Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Amsterdam.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Amsterdam in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen Frans vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Amsterdam. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
Onze filosofie is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Amsterdam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Amsterdam) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van Franse vaardigheden en taalkennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen bereiken wij door een combinatie van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Wij bieden individuele cursussen, duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Amsterdam. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Amsterdam worden gegeven.
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Amsterdam en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Nog een groot voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast is een individuele taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere cursisten Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de fouten van anderen en communiceren in de doeltaal met elkaar. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de lerenden leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij een individuele cursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in groepsverband worden geoefend omdat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Het rendement is daardoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroep).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursist.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate wijze leren. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de taaldocent en van studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent (Frans) zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de les. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de les werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander voordeel van de methodiek is dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Er is geen leerboek Frans dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Frans enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De Franslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander van de seriemethode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Frans zo niet; dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om gevoelens, meningen en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en relatief ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet door de student is de methode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Frans dienstbaar aan de student, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf verhalen te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een nadeel.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen op de markt brengt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om achter een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruikers kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans). Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone gebruikt door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om in te zetten en de methode kan door de lerende gebruikt worden op elk moment. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de leermethode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een minpunt.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Frans bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leerleermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Frans het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate wijze leren. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de taaldocent en van studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent (Frans) zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de les. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de les werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander voordeel van de methodiek is dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Er is geen leerboek Frans dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Frans enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De Franslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander van de seriemethode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Frans zo niet; dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de taallessen.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om gevoelens, meningen en ideeën in het Frans te uiten.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en relatief ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet door de student is de methode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Frans dienstbaar aan de student, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf verhalen te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een nadeel.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amsterdam.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen ook blended learning in Amsterdam op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform bieden wij eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Amsterdam.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt in het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen (Frans) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Amsterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat voor het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen aan een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend La Déesse (de godin) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Het Frans heef in vergelijking met het Nederlands een totaal afwijkende uitspraak. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in het Frans, waardoor je niet kunt horen waar een woord eindigt en het volgende woord begint. Deze gewoonte noemt men ‘verbinding’ (in het Frans: liaison). Het gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Bijvoorbeeld parle en parlent worden hetzelfde uitgesproken. Daarnaast klinken vrijwel alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
Het Franse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als in het Nederlands.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Tussen de guillemets en de tekst komen spaties in het Frans. Andere leestekens worden in het Frans ook door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait :
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoorden. Ook het Frans heeft er veel. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Het woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation van Frankrijk.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franstalige radiostation luisteren.
NRJ is de meest beluisterde commerciële radiozender van Frankrijk. Klik op het rechter computerscherm met het logo hierboven en luister direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Uw favoriete serie of programma in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar u zult al snel merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
De omroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse zenders kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Amsterdam is een metropool en de hoofdstad van Nederland.
De partnersteden van Amsterdam zijn Athene in Griekenland, Berlijn in Duitsland, Bombay in India, Boston, New York en San Francisco in de Verenigde Staten, Casablanca, Larache en Tanger in Marokko, Hanoi in Vietnam, Istanboel, İzmit en Şişli in Turkije, Londen in het Verenigd Koninkrijk, Parijs in Frankrijk, Peking en Shenzhen in China, São Paulo in Brazilië, Seoel in Zuid-Korea en Tokio in Japan.
Amsterdam is een echte universiteitsstad.
De oudste universiteit is de Universiteit van Amsterdam (UvA) uit 1877. De Vrije Universiteit (VU) werd gesticht in het jaar 1879, oorspronkelijk protestants-christelijk. Sinds 2010 is ook Protestantse Theologische Universiteit (PThU) gevestigd in Amsterdam, die nauw samenwerkt met de VU. Er zijn eveneens verschillende hogescholen gevestigd in Amsterdam. Onder andere de Gerrit Rietveld Academie, de Hogeschool van Amsterdam, InHolland, iPabo, Luzac, Schoevers en Wittenborg.
Het netnummer van Amsterdam is 020.
Het postcodegebied van Amsterdam is 1000 - 1099.
Het adres van het gemeentehuis van Amsterdam is Amstel 1, 1011 PN in Amsterdam.
De website van de gemeente Amsterdam is Amsterdam.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Amsterdam is 14 020.
Voor Amsterdamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is KVK-kantoor Amsterdam.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Amsterdam een bezoek brengen aan het Anne Frank Huis, aan het Amsterdam Museum, aan Museum het Grachtenhuis, aan Hermitage Amsterdam, aan Madame Tussauds Amsterdam, aan het Huis Marseille, aan Museum Het Rembrandthuis, aan het Rijksmuseum, aan Museum Het Schip, aan het Tropenmuseum, aan het Van Gogh Museum of aan Verzetsmuseum Amsterdam.
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Amsterdamse voetbalclub Ajax, AFC, ASV De Dijk of AVV Swift meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amsterdam kunt u terecht bij Amstelpark, bij L.T.C. Festina, bij T.V. Tie-Breakers of bij Tennisclub IJburg.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Amsterdam of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Golfbaan Waterland in Amsterdam gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn De Afslag 1, 1027 AC in Amsterdam. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 020-636 10 10. De website van Golfbaan Waterland is www.golfbaanwaterlandamsterdam.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de golfbaan. Amsterdam Old Course, Golfbaan Sloten en Open Golfcentrum De Hoge Dijk zijn nog andere golfbanen in de buurt van Amsterdam.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Amsterdam van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van hun werknemers investeren, hebben daarom ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u nodig hebt: effectieve taalcursussen Frans op het hoogste niveau voor professionals en leidinggevenden in en in de buurt van Amsterdam.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall is thuis in elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak spreekt een eigen taalgebruik en hanteert eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Amsterdam in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele les, als groepscursus met collega’s, als intensieve workshop en als doorlopende, regelmatige training - met face-to-face-les alsook online cursus. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn naast de klassieke taaltaalcursussen Frans vooral in werkgerelateerde taalcursussen geïnteresseerd zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Taalcursussen worden afgestemd op de individuele behoeften van de opdrachtgevers. Dagnall biedt de mogelijkheid om via gecertificeerde taaltrainers met uitstekende recensies en beoordelingen onbegrensd Frans te leren in Amsterdam. Dagnall Talen leidt u doelgericht en vlot naar de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Wij zetten daarom alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren gemakkelijker en prettiger maken.
Met onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks vijftien minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste niveau.
Dagnall Talen is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Amsterdam.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de deelnemer(s) met hun contactgegevens aan. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, sturen wij u een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na akkoord van de offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en agenda.
Na enkele lessen Frans evalueert de docent de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kan de doelstelling bijgesteld worden.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
Na de laatste les ontvangt u een eindrapport met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen eveneens een certificaat van ons instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Amsterdam
Ons bedrijf verzorgt taaltraining Frans in Amsterdam en wijde omtrek voor bedrijven en (overheids)instellingen sinds 1982. Wij werken met kundige docenten Frans die specialist zijn op hun gebied en die in al deze jaren in Groot-Amsterdam een aanmerkelijk aantal taaltrainingen Frans hebben verzorgd voor bedrijven en (overheids)organisaties.
Door de werkplekgerichte en functiegerichte aanpak, biedt Dagnall Talen u effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Amsterdam. Rendement door maatwerk kenmerkt Dagnall. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Frans in Amsterdam sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak noodzakelijk! Een cursus (Frans) gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer is bij veel bedrijven intussen een begrip.
Werknemers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Werknemers die geen of weinig beheersing van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op het werk en zij willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
De instructies op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en deze op kunnen volgen. Deze werknemers willen graag met meer zelfvertrouwen hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk hun ambitie op het werkgebied verwezenlijken. Dit vereist een investering in personeel en in de (innovatieve) ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Amsterdam naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de klant, cursist, organisatie of werkgever, zoals betere spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Amsterdam) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van Franse vaardigheden en taalkennis om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt erg prettig en zorgt dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen bereiken wij door een combinatie van deze bewezen leermethode met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op maatwerktrainingen.
Wij bieden individuele cursussen, duocursussen (2 personen), groepscursussen van 3 tot 10 personen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een de Dagnall App met jargon en woordenlijsten van de specifieke organisatie.
Onze trainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben verzameld en gecreëerd door de jaren heen en zij spelen voortdurend in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit weldoordachte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Amsterdam. Deze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursus is dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar tevens afgestemd op de manier van leren die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Frans leren in Amsterdam bij Dagnall Talen
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Wij verzorgen cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de organisatie van de taalcursus uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne leermethoden om doelgericht te kunnen trainen en leersucces te garanderen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Amsterdam worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Amsterdam
Maatwerkcursussen Frans
Ons instituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Amsterdam en omgeving.
Een individuele cursus wordt ook wel één-op-één-cursus of privéles genoemd.
De individuele taalcursussen van taleninstituut Dagnall staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans met 3 tot 10 personen, alsook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen houden wij zo klein mogelijk om de leereffectiviteit te verhogen en de cursisten maximaal te kunnen ondersteunen.
De groepscursussen van Dagnall zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd.
Doordat de cursus intensief is, wordt meer vooruitgang gemaakt en is het leertraject zo kort mogelijk.
Nog een groot voordeel van een individuele cursus is flexibiliteit. De inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld, is de leervordering optimaal.
Daarnaast is een individuele taalcursus goed af te stemmen op de planning en de agenda van de cursist waardoor het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere cursisten Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door rollenspellen en discussies.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk pluspunt; het leren van de fouten van anderen en communiceren in de doeltaal met elkaar. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen de lerenden leuker vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt doordat tegelijktijd meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor de lerenden groepscursussen wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij een individuele cursus Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer.
Het geleerde kan niet in groepsverband worden geoefend omdat er geen interactie met andere lerenden is.
Ook is het niet mogelijk om van foutjes van een ander te leren omdat er geen groepsdynamiek is.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook vrij intensief (zwaarder) voor de cursist.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten iets sneller afgeleid worden. Het rendement is daardoor wat lager. Deels kan dit ondervangen worden door de groep wat kleiner te houden (bijvoorbeeld minigroep).
Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden.
Een ander nadeel van groepscursussen is dat de planning minder goed kan worden afgestemd op de agenda van de individuele cursist.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen verzorgt taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij de taaltrainingen ook incompany of online aan.
Bij Dagnall Talen kunt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans volgen. Het combineren van deze trainingen is mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Taleninstituut staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate wijze leren. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de taaldocent en van studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent (Frans) zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de les. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de les werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander voordeel van de methodiek is dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Er is geen leerboek Frans dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Frans enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De Franslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander van de seriemethode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Frans zo niet; dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om gevoelens, meningen en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en relatief ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet door de student is de methode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Frans dienstbaar aan de student, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf verhalen te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methode is naar de Steen van Rosetta vernoemd, een steen die in Egypte is ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen op de markt brengt. In 1996 is de eerste versie van de methode is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om achter een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen worden in meer dan dertig verschillende talen aangeboden en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind de moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te spreken. Rosetta Stone gebruikt hiervoor foto’s alsook stemmen van moedertaalsprekers Frans om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De gebruikers kunnen zo hun uitspraak van de nieuwe taal vergelijken met die van een native speaker (moedertaalspreker Frans). Uitspraakverbetering kan worden behaald door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en de lerenden vervolgens veel na te laten spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de student zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft eventuele fouten aan en biedt de optie om de fouten van de studenten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone omvat ook leesteksten. Deze gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt veelvuldig gebruikt wereldwijd en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. In Nederland wordt Rosetta Stone gebruikt door een aantal ministeries en diverse hogescholen en universiteiten, alsook door een aantal internationale organisaties.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is zeer makkelijk om in te zetten en de methode kan door de lerende gebruikt worden op elk moment. Studenten bepalen zelf welke delen wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten vinden het prettig om te werken met de leermethode. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor onderwijsinstellingen een oplossing zijn. Dat er geen trainer is om de studenten te motiveren of iets extra’s te kunnen bieden, is een minpunt.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur ontwikkeld. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door lerenden vervolgens worden nagesproken en herhaald. Deze Franse zinnen van de taalcursus zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren in het Frans bevat. De methode van Pimsleur legt de grammaticale structuur van het Frans niet uit maar biedt deze aan via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Pimsleur deed onderzoek naar het meest optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur variëren. De studenten zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt zeer goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers allemaal native speakers zijn en op een natuurlijke manier Frans praten op een normaal tempo.
Het nadeel van de leerleermethodiek is dat er niets uitgelegd wordt. De studenten leren geen bouwstenen om zelf Franse zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij begon met de lerenden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een vrouwelijke acteur en een mannelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het idee dat de gebruikers op de pauzeknop klikken en de vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in kleine delen en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld gewezen op verbanden tussen het Engels en het Frans, als deze er zijn. De methode geeft ook grammaticale uitleg. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke lesstof eerst aangeleerd, moeilijkere lesstof wordt pas aangeboden nadat de studenten Frans het voorgaande hebben begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnen worden eveneens bouwstenen geleerd. Hiermee kan de lerende zelf zinnen maken. De methode maakt eveneens gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, ervaren de methode van Michel Thomas als minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas zijn toegankelijk en trainen uitspraak en luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze. Een keerzijde van de Michel Thomas-methode is dat deze taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen echte interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, opgericht door schrijver en polyglot Alphonse Chérel in 1929. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen. Dit begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘mengen met, opgaan in een andere groep’, wat voor taalcursussen (zoals Frans) wel een hooggegrepen uitgangspunt is. De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick bestaan. Bij voorkeur besteden de gebruikers ongeveer twintig minuten per dag aan de cursus.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast deze dialoog, samen met grammaticale uitleg. Om de uitspraak van het Frans te oefenen, maakt de methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native (moedertaal) speakers en die de cursist daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 taallessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en er is een groot aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de student te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw in Amerika en in Engeland ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten de elementaire verbale communicatieve vaardigheden te leren. Door de invloed van het leger werd deze audiolinguale methode ook wel de ‘legermethode’ genoemd.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan als een reactie op de grammatica-vertaalmethode beschouwd worden. Het was nieuw dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om foutloos Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is hiervoor het middel; er wordt met drills gewerkt om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De docent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en vervolgens een nieuw Frans woord hieraan toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in zogenaamde talenpractica, waar lerenden een koptelefoon dragen en zinnen beluisteren en deze zinnen naspreken. Het geschreven Frans komt pas aan bod wanneer het mondelinge Frans inmiddels vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen voor het introduceren van nieuwe woorden in het Frans.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 toen de Mammoetwet van kracht werd. Al snel waren er grote bezwaren tegen deze betekenisloze driloefeningen. De techniek haperde af en toe. Hierdoor raakten de talenpractica vrij gauw in onbruik. In plaats van de talenpractica werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij een taal (zoals Frans) leren niet om het memoriseren van de (Franse) grammaticaregels gaat, maar om de toepassing van de grammatica. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor studenten Frans die beginnen. Vanaf het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en en biedt daardoor een snelle en efficiënte overdracht van taalkennis. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft de docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verlangd van de lerenden, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar van de audiolinguale methode is dat de geoefende driloefeningen niet zo eenvoudig in levend taalgebruik Frans om te zetten zijn.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat ze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de student. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De opgeschreven Franse zinnen en woorden worden hardop gelezen door de student. De woorden of zinnen en zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar door blootstelling gaat dit vanzelf. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, gaan van de woordenlijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen opleveren, blijven op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan in het langetermijngeheugen van de studenten worden opgeslagen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen als deze kennis ook relevant en betekenisvol is. Deze methode kan dus alleen goed functioneren voor Franse woorden en zinnen die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteuntje kan deze GoldList Method functioneren. Schrijven met de hand functioneert beter dan typen of, tamelijk zinloos: een foto maken, omdat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt. Een keerzijde van deze methode is het gebrek aan context. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Daarnaast is deze GoldList-methode bijzonder tijdrovend omdat steeds handgeschreven lijsten aangelegd dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook wel de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genaamd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. De taalregels van het Frans leert men ook onbewust op die manier. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een leeromgeving zonder stress voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De nadruk ligt op communicatie en minder op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
De leermethode werkt het meest effectief als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld. Om ervoor te zorgen dat de lerende van de ervaring kan genieten, dienen de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend te zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling een zeer effectieve methode kan zijn. Doordat de methode vrij eenvoudig te begrijpen is, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven onder taaldocenten Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De nadruk wordt voornamelijk op het impliciet aanleren van de Franse grammatica gelegd. De lerenden zouden inderdaad leren om te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal aan te leren. Lerenden krijgen de mogelijkheid om een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans voor een langere tijd.
Omdat bijna geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden. De methode bereidt lerenden ook niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is door Charles Carpenter Fries en Robert Lado in de jaren 50 ontwikkeld.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuur van de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de Structurele Aanpak levert het beheersen van deze structuren meer op dan het verwerven van woordenschat van het Frans. Het draait om het kunnen herkennen en toepassen van vaste Franse woordcombinaties en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties worden in reële situaties middels dramatisering, visualisatie, handelingen en gezichtsuitdrukking aangeboden aan de student. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden het eerst aan de taallerende aangeboden. Mondelinge vaardigheid Frans (luistervaardigheid en spreekvaardigheid) wordt hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheid en schrijfvaardigheid volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een grote plaats. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak gebruikt op grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten de Franse taal op een accurate wijze leren. De student krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet geschikt zijn. De methode gebruikt alledaagse taal. De Structurele Aanpak heeft eveneens minpunten. De werkwijze kost tamelijk veel tijd en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is beperkt; het is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een vreemde taal. Taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie de uiteindelijke doelstelling is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren met gebruik van CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met de docent Frans en met elkaar. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven of de werksituatie. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaltrainers Frans dragen onderwerpen aan die buiten het gebied van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in alle soorten realistische situaties te oefenen. Franse grammatica leren studenten inductief, dat wil zeggen aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij het communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werd communicatief taalonderwijs erg populair, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet zo succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om talen te leren door middel van een methode die direct toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel positieve kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; deze methode van leren is functioneel en studentgericht. Doordat authentieke materialen worden gebruikt, leren de studenten de Franse woorden die zij moeten weten. De methode is efficiënt. Deze methode is voor de lerenden stimulerend, omdat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; al doende wordt de vaardigheid geleerd en daarna geperfectioneerd. Een nadeel van de communicatieve benadering is dat voor grammatica, woordenschat die niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht is. De voorbereiding en de planning vereist veel meer tijd van de taaldocent en van studenten vraagt het een actieve deelname. Afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben, is voor een aantal lerenden deze manier van een taal leren lastig of ongebruikelijk. CLT (communicatief taalonderwijs) traint vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en CLT biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gericht. Er word geleerd om gebruiksklare zinnen, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, lijsten met woorden enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en op te zeggen. Een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens leerboekenschrijver; Johann Valentin Meidinger, deed dit op een andere manier. Hij ontwikkelde een leermethode waarbij de grammatica in het middelpunt stond rond 1783. Meidinger wordt als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method, afgekort GTM) gezien.
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was op het onderwijs in het Latijn gebaseerd; de taal van wetenschap, cultuur en religie. Dit onderwijs in het Latijn was uiteraard gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-/vertaalmethode gaat van de analyse uit van de taalvormen en de taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de student inzicht ontwikkelt. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. De nadruk ligt op literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans. De taaldocenten dragen de kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was er ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft tot recente datum de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt deze methode inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans bij de methode ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de studenten. De student is slechts toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion of alleen immersion) wordt wereldwijd toegepast sinds de jaren 70, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. In Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij bijvoorbeeld onze collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’ toegepast wordt. De methode van ‘onderdompeling’ is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan welgestelde vrouwen uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, vanaf het eerste moment door de te leren taal is omgeven. De instructies vinden in de doeltaal (Frans) plaats; in het begin langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. De lerenden worden ook vanaf het begin uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van simulaties en rollenspellen. Scholen die werken met onderdompeling, richten de leeromgeving vaak in de stijl van het land van de Franse taal om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om onderdompeling te bereiken.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt als een uitstekende methode om vreemde talen te leren beschouwd. Voornamelijk de mondelinge taalvaardigheid Frans kan uitstekend worden ontwikkeld op deze manier.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode behoorlijk intensief is, is het wezenlijke voordeel dat deze methode snel resultaten laat zien. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Een minpunt van de leermethode is dat het bereikte resultaat niet altijd vastgehouden wordt. De kans is groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer overgaat tot de orde van de dag. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke training Frans erg intensief is. Niet alle lerenden hebben de conditie om deze methode van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse wetenschapper en psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Lozanov was van mening dat positieve suggestie een voorwaarde is om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de lerenden en de docent (Frans) zijn daarvoor van essentiële betekenis. Hiervoor is de voorwaarde dat studenten zich ontspannen en veilig voelen. Om dit te kunnen bewerkstelligen, was een leslokaal met een rijopstelling niet geschikt. Studenten zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet waren in een halve cirkel en er was ook altijd achtergrondmuziek in de les. De methode zoals Georgi Lozanov die beoogde, bestond uit verschillende teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Er waren woordenlijsten bij de teksten en opmerkingen met betrekking tot de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. Zo werden studenten overgehaald om te luisteren en ze konden de nieuwe (Franse) woorden gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor de cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werden rollenspellen gespeeld en in de les werden ook (Franse) streekgerechten gemaakt en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en is niet erg bekend meer. Een aantal elementen van de methodiek wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten in de vreemde taal.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedie zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer, waardoor de student geen last zal hebben van frustratie of faalangst. Deze gemoedelijke sfeer kan voor nieuwkomers bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een ander voordeel van de methodiek is dat de studenten gestimuleerd worden om actief mee te doen en zich in de situatie in te leven, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommige studenten eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend of ontspannend. Een andere zwakke kant is dat de verhouding tussen de docent en de lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de Franse docent en de lerenden zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) of CLL genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. Deze methode is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer optreedt als counselor die de zinnen van de lerenden kenschetst. Lerenden beginnen het gesprek. Zij spreken in de moedertaal als zij de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn. De taaldocent (Frans) geeft uitleg en vertaalt. Hierna herhalen de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om daarna opnieuw te kunnen beluisteren.
De CLL bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de interactie tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Er is geen leerboek Frans dat gebruikt wordt; de lerenden bepalen zelf de lesstof met behulp van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt grotendeels af van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. De taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerenden te kunnen vertalen. Community Language Learning kan goed werken indien deze correct wordt gebruikt. Voor grote groepen is de methode niet geschikt.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt de studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van hun eigen gesprekken vaak nuttig. De groep wordt vaak zeer hecht, niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen. Met deze methode worden studenten zich veel meer bewust van anderen in de groep, hun sterke en minder sterke punten en ze leren om als team samen te werken. Door het bespreken van de fouten en het evalueren van de lessen Frans leren studenten vaak veel. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de studenten.
Het kan een nadeel zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is hierdoor lastig meetbaar. Sommige studenten worden in hun Frans spreken geremd wanneer zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode ontwikkeld door Michael Lewis in de vroege jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor exposure; voor de zogenaamde receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel ruimte gegeven voor de student om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de taak van de docent Frans om te zorgen voor genoeg input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
De leerboeken zijn aanmerkelijk veranderd in de laatste drie decennia door (onder andere) de ideeën over taal van Michael Lewis. Veel meer aandacht wordt geschonken aan de woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende verandering in de manier waarop een vreemde taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, bleef echter uit.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren het Frans op een natuurlijke wijze te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van de Franse taal hebben sommige studenten moeite en zij hebben meer aan een taaltrainer Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ (Frans: La Méthode naturelle) is in 1880 door de Fransman François Gouin ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
Een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen, is het uitgangspunt van de seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin. Studenten leren zinnen op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze uitgevoerd zou worden. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar uitgaat van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten heel snel in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s ideeën over taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de vrij afwijkende aanpak, was de seriemethode van Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van François Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en creëert een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
De taalmethodiek garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat de leermethode gebruikmaakt van visuele leermiddelen, zoals afbeeldingen, grafieken, enzovoort, wekt dit soort taalonderwijs Frans enthousiasme op van de lerenden. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was iets dat geheel nieuw was. De Franslerenden worden nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, prestatiedruk te verminderen en het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve vaardigheid Frans van de lerende wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de leermethode is dat taal die wat meer subjectief of abstract wordt, moeilijk in één duidelijke ervaring is te vangen met bewegingen en expressies. Een ander van de seriemethode van François Gouin is de bewerkelijkheid voor de trainer, die immers een scala aan series voor moet bereiden. Ten derde is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Engelse naam: Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te voeren. Lerenden krijgen motiverende taken aangeboden, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Om deze taken goed uit te voeren, dienen zij over taalregels en woordenschat te beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een e-mail schrijven, een boodschap doen, een drankje bestellen, bellen met een klantenservice of de krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Om de taken uit te voeren, dienen lerenden samen te werken. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheden bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De student komt op een dagelijkse, natuurlijke manier in aanraking met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. Studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en prettig.
Als nadeel kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van Engels taalonderwijs ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’. Dogme 95 was een beweging uit het jaar 1995 van een groep van Deense filmmakers onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. Voor het filmmaken, houden de deelnemers zich aan tien strenge regels (dogma’s). Samen vormen deze ‘de eed van zuiverheid’. Bij het Dogme-taalonderwijs is iets soortgelijks aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet door enig voorgedrukt materiaal belast is. Het starten van echte inhoudelijke conversaties over praktische onderwerpen is het doeleinde van de Dogme-methode. Bij deze methode gaat het om communicatie als de inspirator van het leren. Daarom is deze leermethode een communicatieve werkwijze van onderwijs, die taalonderwijs zonder leerboeken wil bieden of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen taaltrainer en studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft tien dogma’s (uitgangspunten), net zoals de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Ondanks dat er niet veel onderzoek naar het succes van Dogme is gedaan, stelt Thornbury dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een voordeel voor de trainer Frans is dat hij of zij zich vrijwel geen hoeft voor te bereiden. Het kan erg motiverend werken dat de lerenden voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar is de les Frans zo niet; dat creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Bij een taalles volgens de Dogme-methode is zo goed als alles bespreekbaar. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de trainer kunnen de lerenden zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook is niet elke taaldocent Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Nog een keerzijde kan zijn dat de studenten zich vaak dienen voor te bereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt in de taallessen.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in het jaar 2007 door Language consultants Greg en Angela Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van deze methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Bij GPA gaat het om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het uiteindelijke doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom gebruikt GPA de benaming ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten’. De GPA heeft gelijkenissen met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. De focus ligt op de Franse woordenschat en de cultuur. Fase 1 is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt ruwweg 150 uur in beslag en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die gedeeld worden tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de leermethode is de fase van het ‘diepe delen’. Tijdens deze fase beginnen de deelnemers en de verzorgers diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemers is vereist, wordt ook geleerd. Fase 6 is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Het gaat het hierbij om de groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog vrij weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog vrij nieuw is. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van de taalverwerving Frans. De zes fasen van de leermethode bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen kennis van de Franse taal verworven, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een keerzijde van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht door Alexander Argüelles; een Amerikaanse taalkundige en polyglot in de vroege jaren 2000.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het is een eenvoudige techniek van Shadowing: de student luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt dan wat hij of zij hoort. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klank. Het luisteren en herhalen oefent men net zo veel totdat het gemakkelijk gaat en de lerende simultaan met de opname Frans kan spreken. De lerenden gebruiken na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat zij hebben gezegd. Zolang er maar dialogen of stukken samenhangende teksten in staan, zijn veel leerboeken voor deze methode geschikt. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat fysieke bewegingen de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterken, doet Alexander Argüelles de aanbeveling om te gaan lopen tijdens het spreken, het liefst buiten, en niet te gaan zitten. Een bijkomende grond is dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, waardoor het werken aan het Frans veel effectiever gaat.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen gebruikt in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij Shadowing is het simultaan spreken eveneens anders.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek gedaan naar de techniek van Shadowing dat aantoont dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep met lerenden kan worden toegepast, waarbij iedere deelnemer in de groep individueel actief leert. Het rendement is hoog.
De keerzijde van de Shadowing-techniek is dat de lerende het soms een beetje saai kan kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans vormen dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke manier taken, zoals: “pak het boek” en doet zelf de taken voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat zij Frans praten; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Het kost daardoor minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
Voornamelijk wordt TPR® gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels taalonderwijs. Maar eveneens middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een snelle succeservaring. Dit bevordert het plezier in leren. Het zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® bruikbaar voor elk type doelgroep, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek ook worden ingezet in klassen die wat groter zijn. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken is uit te drukken, is het minpunt van TPR®. Hierdoor werkt het tot op een zeker taalniveau en is een andere leermethode nodig als aanvulling. Ook is de leermethode niet erg creatief. Studenten leren niet om gevoelens, meningen en ideeën in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht eind jaren 80 van de negentiende eeuw de Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. Deze methode is ontwikkeld als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er sprake van een Reformbeweging rond 1900 met nieuwe ideeën over vreemde talen leren dat inductief en zelfontdekkend diende te zijn. Overigens had deze Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar eveneens op voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. De mensen streefden, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Er kwam op het gebied van het taalonderwijs veel aandacht voor de ‘levende’, gesproken taal, waarbij de grammatica meer inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden de studenten de taalregels af te leiden. Er waren meer mondelinge oefeningen die meer aandacht voor de uitspraak (zoals het Frans) hadden. Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Nieuw was ook dat de les in het Frans werd gegeven. Tijdens de les werd nadrukkelijk niet vertaald. Het aanleren van de (Franse) woordenschat werd gedaan door middel van plaatjes en voorbeelden. Studenten boden abstracte vocabulaire aan om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De golf van vernieuwing van het begin van de twintigste eeuw ebde weg, deels onder invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer een andere vorm te krijgen.
Taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua werken nog altijd met een (moderne versie van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het grote pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Bij de methode wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor studenten zelfvertrouwen en vloeiendheid kunnen krijgen. Minpunten heeft deze methode echter ook. Deze methode schenkt nauwelijks aandacht aan schrijfvaardigheid (Frans) en relatief ook veel minder aan lezen in de doeltaal. De Directe Methode biedt voor studenten die al wat meer meer gevorderd zijn in het Frans onvoldoende uitdaging. Omdat de Directe Methode is gebaseerd op een actieve inzet door de student is de methode eveneens niet heel geschikt voor de langzaam lerende studenten.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is de manier waarop een kind de moedertaal leert. Het leren van een vreemde taal (zoals Frans) moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte lijstjes of regels met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden vervolgens door de lerenden na elkaar herhaald. Deze herhalingen helpen de studenten deze Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden worden stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op de Franse zinnen. Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is opgepakt en verder ontwikkeld door anderen, onder andere door Ollendorff. Een groot deel van de ideeën van Manesca zijn actueel en worden nog altijd toegepast in het vreemdetalenonderwijs van nu.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langduriger door de studenten wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode. Het vele herhalen draagt daar eveneens aan bij. Dat het wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen steeds te herhalen, kan een nadeel zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die stilte gebruikt als instructiemiddel. De methode van Gattegno gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De taaltrainers Frans gebruiken een combinatie van gebaren en stilte om de aandacht van de lerende te trekken, reacties uit te lokken en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de studenten. Gattegno ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer we proberen om dingen uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar kennisoverdracht, maar bewustzijn dienen aan te spreken, omdat alleen het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staafjes die voor verschillende dingen kunnen worden gebruikt, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way van Gattegno hierbij gebruikt. De ‘de stille manier’ gebruikt ook Words in Colour; een kleurenkaart voor klanken waarin elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt gebruikt, zijn Caleb Gattegno’s ideeën wel van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn methode voor studenten niet-bedreigend is, die immers als autonoom worden gezien, is de sterke kant van de aanpak van Gattegno. In principe is de trainer Frans dienstbaar aan de student, niet andersom. Met de leermethodiek van The Silent Way wordt het leren op een natuurlijke wijze gestimuleerd. De geleerde stof wordt doorgaans goed verwerkt en onthouden door taallerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mogen’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Een minpunt kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden wat gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er snel af is, waardoor het effect van de methode kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is een natuurlijke methode van taalverwerving: de nieuwe taal leren zoals een kind zijn of haar moedertaal leert. De lerenden worden aan veel begrijpelijke input blootgesteld om dit te bereiken. De trainer Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn relatief gemakkelijk te begrijpen, hierdoor ontspannen de studenten zich. Franse woorden en structuren worden zo vrijwel vanzelf opgeslagen in het langetermijngeheugen van de student. De taaltrainer wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels van het Frans uit het hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zullen de lerenden ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Hierbij schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in het Frans is een belangrijk deel van TPR Storytelling, omdat dit zorgt voor inbreng. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel randvoorwaarden nodig: de setting dient geschikt te zijn en de docent dient ervoor getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Het werkt zeer motiverend voor de lerende om zelf verhalen te creëren.
Dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Er is ook een uitgebreid aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er is echter een betere manier:
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Methode.
Het inmiddels bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch aangelegd? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De cursussen van Dagnall Taleninstituut zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall Talen biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke organisaties of bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)cursus die online kan worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een vorm van training waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) worden gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Amsterdam.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt om online te communiceren en te leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Amsterdam
Blended learning heeft als voordeel ten opzichte van online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden met blended learning afwisselend wel een zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall Talen ook blended learning in Amsterdam op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform bieden wij eveneens een handige App voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat deelnemers overal en altijd, dus 24/7, toegang op ieder (mobiel) apparaat hebben. Zowel op het werk maar ook thuis of onderweg, bijvoorbeeld op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld speciek jargon, woordenlijsten, technische termen, juridische termen alsook productnamen integreren in de App. De App kan dus heel praktijkgericht worden gebruikt en de App blijft ook beschikbaar na afloop van de training Frans in Amsterdam.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Amsterdam
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taal vaak een uitdaging.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn derhalve vaak cruciaal in veel bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u door middel van professionele online & blended taalcursussen in het Frans te communiceren. Als u internationaal succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u zelf ook wordt begrepen. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? De taaltrainingen van Dagnall Taleninstituut bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en eveneens beschikbaar als onlinecursus & blended taalcursus. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien nog eens comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal gevolgd worden; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Talen via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Het platform Zoom wordt in het algemeen ervaren als het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele training of groepstraining Frans
Alleen het onderstaande hebt u nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, pc of tablet met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Amsterdam ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Amsterdam ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Amsterdam
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruikt Dagnall als standaard en bieden u een helder beeld van uw huidige en opgedane kennis van het Frans. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na afloop van de cursus Frans in Amsterdam overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese maatstaf die is ontwikkeld voor de talen in Europa.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende beheersingsniveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Het Europees Referentiekader is samengesteld tussen 1989 en 1996 door de Raad van Europa.
Het ERK is een instrument dat vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelse term wordt ook vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het Europees Referentiekader hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen; van beginners tot vrijwel moedertaalsprekers.
De verschillende beheersingsniveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Taalniveau A is van toepassing op beginners.
De persoon die taalniveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die bij niveau C horen, benaderen moedertaalsprekers Frans. Deze mensen gebruiken de Franse taal zonder problemen in verschillende situaties.
De persoon die taalniveau B Frans beheerst, beschikt over alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die met groot gemak Frans lezen, verstaan, spreken en schrijven. De vaardigheden die bij niveau C horen, benaderen moedertaalsprekers Frans. Deze mensen gebruiken de Franse taal zonder problemen in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de door opdrachtgevers gestelde eisen alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de speerpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Taleninstituut is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De ISO 17100:2015 norm is speciaal voor de vertaalbranche en bevat onder meer eisen voor mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
Onze ISO 17100:2015 certificering toont aan dat wij uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werken met de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen (Frans) altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen worden volgens afspraak en binnen de deadline aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van bedrijven en organisaties en bedrijven. Jaarlijks wordt Dagnall Taleninstituut door Kiwa getoetst om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Dagnall Taleninstituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Wij hebben ons bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsorganisaties en de NRTO meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de NRTO-leden worden geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Amsterdam, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake het verwerken van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van EU-burgers te beschermen. De verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan nodig worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Uiteraard voldoet Dagnall aan alle vereisten die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Amsterdam zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen een lagere prijs berekenen.
Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan zowel zorginstellingen, maatschappen, de overheid als privépersonen.
CPION
Voor de inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een onafhankelijk, door de overheid erkend keuringsinstituut dat onder andere als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Amsterdam
Contact cursus Frans Amsterdam
Wilt u contact opnemen met Dagnall voor een cursus Frans in Amsterdam? Laat ons u meer vertellen over de mogelijkheden bij ons taleninstituut. Vul het contactformulier in op onze website of stuur ons een e-mail via cursus-frans-amsterdam@dagnall.nl, dan informeren wij u vrijblijvend over onze taalcursussen.
U kunt ons vanzelfsprekend ook bellen op 085-2737302 (geen menu). Uiteraard kunt u ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een cursus Frans in Amsterdam!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Indien van toepassing, geven de onderstaande klokken een tijdverschil aan met Nederland en Frankrijk.
Beide klokken synchroniseren automatisch eventuele zomertijd. (Beide klokken synchroniseren automatisch eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle Franse regio’s (régions) aanwijzen?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s zeer gauw kennen.
Controleer uw kennis door met de muis op de kaart van Frankrijk te gaan staan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Nu worden de regio’s van Frankrijk na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van de regio zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Nu worden de regio’s van Frankrijk na elkaar afgebeeld.
Eerst ziet u de regio’s van Frankrijk, vervolgens kunt de naam van de regio zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig idee van de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Allerlei kenmerkende items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u zeker helpen.
Beroemde Fransen, bekende exportproducten en gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Allerlei kenmerkende items over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal leuke feiten weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw verworven kennis over het land inbrengen.
Zo kunt u iets te weten komen over de Franse eetcultuur en bepaalde Franse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u iets te weten komen over de Franse eetcultuur en bepaalde Franse gerechten.
Samen eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn enorme regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten eindigt met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals pastis (een anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, zeker ’s middags.
De prijzen zijn relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals wij dat in Nederland kennen, kennen de Fransen niet.
Een typisch Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zacht en zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De lunch is de hoofdmaaltijd, die uit diverse gangen bestaat.
Er zijn enorme regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij.
Normaliter begint men met salade, daarna volgt een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en rijst of aardappelen.
Aardappelen worden trouwens als groente beschouwd.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenmaagjes of -levertjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Kinderen krijgen water met een scheutje wijn erin.
Het avondeten eindigt met een fromage, een Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en koffie.
Omdat de avondmaaltijd eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; dit is iets zoets zoals een taartje met een kopje thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gehaald.
Voorafgaand aan het eten beginnen de Fransen met een apéro, een aperitief zoals pastis (een anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
Het diner lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in een restaurant, zeker ’s middags.
De prijzen zijn relatief bescheiden en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ongeveer 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een totale oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de hoofdstad van Frankrijk met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn in alfabetische volgorde: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese regio’s/departementen zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat voor het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de ondergang van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Ronde van Frankrijk (Tour de France) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen aan een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk in een auto van Franse makelij! Van oudsher was de Citroën DS het meest populair, die liefkozend La Déesse (de godin) werd genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Het ontbijt is bescheiden: een croissantje en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De lunch is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is later op de avond. Vers stokbrood wordt bij warme maaltijden gegeten. Zondagmiddag is voor een lunch met de familie geboekt. Een lunch kan een hele middag in beslag nemen, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven gaat het net zo: wie met Fransen zakendoet, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel Franse bedrijven geven hun werknemers vouchers om in een restaurant te kunnen lunchen. In Frankrijk worden kinderen vrij streng opgevoed en doen gewoon met alle maaltijden mee. Kinderen in Frankrijk eten hun viergangenmenu zonder morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het in Frankrijk heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans staat voor kennen maar daarnaast ook kunnen (het toepassen van de opgedane kennis). Omdat kunnen minstens zo belangrijk is als kennen, verlegt Dagnall Talen het accent van kennis naar functionele toepassing.
Voor u het weet, begrijpt u die Franstalige collega en antwoordt u hem of haar in zijn of haar eigen Frans. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een vroege Romaanse taal die weer uit het Laatlatijn voortkwam. Het Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië. Gallië omvatte toen, behalve het tegenwoordige Frankrijk. ook België, het westen van Zwitserland alsmede delen van Nederland en Duitsland.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
Er bestonden veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje kende een eigen variant.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; de talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is eigenlijk een gecultiveerde versie van het Francilien; de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Het Frans heef in vergelijking met het Nederlands een totaal afwijkende uitspraak. Eén typisch verschil met de Nederlandse taal is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in het Frans, waardoor je niet kunt horen waar een woord eindigt en het volgende woord begint. Deze gewoonte noemt men ‘verbinding’ (in het Frans: liaison). Het gebeurt met name bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen de Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat in het Frans veel eindletters niet worden uitgesproken. Bijvoorbeeld parle en parlent worden hetzelfde uitgesproken. Daarnaast klinken vrijwel alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: bureau, portefeuille, toilet.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Italiaans, het Spaans, het Portugees en het Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. Het Frans is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast Engels, Spaans, Chinees, Russisch en Arabisch.
Men zegt dat de kreet ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou van het Franse jeu de paume zijn afgeleid.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Het Franse alfabet bestaat uit 26 letters, evenveel als in het Nederlands.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om citaten te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Tussen de guillemets en de tekst komen spaties in het Frans. Andere leestekens worden in het Frans ook door een spatie voorafgegaan: « Venez ! », Elle criait :
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stoplappen of stopwoorden. Ook het Frans heeft er veel. Woordcombinaties of woorden die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin: hein? wat ruwweg klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit het Frans. Het woordje hein vraagt om instemming, het betekent ongeveer: “Nietwaar?”
Ook zeggen de Fransen vaak het woordje quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of luisteren is een heel effectieve manier om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt de klank en het ritme van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. U bent waarschijnlijk al op de hoogte van de actualiteit, waardoor u op op een vlotte wijze veel woordenschat Frans bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
Het station FIP is het meest bekende publieke radiostation van Frankrijk.
Door op het linker beeldscherm hierboven met het logo te klikken, kunt u live naar dit Franstalige radiostation luisteren.
NRJ
NRJ is de meest beluisterde commerciële radiozender van Frankrijk. Klik op het rechter computerscherm met het logo hierboven en luister direct live naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete serie of programma in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar u zult al snel merken dat dit erg leuk en leerzaam is.
De omroep France tv is de publieke Franse televisieomroep.
TF1
De omroep TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep voor de Fransen.
Deze Franse zenders kunnen via kabel, satelliet, internet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Amsterdam
U kunt de cursus Frans in Amsterdam op uw eigen locatie volgen of in Amsterdam, bijvoorbeeld bij Coachhuis Centraal Station aan de Binnenkant 24 in Amsterdam aan de bij Coachhuis Vondelpark aan de Van Eeghenlaan 27 in Amsterdam aan de in Pand Zuid (naast het Olympisch stadion) aan het IJsbaanpad 9 in Amsterdam aan de bij Amsterdam-West bij Abundance aan de Van Oldenbarneveldtstraat 48 C in Amsterdam of in de voormalige pastorie “De Ontmoeting” aan de Burgemeester Van Tienenweg 20 in Diemen. Wij verzorgen ook taalcursussen Frans in Amsterdam in bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Amsterdam-Amstel aan de Joan Muyskenweg 20, in Fletcher Hotel Amsterdam aan de Schepenbergweg 50, in Olympic Hotel Amsterdam aan het IJsbaanpad 12, in NH City Centre Amsterdam aan de Spuistraat, 288-292, in Postillion Hotel Amsterdam aan de Paul van Vlissingenstraat 9-11, in Mercure Amsterdam City Hotel aan de Joan Muyskenweg 10, in Leonardo Hotel Amsterdam Rembrandtpark aan de Staalmeesterslaan 410, in Hotel Novotel Amsterdam City aan de Europaboulevard 10, in WestCord Fashion Hotel Amsterdam aan de Hendrikje Stoffelsstraat 1, in Q-Factory aan het Atlantisplein 1, in Hotel Novotel Amsterdam Schiphol aan de Taurusavenue 12 in Hoofddorp en in Corendon Village Hotel Amsterdam aan de Schipholweg 275 in Badhoevedorp.
Vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Amsterdam kan bijvoorbeeld bij de RAI, bij Taets Art and Event Park, bij De Meervaart congres & event, bij de Ziggo Dome, bij de Westergasfabriek, bij Het Hembrugterrein, bij Passenger Terminal Amsterdam, bij de Johan Cruijff ArenA, bij The BOX, bij Eye filmmusem, bij Het Sierraad, in de Kromhouthal, in Pakhuis West, in de Amsterdome, in Artis, bij De Nieuwe Liefde, bij de Foodhallen/ Kanarie Club, bij Het Amsterdamse Proeflokaal, bij het Olympisch Stadion, bij Rosarium, bij Strandzuid en bij The Harbour Club Amsterdam Oost.
Amsterdam - geschiedenis
Bij de aanleg van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam zijn sporen van bewoning van 2600 v.Chr. gevonden. Toen woonden er dus al mensen in dit gebied. Maar rond het jaar 1000 n.Chr. is men begonnen met de ontginning van het moeras en werd het gebied de Aemstelle genoemd.
Waarschijnlijk is toen een deel van de Amstel gegraven. De naam ‘Amsterdam’ komt van de dam in de rivier De Amstel in de 13de eeuw.
Amsterdam - nu
Amsterdam is gelegen in de regio Groot-Amsterdam, aan de monding van de Amstel, aan het IJ alsook aan het Noordzeekanaal. Plaatsen in de buurt van de stad Amsterdam zijn Abcoude, Amstelveen, Badhoevedorp, Diemen, Lijnden, Muiden, Ouderkerk aan der Amstel, Weesp, Zaandam en Zwanenburg. Amsterdam Zuidas is een belangrijk bedrijvengebied van Amsterdam en omstreken.
Amsterdam ligt in de provincie Noord-Holland. De gemeente Amsterdam heeft ruim 860.000 inwoners.
Vlag gemeente Amsterdam
Wapen gemeente Amsterdam
Inwoners
Een inwoner van Amsterdam heet een ‘Amsterdammer’, maar de Amsterdammers worden ook wel Mokumers genoemd.
Er zijn natuurlijk veel bekende Amsterdammers.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Thomas Acda, Willeke Alberti, Koos Alberts, Willeke van Ammelrooy, Karel Appel, Frits Barend, Dennis Bergkamp, Sacha de Boer, Carlo Boszhard, Mies Bouwman, Ron Brandsteder, Robert Ten Brink, Charlene de Carvalho-Heineken, Johan Cruijff, Joep van Deudekom, Nico Dijkshoorn, Willem Dudok, Gerri Eickhof, Joop van den Ende, Rik Felderhof, Ruud Feltkamp, René Froger, Louis van Gaal, Martin Gaus, Winston Gerschtanowitz, Gordon, Glennis Grace, Ruud Gullit, Badr Hari, André Hazes, John van den Heuvel, Freddy Heineken, Willem Holleeder, Maurice de Hond, Micky Hoogendijk, Dolf Jansen, Kees Jansma, Johnny Jordaan, Simone Kleinsma, Gerrie Knetemann, Jeroen Krabbé, Martijn Krabbé, André Kuipers, Fajah Laurens, Oger Lusink, Rinus Michels, Danny de Munk, Ivo Niehe, Rick Nieman, Matthijs van Nieuwkerk, Rob de Nijs, Trijntje Oosterhuis, Jack Plooij, Douwe Bob (Posthuma), Chiel van Praag, Halina Reijn, Victor Reinier, Gerard Reve, Frank Rijkaard, Dries Roelvink, Piet Römer, Thijs Römer, Felix Rottenberg, Heleen van Royen, Martin Schröder, Carry Slee Jeroen Tjepkema, Waldemar Torenstra, Paul Verhoeven, Harry Vermeegen, Viggo Waas en Sanne Wallis de Vries.
Iets wat bij Amsterdam hoort, wordt ‘Amsterdams’ of ‘Amsterdammer’ genoemd.
Er zijn natuurlijk veel bekende Amsterdammers.
Het is een hele lijst, maar we noemen er toch even een aantal op: Thomas Acda, Willeke Alberti, Koos Alberts, Willeke van Ammelrooy, Karel Appel, Frits Barend, Dennis Bergkamp, Sacha de Boer, Carlo Boszhard, Mies Bouwman, Ron Brandsteder, Robert Ten Brink, Charlene de Carvalho-Heineken, Johan Cruijff, Joep van Deudekom, Nico Dijkshoorn, Willem Dudok, Gerri Eickhof, Joop van den Ende, Rik Felderhof, Ruud Feltkamp, René Froger, Louis van Gaal, Martin Gaus, Winston Gerschtanowitz, Gordon, Glennis Grace, Ruud Gullit, Badr Hari, André Hazes, John van den Heuvel, Freddy Heineken, Willem Holleeder, Maurice de Hond, Micky Hoogendijk, Dolf Jansen, Kees Jansma, Johnny Jordaan, Simone Kleinsma, Gerrie Knetemann, Jeroen Krabbé, Martijn Krabbé, André Kuipers, Fajah Laurens, Oger Lusink, Rinus Michels, Danny de Munk, Ivo Niehe, Rick Nieman, Matthijs van Nieuwkerk, Rob de Nijs, Trijntje Oosterhuis, Jack Plooij, Douwe Bob (Posthuma), Chiel van Praag, Halina Reijn, Victor Reinier, Gerard Reve, Frank Rijkaard, Dries Roelvink, Piet Römer, Thijs Römer, Felix Rottenberg, Heleen van Royen, Martin Schröder, Carry Slee Jeroen Tjepkema, Waldemar Torenstra, Paul Verhoeven, Harry Vermeegen, Viggo Waas en Sanne Wallis de Vries.
Iets wat bij Amsterdam hoort, wordt ‘Amsterdams’ of ‘Amsterdammer’ genoemd.
‘Amsterdamse bravoure, maar Amsterdammer kaas’. Amsterdam kreeg stadsrechten in 1306.
Amsterdam - internationaal & scholing
Hoofdstad Nederland & partnersteden
Amsterdam is een metropool en de hoofdstad van Nederland.
De partnersteden van Amsterdam zijn Athene in Griekenland, Berlijn in Duitsland, Bombay in India, Boston, New York en San Francisco in de Verenigde Staten, Casablanca, Larache en Tanger in Marokko, Hanoi in Vietnam, Istanboel, İzmit en Şişli in Turkije, Londen in het Verenigd Koninkrijk, Parijs in Frankrijk, Peking en Shenzhen in China, São Paulo in Brazilië, Seoel in Zuid-Korea en Tokio in Japan.
Hoger onderwijs
Amsterdam is een echte universiteitsstad.
De oudste universiteit is de Universiteit van Amsterdam (UvA) uit 1877. De Vrije Universiteit (VU) werd gesticht in het jaar 1879, oorspronkelijk protestants-christelijk. Sinds 2010 is ook Protestantse Theologische Universiteit (PThU) gevestigd in Amsterdam, die nauw samenwerkt met de VU. Er zijn eveneens verschillende hogescholen gevestigd in Amsterdam. Onder andere de Gerrit Rietveld Academie, de Hogeschool van Amsterdam, InHolland, iPabo, Luzac, Schoevers en Wittenborg.
Vlag provincie Noord-Holland
Wapen provincie Noord-Holland
Typisch Amsterdams
Amsterdam is de hoofdstad van Nederland en staatwereldwijd bekend om de grachtengordel met de zeventiende-eeuwse grachtenpanden, de vele musea waaronder het Rijksmuseum en het Van Gogh, de miljoenen toeristen, de rosse buurt, koffieshops en de vrije sfeer op straat.
Amsterdam fungeert als economische motor voor de
Amsterdam fungeert als economische motor voor de
regio en heel Nederland en Amsterdam is eveneens op cultureel gebied het kloppend hart van Nederland.
Niet veel mensen weten dat Amsterdam de grootste cacaohaven ter wereld is.
Amsterdam - minder bekend
Niet veel mensen weten dat Amsterdam de grootste cacaohaven ter wereld is.
Amsterdams dialect en accent
Doordat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, kent het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch. Kenmerkend voor alle Hollandse dialecten en ook het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”.
Typisch is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
In het Amsterdams: “Hep-ie de son in de see sien sakke”.
Typisch is het verlies van de stemhebbende medeklinkers ‘b’, ‘g’, ‘v’ en vooral ‘z’.
Die worden vervangen door de stemloze p, ch, f en s. ‘Goed’ wordt choed, ‘vogel’ wordt foochel.
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel. In de smiezen hebben betekent “iets in de gaten hebben”.
De laatste jaren is er tegelijkertijd sprake van een tegenovergestelde trend, waardoor bijvoorbeeld ‘samen’ wordt uitgesproken als zamen en C1 klinkt als zee 1.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel. In de smiezen hebben betekent “iets in de gaten hebben”.
“I Amsterdam”
Amsterdam - zakelijk
De gemeente Amsterdam
Het netnummer van Amsterdam is 020.
Het postcodegebied van Amsterdam is 1000 - 1099.
Het adres van het gemeentehuis van Amsterdam is Amstel 1, 1011 PN in Amsterdam.
De website van de gemeente Amsterdam is Amsterdam.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Amsterdam is 14 020.
Zakendoen in Amsterdam
Voor Amsterdamse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Amsterdam aan de De Ruijterkade 5, 1013 AA in Amsterdam. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Amsterdam is KVK-kantoor Amsterdam.
Amsterdam - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Amsterdam vaak op bedrijventerrein Buiksloterham, Cornelis Douwesterrein, Cruquius-Zuid, Landlust, Hempoint, Schinkel en Amsterdam Zuidas.
In Amsterdam bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties, een aantal daarvan mag Dagnall klant noemen.
[ Zie lijst ]
Amsterdams nieuws
Het Amsterdamse nieuwsportaal is Nieuw Amsterdams Peil en Amsterdamse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Noord-Holland - Nieuws.
Ondernemers in Amsterdam kijken hun (zakelijk) nieuws op AT5.
Ondernemers in Amsterdam kijken hun (zakelijk) nieuws op AT5.
Amsterdammers en ondernemingen in Amsterdam kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Amsterdams Dagblad, het Noordhollands Dagblad - Amsterdam en het Algemeen Dagblad - Amsterdam.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Amsterdam
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Amsterdam een bezoek brengen aan het Anne Frank Huis, aan het Amsterdam Museum, aan Museum het Grachtenhuis, aan Hermitage Amsterdam, aan Madame Tussauds Amsterdam, aan het Huis Marseille, aan Museum Het Rembrandthuis, aan het Rijksmuseum, aan Museum Het Schip, aan het Tropenmuseum, aan het Van Gogh Museum of aan Verzetsmuseum Amsterdam.
Voetbal, tennis, padel & squash
Houdt uw Franstalige zakenrelatie van sport? Dan is samen naar een sportwedstrijd gaan of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen wellicht een leuk idee. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een leuk idee om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Amsterdamse voetbalclub Ajax, AFC, ASV De Dijk of AVV Swift meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Amsterdam kunt u terecht bij Amstelpark, bij L.T.C. Festina, bij T.V. Tie-Breakers of bij Tennisclub IJburg.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Amsterdam of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u naar Golfbaan Waterland in Amsterdam gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn De Afslag 1, 1027 AC in Amsterdam. Het telefoonnummer van deze golfbaan is is 020-636 10 10. De website van Golfbaan Waterland is www.golfbaanwaterlandamsterdam.nl.
Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij het clubhuis van de golfbaan. Amsterdam Old Course, Golfbaan Sloten en Open Golfcentrum De Hoge Dijk zijn nog andere golfbanen in de buurt van Amsterdam.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Amsterdam
Google Maps Frankrijk
Google Maps Amsterdam
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Amsterdams nieuws
Hieronder kunt u het laatste nieuws uit Frankrijk en Amsterdam van verschillende nieuwsbronnen lezen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Amsterdams nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, kan het prettig en handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Amsterdams nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, kan het prettig en handig zijn om een beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Waarschijnlijk bent u al enigszins op de hoogte van het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Franse premier Barnier kondigt besparingen en extra belastingen aan in openingsspeech - VRT.be
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Frankrijk ziet eigen troepen sturen naar Oekraïne als ‘serieuze optie’ - MSN
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Guerre au Proche-Orient : la France déploie un navire militaire par "précaution" en cas d'évacuation au Liban - franceinfo
- EN BREF - Les principales annonces du discours de politique générale de Michel Barnier - TF1 INFO
- Fortes pluies et risques d’inondations ce mardi : désormais 13 départements en vigilance - actu.fr
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Attentat à Tel-Aviv : au moins six morts et neuf blessés dans une fusillade dans le quartier de Jaffa, deux tireurs "neutralisés" selon la police israélienne - franceinfo
- DIRECT. Discours de politique générale : les chefs de groupe à l'Assemblée nationale s'expriment à l'issue de l'intervention de Michel Barnier - franceinfo
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
- VIDEO. Guerre au Proche-Orient : dans le sud du Liban, les soldats français de la Finul en première ligne - franceinfo
Nieuws uit Amsterdam
- Grote politieoefening met extreem geweld in Amsterdam - NH Nieuws
- Amsterdamse Libanezen bellen met familie in oorlogsgebied: "Op werk focussen lukt niet meer" - NH Nieuws
- Schot gelost in het Oosterpark in Amsterdam, nog geen spoor van dader - AD
- Schoten gelost in Oosterpark, politie zoekt getuigen - Het Parool
- Queerkoppel mishandeld in het centrum van Amsterdam: bespuugd en meerdere keren getrapt - Het Parool
- Queerkoppel mishandeld in het centrum van Amsterdam: bespuugd en meerdere keren getrapt - AD
- Queerkoppel mishandeld op Haarlemmerstraat, politie zoekt getuigen - AT5
- Amsterdam wil overlast door houtstook aanpakken - Gemeente Amsterdam
- Amsterdam komt met voorstel om het stoken van hout te beperken - NH Nieuws
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall biedt in Amsterdam onder andere maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans aan.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Amsterdam.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Amsterdam.
U kunt vanzelfsprekend altijd contact opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Amsterdam en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten