemskerkse Golfclub in Heemskerk. Het adres van deze golfbaan is Communicatieweg 18, 1967 PR in Heemskerk. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0251-25 00 88. De website van de golfbaan is www.heemskerksegolfclub.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant Grandcafé de 19e, telefoonnummer 0251-23 47 73.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Beverwijk die ook op Youtube staan.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk en Beverwijk op Google Maps. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Klik direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding om het filmpje te bekijken.
Direct onder de promotiefilmpjes ziet u de locaties van Frankrijk en Beverwijk op Google Maps. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Door linksonder op het vierkantje in de afbeelding te klikken, worden de satellietbeelden van Frankrijk en Beverwijk op Google Earth getoond.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan altijd van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Beverwijk
Google Maps Frankrijk
Google Maps Beverwijk
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Beverwijks nieuws
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Frankrijk en Beverwijk uit diverse nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Beverwijks nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen communiceert of zakendoet,
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Beverwijks nieuws (in het Nederlands).
Het nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen communiceert of zakendoet,
kan het prettig en handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Frankrijk mobiliseert troepen in Midden-Oosten om 'Iraanse dreiging' - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Franse premier Barnier kondigt besparingen en extra belastingen aan in openingsspeech - VRT.be
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Frankrijk ziet eigen troepen sturen naar Oekraïne als ‘serieuze optie’ - MSN
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Toujours de la pluie (et de la fraicheur) ce mercredi en France : 7 départements placés en vigilance - Le Journal du Pays Yonnais
- La vidéosurveillance algorithmique, expérimentée pendant les JO, va être généralisée par le gouvernement Barnier - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Périph à 50 km/h à Paris: Valérie Pécresse demande à Anne Hidalgo de "lâcher les compétences" - RMC
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Vidéo. En images : la Nouvelle-Zélande reprend à la France le record mondial du plus grand haka - Le Monde
- DIRECT. Guerre au Proche-Orient : l'Iran frappera "toutes les infrastructures" d'Israël s'il est attaqué - franceinfo
- Budget 2025 : "L'attitude des socialistes doit être de voter tout ce qui va dans le bon sens de la justice fiscale", estime François Hollande - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
Nieuws uit Beverwijk
- Kortsluiting zorgt voor kleine brand in garagebox op Biesland in Beverwijk - AD
- Ondernemers ongerust over toekomst haven Beverwijk: 'Het is twee over twaalf' - NH Nieuws
- Achtervolging eindigt tegen boom in Beverwijk, verdachte (34) aangehouden [update] - Haarlems Dagblad
- Achtervolging eindigt met arrestatie verdachte in Beverwijk - Politie
- 28-jarige Beverwijker blijft nog twee weken langer vastzitten op verdenking van neersteken postbode (64) - IJmuider Courant
- Man (28) uit Beverwijk aangehouden na steekincident waarbij Heemskerker (64) gewond raakte - Rodi.nl
- Ondernemers ongerust over toekomst haven Beverwijk: ´Het is twee over twaalf´ - Drimble.nl
- Eerste van drie bulkmachines bij afvalbrengstations HVC geopend in Beverwijk - Rodi.nl
- Ambulance uitgerukt voor ongeval met letsel op Plesmanweg in Beverwijk - AD
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall verzorgt onder andere maatwerktrainingen Engels, Nederlands, Frans, Duits, Spaans en Italiaans in Beverwijk.
Hierboven ziet u een overzicht van de andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Beverwijk.
Hierboven ziet u een overzicht van de andere talen die wij naast Frans standaard aanbieden in Beverwijk.
Uiteraard kunt u altijd contact opnemen voor een cursus in een vreemde taal die niet in het overzicht staat vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Beverwijk alsook tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten