Taalcursussen Frans in Alphen aan den Rijn van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name in de professionele wereld. Organisaties die in de taalopleiding van de werknemers investeren, hebben daarom een duidelijk voordeel en een voorsprong. Dagnall is een taalaanbieder die u precies dat biedt: Effectieve taaltrainingen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in Alphen aan den Rijn en omgeving. Taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en technisch tot medisch - Dagnall spreekt elke bedrijfstaal. Elke bedrijfstak kent een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling en een duidelijk concurrentievoordeel, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau. Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Alphen aan den Rijn aan in een grote verscheidenheid aan vakgebieden.
Goed op weg
met
Dagnall Talen
“Tauro” pand Europalaan 16 2408 BG ALPHEN AAN DEN RIJN
Wij bieden taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als (intensieve) workshops en als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online cursussen. Iedereen kan bij Dagnall Taleninstituut Frans leren op een manier die voor hem of haar het meest geschikt is. Organisaties zijn naast de algemene taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. De taaltrainingen worden op de individuele behoeften van de klanten afgestemd. Dagnall Taleninstituut is een taalaanbieder die de mogelijkheid biedt om via gecertificeerde taaldocenten met uitstekende beoordelingen en recensies Frans te leren in Alphen aan den Rijn. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht het door u beoogde resultaat.
De filosofie van Dagnall Talen
Onze filosofie is om Frans te leren zonder schroom alsook met plezier en gemak. Daarom zetten wij alles in het werk om ervoor te zorgen dat cursisten de Franse taal moeiteloos en zonder remmingen kunt kunnen leren. Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leren voor de cursist prettiger en gemakkelijker maken.
Door onze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Dagnall Talen brengt u met grote stappen naar het gewenste taalniveau door 15 minuten dagelijks te oefenen. Dagnall Taleninstituut is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Alphen aan den Rijn.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Dagnall Talen stelt de leerdoelen en wensen vast in overleg met u als opdrachtgever. U meldt de cursist(en) met hun contactgegevens aan. Ons taleninstituut verzorgt een intake op locatie of, indien dit uw voorkeur heeft, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarin op basis van het (ERK) Europees Referentiekader het huidige en gewenste taalniveau vastgesteld wordt, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met de offerte. Nadat u akkoord op uw offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning van de cursus af op uw agenda en situatie.
De trainer evalueert na enkele lessen Frans de voortgang en de inhoud van de taalcursus. Indien nodig, kunnen de doelstellingen worden aangepast. Wij sturen u een eindrapportage na de laatste les met een beschrijving van de resultaten die de cursisten hebben behaald. De cursisten ontvangen tevens een certificaat van het instituut.
Indien gewenst, wordt het (individuele) contact met de cursisten door Dagnall verzorgd Het plannen van de intakegesprekken wordt door Dagnall in overleg met u en de individuele deelnemers gedaan Deelnemers ontvangen een intakeformulier en een schrijfopdracht Frans. Deze moeten worden teruggestuurd vóór de datum van de intake Dagnall Talen verzorgt de intakegesprekken op locatie of op afstand. Een gesprek neemt ongeveer 30 minuten in beslag Groepsindelingen worden geadviseerd aan de hand van niveaubepaling door Dagnall Talen en vastgesteld in overleg De deelnemers worden op taal en taalniveau ingedeeld U ontvangt altijd een offerte op maat van ons! De logistiek van materiaal en de cursusbenodigdheden wordt uiteraard door Dagnall Talen verzorgd Dagnall Talen berekent geen administratiekosten alsook geen extra toeslag voor avondlessen Dagnall Talen bewaakt en garandeert de continuïteit van de planning van de cursus alsook het lesprogramma Frans Dagnall Taleninstituut is betrokken en flexibel!
Ons bedrijf verzorgt sinds 1982 taalcursussen Frans op maat in Alphen aan den Rijn en omstreken voor bedrijven en (overheids)instellingen. Wij maken gebruik van ervaren en kundige trainers Frans die specialisten zijn op het gebied van taal en die in Zuid-Holland al een groot aantal zakelijke taaltrainingen hebben gegeven aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte methode van werken, biedt Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Alphen aan den Rijn. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Frans in Alphen aan den Rijn sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak nodig! Taalcursussen (Frans) gericht op het vergroten van de taalbeheersing op de werkvloer zijn bij veel bedrijven inmiddels een begrip. Werknemers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering in hun werkomgeving en willen beter en/of sneller kunnen communiceren.
Zij willen de instructies op de werkvloer goed kunnen begrijpen en hier mee om kunnen gaan. De werknemers willen het liefst zelfverzekerder hun werk uit kunnen voeren en natuurlijk heel graag hun ambitie op hun werkterrein verwezenlijken. Investeren in personeel en in de (continue) ontwikkeling van het bedrijf is hiervoor nodig.
Dagnall Taleninstituut verzorgt betaalbare maatwerk taaltrainingen die de luister-, spreek-, schrijf- en leesvaardigheid op de werkvloer verbeteren. Ons instituut helpt en leert de cursist hoe hij/zij de lesstof in praktijk kan brengen in zijn/haar functie. Dagnall Taleninstituut stemt de taallessen af op de wensen van de klant en op het niveau van de deelnemer(s). Naast de lessen, krijgen cursisten frequent praktijkopdrachten gedurende de cursus, om de continuïteit van het leerproces te ondersteunen en de effectiviteit van de training te verhogen.
Dit is een win-winsituatie! Ons instituut let tevens op de wat onderbelichte kant van veel taalcursussen: de deelnemer staat al vaak alleen in zijn inspanning om de taal te beheersen, om de cultuur en gebruiken van het nieuwe land en de organisatie te begrijpen en om zijn of haar wereld door middel van taal uit te breiden. Dit vereist veel inzet en motivatie. De deelnemers hebben bovendien maar een aantal vaste contactmomenten per week met de docent. Dat is niet in elk geval voldoende.
Onderscheidend
Ons taleninstituut onderscheidt zich door zich te richten op vergroting van het draagvlak voor een cursus Frans op de werkvloer. Dagnall moedigt collega’s en leidinggevenden van de organisatie aan om voor een voortdurend proces van taalverwerving te zorgen, door vanaf het begin zoveel mogelijk in de doeltaal te communiceren met de cursist. Door de relevantie van taal op de werkvloer consequent op deze wijze uit te drukken, wordt de waarde van goede taalbeheersing samen ervaren en voelen de cursisten zich gestimuleerd en gewaardeerd in hun taalverwerving.
Vele wegen leiden van Alphen aan den Rijn naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans legt niet alleen de nadruk op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een betere spreek- of schrijfvaardigheid. Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, lees meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist. Een cursus Frans in Alphen aan den Rijn die het beste bij de taalleerder past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige docenten Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te gaan gebruiken. Dat werkt wel zo fijn en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt. Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Taleninstituut behalen wij met een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met aandacht voor de cursist(en) en het nagaan of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor taalcursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele taalcursussen, onlinecursussen, het Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en jargon van de specifieke organisatie. Onze taaldocenten geven les met veel eigen lesmateriaal dat zij door de jaren heen hebben gecreëerd en verzameld en de taaldocenten spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer plezierige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook onze taaltrainers Frans in Alphen aan den Rijn. Onze, door de jaren heen verder verfijnde en ontwikkelde werkwijze is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. De cursussen Frans zijn dus niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar eveneens afgestemd op de leermethode die zeer geschikt is voor de cursist.
Frans effectief leren in Alphen aan den Rijn bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u de gehele organisatie met een gerust hart uit handen kunt geven. Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden. Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen gebruiken wij gevarieerde en moderne onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en leersucces te verzekeren. Vanzelfsprekend kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Alphen aan den Rijn worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Alphen aan den Rijn
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren in Alphen aan den Rijn en omgeving. Een individuele cursus noemt men ook wel één-op-één-cursus of privéles. De individuele taalcursussen van Dagnall zijn al vele jaren bekend voor het maatwerk, de persoonlijke aandacht en het hoogste rendement. Alle individuele cursussen Frans van Dagnall zijn maatwerktrainingen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, de branche, het taalniveau, de praktijksituatie en de leerstijl. De cursussen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall taleninstituut biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsorganisaties en particulieren. De leergroepen houden wij zo klein mogelijk de lerenden maximaal te kunnen ondersteunen en om de leereffectiviteit te verhogen. Onze groepscursussen zijn maatwerkcursussen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl en de praktijksituatie en de trainingen worden opgesteld om de doelstellingen te kunnen behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het belangrijkste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement doordat in een korte periode behoorlijk veel kennis wordt geleerd. Doordat de cursus vrij intensief is, wordt sneller vooruitgang geboekt en blijft het leertraject zo kort mogelijk. Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van individuele cursussen. De cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de deelnemer en de inhoud van de cursus kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de specifieke aandachtsgebieden van de deelnemer. Doordat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal. Een individuele is eveneens taalcursus ideaal op de agenda van de cursist af te stemmen zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Vooral de interactie met de andere cursisten Frans is het belangrijkste pluspunt van een groepscursus; actief gebruik van de doeltaal in de groep door middel van bijvoorbeeld discussies en rollenspellen. De zogenaamde groepsdynamiek is een ander groot pluspunt; met elkaar in de doeltaal communiceren en van elkaars kunnen fouten. De afwisseling die zo wordt geboden, kunnen deelnemers leuker vinden. Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat meerdere medewerkers tegelijktijd getraind worden en de groep op vrijwel hetzelfde kennisniveau komt. Voor de cursisten zijn groepscursussen ook wat minder intensief (minder zwaar) dan individuele taalcursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen Frans kunnen rollenspellen en discussies alleen worden gedaan en gevoerd met de taaltrainer. Het geleerde kan niet in groepsverband geoefend worden doordat er geen interactie met andere lerenden is. Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van elkaars fouten te leren. De intensievere leerbenadering van een individuele taalcursus is ook vrij intensief (zwaarder) voor cursisten.
Minpunten groepscursus
In groepscursussen is minder aandacht voor de individu en kunnen de cursisten wat sneller afgeleid zijn. Het rendement ligt hierdoor wat lager. Door de groepen wat kleiner te maken (bijvoorbeeld minigroepen), kan dit gedeeltelijk ondervangen worden. Ook kunnen groepscursussen Frans minder goed op individuele leerstijlen afgestemd worden. Dat de planning minder goed op de agenda van de individuele deelnemers afgestemd kan worden, is een ander nadeel van groepscursussen.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslag
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject afgestemd op individuele leerstijl inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslag
geen interactie met andere cursisten vrij intensief voor de cursist geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslag
interactie met andere cursisten groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren groep komt op hetzelfde kennisniveau efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslag
iets minder aandacht voor individuele cursist minder afgestemd op individuele leerstijlen minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Frans) voor beginners, halfgevorderden en gevorderden. Niet iedereen kan een talencentrum bezoeken. Daarom bieden wij onze taaltrainingen eveneens incompany en online aan. Bij Dagnall Talen kiezen taalleerders voor een
intensieve of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Het combineren van deze trainingen is mogelijk en hier wordt ook vaak voor gekozen. Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en dan een nieuw Frans woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal zorgen. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om al deze woorden uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van het verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Frans te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangedragen. De structuren die het meest in het Frans worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situaties bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen input van studenten is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een heel goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is, kan een andere keerzijde van de methode zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de lerenden en de docent (Frans). Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die gezet werden in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methode worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal (Frans) nog niet genoeg beheersen. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
De rol van de trainer Frans is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de studenten vrij intensief.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de (Franse) taal vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als minpunt kan van de methode genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het houden van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor is vereist. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de studenten zo weinig door de taaltrainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in grotere klassen worden toegepast. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook nadelen. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de vreemde taal is ook relatief minder aandacht. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de methode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers Frans gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. De taaltrainer Frans is bij deze methode in principe dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de docent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in de Franse taal is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze taalfouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten toegepast en ook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Frans praten.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van het Frans om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student Frans is begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze. Een keerzijde van de methode is dat de taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw in Engeland en in Amerika ontwikkeld, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten te voorzien van elementaire verbale communicatieve vaardigheden. Hierdoor werd deze audiolinguale methode ook wel bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan beschouwd worden als reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de les geheel plaatsvond in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans). De belangrijkste vaardigheden zijn kunnen spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuur worden geleerd door middel van mondelinge structuuroefeningen. Het doel is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan, wat begint bij een Franssprekende na kunnen spreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt met driloefeningen gewerkt om Franse zinnen en structuren in te slijpen, om te zorgen dat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan zo een zin bijvoorbeeld 10 maal herhalen en dan een nieuw Frans woord toevoegen. Er wordt veel in zogenaamde talenpractica gewerkt, waar lerenden een koptelefoon dragen en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Het geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans vertrouwd is geworden. Er wordt wel gebruikgemaakt van afbeeldingen om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas geïntroduceerd omstreeks 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel bezwaren tegen de saaie driloefeningen. Het kwam soms voor dat de techniek haperde, waardoor de talenpractica vrij gauw in onbruik raakten. In plaats van de talenpractica werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers wonnen weer aan populariteit en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch heeft de audiolinguale methode haar sporen nagelaten. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica gaat, maar om de toepassing ervan. De luistervaardigheid (Frans), waar de meeste docenten vóór de jaren zeventig geen aandacht aan schonken, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Vanaf het begin wordt de correcte uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is docentgestuurd en kan daardoor voor een vlotte en efficiënte overdracht van de kennis van de taal zorgen. De methode kan ook worden toegepast bij grote(re) groepen.
Deze docentgestuurde kant heeft tegelijkertijd een keerzijde; er wordt geen eigen inbreng van de lerenden verlangd, waardoor het risico dreigt van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid. Een bijkomend bezwaar van de methode is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
Polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkelde de GoldList Method (‘gouden lijst-methode’).
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen (bijvoorbeeld in het Frans) te leren op een zodanige manier dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de lerende. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die worden herhaald na verloop van tijd. De woorden of zinnen van de woordenlijst worden hardop gelezen door de lerende. Het is niet het idee om al deze woorden uit het hoofd te leren, maar dit eigenlijk gaat automatisch door blootstelling. De woordenlijst wordt telkens bijgewerkt; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de woordenlijst af, Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst of zinnen spontaan in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen worden, iets dat door veel geheugenwetenschappers betwijfeld wordt. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt kennis in het algemeen opgeslagen wanneer deze kennis van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan goed werken voor Franse woorden en zinnen die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij mensen die bij bijvoorbeeld Post-its® voordeel hebben als geheugensteun zou deze GoldList-methode goed kunnen werken. Omdat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven aangesproken wordt en meewerkt, functioneert het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een foto maken. Een keerzijde is het ontbreken van context. Taal bestaat uit veel meer dan alleen een verzameling losse woorden en/of zinnen. Daarnaast is de methode zeer tijdrovend; er moeten steeds handgeschreven woordenlijsten worden gemaakt.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is door Tracy Terrell en Stephen D. Krashen in 1983 ontwikkeld.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op een natuurlijke wijze van het verwerven van de vreemde taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De methode probeert het Frans aan te leren op de manier waarop mensen als kind hun moedertaal leerden. Op deze manier leert de student onbewust eveneens de taalregels van het Frans. Alleen het Frans wordt hiervoor gebruikt met een aantal visuele hulpmiddelen. Een stressvrije leeromgeving voor de studenten is het streven van de methode. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de lerenden blootgesteld. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en niet zo zeer op het corrigeren van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
Als de lerenden in het Frans worden ondergedompeld, werkt de leermethode het meest effectief. De activiteiten die in het Frans worden aangeboden, moeten stimulerend zijn zodat de studenten plezier beleven van de ervaring.
De Natural Method lijkt erg op de Directe Methode. Beide methoden zijn gebaseerd op het idee van natuurlijke taalverwerving; het onderscheid is dat de Directe Methode meer focus op de praktijk legt en de Natural Method meer op blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is vaak bewezen dat onderdompeling heel effectief is. De methode is een populaire wijze van lesgeven bij taaldocenten Frans, doordat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is voor de lerende. Maar er is eveneens kritiek op de Natural Method. De methode is voornamelijk gericht op het impliciet leren van de Franse grammatica. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar door ontoereikende kennis van de grammatica in een wat gebrekkige, versimpelde versie van de taal blijven hangen.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier Frans te leren, wordt prettig gevonden. De studenten krijgen de kans voor het opbouwen van een persoonlijke band met het Frans. Omdat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde Frans langer.
Het nadeel kan zijn dat het langer duurt voor er resultaten geboekt worden, omdat er bijna geen druk ligt op de taalproductie. Ook bereidt de methode lerenden niet per se op een bepaald Frans examen voor.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engelse naam: Structural Approach; ‘SA’) is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries, oprichter en directeur van de English Language Institute aan de Universiteit van Michigan en één van zijn studenten Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode om een vreemde taal te leren die als doel heeft om de student vertrouwd te maken met de grammaticale en fonologische structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Bij de Structurele Aanpak draait het om het herkennen en kunnen toepassen van vaste Franse woordcombinaties en groepen woorden in de correcte woordvolgorde. Deze vaste combinaties van woorden worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, gezichtsuitdrukking, dramatisering en handelingen aan de lerende aangedragen. De structuren die het meest in het Frans worden gebruikt, worden eerst aan de taallerende aangeboden. De mondelinge vaardigheid Frans (luisteren en spreken) wordt hier in de eerste instantie bij gebruikt; hieruit volgen lezen en schrijven. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreekvaardigheid en schrijfvaardigheid), krijgt de grammatica een grote plaats. Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) zijn andere benamingen voor de Structurele Aanpak.
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 op grote schaal gebruikt om Engelse les te geven in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Het voordeel van een structurele aanpak is dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier kunnen leren. Studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica leren in welke situaties bepaalde Franse woorden en woordcombinaties wel of niet passend zijn. De methode van de Structural Approach gebruikt alledaagse taal. De Structural Approach heeft eveneens minpunten. De methodiek kost tamelijk veel tijd en zorgt niet onmiddellijk voor succeservaringen. De eigen input van studenten is beperkt; het is niet erg creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (In het Engels: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (In het Engels: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van de ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Amerikaans taalkundige Dell Hymes was de grondlegger in 1966 van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke streven is van het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
Met behulp van CLT-technieken leren de studenten het Frans in de praktijk te brengen door de interactie onderling en de taaldocent Frans. Authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving en/of het dagelijks leven worden gebruikt. Zowel tijdens als buiten de les wordt het Frans gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en taaldocenten Frans dragen onderwerpen aan die buiten het domein van de traditionele grammatica liggen, om de taalvaardigheid Frans in verschillende realistische situaties te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit betekent aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de taaldocent Frans echt een trainer, die de student helpt in het Frans te communiceren.
Populariteit
Communicatief taalonderwijs werd erg populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw. Dit kwam mede omdat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. In het verenigde Europa ontstond meer behoefte aan het leren van talen op een direct toepasbare manier.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
CLT (communicatief taalonderwijs) kent veel sterke kanten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Doordat authentiek materiaal wordt gebruikt, leren studenten de Franse woorden die voor hen nodig zijn. Het is efficiënt. Deze methode werkt stimulerend voor studenten doordat zij snel succeservaringen hebben. Fouten maken mag; de vaardigheid van de student wordt al doende geleerd en verder verbeterd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en de uitspraak. De voorbereiding en de planning vraagt veel tijd van de taaltrainer en vereist een actieve deelname van lerenden. Afhankelijk van welke achtergrond zij hebben, is voor een aantal studenten deze manier van een taal leren moeilijk of afwijkend. Communicatief taalonderwijs (CLT) traint de vaardigheden; daarbij gaat het om de functie en in mindere mate om de vorm en de methode biedt dan ook geen samenhangend geheel.
In de 18de en de 19de eeuw was het taalonderwijs vooral gericht op praktisch taalgebruik. Er word geleerd om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, lijsten met woorden etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door docent Frans en Italiaans uit Duitsland en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Omstreeks 1783 ontwikkelde hij een leermethode waarin de grammatica centraal stond. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (In het Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn; de taal van de religie, de cultuur en de wetenschap. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en was volledig gericht op het vertalen en de grammatica (van bijvoorbeeld Frans). Dat werd destijds gezien als een degelijke en wetenschappelijke aanpak. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse van taalstructuren en taalvormen (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij de lerende zelf inzicht ontwikkelt. De lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk bij de Grammatica-vertaalmethode. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten krijgen de nadruk. De trainers dragen kennis Frans over, de lerende memoriseert.
Populariteit
Hoewel al vanaf halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren, heeft tot vrij recent de grammatica-/vertaalmethode een grote invloed op het taalonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training aan mensen die het een uitdaging vinden om dingen uit het hoofd te leren. Deze methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, doordat de nadruk wordt gelegd op de grammatica.
Er zijn echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie zelden mondeling kan worden toegepast. De methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het over het algemeen om literair taalgebruik gaat. Deze methode geeft niet de mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief proces bij lerenden bij het werken in een groep. De student fungeert slechts als toehoorder en uitvoerder.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (Engels: language immersion of alleen immersion) wordt over de hele wereld toegepast sinds de jaren 70, en dan met name op de middelbare school waarbij een vak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) wordt gegeven in een vreemde taal. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de methode die bij bijvoorbeeld Taleninstituut Regina Coeli in de provincie Brabant, ook wel ‘de nonnen van Vught’ of liefkozend ‘de nonnetjes (van Vught)’ genoemd, wordt toegepast. De methode is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die Franse taalles onderwezen aan rijke dames uit Vught en omgeving.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling zorgt ervoor dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het begin door de nieuwe taal wordt omgeven. Alle instructies worden gegeven in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke manier. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Bij onderdompeling met rollenspellen en simulaties gewerkt. De omgeving op onderwijsinstellingen die met onderdompeling werken, wordt vaak in de stijl van het land van de Franse taal ingericht om een situatie te creëren alsof de studenten in Frankrijk zijn. De lerenden oefenen één-op-één of in kleine groepen met Frans spreken. Naar Frankrijk gaan en daar verblijven in een gastgezin, is een andere manier om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een heel goede methode om vreemde talen te leren. Vooral de mondelinge taalvaardigheid Frans kan op deze manier zeer goed worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Omdat de leermethode nogal intensief is, is het grote voordeel dat deze methode snel resultaat laat zien. Het is ‘sink or swim’, de lerende moet wel gaan communiceren in het Frans want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Het samen oefenen in groepen versterkt de sociale interactie. Lerenden ervaren dat als motiverend.
Dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden, is een nadeel van de methode. Als iemand in een korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door in een kunstmatig gecreëerde omgeving te zijn ondergedompeld, maar daarna weer overgaat tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel weer wegzakt. Dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is, kan een andere keerzijde van de methode zijn. Niet alle studenten hebben genoeg conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om taal te leren uit de jaren 70 van de vorige eeuw. De methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Positieve suggestie is volgens Lozanov een voorwaarde om (talen; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Daarvoor is het van essentieel belang dat er een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen is tussen de lerenden en de docent (Frans). Dat studenten zich veilig voelen en ontspannen zijn, is de voorwaarde hiervoor. Leslokalen met rijopstellingen waren ongeschikt om dit te bewerkstelligen. De studenten zaten in comfortabele stoelen tijdens de lessen die gezet werden in een halve cirkel en in de les werd ook altijd achtergrondmuziek gedraaid. De leermethode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van teksten, ondertussen werd op de achtergrond klassieke muziek gedraaid of waren natuurgeluiden te horen. Er waren opmerkingen met betrekking tot de (Franse) grammatica en lijsten met woorden bij deze teksten. Dit voorlezen gebeurde met veel expressies in stem en gebaren. De lerenden werden op deze manier in de verleiding gebracht om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel tijd tijdens de lessen. Er werden rollenspellen gespeeld en er bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten werden gemaakt en geproefd.
Populariteit
De leerleermethode van Lozanov was omstreden en is niet zo bekend meer. Sommige elementen van de methode worden nog steeds gebruikt, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
De methode van Suggestopedia zorgt voor een ontspannen en veilige sfeer in de les, waardoor de student minder last zal krijgen van faalangst of frustratie. Voor nieuwkomers kan deze gemoedelijke sfeer bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Vaak werkt muziek motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Een ander voordeel van de methodiek is dat de student wordt gestimuleerd om actief mee te doen en zich in te leven in de situatie. Dit is voor sommige mensen een nieuwe ervaring. Tegelijk vormt dit voor bepaalde lerenden een nadeel, omdat niet iedereen hiertoe in staat is. Ook kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in tegenstelling tot ontspannend of stimulerend. Een ander zwak punt is dat de relatie taaldocent-lerende niet gelijkwaardig is; alle input komt van de kant van de Franse taaldocent waarbij de lerende steeds de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te leren waarbij de lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de vreemde taal zij willen leren. De methode baseert zich op de counseling-benadering waarbij de docent als counselor fungeert die de zinnen van de lerende kenschetst. De lerenden starten het gesprek. Zij spreken in hun moedertaal als de studenten de te leren taal (Frans) nog niet genoeg beheersen. De taaldocent (Frans) vertaalt en geeft uitleg. Hierna herhalen de lerenden de uitingen van de docent zo nauwkeurig mogelijk. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om nadien te kunnen herbeluisteren.
De methode bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en beschouwt de wisselwerking tussen de studenten als middel om het Frans te leren. Het zijn de studenten zelf die de lesstof bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Er is geen leerboek Frans dat wordt gebruikt.
Populariteit
Het slagen van CLL hangt erg af van de expertise van de docent-counselor. De taaltrainer dient naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig onderlegd te zijn. Deze taaltrainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerenden erg goed te beheersen om in staat te zijn om de taaluitingen van de lerenden te vertalen. CLL kan goed werken als deze op de juiste wijze gebruikt wordt. Community Language Learning is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
CLL biedt studenten veel autonomie. De studenten vinden het analyseren van de eigen gesprekken vaak nuttig. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook buiten de lessen wordt de groep vaak zeer hecht. Door deze methode worden studenten zich een stuk meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en zwakke punten en ze leren als een team te werken. Studenten leren vaak veel van het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de taalles Frans. Vaak blijven dergelijke correcties in het geheugen gegrift en worden deel van de actieve woordenschat van studenten.
Dat de docent niet sturend is, terwijl sommige lerenden wel sturing nodig hebben, kan een keerzijde zijn. Er wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Sommige lerenden worden geremd in hun Frans spreken wanneer zij worden opgenomen.
De Lexicografische benadering (Engelse naam: Lexical Approach; LA) is een methode om een taal te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De benadering is gebaseerd op de visie dat een belangrijk deel van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. De studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Ze leren hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. Woordenschat Frans is in deze benadering belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn gericht op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak in dialogen voorkomen. Er wordt aandacht geschonken aan interactie maar eveneens aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de studenten (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Voor het zelf ontdekken van de Franse taal door de student is veel ruimte.
De rol van de trainer Frans is voor voldoende inbreng te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de lerenden.
Populariteit
In de afgelopen drie decennia zijn onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis leerboeken aanmerkelijk veranderd. Veel meer aandacht wordt besteed aan woordenschat die aangeboden wordt in zogenaamde chunks, in betekenisvolle brokjes. Iets waarnaar Lewis streefde; de drastische verandering in de wijze waarop talen worden onderwezen, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een heel natuurlijke manier het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het taalgebruik Frans.
Het minpunt van deze leermethode van de leermethode is dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties. Met het zelf leren herkennen van de taalpatronen hebben sommige lerenden moeite en zij hebben meer aan een taaldocent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ook wel ‘seriemethode van taalverwerving’ genoemd, is in 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (Engelse naam: The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica vereisen. Op basis van een actie, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren de studenten zinnetjes. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, wetenschap en beroep, ontwikkeld vanuit het verschil tussen objectieve, subjectieve en figuurlijke taal. In de François Gouin-serie wordt geen moedertaal gebruikt. Het betreft een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’, waardoor studenten vanzelf snel in de te leren taal (bijvoorbeeld het Frans) gaan denken.
Populariteit
Gouin’s concepten over taal waren zeer vooruitstrevend. De seriemethode van Gouin was toch enige tijd succesvol, ondanks de vrij ongewone aanpak. De methode werd echter overschaduwd door de Directe Methode van Berlitz.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Seriemethode van Gouin ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheden Frans en zorgt voor het creëren van een sfeer in de les die harmonieus, natuurlijk en gelijkwaardig is.
François Gouin’s methode biedt levendig onderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme bij de studenten op door gebruik te maken van visueel leermateriaal, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, enzovoort. Het leren werd tastbaar; dit was iets geheel nieuws. De leermethode maakt de studenten Frans nieuwsgierig, wat goed werkt om het leergeheugen te helpen ontwikkelen, de prestatiedruk te verlagen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De methode stimuleert de communicatieve competenties Frans van de studenten vrij intensief.
De methode heeft echter als nadeel dat taal die iets meer abstract of subjectief wordt, wat lastig in één concrete ervaring kan worden gevangen met beweging en expressie. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een hele reeks aan series voor moet bereiden, is een bijkomend nadeel van de leermethodiek. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op het mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Task-Based Language Teaching (Taakgericht taalonderwijs) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham V. Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat het verwerven van de taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een middel om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Studenten krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is kennis van de (Franse) taal vereist. Om deze taken goed uit te kunnen voeren, dienen zij over woordenschat en taalregels te beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals het schrijven van een e-mail, een boodschap doen, bellen met een klantenservice, de krant lezen of een drankje bestellen. De taak wordt in drie fasen opgedeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de lerenden zich eerst voorbereiden op de taak, vervolgens de taak uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. Om de opdrachten uit te voeren, moeten studenten samenwerken. De taken dienen iets boven het taalniveau van de student Frans te liggen om leereffect te hebben.
Populariteit
Task-Based Language Teaching (TBLT) heeft aan populariteit gewonnen vanaf het begin van de jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. De methode lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid bij de studenten (met name de studenten in een achterstandspositie) te verhogen in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij studenten uitgedaagd worden om hun vaardigheid (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, efficiënte en relevante aanpak, mits de opdracht goed bij de lerenden aansluit. De student komt op een alledaagse, natuurlijke manier in contact met het Frans en leert zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten leren daarnaast om samen te werken. Lerenden ervaren taakgericht taalonderwijs als prettig en motiverend.
Als minpunt kan van de methode genoemd worden dat de communicatie voorop staat en niet de correcte vorm van het Frans, waardoor de studenten die niet zeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
De Nieuw-Zeelandse linguïst en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels; Scott Thornbury, ontwikkelde in 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; de beweging van een aantal Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. Bij het filmmaken, confirmeren de deelnemers zich aan tien strenge regels (tien dogma’s). Deze tien regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (In het Deens: kyskhedsløfter; in het Engels: Vows of Chastity). Iets soortgelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van deze methode zoeken naar een vorm van communicatief taalonderwijs die niet door voorgedrukt materiaal belast is. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het houden van inhoudelijke conversaties die over praktische onderwerpen gaan. Hierbij draait het om communicatie als de drijvende kracht van de taal leren (bijvoorbeeld het Frans). De benadering is daarom een communicatieve aanpak van taalonderwijs. Deze methode wil onderwijs bieden zonder lesboeken of andere lesmaterialen en zich in plaats daarvan op de communicatie tussen de lerenden en de trainer focust. Het Dogme-taalonderwijs kent, net als de Dogme-beweging van de filmmakers, tien dogma’s (uitgangspunten).
Populariteit
Ondanks dat onderzoek naar het succes van Dogme beperkt is, gaat Scott Thornbury ervan uit dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een vreemde taal (zoals Frans) erop wijzen dat Dogme waarschijnlijk tot vergelijkbare resultaten leidt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een positieve bijkomstigheid voor taaldocenten Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor is vereist. De lerenden zijn verantwoordelijk voor hun eigen leerproces en dit kan erg motiverend werken. Zo zijn de lessen Frans nooit voorspelbaar. Dit creëert spontane communicatie en de verveling krijgt geen kans. Tijdens een les volgens de Dogme-methode is bijna alles bespreekbaar. Dit zorgt ervoor dat de studenten betrokken en alert blijven.
Als de studenten zo weinig door de taaltrainer bij de hand genomen worden, kunnen ze zich daartegenover iets minder op hun gemak voelen. Ook zijn niet alle taaldocenten Frans voldoende flexibel voor deze manier van lesgeven. Een bijkomend minpunt kan zijn dat lerenden zich vaak op een bepaald examen Frans dienen voor te bereiden en het niet zeker is dat de daarvoor benodigde stof in de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-benadering geldt als een alternatieve kijk op het verwerven van een vreemde taal (zoals het Frans). Dat taal en cultuur onlosmakelijk zijn, is de primaire aanname van de GPA. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het Frans; het doel is uitgroeien tot deelnemers aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). Daarom hanteert GPA de benamingen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docent of leraar’. De GPA-benadering vertoont gelijkenissen met, en is ook gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De methode bestaat uit zes fasen van activiteiten. De activiteiten worden uitgevoerd door de lerende en een verzorger uit Frankrijk. Begrijpen gaat boven produceren. De nadruk ligt op Franse woordenschat en cultuur. Fase 1 van de leermethode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ruwweg 100 uur in beslag. De ‘groeiende deelnemer’ richt zich in deze fase 1 op luisteren en non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase duurt ruwweg 150 uur en nu beginnen de deelnemers ook Frans te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op zogenaamde ‘gedeelde verhalen’. ‘Gedeelde verhalen’ zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die tussen culturen worden gedeeld alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken over het leven in de Franse cultuur te voeren. In fase 5 van de leermethode begint de deelnemer zich te richten op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van televisie, films, nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk vereist is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode van de leermethode is de ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Het gaat het hierbij om groei naast de formele taalsessies Frans.
Populariteit
Er is nog weinig bekend over het succes omdat de methode van Thomson nog tamelijk nieuw is. Deelnemers zijn er enthousiast over.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
De GPA-methode biedt een duidelijke doorkijk op het proces van taalverwerving Frans. Deze zes fasen bieden realistische doelen en een duidelijk tijdsschema. Er wordt door de lerende niet alleen kennis verworven van het Frans, maar ook van de omgeving en de lerende verwerft eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze leermethode is dat voor elke deelnemer of minimaal elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ moet worden gevonden die bereid is om veel tijd te investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door Prof. Alexander Argüelles; een Amerikaanse polyglot en taalkundige.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die studenten zelfstandig kunnen gebruiken om de uitspraak en intonatie (Frans) te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze methode is eenvoudig: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt vervolgens wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst ook begrijpen is niet belangrijk. Luisteren en herhalen wordt net zo vaak geoefend tot dit heel soepel gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de audio-opname. Na enige tijd zullen de lerenden een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en te begrijpen) wat zij uitgesproken hebben. Zolang deze boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende teksten, zijn veel leerboeken geschikt voor deze leermethode. De Franse audio-opname dient idealiter wat boven het niveau van de lerenden te liggen. De ideale lengte is ruwweg één pagina, zonder kunstmatige pauzes en op natuurlijke snelheid. Argüelles adviseert om te gaan lopen tijdens het spreken, liefst buiten, en niet te gaan zitten, omdat fysieke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de studenten minder snel afgeleid worden als zij in beweging zijn, is een bijkomende reden waardoor het werken aan het Frans veel effectiever wordt.
Shadowing heeft veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar bij de audiolinguale methode werden grammaticale driloefeningen toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken verschillend.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar Shadowing waaruit blijkt dat de techniek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat het in een groep lerenden kan worden toegepast, waarbij alle deelnemers actief leren. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek heeft als nadeel is dat studenten het wellicht een beetje saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst te blijven herhalen. De keuze van de teksten is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd, in de jaren 60 van de vorige eeuw.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om een vreemde taal (zoals Frans) te leren die van het principe uitgaat dat mensen leren met behulp van bewegingen en handelingen. Men leert door te doen, en wel op de manier zoals een kind zijn moedertaal leert. Ouders geven continu opdrachten aan hun (jonge) kinderen en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste plaats is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, de spreekvaardigheden komen later.
De methode van TPR® past deze principes van de moedertaalverwerving bij het leren van het Frans versneld toe. De trainer geeft taken op een vriendelijke en begrijpelijke manier, bijvoorbeeld: “pak het boek” en doet de taken zelf voor; de lerende doet deze taken na. Aanvankelijk wordt nog niet verwacht van de lerenden dat ze Frans spreken; de lerenden geven in een later stadium de opdrachten. Taken die bekend zijn worden uitgebreid of gedeeltelijk veranderd.
TPR® appelleert de methode van aan de beide hersenhelften door de combinatie van beweging en spraak. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en de geleerde Franse taalkennis beklijft ook beter.
Populariteit
TPR® wordt hoofdzakelijk gebruikt binnen het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende lerenden en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar ook middelbare scholieren of volwassenen werken met veel plezier met Total Physical Response en behalen hierbij goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
De methode van Total Physical Response heeft veel voordelen. Doordat studenten veel begrijpelijke input krijgen aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgen de studenten snel begrip van de nieuwe taal. De leermethode van Total Physical Response zorgt voor een vlotte succeservaring, wat het plezier in leren bevordert. Dit zorgt een stressvrij leerproces. In principe is TPR® inzetbaar voor alle doelgroepen, ongeacht de leeftijd of de achtergrond en kan de methodiek eveneens in grotere klassen worden toegepast. Het verworven Frans wordt direct in het langetermijngeheugen van de student opgeslagen.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten is uit te drukken, is de keerzijde van TPR®. Daarom werkt het tot op een zeker taalniveau en is nog een andere methode nodig als aanvulling. Daarnaast is de leermethode niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun gevoelens, ideeën en meningen in het Frans te uiten.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren tachtig van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). Deze methode is als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks het jaar 1900 met nieuwe ideeën dat het leren van talen zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens betrof die Reformbeweging niet alleen het leren van talen, maar eveneens voeding, kleding, naturisme en natuurgeneeskunde. Net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men omstreeks 1900 naar natuurlijke leefwijzen en bevrijding van de keurslijven. Binnen het taalonderwijs werd nu veel aandacht besteed aan de ‘levende’, gesproken taal, waarbij grammatica vooral inductief werd aangeboden, met voorbeeldzinnen. Hieruit moesten studenten de taalregels afleiden. Er waren veel mondelinge oefeningen en met veel aandacht voor de uitspraak van de vreemde taal (zoals het Frans). Studenten werden aangemoedigd vaak Frans te spreken. Nieuw was eveneens dat de lessen in het Frans werden gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de taalles. Door middel van voorbeelden en plaatjes werd de (Franse) vocabulaire aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten voor het associëren van ideeën.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, mede onder invloeden van de crises en oorlogen, om weer een andere vorm te krijgen in de jaren 60.
Taleninstituten zoals Interlingua en Berlitz werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat de Directe Methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste voordeel. Bij de methode wordt veel aandacht geschonken aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden vloeiendheid in het Frans en zelfvertrouwen ontwikkelen. Aan de leermethode kleven echter ook nadelen. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode nauwelijks aandacht en voor lezen in de vreemde taal is ook relatief minder aandacht. Voor studenten die verder meer gevorderd zijn in het Frans, biedt de methode niet genoeg uitdagingen. De Directe Methode is eveneens niet heel geschikt voor minder snel lerende studenten, doordat de methode van actief meedoen van de studenten uitgaat.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
In 1835 publiceerde Jean Manesca An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In januari 2015 is An oral system of teaching living languages in herdruk gegaan.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca gaat van hetzelfde principe uit als waar de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach) voor staat: de beste manier om een taal te leren, is die waarop een kind zijn moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren moet gemakkelijk en veilig zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd dienen te worden.
De Manesca-methode geldt als de vroegst bekende, volledige taalcursus. De leermethode is gebaseerd op het werken met een groep lerenden en een taaltrainer Frans, die slechts één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de bijbehorende beweging worden vervolgens door de studenten afzonderlijk herhaald. Door deze herhaling onthouden de studenten deze Franse woorden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. Deze woorden vormen stap voor stap zinnen en variaties op deze Franse zinnen. Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is al enkele jaren later overgenomen en aangepast door grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff en staat dan ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Manesca overleed twee jaar na de publicatie van zijn leermethode. Zijn werk is door anderen opgepakt en verder ontwikkeld, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds toegepast in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode geldt als het combineren van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en het geleerde gemakkelijker en langer kan worden onthouden. Wat daar ook aan bijdraagt, is het veelvuldige herhalen. Het feit dat het wat saai wordt om dezelfde Franse woorden en zinnetjes steeds te herhalen, kan een minpunt zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een methode om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren die gebruikmaakt van stilte als instructiemiddel. Caleb Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
Een combinatie van gebaren en stilte wordt door de taaltrainers Frans gebruikt om de aandacht van de lerende te trekken, reacties te krijgen en de lerende aan te moedigen om foutjes te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) van de taal wordt veel tijd besteed.
Gattegno, die wiskundige was, hechtte er veel waarde aan om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt was voor de energievoorraad van de lerenden. Hij ontdekte dat het relatief weinig energie kost om een auditief of visueel beeld te onthouden, veel minder energie dan wanneer lerenden proberen iets uit het hoofd te leren. Caleb Gattegno verklaarde dat trainers niet zozeer dienen te streven naar het overbrengen van kennis, maar bewustzijn aan dienen te spreken, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om iets te kunnen leren.
The Silent Way van Gattegno gebruikt onder andere gekleurde staafjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die kunnen worden gebruikt voor verschillende dingen. De methodiek gebruikt eveneens Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur een specifieke klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die worden gebruikt voor het leren van de spelling.
Populariteit
Hoewel The Silent Way in de originele vorm niet veel wordt toegepast, zijn de ideeën van Gattegno van betekenis geweest, voornamelijk bij het aanleren van de uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat de aanpak van Gattegno niet-bedreigend is voor de student, die per slot van rekening wordt gezien als autonoom, is de sterke kant van zijn methode. De taaltrainer Frans is bij deze methode in principe dienstbaar aan de student, niet omgekeerd. De leermethodiek van The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke manier. De geleerde taalkennis wordt over het algemeen goed verwerkt en onthouden door de taallerenden uit te dagen nieuwe dingen te ontdekken. De lerende ‘mag’ fouten maken, wat aan het leerproces bijdraagt.
Het kan een nadeel zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. De studenten zouden gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de docent Frans. Het werken met kleuren en grafieken heeft als beperking dat ‘het nieuwe’ er gauw af gaat, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De methode van TPR Storytelling is ontwikkeld door Blaine Ray in 1990, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe is een natuurlijke manier van taalverwerving: een vreemtalen leren zoals kinderen hun moedertaal leren. De lerenden worden blootgesteld aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input om dit te bereiken. De taaldocent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. Deze verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. Omdat de verhalen van de trainer eenvoudig te begrijpen zijn, ontspannen de lerenden zich. Zo worden Franse woorden en structuren ongemerkt in het langetermijngeheugen van de studenten opgeslagen. De taaltrainer wijst de lerende op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden regels uit hun hoofd leren.
De lerende zal na enige tijd ‘vanzelf’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren nadoen. Dit is een natuurlijk proces. Samen met een groepje van studenten een verhaal opbouwen, is een variant. Bij deze methode schrijft de docent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord, met de Franse vertaling erbij, om daarna samen met de lerenden hier een verhaal van te maken. Tot slot vertellen de studenten het verhaal na. Lezen in de Franse taal is een belangrijk deel van TPR Storytelling, doordat dit voor inbreng zorgt. In een latere fase volgt schrijven in het Frans.
Populariteit
Er is veel onderzoeken gedaan dat uitwijst dat TPRS een succesvolle manier is om een vreemde taal te leren. Er zijn wel voorwaarden: de docent moet ervoor getraind zijn en de setting moet geschikt zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
Het is een laagdrempelige manier om Frans te leren en de geleerde stof wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; er is sprake van breinvriendelijk leren. TPRS is plezierig voor studenten en het is relatief gemakkelijk om de aandacht erbij te houden. Zelf verhalen verzinnen, werkt heel motiverend voor de student.
Dat TPRS veel voorbereiding van de taaltrainer vraagt, is een nadeel.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-methodiek is vernoemd naar de zogenaamde de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte werd ontdekt met een tekst in twee talen, met behulp waarvan de hiërogliefen konden worden ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat deze taaltrainingen aanbiedt. De eerste versie is in 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. De taalcursussen van Rosetta Stone worden aangeboden in meer dan dertig verschillende talen en ze zijn te volgen vanuit elk van deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een communicatieve leermethode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dit wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, door veel te luisteren en na te zeggen. Het programma gebruikt hiervoor foto’s en stemmen van native speakers Frans (moedertaalsprekers) om de betekenis van nieuwe (Franse) woorden over te brengen. Er is een programma om spraak te herkennen. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor de lerende om zijn of haar uitspraak met die van moedertaalsprekers Frans (native speakers) te vergelijken. Uitspraakverbetering kan bereikt worden door de voorbeeldstem wat langzamer te laten praten en vervolgens veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans zijn er dictee-oefeningen. De software controleert de Franse grammatica en spelling en geeft eventuele taalfouten aan, waarbij mogelijkheid is om deze taalfouten te corrigeren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. De leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, activiteiten en ideeën.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veelvuldig ingezet en zeker niet door de minsten. Onder andere de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken er gebruik van. De methode van Rosetta Stone wordt in ons land door enkele ministeries en veel hogescholen en universiteiten toegepast en ook door sommige internationaal opererende bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De methode van Rosetta Stone is heel eenvoudig in gebruik en de methode kan op ieder moment door de lerende gebruikt worden. De lerende kan zelf bepalen welke onderdelen meer of minder aandacht nodig hebben. Velen vinden het prettig om de leermethodiek te gebruiken. Bij een gebrek aan taaltrainers kan deze methode voor scholen een oplossing zijn. Een minpunt kan zijn dat er geen trainer is om de lerenden te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij in het jaar 1963 introduceerde.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur is een Amerikaans computerprogramma om nieuwe talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De cursus bestaat uit zinnen en dialogen die door lerenden worden nagesproken en herhaald. De Franse zinnetjes zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticipatie, woordenschat en herhaling. De lessen bieden een audio-opname van een half uur die nieuwe vocabulaire en structuren bevat. De grammaticale structuren van het Frans worden niet apart uitgelegd maar aangeboden via uitbreiding van, en variaties op, de zinnen.
Dr. Pimsleur deed onderzoek naar het optimale interval waarmee geleerde informatie van het kortetermijngeheugen overgaat naar het langetermijngeheugen. Dit (gemiddelde) interval is geïntegreerd in de Pimsleur cursussen.
Populariteit
Onder andere Amerikanen volgen de taalcursussen van Pimsleur en de ervaringen met Pimsleur lopen uiteen. De studenten zijn over het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Als uitspraakverbeteraar werkt de methodiek van Pimsleur zeer goed, omdat de insprekers allemaal native speakers (moedertaalsprekers) zijn en op een natuurlijke manier op een normaal tempo Frans praten.
Een minpunt van de leermethodiek van Pimsleur is dat er niets wordt uitgelegd. De studenten leren geen bouwstenen van het Frans om zelf zinnen te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnen die ingeprent worden.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet verrassend, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Michel Thomas ontwikkelde zijn leermethode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, kort na de Tweede Wereldoorlog met beroemdheden als Barbra Streisand, Emma Thompson, Diana Ross, Bob Dylan, Mel Gibson en Pierce Brosnan in zijn klantenkring.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij stressvrij is, was het uitgangspunt van Michel Thomas. Hij maakte zijn lerenden duidelijk dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De cursussen zijn audiolessen (Frans), ingesproken door twee acteurs; een mannelijke acteur en een vrouwelijke acteur. De setting bij Michel Thomas is een virtuele klas, waarbij de student zich voorstelt als de derde student. Hij of zij luistert met de les van de acteurs mee. Als een vraag aan de stemacteurs wordt gesteld, is het de bedoeling dat de lerenden op pauze drukken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode wordt de les in kleine delen opgebouwd en Franse lesstof die nieuw is, wordt afgewisseld met Franse lesstof die al bekend is. De uitleg wordt steeds in het Engels gegeven. De methode wijst bijvoorbeeld op verbanden tussen de Engelse taal en het Frans, als deze er zijn. Er wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Bij de methode van Michel-Thomas wordt makkelijke stof eerst aangeleerd, moeilijkere stof wordt pas aangeboden nadat door de student Frans is begrepen en geleerd. Naast Franse woorden en zinnetjes in de doeltaal worden eveneens bouwstenen aangeleerd. Hiermee kan de student zelf zinnetjes maken. De methodiek maakt eveneens gebruik van flashcards zodat de gebruikers zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen alsook online oefeningen kunnen maken om hun eigen voortgang te meten.
Populariteit
Veel studenten vinden de Michel Thomas-methode prettig werken en zijn tevreden over de uitleg van de structuur van het Frans. De gebruikers die wat verder gevorderd zijn met de taal, vinden de methode van Michel Thomas soms minder zinvol.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De cursus van Michel Thomas is heel toegankelijk en traint de luistervaardigheid en de uitspraak Frans op efficiënte wijze. Een keerzijde van de methode is dat de taalcursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien. Er is ook geen daadwerkelijke interactie, omdat het audiocursussen zijn.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 door schrijver en polyglot Alphonse Chérel is opgericht. Assimil maakt en publiceert cursussen voor vreemde talen en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent letterlijk ‘mengen met, opgaan in de groep’. Dit was vrij hoog gegrepen voor een taalcursus (zoals Frans). De taalcursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die bestaan uit een leerboek Frans en audio-CD’s en een USB-stick. Idealiter werken de cursisten ruwweg twintig minuten per dag.
De taallessen bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met grammaticale toelichting. Om de uitspraak van het Frans te trainen, maakt de Assimil-methode gebruik van zinnetjes die zijn ingesproken door native speakers en die de gebruiker dient te herhalen. De opbouw verloopt van receptief naar productief: tijdens de eerste les wordt nog geen taalproductie verwacht van de gebruiker; dit komt pas na ongeveer 50 lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn vrij populair. Ze zijn relatief voordelig en het aanbod aan verschillende talen is ruim.
Voor- en nadelen van Assimil
Het voordeel van de Assimil-methode is dat de lerende op zijn of haar eigen snelheid kan leren op het moment dat dit het beste past. Het nadeel hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de lerende is aangewezen op zichzelf. Er is geen docent Frans beschikbaar om de cursisten te begeleiden of te motiveren.
Ook bestaat er een ruim aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen Frans: uTalk, Eurotolk Ultimate en online leermethoden zoals Duolingo, Quizlet, Babbel en Mondly.
Er bestaat echter een betere manier om Frans te leren: De Dagnall Methode.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden toe te passen, maar met name doordat de focus altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is deze persoon auditief, visueel of misschien kinesthetisch ingesteld? Hoe leert de cursist het makkelijkst? Wat moet of wil hij of zij eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt hij of zij lastig? Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement? Wij geven onze taalcursussen bij voorkeur face-to-face. Dagnall Taleninstituut werkt in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app geladen worden met jargon van specifieke bedrijven of organisaties.
Tenslotte beschikken de docenten over veel eigen lesmateriaal en spelen ze continu in op actuele ontwikkelingen en thema’s die interessant zijn voor de cursist. Onze trainers Frans zijn zeer bedreven in het vlot en plezierig aanleren van de Franse taal, zodat de verworven kennis en vaardigheden snel in de praktijk kunnen worden gebruikt.
Auditief, visueel of kinesthetisch? Door met de natuurlijke wijze van leren rekening te houden en hier goed op in te spelen, behalen wij het hoogste rendement bij onze taaltrainingen. Een bijkomend voordeel is dat dit uitgekiende maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten als onze taaldocenten. Onze door de jaren heen verder ontwikkelde en verfijnde werkwijze is niet alleen ons handelsmerk geworden, maar ze creëert ook de waarde van onze maatwerktrainingen.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Er wordt ook wel gesproken van een virtual classroom, vertaald een ‘digitaal leslokaal’. Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikale sessies) met online leren in een online leeromgeving worden gecombineerd. Eenvoudig gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning. Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Alphen aan den Rijn.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die voor online communiceren en leren gebruikt kunnen worden, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Alphen aan den Rijn
Blended learning heeft als voordeel vergeleken met online leren dat, indien het niet om 1-op-1 les gaat, de lerenden bij blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit wil zeggen persoonlijke interactie; motivatie van en gesprekken met andere lerenden.
100% maatwerk – ook online! Uiteraard biedt Taleninstituut Dagnall ook blended learning in Alphen aan den Rijn op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall beschikt over een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en het platform is een integraal onderdeel van een digitaal leertraject. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt zo voor het hoogste leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen ook over een handige eigen App voor Android alsook Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten overal en altijd, dus 24/7, toegang hebben op elk (mobiel) apparaat. Zowel op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens in het buitenland. Cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het hen schikt. De oefeningen in de Dagnall App worden afgestemd op de behoefte van uw bedrijf of organisatie zoals het taalniveau, de branche en de leerdoelen. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, woordenlijsten, juridische termen, technische termen alsook specifieke productnamen integreren in de App. De App kan dus zeer praktijkgericht gebruikt worden en de App blijft ook na afronding van de training Frans in Alphen aan den Rijn beschikbaar. Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
E-mailcorrespondentie, telefoongesprekken, vergaderingen of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk kunnen op het gebied van taal vaak een uitdaging zijn. Diegenen die diverse talen beheersen, zijn daarom onmisbaar in veel organisaties en bedrijven.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg dat u ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheden Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen beschikbaar. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast comfortabel.
Een onlinecursus en ook een blended taalcursus kunt u overal volgen; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Voor zakelijke en technische taalcursussen online werkt Dagnall met onlineplatforms zoals Zoom, Microsoft Teams, Skype of een ander onlineplatform naar voorkeur. Zoom wordt in het algemeen als het meest gebruiksvriendelijk beschouwd en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor een individuele of groepstraining Frans
Alleen het volgende is nodig voor een cursus in een virtuele classroom: - Laptop, tablet of pc met microfoon en camera - Internetverbinding - Rustige (leer)omgeving - Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Onze online en blended taalcursussen kenmerken zich door:
Vakbekwaamheid van de taaltrainers Frans
De online alsook de blended taalcursussen worden door onze toegewijde en gekwalificeerde moedertaal (native) trainers verzorgd
Onze taaltrainers hebben jarenlange ervaring in het geven van taalcursussen aan het bedrijfsleven en (semi-)overheidsorganisaties
Onze taaldocenten zijn HBO of universitair opgeleid en hebben een onderwijsaantekening
&
Duidelijke structuur – snelle leervordering
Onze blended en online taalcursussen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek op uw behoeften en wensen afgestemd
De inhoud wordt op het leerplan afgestemd om het leerproces structuur te geven
Een duidelijke structuur helpt cursisten de taaldoelen Frans op een vlotte en zelfverzekerde manier te bereiken
De Dagnall online (of blended) taalcursus bestaat uit zowel livesessies als schriftelijke opdrachten. In de livesessies past u de woordenschat Frans en de structuren die u in de voorbereiding en voortzetting van de les hebt geleerd, actief toe
Dankzij de combinatie van zelfstudie en videosessies komt het bereikte resultaat van de blended- en onlinecursussen overeen met die van de face-to-face cursussen van Dagnall Talen
Lesreeksen kunnen eventueel worden opgenomen, zodat de cursisten thuis alles meerdere malen kunnen herhalen en geen dingen hoeft te missen
De Dagnall trainers geven naast de taalcursus ook tips voor verdere digitale zelfstudiemogelijkheden
Vakbekwaamheid en een bepaalde structuur leiden tot een goede wisselwerking tussen de cursist en de taaldocent en zijn van groot belang voor het slagen van een taaltraining Frans.
Profiteer nu ook van blended of online taalcursussen Frans verzorgd door ons taleninstituut met jarenlange ervaring!
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Alphen aan den Rijn ontvangt u het Dagnall cursuspakket. Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen. Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Alphen aan den Rijn ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans. Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Alphen aan den Rijn
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) hanteren wij als uitgangspunt en bieden u een duidelijk inzicht in uw huidige en verworven kennis van de Franse taal. De niveaus van het ERK zijn internationaal erkende taalniveaus.
Na de cursus Frans in Alphen aan den Rijn overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een Europese standaard om de verschillende niveaus van taalvaardigheid te definiëren. Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld. Het ERK karakteriseert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, zijnde: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken. De Engelse naam wordt ook veel gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Voor deze taalvaardigheden zijn in het ERK zes niveaus bepaald; van beginners tot nagenoeg moedertaalsprekers (near-natives). Deze niveaus zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 gekwalificeerd.
Niveau A is van toepassing op beginners. Cursisten die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal. Niveau C geldt voor gevorderden die met groot gemak Frans kunnen lezen, verstaan, schrijven en spreken. Niveau C is het niveau van (ver)gevorderde gebruikers. Het beheersen van de Franse taal lijkt erg veel op dat van moedertaalsprekers.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken. Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken. Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden. Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken. Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren. Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij. Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen). Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn. Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen. Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving. Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie. Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair. Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen. Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen. Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk. Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden. Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen. Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten. Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen. Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken. Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is. Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie. Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen. Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner. Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen. Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen. Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen. Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen. Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven. Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen. Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media. Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent. Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek. Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties. Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen. Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur. Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest. Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep. Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven. Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
OFFERTE AANVRAGEN
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie stelt. De ISO 9001:2015 norm bevat eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die van belang zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de pijlers van ISO 9001:2015.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en bevat onder andere eisen voor mensen, projectmanagement, middelen, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Bovendien worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/editors proefgelezen. Onze vertalingen worden binnen de deadline en volgens afspraak aangeleverd.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstituut in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Dagnall wordt jaarlijks getoetst door Kiwa om te controleren of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall Talen is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk. Ons instituut heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie staat voor betrouwbaarheid en kwaliteit. ‘NRTO’ staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstituten en heeft meer dan 450 leden. De missie van de NRTO is: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit voorop. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de dienstverlening die door de leden van de NRTO wordt geleverd, bijvoorbeeld een cursus Frans in Alphen aan den Rijn, wordt geborgd door een gedragscode, door verschillende convenanten en door het NRTO-keurmerk.
De de NRTO-gedragscode is gebaseerd op vijf beginselen, te weten zorgvuldigheid, rechtszekerheid, redelijkheid, betrouwbaarheid en kenbaarheid.
Belangenbehartiging NRTO
De NRTO behartigt de belangen van private opleidingsinstituten in Nederland. De NRTO is gesprekspartner van leden van de Tweede Kamer, ministeries, overkoepelende organisaties voor het publiek onderwijs, sociale partners, maatschappelijke organisaties zoals de Stichting van de Arbeid en de media en de SER.
Samenwerking door NRTO
De NRTO werkt ook samen met verschillende andere organisaties, zoals de Alliantie Samen Werken voor Werk. Alle NRTO-leden zijn ondernemers.Leden van het NRTO werken zowel resultaatgericht als klantgericht en zijn in staat om zich snel aan veranderende omstandigheden aan te passen en altijd maatwerk te leveren.Het aanbod aan bijvoorbeeld cursussen Frans in Alphen aan den Rijn sluit aan bij de behoeften van de arbeidsmarkt.Hiervoor is continue vernieuwing onontbeerlijk.
Vertegenwoordiging NRTO
De NRTO is vertegenwoordigd in diverse adviesraden, commissies en besturen, zoals VNO-NCW, de SBB (Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven), het CRKBO, het NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), Blik op Werk en stichting EDU-DEX.
NRTO-KEURMERK Het NRTO-keurmerk is ingevoerd in 2016 en gebaseerd op acht kwaliteitseisen die belangrijk zijn voor elke private opleider, zowel voor klassikale alsook online aanbieders en voor examen- en valideringsinstituten.De jaarlijkse toetsing van de NRTO-leden voor het keurmerk gebeurt door een externe certificerende instelling.
Kwaliteitseisen NRTO-keurmerk
Transparantie over producten & diensten
Helderheid over leeruitkomsten
Nakomen gemaakte afspraken
Meting van klanttevredenheid
Deskundigheid docenten, trainers en adviseurs
Investering in de deskundigheid van personeel
Ordelijkheid van processen
Streven naar continue verbetering
Het NRTO-keurmerk is opgebouwd uit 4 P’s met elk 2 uitgangspunten
Product
Doen wat je belooft en transparantie over het product dat of de dienst die je verkoopt
Bij opleidingen en trainingen; helderheid over de leeruitkomsten
Personeel
Het inzetten van deskundig personeel
Deskundigheidsbevordering van eigen personeel
Proces
Op orde hebben van processen met betrekking tot overeenkomsten en klachten
Streven naar continue verbeteren
Publiek
Tevredenheid – Feedbackloop
Garantieregeling van dienstverlening; continuïteit
Het NRTO-keurmerk is een onafhankelijke erkenning van de jarenlange kwaliteit en professionaliteit van de dienstverlening van Dagnall Talen.
Het NRTO-keurmerk geeft u de zekerheid dat u goed op weg bent met Dagnall Talen!
AVG-compliant
De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) (Engels: General Data Protection Regulation (GDPR)) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de Europese Unie. De AVG dient er hoofdzakelijk toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte dienen te zijn van de verwerking van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen de gegevens die noodzakelijk zijn voor het beoogde doel, mogen worden verwerkt en bewaard.
De persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens dienen tegen toegang door onbevoegden, vernietiging of verlies beschermd te worden. Taleninstituut Dagnall voldoet vanzelfsprekend aan alle eisen die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in elk opzicht heel beperkt. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Alphen aan den Rijn zijn vrijgesteld van btw
Dagnall Taleninstituut is ingeschreven in het CRKBO-register. De afkorting CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs. Dat houdt in dat Dagnall aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet. Inschrijving in het juiste CRKBO-register is voor de Belastingdienst een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrij te kunnen aanbieden. Door onze btw-vrijstelling kan ons insitituut lagere prijzen in rekening brengen. Dit is prettig voor de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor cursussen die bijvoorbeeld aan zorginstellingen, maatschappen, de overheid en privépersonen worden gegeven.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs. Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden. Het Lloyd’s Register in het jaar 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut en heeft onder meer als doel het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Alphen aan den Rijn
Wilt u contact met ons instituut opnemen voor een cursus Frans in Alphen aan den Rijn? Vraag vrijblijvend naar de mogelijkheden bij Dagnall Taleninstituut. Vult u het contactformulier op de website in of stuurt u ons een e-mail via cursus-frans-alphen-aan-den-rijn@dagnall.nl, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.
U kunt uiteraard ook bellen op 085-2737302 (geen belmenu). U kunt ook ons gratis informatiepakket aanvragen.
De beste route naar een cursus Frans in Alphen aan den Rijn!
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
 Bij internationaal zakendoen dient u vaak rekening te houden met een tijdsverschil met het land waar u zaken mee doet, zoals Frankrijk. De onderstaande klokken geven een tijdverschil aan tussen Frankrijk en Nederland, mits van toepassing.
Beide klokken verspringen automatisch over eventuele zomertijd. (Beide klokken verspringen automatisch over eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zich bevinden?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel gauw kennen.
Controleer uw kennis door met uw muis naar de landkaart van Frankrijk te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de regionale indeling van Frankrijk.
Nu worden de regio’s van Frankrijk na elkaar getoond.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de regio zien.
Binnen een minuut hebt u een aardig beeld van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie hieronder over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u hier zeker bij helpen.
Bekende Fransen, beroemde exportproducten en gebruiken en gewoonten heeft Dagnall Taleninstituut voor u op een rijtje gezet.
Allerlei kenmerkende dingen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal interessante dingen weten, kan uitstekend helpen als opening voor een gesprek.
Deze kennis over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk gesprek in het Frans.
U kunt in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen toepassen maar ook uw verkregen kennis over het land inbrengen.
Zo kunt u iets te weten komen over de Franse eetcultuur en bepaalde Franse gerechten.
Koken en eten verbindt mensen.
De nieuw opgedane talenkennis alsook uw kennis over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten de beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kop koffie. De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit diverse gangen bestaat. Er bestaan zeer grote regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij. Doorgaans begint dit met een salade en daarna een warm hoofdgerecht. Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst. Aardappelen worden overigens gezien als groente. Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen, maar ook om hun bord schoon te maken. Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Franse kinderen krijgen water met wat wijn. De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kop koffie. Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds wordt genuttigd, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie. ’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald. Vóór de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis). De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid. Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags. De prijsstelling is relatief vriendelijk en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
ZAKENDOEN MET DUITSLAND
Acheter chat en poche Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris ’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten de beroemde baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd. Een broodmaaltijd zoals deze in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend. Een typisch Frans ontbijtje is een brioche; een zacht, zoet broodje of croissant, gedoopt in een kop koffie. De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch, die uit diverse gangen bestaat. Er bestaan zeer grote regionale verschillen, maar stokbrood hoort erbij. Doorgaans begint dit met een salade en daarna een warm hoofdgerecht. Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst. Aardappelen worden overigens gezien als groente. Fransen houden van vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté). Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld de saus mee te deppen, maar ook om hun bord schoon te maken. Bij de maaltijd drinken ze natuurlijk een glaasje wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken. Franse kinderen krijgen water met wat wijn. De maaltijd wordt afgesloten met een lekker kaasje; fromage en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kop koffie. Omdat de avondmaaltijd zelden vóór acht uur ’s avonds wordt genuttigd, volgt rond vier uur ’s middags le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie. ’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood gehaald. Vóór de maaltijd begint men met een apéro, een aperitief zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis). De avondmaaltijd lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid. Regelmatig worden de restjes van de lunch gegeten. Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker ’s middags. De prijsstelling is relatief vriendelijk en veel werkgevers geven hun personeel maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees. Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI) La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Franse ambassade in Den Haag Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk. De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”). llons enfants de la Patrie, Le jour de gloire est arrivé ! Contre nous de la tyrannie L’étendard sanglant est levé, (bis) Entendez-vous dans les campagnes Mugir ces féroces soldats ? Ils viennent jusque dans vos bras Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens, Formez vos bataillons, Marchons, marchons ! Qu’un sang impur Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves, De traîtres, de rois conjurés ? Pour qui ces ignobles entraves, Ces fers dès longtemps préparés ? (bis) Français, pour nous, ah ! quel outrage Quels transports il doit exciter ! C’est nous qu’on ose méditer De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères Feraient la loi dans nos foyers ! Quoi ! Ces phalanges mercenaires Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis) Grand Dieu ! Par des mains enchaînées Nos fronts sous le joug se ploieraient De vils despotes deviendraient Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides L’opprobre de tous les partis, Tremblez ! vos projets parricides Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis) Tout est soldat pour vous combattre, S’ils tombent, nos jeunes héros, La terre en produit de nouveaux, Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes, Portez ou retenez vos coups ! Épargnez ces tristes victimes, À regret s’armant contre nous. (bis) Mais ces despotes sanguinaires, Mais ces complices de Bouillé, Tous ces tigres qui, sans pitié, Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie, Conduis, soutiens nos bras vengeurs Liberté, Liberté chérie, Combats avec tes défenseurs ! (bis) Sous nos drapeaux que la victoire Accoure à tes mâles accents, Que tes ennemis expirants Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants) Nous entrerons dans la carrière Quand nos aînés n’y seront plus, Nous y trouverons leur poussière Et la trace de leurs vertus (bis) Bien moins jaloux de leur survivre Que de partager leur cercueil, Nous aurons le sublime orgueil De les venger ou de les suivre.
In Frankrijk wonen bij benadering 67 miljoen mensen. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De grote en belangrijke Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met ruim 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk omvat achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in Frankrijk zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. De vijf overzeese departementen/regio’s zijn Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent het ‘Rijk van de Franken’. De Franken waren een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, kaasjes, wijn, stokbrood (Unesco Werelderfgoed sinds 2022), knoflook, champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman herken je zo: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En een Fransman rijdt natuurlijk het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS de meest populaire auto, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model auto wat simplistischer bekend als het ‘strijkijzer’ of de ‘snoek’.
Over de Franse keuken is veel te melden. Kijk ook bij ‘De Franse keuken’ op onze website. Hier noemen we alleen de beroemde noga uit Montélimar (Drôme), gemaakt met amandelen en pistachenootjes met lavendelhoning. En de mosterd uit de mosterdstad Dijon, ook in de Nederlandse supermarkten verkrijgbaar, wat pittiger van smaak dan vele andere mosterdsoorten. Niet te vergeten al het lekkers uit de zee, zoals die Franse oesters uit de oesterparken in Normandië.
Cultuur en mode
Ook op het gebied van cultuur en mode telt Frankrijk zeker mee. De stad Parijs is en was de stad van de mode. Van over de hele wereld komen mensen op de haute couture modeshows af. Yves Saint Laurent, Christian Dior en Coco Chanel zijn echte iconen. Sinds 2017 bestaat er in Parijs een Musée Yves Saint Laurent.
Schilderkunst
De Franse impressionisten wereldberoemd. Denk aan Claude Monet, Edward Degas, Édouard Manet, maar ook Paul Gaugain, Paul Cézanne en Pierre-Auguste Renoir. Het Musée d’Orsay in Parijs heeft een schitterende collectie van onder andere deze schilders.
Muziek
Bekende Franse componisten zijn Hector Berlioz, Georges Bizet, Claude Debussy, Maurice en Olivier Messian. Dit is maar een kleine opsomming van de kunst en cultuur uit Frankrijk. Symbool van Frankrijk Het symbool voor Frankrijk en vooral voor de stad Parijs, is uiteraard de beroemde Eiffeltoren. De Eiffeltoren werd gebouwd ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in 1889, honderd jaar na de Franse Revolutie. De Eiffeltoren is 324 meter hoog en was tot 1930, toen het de Chrysler Building werd gebouwd, het hoogste bouwwerk ter wereld. Er zijn diverse replica’s van de Eiffeltoren gebouwd, bijvoorbeeld in het Roemeense stadje Slobozia, in Las Vegas (Paris Las Vegas Hotel), in Virginia (Kings Dominion), in Ohio (Kings Island), in Tokio (Tokyo Tower) en in Hangzhou (TianduCheng Eiffel Tower) en Shenzhen (Window of the World) in China. De Eiffeltoren is een geliefde toeristische attractie en is een populair souvenir of sleutelhanger.
Minder bekend over Frankrijk
Veel minder mensen weten over Frankrijk is dat er vier vrijheidsbeelden in Parijs staan, één op het kunstmatige eiland Île aux Cygnes in de Seine van Parijs, één in het Musée d’Orsay, één in de kapel van het Musée des Arts et Métiers en één voor de ingang van dit museum en ook nog één in de Franse plaatsen Barentin, Bordeaux, Colmar en Saint-Cyr-sur-Mer.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux. De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr. Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
CCI 39 Avenue des Sablons Bouillants 77100 Meaux FRANCE https://www.cci.fr
Eten is erg belangrijk in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Het Franse ontbijt is bescheiden: een kop koffie en een croissant. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. De Franse lunch is uitgebreid en warm, liefst met wijn erbij. En water. Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het avondeten, dat ook warm wordt gegeten, is wat later ’s avonds. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn in Frankrijk geboekt om te lunchen met de familie. Een lunch kan in Frankrijk een hele middag duren, omdat tijdens de maaltijd vaak de beste gesprekken worden gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet uitgebreid eten en veel praten. Veel werkgevers in Frankrijk geven hun werknemers vouchers waarmee ze kunnen lunchen in een restaurant. In Frankrijk worden kinderen vrij streng opgevoed en eten gewoon met alle maaltijden mee. Kinderen in Frankrijk eten hun menu met vier gangen zonder morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het heel normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een ‘colonie de vacances’.
Franse cafés berekenen vaak verschillende prijzen voor hetzelfde drankje. Aan een tafel of op het terras is de prijs dan hoger. Als je een café bestelt, dan krijg je een klein kopje zwarte koffie, bijna een espresso. Café au lait daarentegen wordt in kopjes zo groot als soepkommen geserveerd. Fransen kunnen er uren over doen! Fransen zijn charmant. Een echte Fransman zal altijd een deur openhouden voor een vrouw, al is het een onbekende, oude dame, of haar in haar jas helpen. Dit wordt als beleefd gezien en het wordt zeer op prijs gesteld. Fransen tutoyeren niet snel. Het is heel gebruikelijk om collega’s of zelfs familieleden te ‘vousvoyeren’; aan te spreken met ‘u’; in de vous-vorm, soms in combinatie met de voornaam. Wanneer Fransen elkaar groeten, geven ze elkaar twee vluchtige ‘bises’ (kusjes) op de wangen. Dit gebeurt door vrienden, kennissen, collega’s, maar ook mensen die net aan elkaar zijn voorgesteld.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
Taalvaardigheid Frans staat voor kennen maar bovendien kunnen (vaardigheid in het toepassen). Door te richten op kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de cursus Frans in Alphen aan den Rijn de opgedane kennis beter toepassen.
Voor u het weet, begrijpt en spreekt u een beetje Frans. Een plezierige ervaring! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal. De Gallo-Romaanse taal is een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Gallo-Romaans werd gesproken rond 300-900 n.Chr. in het toenmalige Gallië, wat behalve het tegenwoordige Frankrijk ook België besloeg, het westen van Zwitserland alsook delen van Duitsland en Nederland. Er bestonden veel verschillende Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen variant.
In de noordelijke streken sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en de zuidelijke streken langue d’oc; de talen konden worden onderscheiden aan de wijze waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite de gecultiveerde versie van het Francilien. Het Francilien was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
De Franse taal wordt door ongeveer 75 miljoen mensen gesproken als eerste taal. Het is de vierde taal in Europa en in veel Afrikaanse landen is Frans de enige officiële taal. Frans wordt gesproken in onder andere Frankrijk en de Franse koloniën, België, Luxemburg, Zwitserland, grote delen van Afrika, Québec, Haïti, Oceanië, het Caribisch gebied en Zuidoost-Azië.
Frans als officiële taal
Frans is een officiële taal in Frankrijk, België, Monaco, Zwitserland, Luxemburg, het Verenigd Koninkrijk (Guernsey en Jersey) Canada en Italië (Vallée d’Aoste) maar eveneens in Benin, Burkina Faso, Burundi, Centraal-Afrikaanse Republiek, de Comoren, Congo-Kinshasa, Congo-Brazzaville, Djibouti, Equatoriaal-Guinea, Gabon, Haïti, Ivoorkust, Kameroen, Madagaskar, Mauritanië, Mali, Niger, Rwanda, Senegal, de Seychellen, Togo, Tsjaad en Vanuatu. Ook in het zuiden van de Verenigde Staten wordt Frans gesproken; het zogenaamde Cajun-Frans. De Franse taal is nog steeds één van de officiële talen van de Verenigde Naties en één van de drie werktalen en officiële talen van de Europese Unie. Lange tijd was de Franse taal de taal van de elite in Europa. Tot in Rusland sprak men in de hogere kringen Frans.
Ten opzichte van het Nederlands heeft het Frans een hele andere uitspraak. Eén typisch verschil is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor het niet te horen is waar een woord ophoudt en een volgend woord begint. Dit noemt men liaison; ‘verbinding’. Dit wordt voornamelijk gedaan bij woorden die op ‘s’ eindigen en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zegt men in het Frans plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Een ander onderscheid is dat Fransen veel eindletters niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Ook klinken in de Franse taal bijna alle alle klinkers anders. Doordat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: bureau, toilet, portefeuille.
Ook Franse medeklinkers of combinaties van klinkers klinken bekend: garage, citroen, quarantaine, vanille en champignon.
Letters met accenten
Sommige accenten komen niet voor in de Nederlandse taal. De ç klinkt als een ‘s’, terwijl de ‘c’ soms klinkt als een ‘k’, afhankelijk van welke letter volgt. In de Franse taal kan de e voorkomen met drie verschillende accenten.
Accent grave
Als eerste met een zogenaamde accent grave: è. Bijvoorbeeld bij l’été (de zomer). De accent grave: è klinkt als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’.
Accent aigu
Als tweede met een zogenaamde accent aigu: é. Bijvoorbeeld bij l’élève (de leerling). De accent aigu: é klinkt als ‘ee’ in het Nederlandse woord ‘veel’.
Accent circonflexe
En als derde kan de letter e in het Frans ook nog met een zogenaamde accent circonflexe: ê voorkomen. Deze zien we bijvoorbeeld in een woord dat we in het Nederlands ook kennen: crêpe (een dunne, kleine pannenkoek). Deze accent circonflexe: ê klinkt iets langer dan de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘schep’. De Franse e zonder accent is klankloos, als de ‘e’ in het Nederlandse woord ‘lachen’.
Franse neusklank
Een kenmerk van de Franse taal zijn de neusklanken, zoals in un bon vin blanc. Deze vier woorden worden nasaal uitgesproken.
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A
ah
/a/
B
bee
/be/
C
see
/se/
D
dee
/de/
E
uh
/ə/
F
effe
/ɛf/
G
zjee
/ʒe/
H
assj
/ɑʃ/
I
ie
/i/
/jiː/
J
zjie
K
kah
/ka/
L
elle
/ɛlə/
M
emme
/ɛmə/
N
enne
/ɛnə/
O
oo
/o/
P
pee
/pe/
Q
kuu
/qy/
R
er
/ɛʀə/
S
ess
/ɛsə/
T
tee
/te/
U
uu
/y/
V
vee
/ve/
W
doeble vee
/dubləˈve/
X
ieks
/iks/
Y
ie grek
/iˈgrɛk/
Z
zedde
/zedə/
SPELLING
WOORD
A
Anatole
B
Berthe
C
Célestin
D
Désiré
E
Eugène
F
François
G
Gaston
H
Henri
I
Irma
J
Joseph
K
Kléber
L
Louis
M
Marcel
N
Nicolas
O
Oscar
P
Pierre
Q
quintal
R
Raoul
S
Suzanne
T
Thérèse
U
Ursule
V
Victor
W
William
X
Xavier
Y
Yvonne
Z
Zoé
Speciale tekens
@
arobase
#
dièse
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit). Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
De Franse taal is een Romaanse taal, net als Spaans, Portugees, Italiaans en Roemeens. Frans is één van de werktalen van de EU, naast het Engels en Duits. De Franse taal is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast Engels, Spaans, Chinees, Russisch en Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term in het tennis ‘15-0’ (fifteen-love) komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou afstammen van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
De Franse taal gebruikt evenals het Nederlands, het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, die worden gebruikt om een citaat te openen en te sluiten.
De naam ‘guillemet’ komt van de Fransman Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was lettermaker en bedenker van het teken. Na en vóór de guillemets komen in de Franse taal spaties. Andere leestekens krijgen in de Franse taal ook eerst een spatie: Elle criait :, « Venez ! ».
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1
Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode
2
Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal
3
Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender
4
Luister en ontdek Franstalige muziek
5
Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren
6
Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal
7
Luister naar podcasts van Franstaligen
8
Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk
9
Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren
10
Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren
11
Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk
12
Plak memoblaadjes op in huis
13
Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten
14
Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren
15
Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen
16
Wees niet bang om foutjes te maken
17
Niet te veel denken, gewoon doen!
18
En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen!
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoorden of stoplappen. Ook de Franse taal heeft er veel. Woorden of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden. Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoord ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs waarschijnlijk uit de Franse taal. Dit stopwoordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Denk je ook niet?” In het Frans hoor je ook vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin zeggen Fransen vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
En natuurlijk euh. Andere Franse opvulwoorden zijn du coup (‘meteen’, ‘plotseling‘) en genre (‘soort’) en style (‘stijl’). Vooral jongeren zeggen de laatste twee.
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media bekijken, lezen en/of beluisteren is een erg effectieve manier om uw kennis van het Frans uit te breiden.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans op.
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. U bent vermoedelijk al op de hoogte van de actualiteit, zodat u op snelle wijze behoorlijk wat Franse woordenschat kunt bijleren.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Het radiostation FIP is het meest bekende publieke radiostation in Frankrijk. Als u op het logo op het linker beeldscherm hierboven klikt, kunt u direct live luisteren naar deze Franse radiozender.
NRJ
De radiozender NRJ is de meest beluisterde Franse commerciële radiozender. Klik op het logo op het beeldscherm rechtsboven om direct live te luisteren naar deze Franstalige commerciële radiozender.
Klik op de afbeelding voor de website van France.tv
Uw favoriete televisieprogramma’s en series in de Franse taal horen of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst misschien even wennen, maar al snel zult u merken dat dit erg leuk en leerzaam is. France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
TF1 is de meest bekende commerciële televisieomroep in Frankrijk. Deze Franse televisiezenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainers maatwerk door heel Nederland ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk btw vrijgesteld
U kunt de cursus Frans in Alphen aan den Rijn op uw locatie volgen of in Alphen aan den Rijn, bijvoorbeeld in het pand van Tauro aan de Europalaan 16 in Alphen aan den Rijn. Ons instituut verzorgt eveneens taalcursussen Frans in Alphen aan den Rijn bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Avifauna aan de Hoorn 65.
Vergaderen in Alphen aan den Rijn kan bijvoorbeeld bij Museumpark Archeon aan de Archeonlaan 1 of bij Flora Boskoop aan de Parklaan 4 in Boskoop.
Het gebied dat nu Alphen aan den Rijn is, werd reeds bewoond in het midden van de 1ste eeuw. Daarmee is Alphen aan den Rijn één van de oudste nederzettingen in Nederland. In de Romeinse tijd stond aan de Rijn een fort met
de naam Albanianae. Albanianae betekent “nederzetting aan het witte water”. De naam van de rivier de Elbe is eveneens te herleiden tot dezelfde wortel; alb. De naam Alphen aan de Rijn is een verbastering van Alfen, een Middeleeuwse aanduiding voor deze nederzetting.
Alphen aan den Rijn ligt in het Groene Hart van Zuid Holland; een veengebied met weinig bebouwing. Plaatsen in de buurt van Alphen aan den Rijn zijn Aarlanderveen, Bodegraven, Boskoop, Hazerswoude, Hoogmade, Koudekerk aan den Rijn, Nieuwkoop, Ter Aar, Woubrugge en Zwammerdam.
Alphen aan den Rijn ligt in de provincie Zuid-Holland. In de gemeente Alphen aan den Rijn wonen bijna 110.000 mensen.
Een inwoner van Alphen aan den Rijn heet een ’Alphenaar’. Bekende Alphenaren zijn John Heitinga en Daphne Lammers.
Iets wat uit Alphen aan den Rijn komt, noemt men ‘Alphens’. Alphen aan den Rijn is een plaats en een gemeente.
Alphen aan den Rijn - internationaal & kernen
Partnerstad
De partnerstad van Alphen aan den Rijn is Oudtshoorn in Zuid-Afrika.
Kernen
Onder de gemeente Alphen aan den Rijn vallen eveneens Aarlanderveen, Alphen aan den Rijn,
Benthuizen, Boskoop, Hazerswoude-Dorp, Hazerswoude-Rijndijk, Koudekerk aan den Rijn en Zwammerdam. In Alphen aan den Rijn bevinden zich geen hogescholen of universiteiten.
Alphen aan den Rijn is bekend van openluchtmuseum Archeon en Vogelpark Avifauna. Hier zijn onder andere de zes Romeinse schepen te zien die bij Zwammerdam zijn opgegraven. Alphen aan de Rijn is daarnaast een belangrijk kenniscentrum voor de Nederlandse fruitboomteelt. Daarnaast komt uitgeverijen Samsom uit Alphen aan de Rijn en ook moederbedrijf Wolters Kluwer is er
gevestigd. Alphen aan den Rijn fungeert als streekstad voor de omliggende plaatsen als het gaat om onderwijs en medische zorg.
Alphen aan den Rijn - minder bekend
Bijna niemand buiten Alphen aan de Rijn weet dat deze stad een schildpaddencentrum heeft.
Alfus wordt gesproken in de dorpen langs de Oude Rijn met lokale verschillen. In het Rijnstreeks klinkt de ‘ei/ij’ als ai. ‘Dijk’ wordt daik en ‘Meid’ wordt mait. De ‘aa’ klinkt bijna als è en de korte ‘o’ wordt Alphen aan den Rijn land uitgesproken. De letters v en z worden als f en s uitgesproken. Om 17.05 uur is het faif ofer faif. ‘Aardappel’ is
arepol, ‘bloemen’ zijn blommen en ‘wat voor?’ klinkt als waffere?. Een Alfus gezegde geeft een inkijkje in hoe men denkt over de bewoners van het buitengebied. Net buiten de bebouwde kom van Alphen aan de Rijn ligt Aarlanderveen. Als iemand iets op een onbehouwen, lompe manier doet, is dat Op z’n oud Aarlanderveens.
“Bij ons gebeurt het... en iedereen doet mee”
Alphen aan den Rijn - zakelijk
De gemeente Alphen aan den Rijn
Het netnummer van Alphen aan den Rijn is 0172. Het postcodegebied van Alphen aan den Rijn is 2400 - 2409. Het adres van het gemeentehuis van Alphen aan den Rijn is Stadhuisplein 1, 2405 SH in Alphen aan den Rijn. De website van de gemeente Alphen aan den Rijn is Alphenaandenrijn.nl. Het telefoonnummer van de gemeente Alphen aan den Rijn is 14 0172.
Zakendoen in Alphen aan den Rijn
Voor Alphense ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Utrecht aan de St. Jacobsstraat 300, 3511 BT in Utrecht. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Alphen aan den Rijn is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Alphen aan den Rijn is KVK-kantoor Utrecht.
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Alphen aan den Rijn vaak op bedrijventerrein Gnephoek, Heimanswetering, Hoogewaard, Hoorn-West, op het ITC-PCT Terrein, op bedrijventerrein Molenwetering, Rijnhaven, Schans I en II, Steekterpoort en bedrijventerrein De Vork. In Alphen aan den Rijn bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: AEG Nederland, Avio Diepen, Bakkerij Visser, BlueTrail IT, Duivelaar Pompen, Electrolux, Fagor Benelux, Frames, Gedore Technag, Geosonda, Distributiecentrum
Goedhart, Hoogvliet Bakkerij, Distributiecentrum Van den Hoorn, Hyva, JeeGee Motors (Indian Motorcycle Benelux, Victory Motorcycles Benelux), Jungheinrich Nederland, Kleuro Groep, Kluthe Benelux, Kühne Benelux, MGA Entertainment, Novo Nordisk Nederland, Numatic International, Orona, Peter Langhout Reizen, Qizini, SUEZ Recycling & Recovery, Wolters Kluwer en Zeeman. Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Het Alphense nieuwsportaal is Alphens.nl en Alphense ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Zuid-Holland - Nieuws. Ondernemers in Alphen aan den Rijn kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep West.
Alphenaren en ondernemingen in Alphen aan den Rijn kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Alphens Nieuwsblad.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie wat cultuur in Alphen aan den Rijn laten zien?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Alphen aan den Rijn een bezoek brengen aan het Archeon of aan het Schildpaddencentrum.
Voetbal, tennis, padel & squash
Is uw Franstalige zakenrelatie sportief ingesteld? Wellicht is het dan een leuk idee om samen naar een sportwedstrijd te gaan gaan of zelf te voetballen, te tennissen, te padellen of te squashen. Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom leuk om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Alphense voetbalclub AVV of Alphia te zien spelen. Voor een partijtje tennis, padel of squash in Alphen aan den Rijn kunt u terecht bij TEAN of bij Nieuwe Sloot.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Alphen aan den Rijn of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning? Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig iets te eten of te drinken, kunt u bij Golfclub Zeegersloot in Alphen aan den Rijn terecht. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Kromme Aarweg 5, 2403 NB in Alphen aan den Rijn. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0172-58 43 94. De website van Golfclub Zeegersloot is www.zeegersloot.nl. Om iets te drinken of te eten kunt u terecht bij restaurant De Zeeger, telefoonnummer 0172-47 68 80.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder vindt u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Alphen aan den Rijn die ook op Youtube staan. U kunt direct op het logo van Youtube in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje af te spelen. Onder deze promotiefilmpjes staan de locaties van Frankrijk en Alphen aan den Rijn op Google Maps. Klik linksboven om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk alsook van Alphen aan den Rijn op Google Earth te zien. U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder. Wat kennis van de streek van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Alphen aan den Rijn
Google Maps Frankrijk
Google Maps Alphen aan den Rijn
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Hieronder ziet u het laatste nieuws uit Frankrijk en Alphen aan den Rijn van diverse nieuwsbronnen. Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands. Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans. Het derde blokje is Alphens nieuws (in het Nederlands). Het nieuws wordt automatisch bijgewerkt. Wanneer u communiceert of zakendoet met Fransen, is het altijd prettig en handig om een beetje op de
hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt. Het is eveneens vrij leerzaam om Frans nieuws in de Franse taal te lezen. Waarschijnlijk bent u al op de hoogte van het dagelijkse nieuws en gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en verrijkt u de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Dagnall Taleninstituut biedt in Alphen aan den Rijn onder andere maatwerk taaltrainingen Nederlands, Engels, Duits, Frans en Spaans aan. Hierboven vindt u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall behalve Frans standaard aanbiedt in Alphen aan den Rijn.
U kunt uiteraard altijd contact met ons opnemen voor een taalcursus in een vreemde taal die niet in het overzicht is vermeld.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans