Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Almere.
(Betaalbare) taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Almere in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall Frans leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast klassieke taalcursussen Frans zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Frans te leren in Almere. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunt leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Almere.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Almere) die het beste bij hem of haar past.
De vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers Frans van Dagnall Talen in Almere. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursisten zelf past.
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Almere gegeven worden.
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Almere en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander groot voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de foutjes van anderen leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Bij individuele cursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in de groep worden geoefend omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een bijkomstig minpunt van een groepscursus.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De opgeschreven Franse woorden of zinnen worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Frans te leren. De taalregels van het Frans leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in het Frans wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en de studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo in de verleiding gebracht om te luisteren en de student kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor studenten geen last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken geremd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerenden sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode, waarin het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is het een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan besproken worden tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze leermethode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Dat de taallessen in het Frans gegeven werden, was ook nieuw. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De docent Frans is in principe aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in de Franse taal volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden in ruim dertig verschillende talen aangeboden en de taalcursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan op elk moment door de lerenden worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de leermethode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de student worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. Deze Franse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Frans. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken in een normaal tempo.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in delen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Frans het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Frans om de lerende te begeleiden of te motiveren.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De opgeschreven Franse woorden of zinnen worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Frans te leren. De taalregels van het Frans leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in het Frans wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt geen echt samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en de studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo in de verleiding gebracht om te luisteren en de student kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor studenten geen last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken geremd als zij opgenomen worden.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerenden sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode, waarin het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is het een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan besproken worden tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt tijdens de les.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze leermethode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Dat de taallessen in het Frans gegeven werden, was ook nieuw. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De docent Frans is in principe aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in de Franse taal volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almere.
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Almere op maat.
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de training Frans in Almere is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom vaak cruciaal.
Dagnall Taleninstituut leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen (Frans) worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Almere, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
In vergelijking met het Nederlands heeft het Frans een heel andere manier van uitspreken. Eén van de typische verschillen met de Nederlandse taal is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord eindigt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Dit wordt met name gedaan bij woorden die eindigen op ‘s’ en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zeggen de Fransen in plaats van les amis: ‘lezzamie’
Fransen spreken eindletters vaak niet uit. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in de Franse taal spaties. Ook de andere leestekens worden in het Frans door een spatie voorafgegaan: Elle criait :, « Venez ! ».
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook het Frans zit er vol mee. Woorden of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs vermoedelijk uit het Frans. Het woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is de populairste publieke radiozender van Franstaligen.
Klik op het linker computerscherm hierboven met het logo om live naar deze Franse radiozender te luisteren.
NRJ is de bekendste commerciële Franse radiozender. Als u op het beeldscherm rechtsboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Favoriete series en televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1 is de meest populaire Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franstalige stations kunnen middels kabel, satelliet, internet of via een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Almere zijn Kumasi in Ghana, Aalborg in Denemarken, České Budějovice in Tsjechië, Haapsalu in Estland, Lancaster en Milton Keynes in het Verenigd Koninkrijk, Rendsburg in Duitsland en Växjö in Zweden.
Onder de gemeente Almere vallen eveneens Almere Buiten, Almere Haven, Almere Hout, Almere Poort en Almere Stad.
Hogescholen in Almere zijn Aeres Hogeschool Almere en Windesheim.
Het netnummer van Almere is 036.
Het postcodegebied van Almere is 1300 - 1363.
Het adres van het gemeentehuis van Almere is Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere.
De website van de gemeente Almere is Almere.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almere is 14 036.
Voor Almeerse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almere is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almere is KVK-kantoor Almere.
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Almere een bezoek brengen aan Erfgoedhuis Almere, aan het Interactief veiligheidsmuseum PIT, aan het KAF Expo museum of aan het Maritiem Trefpunt.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Almeerse voetbalclub Almere City, FC Almere of Sporting Almere te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almere kunt u terecht bij Joymere, bij L.T.V. Almere, bij Tennis- en Padelvereniging De Gouwen of bij T.V. Het Nieuwe Land.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Almere of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u bij Golfclub Almeerderhout in Almere terecht. De adresgegevens van Golfclub Almeerderhout zijn Watersnipweg 19, 1341 AA in Almere. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 036-521 91 30. De website van de golfbaan is www.almeerderhout.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Grand-Café ’t Hout, telefoonnummer 036-521 91 66.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Begin nog vandaag met uw reis naar taalbeheersing frans
Taaltrainingen Frans in Almere van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en is een communicatiebasis die deuren voor u kan openen - vooral op het professionale vlak. Zo krijgen organisaties die investeren in de taalopleiding van hun werknemers, ook een duidelijk voordeel alsook een voorsprong.
Dagnall Taleninstituut biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans op het hoogste niveau voor medewerkers en leidinggevenden in en in de buurt van Almere.
(Betaalbare) taaltraining Frans op maat, omdat uw bedrijf of organisatie welbespraakte medewerkers verdient.
Vakgebieden
Van zakelijk en medisch tot technisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Elke bedrijfstak heeft zijn eigen taalgebruik en hanteert zijn eigen terminologie. Geef uw medewerkers een zelfverzekerde uitstraling alsook duidelijke concurrentievoordelen, door branchespecifieke taalkennis Frans van het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Almere in een grote verscheidenheid aan gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taalcursussen Frans op maat aan als individuele lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en ook als langdurige, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Iedereen kan bij Taleninstituut Dagnall Frans leren op precies de manier die het beste bij hem of haar past. Naast klassieke taalcursussen Frans zijn organisaties vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans en/of zakelijk Frans. Taalcursussen worden op de individuele behoeften van klanten afgestemd. Dagnall biedt de mogelijkheid om middels gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies Frans te leren in Almere. Met Dagnall Talen behaalt u snel en doelgericht de door u beoogde resultaten.
Filosofie
De filosofie van Dagnall is om Frans te leren met gemak en plezier en zonder schroom. Dagnall Talen gaat daarom tot het uiterste om te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunt leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall Talen met methodes die het leerproces voor cursisten gemakkelijker en prettiger maakt.
Met deze methodes wordt nieuwsgierigheid opgewekt en de bereidheid om te leren, ondersteund. Met 15 minuten dagelijks oefenen, brengen we cursisten in grote stappen naar het beoogde niveau.
Dagnall Taleninstituut is de ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Almere.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
In overleg met u als opdrachtgever stelt Dagnall de leerdoelen en wensen vast. U meldt de cursisten aan met hun contactgegevens. Dagnall Talen verzorgt een intake op locatie of, indien u dit wenst, online of telefonisch. Nadat het intakegesprek heeft plaatsgevonden, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste niveau bepaald wordt, ontvangt u een op maat gemaakt cursusvoorstel samen met de offerte.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
Nadat u akkoord op de offerte hebt gegeven, stemmen wij de planning op uw situatie en agenda af.
De docent evalueert na enkele lessen Frans de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden aangepast.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
Na de laatste les sturen wij u een eindrapportage samen met een beschrijving van de resultaten die de deelnemers hebben behaald. Tevens ontvangen de deelnemers een certificaat van het instituut.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Almere
Dagnall Taleninstituut, Vertaalbureau, Tolkbureau en Tekstbureau verzorgt sinds 1982 maatwerkcursussen Frans in Almere en omgeving voor bedrijven en (overheids)instellingen. Ons bedrijf heeft ervaren en kundige taaltrainers Frans die experts zijn op taalgebied en die in zuidelijk Flevoland veel zakelijke cursussen Frans hebben gegeven aan het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, biedt Dagnall Talen u zeer effectieve en betaalbare taalcursussen Frans in Almere. Dagnall levert door de maatwerk-aanpak een hoog rendement. Daar kunt u op vertrouwen!
Betaalbaar maatwerk Frans in Almere sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak is gevraagd! Een cursus (Frans) gericht op het verbeteren van de taalbeheersing op de werkvloer is inmiddels bij veel organisaties bekend.
Werknemers met een beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
Werknemers met een beperkte of zonder beheersing van de Nederlandse taal of een andere voertaal ervaren een beperking in de werkomgeving en willen graag en sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkplek.
De aanwijzingen op de werkplek willen zij goed kunnen begrijpen en opvolgen. Deze mensen willen het liefst met meer zelfvertrouwen het werk kunnen verrichten en uiteraard hun ambities op hun werk waarmaken. Dit vergt een investering in werknemers en in de ontwikkeling van de organisatie is derhalve noodzakelijk.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Almere naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen aangepast aan de vraag van de klant, cursist, werkgever of organisatie, zoals het verbeteren van spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is vanzelfsprekend ook afgestemd op de beste en meest geschikte, leermethode voor de cursist zelf.
Een cursus Frans (in Almere) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
De vakkundige taaltrainers Frans zijn zeer bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het inmiddels bekende hoge rendement realiseert Dagnall Taleninstituut door een mix van deze bewezen leermethode in combinatie met het oogmerk op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) visueel, auditief of kinesthetisch is/zijn ingesteld. Bij Dagnall kunt u voor cursussen terecht die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall Talen biedt groepscursussen van 3 tot 10 personen, zogenaamde duocursussen (2 personen), individuele cursussen, onlinecursussen, het eigen Dagnall online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie of het bedrijf.
Onze trainers gebruiken veel eigen lesmateriaal dat zij in de loop der jaren hebben verzameld en gecreëerd en spelen continue op actuele thema’s en ontwikkelingen in.
Een prettige manier van leren
Een ander voordeel is dat dit echte maatwerk als een zeer prettige methode wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de trainers Frans van Dagnall Talen in Almere. Onze, door de jaren heen steeds verder ontwikkelde en verfijnde manier van werken is het zeer gewaardeerde handelsmerk van Dagnall geworden. Onze cursussen zijn dus niet alleen werkgericht en/of functiegericht, maar tevens afgestemd op de leermethode die goed bij de cursisten zelf past.
Frans effectief leren in Almere bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Dagnall Taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall Talen biedt deze individuele cursussen en groepstaalcursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te trainen en het leersucces te verzekeren.
Uiteraard kunnen onze individuele-, duo- en groepscursussen zowel bij u op locatie als op één van onze trainingslocaties in of bij Almere gegeven worden.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Almere
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Taleninstituut biedt individuele cursussen Frans voor het bedrijfsleven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren in Almere en omgeving.
Een individuele taalcursus noemt men ook wel één-op- één-taalcursus of privéles.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen staan al vele jaren bekend voor persoonlijke aandacht, maatwerk en een zeer hoog rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerktrainingen en worden specifiek samengesteld voor, en afgestemd op, de branche, het taalniveau, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De trainingen worden zo opgesteld dat de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen worden behaald.
Dagnall Talen biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, maar ook zogenaamde duocursussen (2 deelnemers) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen en particulieren.
De groepen worden zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te verhogen en de deelnemers maximale ondersteuning te bieden.
De groepscursussen van Dagnall Talen zijn ook maatwerk taalcursussen en worden afgestemd op, en specifiek samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de praktijksituatie en de leerstijl en de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het grootste voordeel van individuele taalcursussen Frans is het hoge rendement omdat in vrij korte tijd veel informatie wordt opgenomen.
Er wordt meer vooruitgang gemaakt doordat de cursus vrij intensief is en het leertraject is zo kort mogelijk.
Een ander groot voordeel van individuele taalcursussen is flexibiliteit. De taalcursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist en de inhoud kan optimaal aangepast aan de doelstellingen, het niveau en de eventuele aandachtsgebieden van de cursist.
Omdat eventuele begripsproblemen individueel behandeld kunnen worden, is de leervordering optimaal.
Een individuele is ook cursus ideaal af te stemmen op de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Met name de interactie met de andere deelnemers Frans is het belangrijkste voordeel van een groepscursus; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep zoals door discussies en rollenspellen.
De zogenaamde groepsdynamiek is een ander belangrijk voordeel; van de foutjes van anderen leren en in de doeltaal communiceren met elkaar. Deze afwisseling kunnen de cursisten fijner vinden.
Daarnaast zijn groepscursussen efficiënt omdat tegelijktijd meerdere medewerkers getraind worden en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook zijn voor cursisten groepscursussen wat minder intensief (wat minder zwaar) dan individuele cursussen.
Minpunten individuele cursus
Bij individuele cursussen Frans kunnen discussies en rollenspellen alleen met de taaldocent worden gevoerd en gedaan.
Het geleerde kan niet in de groep worden geoefend omdat er geen interactie is met andere cursisten.
Omdat groepsdynamiek ontbreekt, is het ook niet mogelijk om van de fouten van anderen te leren.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is voor de cursist ook vrij intensief (zwaarder).
Minpunten groepscursus
In een groepscursus wordt minder aandacht aan het individu geschonken en kunnen cursisten wat eerder worden afgeleid. Daardoor is het rendement wat lager. Gedeeltelijk kan dit ondervangen worden door groepen wat kleiner te houden (minigroepen).
Een groepscursus Frans kan ook minder goed worden afgestemd op individuele leerstijlen van deelnemers.
Dat de planning minder goed op de agenda van individuele deelnemers kan worden afgestemd, is een bijkomstig minpunt van een groepscursus.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Taleninstituut biedt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
Niet iedereen heeft de mogelijkheid om een talencentrum te bezoeken. Wij bieden daarom onze taalcursussen eveneens online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen volgt u een intensieve of semi-
intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Een combinatie van deze trainingen is mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall Talen staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De opgeschreven Franse woorden of zinnen worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Frans te leren. De taalregels van het Frans leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in het Frans wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en de studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo in de verleiding gebracht om te luisteren en de student kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor studenten geen last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken geremd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerenden sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode, waarin het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is het een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan besproken worden tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze leermethode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Dat de taallessen in het Frans gegeven werden, was ook nieuw. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De docent Frans is in principe aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in de Franse taal volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethodiek is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die in Egypte is gevonden met tweetalige teksten, met behulp waarvan uiteindelijk de hiërogliefen ontcijferd zijn. Het is eveneens de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen aanbiedt. In 1996 is de eerste versie van Rosetta Stone is uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een wijze om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren achter een computer. Deze taalcursussen worden in ruim dertig verschillende talen aangeboden en de taalcursussen zijn ook vanuit elk van deze talen te volgen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier imiteert waarop een kind zijn of haar moedertaal leert. Dat wil zeggen ‘leren door onderdompeling’, leren door veel te luisteren en na te zeggen. Rosetta Stone gebruikt hiervoor stemmen van moedertaalsprekers Frans alsook foto’s om de betekenis over te brengen van nieuwe (Franse) woorden. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma. Dit programma registreert de Franse uitspraak en maakt hier een schematische weergave van. Dit maakt het mogelijk voor een student om zijn of haar uitspraak te vergelijken met de uitspraak van een moedertaalspreker Frans. Verbetering van de uitspraak kan worden behaald door de voorbeeldstem langzamer te laten spreken en daarna veel na te spreken.
Voor de schrijfvaardigheid Frans van de lerende biedt de methode dictee-oefeningen. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft fouten aan, waarbij optie is om deze fouten te corrigeren.
Het programma omvat ook leesteksten. De teksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
Wereldwijd wordt Rosetta Stone veel gebruikt en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken gebruiken de methode van Rosetta Stone. De Rosetta Stone-methode wordt in Nederland ingezet door enkele ministeries en veel universiteiten en hogescholen en ook door sommige internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
Rosetta Stone is heel makkelijk om in te zetten en de methode kan op elk moment door de lerenden worden gebruikt. De student bepaalt zelf welke delen van de methode wat meer of minder aandacht nodig hebben. Veel studenten ervaren het als prettig om te werken met de leermethode. Voor onderwijsinstellingen kan de methode van Rosetta Stone een oplossing zijn bij een gebrek aan docenten. Dat er geen taaltrainer beschikbaar is die studenten motiveert of wat extra’s kan bieden, kan een nadeel van de methode zijn.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De Pimsleur taalcursussen zijn ontwikkeld door Amerikaans taalkundige Paul M. Pimsleur. De eerste taalcursus van Pimsleur was een cursus Grieks, die hij op de markt bracht in het jaar 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
Deze cursussen bestaan uit zinnetjes en dialogen in de doeltaal die door de student worden nagesproken en vervolgens worden herhaald. Deze Franse zinnen zijn door moedertaalsprekers (native speakers) ingesproken. De cursussen zijn gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en wederom herhaling. De les omvat een audio-opname van een half uur met nieuwe woordenschat en taalstructuren in het Frans. De grammaticale structuur van het Frans wordt niet uitgelegd maar aangeboden door middel van uitbreiding van, en variaties op, deze zinnetjes.
Pimsleur heeft onderzoek gedaan naar het meest optimale interval waarin geleerde informatie van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. In de Pimsleur taalcursussen is dit (gemiddelde) interval geïntegreerd.
Populariteit
Onder andere Amerikanen gebruiken de Pimsleur taalcursussen en de ervaringen met de methode variëren. De gebruikers zijn in het algemeen tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
De methode van Pimsleur werkt erg goed als uitspraakverbeteraar, omdat de insprekers van de zinnen allemaal moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke manier Frans spreken in een normaal tempo.
Dat er niets uitgelegd wordt, is een keerzijde van de methode. De studenten leren geen bouwstenen van de Franse taal om zelf een zin te maken, maar moeten het doen met duizenden voorbeeldzinnetjes die worden ingeprent.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is, niet geheel verwonderlijk, bedacht door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een in Polen geboren genaturaliseerde Amerikaan. Hij ontwikkelde zijn methode kort na de Tweede Wereldoorlog in een eigen taleninstituut in Beverly Hills in Los Angeles, die beroemdheden zoals Diana Ross, Barbra Streisand, Emma Thompson, Mel Gibson, Pierce Brosnan en Bob Dylan tot zijn klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Het principe van Michel Thomas was dat iemand alleen kan leren leren als hij of zij vrij is van stress. Hij begon met de studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze iets zouden vergeten.
De taalcursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans) die zijn ingesproken door twee acteurs; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is een virtueel klaslokaal, waarin de student zich voorstelt als de derde student. Deze student luistert mee met de lessen van de acteurs. Wanneer de stemacteurs een vraag wordt gesteld, is het de bedoeling dat de cursisten op de pauzeknop klikken en deze vraag eerst zelf beantwoorden. Er zijn geen huiswerkopdrachten, geen uit-het-hoofd-leren. Bij de methode worden de lessen opgebouwd in delen en nieuwe Franse lesstof wordt afgewisseld met bekende Franse lesstof. Bij de Michel Thomas-methode is de uitleg steeds in het Engels. Er wordt bijvoorbeeld op verbanden tussen het Engels en het Frans gewezen, als deze verbanden er zijn. Bij de Michel Thomas-methode wordt ook grammaticale uitleg gegeven. Eerst wordt makkelijke lesstof aangeleerd, moeilijkere lesstof volgt pas nadat de studenten Frans het voorgaande begrepen en verworven hebben. Naast Franse woorden en zinnen in de doeltaal worden ook bouwstenen geleerd waarmee de gebruikers zelf zinnen kunnen maken. Ook maakt de leermethodiek gebruik van flashcards zodat gebruikers zelf hun vocabulaire Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te kunnen meten.
Populariteit
Veel gebruikers zijn over het algemeen tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de methode van Michel Thomas fijn om mee te werken. De mensen die al wat verder zijn met de taal, ervaren de cursussen soms als wat minder leerzaam.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De methode van Michel Thomas traint de uitspraak alsook de luistervaardigheid Frans op efficiënte wijze en is ook zeer toegankelijk. Het feit dat deze cursus Frans niet in schrijfvaardigheid voorziet, is een keerzijde. Van werkelijke interactie is ook geen sprake, omdat de methode van Michel Thomas een audiocursus betreft.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in 1929 is opgericht door polyglot en schrijver Alphonse Chérel. Het bedrijf Assimil maakt en publiceert taalcursussen. Dit begon met hun eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
‘Assimileren’ of ‘assimilatie’ betekent ‘opgaan in een andere groep, mengen met’, wat voor een taalcursus (zoals Frans) wel een hooggegrepen streven is. De cursussen van Assimil zijn zelfstudielessen die uit een lesboek Frans, audio-CD’s en een USB-stick bestaan. De gebruikers werken idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen bestaan uit verschillende Franse dialogen die worden beluisterd, nagesproken en gelezen. De Franse vertaling wordt ernaast weergegeven, alsook de toelichting van de grammatica. Om de uitspraak Frans te oefenen, maakt Assimil gebruik van zinnetjes die door native (moedertaal) speakers zijn ingesproken en die de lerende daarna dient te herhalen. De opbouw is van receptief naar productief: in de eerste les wordt nog geen taalproductie van de gebruikers verwacht; dit komt pas na ongeveer vijftig taallessen.
Populariteit
De cursussen van Assimil zijn populair. De cursussen zijn relatief betaalbaar en het aanbod aan talen is groot.
Voor- en nadelen van Assimil
Het pluspunt van de Assimil-methode is dat de cursist Frans op zijn of haar eigen tempo kan leren op het moment dat dit het beste past. De keerzijde hierbij is, wat geldt voor alle computertaalcursussen, dat de student op zichzelf is aangewezen. Er is geen trainer Frans om de lerende te begeleiden of te motiveren.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was reeds in de jaren 40 en 50 van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en in Engeland, onder meer door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Doordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, werd het noodzakelijk om de (Amerikaanse) soldaten van elementaire verbale communicatieve vaardigheden te voorzien. Vanwege de invloed van het leger werd de audiolinguale methode soms bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kun je zien als een reactie op de grammatica-vertaalmethode. Een nieuw verschijnsel was dat de taallessen geheel in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) werden gegeven. De belangrijkste vaardigheden zijn spreken en luisteren (in het Frans) en de (Franse) grammaticale structuren worden geleerd met behulp van mondelinge structuuroefeningen. De bedoeling is om zonder fouten Frans te leren spreken en verstaan; het begint bij een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiervoor; er wordt gewerkt met drills om Franse zinnen en structuren goed aan te leren, zodat reacties spontaan en automatisch worden. De taaltrainer Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien maal herhalen en dan een nieuw Frans woord of meerdere nieuwe Franse woorden toevoegen. Bij de audiolinguale methode wordt veel gewerkt in de zogenaamde talenpractica, waarbij studenten Frans een hoofdtelefoon op hebben en naar zinnen luisteren en deze naspreken. Geschreven Frans wordt pas behandeld als het mondelinge Frans al vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In Nederland werd de methode pas rond 1970 geïntroduceerd bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al snel grote bezwaren tegen de inhoudsloze drills. De techniek wilde wel eens problemen geven, waardoor de talenpractica al snel in onbruik raakten. In plaats daarvan werden de mondelinge structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Schrijvers van leerboeken namen de markt weer over en boden zoals gebruikelijk expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode sporen na. Het was nu alom geaccepteerd dat het bij het leren van de taal (zoals Frans) niet gaat om het uit het hoofd leren van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. Luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor veel docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is voor studenten Frans die beginnen effectief. Een juiste uitspraak Frans wordt aangeleerd van het begin. De audiolinguale methode is een docentgestuurde methode en kan daardoor een efficiënte en snelle overdracht van taalkennis bieden. Ook voor grotere groepen is de audiolinguale methode geschikt.
Tegelijkertijd is de docentgestuurde kant een nadeel; eigen input wordt niet van de studenten verlangd, waardoor het gevaar van enige passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid dreigt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig om te zetten zijn in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
Deze GoldList Method is een methode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige wijze dat deze plaatsnemen in het langetermijngeheugen van de student. Deze methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die later herhaald worden. De opgeschreven Franse woorden of zinnen worden door de studenten hardop gelezen. Het idee is niet om de woorden en/of zinnen uit het hoofd te leren, maar door de blootstelling gaat dit automatisch. Deze woordenlijst wordt steeds veranderd; Franse woorden die aangeleerd zijn, worden van de lijst gehaald, Franse woorden die nog steeds problemen opleveren, blijven op de lijst op de woordenlijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList-methode stellen dat deze woorden en zinnen in het Frans spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door geheugenwetenschappers wordt bestreden. In het algemeen wordt (taal)kennis onthouden wanneer deze kennis relevant en betekenisvol is voor de lerende. De GoldList-methode kan dus alleen werken voor Franse woorden die van betekenis en relevant zijn voor de student.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij studenten die het fijn vinden om bijvoorbeeld Post-its® te gebruiken als geheugensteuntje, kan deze methode goed functioneren. Doordat het fysieke deel van het geheugen door het schrijven meewerkt en wordt aangesproken, werkt het met de hand schrijven beter dan typen of, redelijk zinloos: een fotootje maken. Een minpunt van deze methode is het gebrek aan context. Taal is uiteraard veel meer dan alleen een reeks losse woorden en zinnen. Daarnaast is de GoldList-methode zeer tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten aangemaakt dienen te worden.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door Tracy D. Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method richt zich op een natuurlijke wijze van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). Op de manier waarop iemand als kind zijn of haar moedertaal leerde spreken, probeert de leermethode het Frans te leren. De taalregels van het Frans leert men eveneens onbewust op die wijze. Alleen het Frans met de nodige visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Het streven is een leeromgeving zonder stress voor de studenten. Een grote hoeveelheid begrijpelijke input wordt aan de studenten blootgesteld. De taalproductie Frans mag spontaan ontstaan en wordt niet geforceerd. De methode legt de nadruk op communicatie en niet zo zeer op expliciete Frans grammatica en de correctie van vormfouten.
Als de student in het Frans wordt ondergedompeld, werkt de methode het meest effectief. Om te zorgen dat de student van de ervaringen kan genieten, moeten de activiteiten die in het Frans worden aangeboden, stimulerend zijn.
De Natural Method lijkt veel op de Directe Methode. Het idee van natuurlijke taalverwerving is het uitgangspunt van beide methoden; het onderscheid is dat de Directe Methode meer nadruk legt op de praktijk en de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Het is veelvuldig aangetoond dat onderdompeling een zeer effectieve methode is. Doordat de methode vrij eenvoudig is om te begrijpen, is de natuurlijke aanpak een populaire manier van lesgeven bij taaltrainers Frans. Kritiek kent de natuurlijke aanpak ook. De leermethode richt zich vooral op het impliciet aanleren van de Franse grammatica. Studenten zouden inderdaad leren in het Frans te communiceren, maar blijven steken in een wat gebrekkige, vereenvoudigde versie van de taal door onvoldoende kennis van de grammatica van de taal.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Het wordt als prettig ervaren om op een natuurlijke manier een taal te leren. Studenten wordt de mogelijkheid geboden een persoonlijke band met het Frans op te bouwen. Het geleerde beklijft langer, doordat studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’.
Een minpunt kan zijn dat het wat langer duurt voor er resultaat geboekt wordt, doordat er vrijwel geen druk op de taalproductie ligt. De methode bereidt lerenden ook niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De Structural Approach (afgekort SA) oftewel de ‘Structurele Aanpak’ is in de jaren 50 ontwikkeld door Charles Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een methode van taalverwerving die als doel heeft om de lerende vertrouwd te maken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). De beheersing van deze structuren levert volgens de Structurele Aanpak meer op dan het verwerven van woordenschat Frans. Het gaat om het kunnen herkennen en toepassen van vaste combinaties van Franse woorden en woordgroepen in de correcte woordvolgorde. Deze combinaties worden aangeboden aan de student in betekenisvolle situaties middels visualisaties, dramatiseringen, handelingen en gezichtsuitdrukkingen. Bij de leermethode worden de structuren die het meest gebruikt worden, als eerste geleerd. Mondelinge vaardigheden Frans (luistervaardigheden en spreekvaardigheden) worden hier in eerste instantie bij gebruikt; leesvaardigheden en schrijfvaardigheden volgen daaruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheden Frans (spreken en schrijven), krijgt grammatica een grote plek. Andere benamingen voor de Structurele Aanpak zijn de Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering).
Populariteit
De Structurele Aanpak werd in de jaren vóór 1970 toegepast op vrij grote schaal om Engels te leren in Engelssprekende landen, de voormalige Britse koloniën en in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Dat de studenten het Frans op een nauwkeurige manier geleerd wordt, is de sterke kant van de Structurele Aanpak. De studenten krijgen inzicht in de Franse grammatica ze leren eveneens in welke situatie bepaalde Franse woorden of woordcombinaties geschikt zijn of niet. De methode van de Structurele Aanpak gebruikt alledaagse taal. Aan de methode van de Structurele Aanpak kleven ook nadelen. De manier van werken is tamelijk tijdverslindend en geeft niet direct een succeservaring. De eigen inbreng van de student is gelimiteerd; het is niet echt creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het communicatief Taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching, afkorting: CLT), of ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engels: Communicative Approach, afkorting: CA) genoemd, is in de jaren 60 van de vorige eeuw ontstaan onder invloed van de ideeën van taalkundige Noam Chomsky, die de nadruk op competenties bij het leren van een vreemde taal legde. De Amerikaanse taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Communicatief talenonderwijs is gestoeld op de gedachte dat interactie het uiteindelijke doel is bij het leren van een vreemde taal (zoals Frans).
De studenten leren het Frans in praktijk te brengen met gebruik van CLT-technieken door de interactie met de docent Frans en onderling. Er wordt gebruikgemaakt van teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit de werkomgeving of het dagelijks leven. Het Frans wordt zowel tijdens en ook buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en de docent Frans draagt onderwerpen aan buiten het domein van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in allerlei soorten situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief geleerd, dit houdt in aan de hand van de praktijk, waaruit de regel volgt.
Bij CLT zijn docenten Frans echt trainers, die studenten helpen te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd heel populair in de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw, mede doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet erg succesvol bleken. Binnen een verenigd Europa was er meer behoefte aan het leren van vreemde talen door middel van een methode die meteen toepasbaar was.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Communicatief taalonderwijs (CLT) heeft veel pluspunten. Studenten ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materiaal, leren de studenten de Franse woorden die zij nodig hebben. Het is efficiënt. Voor de lerenden werkt deze methode stimulerend, omdat zij snel succes ervaren. Fouten maken mag; al doende wordt de taalvaardigheid geleerd en geperfectioneerd. Een nadeel van deze communicatieve benadering is dat voor grammatica, vocabulaire dat niet meteen toepasbaar is en uitspraak minder aandacht wordt geschonken. De voorbereiding en planning vragen veel meer tijd van de docent en vereist een actieve deelname van de lerende. Voor een aantal lerenden is deze manier van een taal leren ongewoon of lastig, afhankelijk wat voor achtergrond zij hebben. Communicatief taalonderwijs (CLT) (communicatief taalonderwijs) traint taalvaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt geen echt samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
Het taalonderwijs was in de 18de en de 19de eeuw vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, dialogen, idiomatische uitdrukkingen, woordenlijsten etcetera na te spreken, uit het hoofd te leren en vervolgens op te zeggen. Dit werd anders gedaan door Johann Valentin Meidinger; een Duitse docent Frans en Italiaans. Meidinger ontwikkelde omstreeks 1783 een methode waarin de grammatica van de taal centraal stond. Meidinger wordt gezien als grondlegger van de grammatica-vertaalmethode (Engels: Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gestoeld op het onderwijs in het Latijn; de taal van de wetenschap, cultuur en religie. Onderwijs in Latijn was vanzelfsprekend op geschreven teksten van klassieke schrijvers gericht en geheel op de grammatica en het vertalen gericht. Dat werd als een wetenschappelijke en degelijke aanpak beschouwd. De Grammatica-vertaalmethode gaat van de analyse uit van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) waarbij de lerende inzicht ontwikkelt. Bij de Grammatica-vertaalmethode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten in het Frans krijgen de nadruk. De taaltrainer draagt kennis Frans over, de lerenden memoriseren.
Populariteit
Al vanaf halverwege de negentiende eeuw was ook tegengeluid te horen. Desondanks heeft de grammatica-/vertaalmethode tot vrij recent een grote invloed op het talenonderwijs gehad.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
De methode is een aardige mentale training voor diegenen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren. Ook biedt de methode inzicht in de structuur van het Frans, omdat de nadruk op de grammatica gelegd wordt.
De grammatica-/vertaalmethode heeft echter meer minpunten dan pluspunten. Het belangrijkste minpunt is dat de luister- en spreekvaardigheid Frans ver achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studie weinig mondeling toegepast kan worden. De leermethode staat ver van het dagelijks gebruik van het Frans af, ook in de context die wordt aangeboden, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het werken in een groep biedt de leermethode geen mogelijkheid tot differentiatie of tot een eigen creatief leerproces bij de lerenden. Lerenden fungeren slechts als toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
Sinds de jaren 70 wordt de leermethode ‘onderdompeling’ (Engelse naam: language immersion of alleen immersion) over de hele wereld gebruikt, voornamelijk op de middelbare school waarbij een schoolvak (zoals wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die bij onze bekende collega’s van Taleninstituut Regina Coeli in Brabant, ‘de nonnen van Vught’ gebruikt wordt. De methode is daar ontstaan in 1963 met Franse nonnen die Franse les aan welgestelde vrouwen uit Vught gaven.
Kenmerken van onderdompeling
Onderdompeling behelst dat degenen die de taal (zoals het Frans) leren, vanaf het begin wordt omgeven door de te leren taal. Alle instructies worden in de doeltaal (Frans) gegeven; eerst langzaam en met veel herhaling, later op een natuurlijkere manier. Vanaf het begin wordt de student ook uitgedaagd om in het Frans te spreken. De methode maakt gebruik van rollenspellen en simulaties. De omgeving op scholen die met onderdompeling werken, wordt veelal ingericht in de stijl van het Frans om een situatie te creëren alsof de lerenden in Frankrijk zijn. De studenten oefenen één-op-één of in een klein groepje met Frans spreken. Een andere manier om onderdompeling te bereiken, is naar Frankrijk reizen en daar bijvoorbeeld in een gastgezin verblijven.
Populariteit
Onderdompeling wordt als een uitstekende leermethode voor vreemde talen gezien. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan met onderdompeling uitstekend worden aangeleerd.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het grote voordeel is dat deze methode snel resultaat laat zien, doordat de methode nogal intensief is. Omdat de lerende wordt erdoor omgeven, is het een kwestie van ‘sink or swim’; hij of zij moet wel in het Frans gaan communiceren. Feitelijk zijn de studenten 24 uur per dag Frans aan het leren. Door in een groep samen te oefenen, wordt de sociale interactie versterkt. De studenten ervaren dit als motiverend.
Een nadeel is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als studenten in een vrij korte tijd Frans leren, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar daarna weer overgaan tot de orde van de dag, is de kans groot dat het nieuw geleerde relatief snel wegzakt. Het feit dat een dergelijke training Frans erg intensief is, kan een bijkomend nadeel zijn. Niet elke lerende heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een (taal)leermethode die is ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Deze methode is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedia is op de kracht van de suggestie gebaseerd. Positieve suggestie is volgens Georgi Lozanov een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te leren. Daarvoor zijn een ontspannen sfeer en een wederzijds vertrouwen tussen de trainer (Frans) en de studenten essentieel. Hiervoor is de voorwaarde dat de studenten zich ontspannen en veilig voelen. Een leslokaal met een rijopstelling was uit den boze om dit te bereiken. In de les zaten lerenden in comfortabele stoelen die in een halve cirkel waren opgesteld en er was altijd muziek tijdens de les. De leermethodiek zoals Lozanov voorstond, bestond uit teksten voorlezen, op de achtergrond werd klassieke muziek gespeeld of waren natuurgeluiden te horen. Bij deze teksten bestonden bestonden woordenlijsten alsook opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans). Dit voorlezen gebeurde met gebaren alsook veel expressie in stem. De student werd zo in de verleiding gebracht om te luisteren en de student kon de (Franse) woorden die nieuw waren, gemakkelijk begrijpen en opnemen. Er was veel aandacht tijdens de lessen voor cultuur en kennis over het land van de vreemde taal (Frankrijk). Er werd met rollenspellen gewerkt en er bijvoorbeeld (Franse) streekgerechten werden bereid en geproefd.
Populariteit
De leermethode van Georgi Lozanov was omstreden en de leermethode is in de vergetelheid geraakt. Een aantal elementen van Suggestopedia wordt nog steeds toegepast, zoals het gebruikmaken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia zorgt voor een veilige en ontspannen sfeer, waardoor studenten geen last zullen hebben van frustratie of faalangst. Voor een immigrant kan deze sfeer aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland bijdragen. Muziek werkt vaak motiverend en draagt bij aan betere leerprestaties. Dat de lerende gestimuleerd wordt om zich in te leven in de situatie en actief mee te doen, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is, is een ander voordeel van de leermethode. Tegelijk is dit voor bepaalde studenten een keerzijde, want niet iedereen is hiertoe in staat. Daarnaast kan muziek bij sommigen eerder afleiden en verstorend werken in plaats van stimulerend en ontspannend. Dat de verhouding tussen de docent en de student niet gelijkwaardig is, is een ander zwak punt; alle input komt van de zijde van de Franse docent en de studenten zijn steeds de ontvangende partij.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles A. Curran ontwikkelde Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
(CLL) genoemd, in 1976.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
CLL (Community Language Learning) is een methode om een taal te verwerven waarbij lerenden samenwerken om te bepalen welke aspecten van de taal zij willen leren. Community Language Learning baseert zich op de counseling-benadering waarbij de trainer als een counselor fungeert die de zinnen van lerenden omschrijft. De studenten starten een gesprek. Als de lerenden de doeltaal (Frans) nog niet genoeg machtig zijn, spreken de lerenden in hun moedertaal. De trainer (Frans) vertaalt en legt uit en hierna herhalen de studenten de uitingen van de trainer zo nauwkeurig mogelijk. Dit gesprek in het Frans wordt opgenomen om daarna te kunnen herbeluisteren.
De CLL stimuleert gemeenschapsgevoel in de leergroep en ziet de wisselwerking tussen de studenten onderling als middel om de Franse taal te leren. Het zijn de lerenden zelf die de inhoud van de les bepalen door middel van zinvolle gesprekken. Een leerboek Frans wordt niet gevolgd.
Populariteit
Of CLL succesvol is, is grotendeels afhankelijk van de kunde van de docent-counselor. Bij deze methode dient de trainer naast sociaal-cultureel kundig ook taalkundig te zijn. De trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de lerende zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de lerende te kunnen vertalen. De methode kan goed werken indien deze op de juiste wijze wordt gebruikt. CLL is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
Deze methode biedt voor studenten veel autonomie. Het analyseren van de eigen gesprekken vinden de lerenden vaak zinvol. De groep wordt vaak heel hecht, niet alleen tijdens de les Frans, maar eveneens daarbuiten. Met Community Language Learning worden lerenden zich zo veel meer bewust van de groepsgenoten, de sterke en minder sterke punten en leren om als team samen te werken. Studenten leren veel door het bespreken door de fouten en het evalueren van de lessen Frans. Zulke verbeteringen blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo deel van het actieve vocabulaire van de lerende.
Dat de trainer niet sturend is, ondanks dat een aantal studenten wel sturing nodig heeft, kan een nadeel zijn. Bij CLL wordt geen gebruikgemaakt van een lesboek en ook geen toetsen Frans gehouden. Het succes van de lessen is daardoor lastig meetbaar. Een aantal lerenden wordt in hun Frans spreken geremd als zij opgenomen worden.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (In het Engels: Lexical Approach; LA) is een methode om vreemde talen te leren ontwikkeld door Michael Lewis in de jaren 90 van de vorige eeuw.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
Deze lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk gedeelte van het leren van een taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van ‘lexicale eenheden’. Dit zijn brokjes taal die bestaan uit (Franse) woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (grammatica) en betekenisvolle groepen met woorden. Zo wordt geleerd hoe het Frans ‘in het echt’ gebruikt wordt. In deze benadering is woordenschat Frans belangrijker dan Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen die vaak voorkomen in dialogen gericht. Aan interactie wordt aandacht besteed maar ook aan exposure; aan de receptieve vaardigheden van de lerenden (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er wordt veel mogelijkheid gegeven voor de studenten om de Franse taal zelfstandig te ontdekken.
Het is de rol van de taaldocent Frans om te zorgen voor voldoende input en het faciliteren van het leertraject van de student.
Populariteit
Onder invloed van de ideeën over taal van (onder meer) Michael Lewis zijn in de afgelopen dertig jaar lesboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht besteed aan woordenschat van de te leren taal die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een ingrijpende wending in de manier waarop talen worden onderwezen, waar Michael Lewis streefde, is er echter niet van gekomen.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
De studenten leren op een natuurlijke manier de Franse taal te gebruiken door met ‘chunks’ (brokjes van de taal); met ‘echte’ taal te werken. Op deze manier ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer anders is dan de aangeleerde taalsituaties, is de keerzijde van deze methode van de methode. Sommige lerenden hebben meer aan een docent Frans die hen wegwijs maakt, dan aan een docent taal-facilitator omdat ze meer moeite hebben om de taalpatronen zelf te leren herkennen.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is in het jaar 1880 ontwikkeld door de Fransman François Gouin.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van Gouin gaat uit van een serie verbonden zinnen die gemakkelijk te begrijpen zijn en niet veel kennis van grammatica van de doeltaal vereisen. Op basis van een actie, bijvoorbeeld het huis verlaten in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd, leren studenten zinnen. Deze series of reeksen gingen over onderwerpen als mens in de samenleving, leven in de natuur, beroep en wetenschap, vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk gebruik van de taal ontwikkeld. De leermethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Studenten gaan al gauw in de doeltaal (bijvoorbeeld het Frans) denken omdat een soort eentalige methode is, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’.
Populariteit
Gouin’s denkwijzen over het leren van een vreemde taal waren bijzonder vooruitstrevend. Ondanks de afwijkende aanpak, was de seriemethode van François Gouin gedurende een bepaalde periode een succes. De methode werd echter door Berlitz’ Directe Methode overschaduwd.
Voor- en nadelen van de Series Method
De Series method van Gouin ontwikkelt de mondelinge vaardigheden Frans van de lerenden sterk en de methode zorgt voor een harmonieuze, natuurlijke en gelijkwaardige sfeer.
De leermethode garandeert een levendige manier van lesgeven. Doordat het gebruikmaakt van visuele leermiddelen, bijvoorbeeld afbeeldingen, grafieken, etcetera, wekt dit soort onderwijs Frans enthousiasme bij de lerenden op. Een taal leren wordt tastbaar; dit was volledig nieuw. studenten Frans worden nieuwsgierig, wat helpt om het leergeheugen te ontwikkelen, prestatiedruk te verlagen en het zelfvertrouwen te verbeteren. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de student wordt goed gestimuleerd.
De keerzijde van de methode is dat taal die wat abstracter of subjectiever is, wat moeilijk in één concrete ervaring is te vangen met beweging en expressie. Een bijkomend minpunt is de bewerkelijkheid voor de trainer, die een scala aan series voor moet bereiden. Als derde punt richt de Gouin-seriemethode zich vooral op mondelinge taalgebruik, terwijl het onderwijssysteem nog veelal draait om examens voor het toetsen van de lees- en schrijfvaardigheden.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching) is ontwikkeld in de jaren 80 van de vorige eeuw. De grondleggers van deze methode waren de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Michael Hugh Long en Graham Crookes.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Taakgericht taalonderwijs past binnen het Communicatief Taalonderwijs/een Communicatieve Benadering. De denkwijze achter deze methode is dat het verwerven van de doeltaal (zoals het Frans) geen doel op zich is, maar een middel om specifieke taken uit te kunnen voeren. Lerenden krijgen verschillende motiverende taken voorgeschoteld, waarvoor taalkennis (Frans) nodig is. Voor het goed uitvoeren van deze taken, is het nodig dat ze over woordenschat en taalregels beschikken. De taken zijn zaken uit het dagelijks leven, bijvoorbeeld e-mails schrijven, met de klantenservice bellen, een boodschap doen, een drankje bestellen of een krant lezen. De opdracht wordt in drie verschillende fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, daarna de taak uitvoeren en tot slot hierop terugblikken. Studenten moeten samenwerken om de taken uit te voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten iets boven het niveau van de studenten Frans liggen.
Populariteit
Task-Based Language Teaching heeft aan populariteit gewonnen vanaf de vroege jaren negentig en zeker in het taalonderwijs. Het lijkt de meest praktisch bruikbare vorm te zijn voor het verbeteren van de taalvaardigheden bij lerenden (vooral lerenden in een achterstandspositie) in het lager en secundair onderwijs.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Taakgericht taalonderwijs (Frans) heeft duidelijke voordelen. Het taakgericht taalonderwijs is een activerende werkvorm, waarbij lerenden worden uitgedaagd om hun taalvaardigheden (Frans) toe te passen. Het is een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak, zolang de taak goed bij de lerende aansluit. De studenten komen op een natuurlijke, alledaagse wijze in aanraking met het Frans en leren zo authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen in het Frans. Daarnaast leren studenten om samen te werken met andere studenten Frans. De studenten ervaren taakgericht taalonderwijs als motiverend en plezierig.
Als keerzijde kan gezien worden dat de communicatie voorop staat en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor studenten die niet zozeer nauwkeurig leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse taalkundige en docententrainer op het gebied van taalonderwijs Engels bedacht in het jaar 2000 Dogme Language Teaching/Dogme ELT (de ‘Dogmabenadering’).
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
Dogme Language Teaching is geïnspireerd op ‘Dogme 95’; een stroming uit het jaar 1995 van een aantal filmmakers uit Denemarken onder wie Deense filmregisseur Lars von Trier. De deelnemers confirmeren zich bij het filmmaken aan 10 strikte regels (dogma’s). Deze vormen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Iets dergelijks is bij het Dogme-taalonderwijs aan de hand. De aanhangers van de Dogme Language Teaching streven naar een vorm van communicatief onderwijs van vreemde talen die niet is belast door enig voorgedrukt materiaal. Het starten van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische zaken gaan, is het doeleinde van de Dogme-methode, waarin het om communicatie draait als de drijvende kracht van een taal leren (bijvoorbeeld Frans). Daarom is het een communicatieve werkwijze voor het onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder een leerboek te gebruiken of overige lesmaterialen en zich in plaats daarvan focust op communicatie tussen taaltrainer en studenten. Het Dogme-taalonderwijs heeft 10 dogma’s (uitgangspunten), net als de Dogme-beweging in de film.
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk voor vergelijkbare resultaten zorgt.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor trainers Frans is dat er vrijwel geen voorbereiding voor nodig is. Dat studenten de verantwoording draagt voor het eigen leerproces, kan erg motiverend zijn. Voorspelbaar zijn de lessen Frans zo nooit. Dit garandeert spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Vrijwel elk item kan besproken worden tijdens een taalles volgens de Dogme-benadering. Dit zorgt dat lerenden alert en betrokken blijven.
Studenten kunnen zich daarentegen wel wat ongemakkelijk voelen als ze zo weinig bij de hand worden genomen door de taaltrainer. Ook is niet elke docent Frans voldoende flexibel voor dit type van onderwijs. Nog een minpunt kan zijn dat de lerenden zich vaak op een specifiek examen Frans dienen voor te bereiden, terwijl het niet zeker is dat de hiervoor benodigde lesstof aan bod komt tijdens de les.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is in 2007 door Language consultants Angela en Greg Thomson ontwikkeld.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
Deze GPA-methode geldt als een alternatieve kijk op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). De primaire aanname van de leermethode is dat taal en cultuur niet los van elkaar kunnen worden gezien. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het verwerven van het Frans; het doel is uitgroeien tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk). GPA gebruikt daarom de termen ‘groeiende deelnemer’ in plaats van ‘taallerende’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘leraar of docent’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is gedeeltelijk gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De GPA-benadering kent zes fasen van activiteiten. De lerende en een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat en cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 van de methode is de hier-en-nu-fase. Deze neemt ongeveer 100 uur in beslag. In fase 1 richten de ‘groeiende deelnemers’ zich op het luisteren en het geven van non-verbale feedback.
Fase 2 van de leermethode is de ‘verhaalopbouwfase’. Deze neemt om en nabij 150 uur in beslag en de deelnemer begint nu het Frans ook te produceren. In fase 3 van de leermethode van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen die over dagelijkse gebeurtenissen gaan, verhalen die tussen culturen gedeeld worden en verhalen die over gedeelde ervaringen gaan. Fase 4 van de leermethode is de fase van het zogenaamde ‘diepe delen’. Nu beginnen de deelnemer en de verzorger meer diepgaande gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 van de methode begint de deelnemer zich op taalgebruik van moedertaalsprekers Frans te richten aan de hand van nieuws, televisie, films en literatuur. Het Frans dat voor het werk nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de methode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase heeft geen eindpunt. Hierbij gaat het om groei buiten de formele taalsessies Frans om.
Populariteit
De leermethode van Thomson is nog relatief nieuw en er is nog weinig bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn enthousiast over de leermethode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk geboden op het proces van taalverwerving Frans. De zes afzonderlijke fasen bieden een duidelijk tijdsschema en haalbare doelen. Er wordt door de lerende niet alleen taalkennis Frans verworven, maar eveneens van de omgeving en de lerende verwerft daarnaast een nieuw sociaal netwerk.
Dat voor iedere deelnemer of minimaal iedere kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gevonden moet worden die bereid is om behoorlijk wat tijd te investeren, is een nadeel van deze methode.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique, ook wel simpelweg Shadowing (‘schaduwen’) genoemd, is in de vroege jaren 2000 bedacht door de Amerikaanse polyglot en taalkundige Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
De techniek van Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken om de intonatie (Frans) en uitspraak te verbeteren en vloeiendheid in het spreken te verwerven. Deze techniek is eenvoudig: de studenten luisteren naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhalen dan wat zij horen. Bij de methode is het niet van belang om de Franse tekst te begrijpen; het gaat in eerste instantie om de klanken. Bij de methode wordt het luisteren en herhalen net zo veel geoefend totdat het gemakkelijk gaat en de student simultaan Frans kan spreken met de opname. De student gebruikt na enige tijd een transcript om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij heeft uitgesproken. Er zijn diverse lesboeken voor deze leermethode geschikt, zolang de boeken dialogen bevatten of stukken samenhangende tekst. De Franse audio-opname dient ideaal bezien iets boven het niveau van de student te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ruwweg één pagina, op een natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes. Omdat beweging de opname van de vreemde taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt, doet Argüelles de aanbeveling lerenden om tijdens het spreken te lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te zitten. Dat de lerenden minder snel worden afgeleid als zij in beweging zijn, zodat het werken aan het Frans een stuk effectiever gaat, is een andere grond.
Shadowing heeft veel gemeen met de audiolinguale methode uit de vorige eeuw, maar het verschil is dat bij de audiolinguale methode grammaticale driloefeningen werden gebruikt in plaats van dialoog of samenhangende teksten. Ook simultaan spreken is anders aan Shadowing.
Populariteit
In de afgelopen jaren is veel onderzoek naar de methode van Shadowing gedaan dat aantoont dat de leermethodiek naast de uitspraak ook de luistervaardigheid aanzienlijk verbetert. Het algemene begrip van het Frans wordt ook vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Het praktische pluspunt van Shadowing dat het kan worden toegepast in een groep van studenten, waarbij elke deelnemer individueel actief leert. Het rendement van Shadowing is hoog.
Het nadeel van de Shadowing-methode is dat de lerenden het soms ietwat saai kunnen vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De keuze van de tekst is dus van groot belang.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het principe is gebaseerd dat mensen leren met behulp van beweging en handelingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals een kind de moedertaal leert. Ouders geven hun jonge kinderen voortdurend opdrachten en belonen hen als ze die uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoentjes maar aan”, enz.). In de eerste instantie is het de bedoeling dat de kinderen begrijpen wat de ouders zeggen, de kinderen gaan verbaal reageren in een later stadium. Dus de luistervaardigheid Frans vormt de basis, daarna volgt de spreekvaardigheid.
De methode van TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaltrainer geeft op een vriendelijke en begrijpelijke wijze opdrachten, zoals: “pak het boek” en doet de opdrachten zelf voor; de student doet deze opdrachten na. In het begin wordt nog niet verwacht van de studenten dat zij Frans praten; de studenten geven de opdrachten in een later stadium. Opdrachten die bekend zijn worden uitgebreid of deels veranderd.
Door het combineren van beweging en spraak, spreekt TPR® beide hersenhelften aan. Hierdoor kost het minder moeite om iets te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
Vooral wordt TPR® binnen het NT2-onderwijs gebruikt (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginnende studenten en ook wel bij Engelse les op de basisschool. Maar eveneens middelbare scholieren en volwassenen werken met plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
Total Physical Response biedt veel voordelen. Doordat de lerende veel begrijpelijke input krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek zorgt voor vlotte succeservaringen. Dit bevordert het plezier in het leren van het Frans. Dit zorgt voor stressvrij leren. In principe is de methode van TPR® geschikt voor elk type doelgroep, ongeacht achtergrond of leeftijd en kan de leermethodiek ook in wat grotere klassen worden ingezet. Het Frans wordt direct in het langetermijngeheugen opgeslagen.
Het feit dat niet elke taaluiting in TPR®-opdrachten uit te drukken is, is het minpunt van TPR®. Dit is de reden dat de leermethodiek tot op een zeker niveau werkt en daarnaast een andere leermethodiek (aanvullend) nodig is. De methode is ook niet bijzonder creatief. De studenten leren niet hun meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Directe Methode, ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd, is eind jaren 80 van de negentiende eeuw bedacht door de Duits-Amerikaanse taalkundige Maximilian Delphinius Berlitz (geboren als David Berlizheimer). De methode is als antwoord op de dominante grammatica-vertaalmethode ontwikkeld.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er was een Reformbeweging rond het jaar 1900 met nieuwe ideeën over leren dat inductief en zelfontdekkend zou moeten zijn. Die Reformbeweging betrof overigens niet alleen het leren van een taal, maar ook voeding, natuurgeneeskunde, kleding en naturisme. Net als in de jaren zestig van de vorige eeuw, streefden de mensen rond 1900 naar natuurlijke leefwijzen en een bevrijding van keurslijven. Binnen het taalonderwijs kwam veel aandacht voor de gesproken, ‘levende’ taal, waarbij de grammatica meer inductief werd onderwezen, met behulp van voorbeeldzinnen. De taalregels moesten de lerenden hieruit afleiden. Veel mondelinge oefeningen en met meer aandacht kwamen er voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). Het werd gestimuleerd om de studenten veel in het Frans te laten spreken. Dat de taallessen in het Frans gegeven werden, was ook nieuw. In de taallessen werd nadrukkelijk niet vertaald. De (Franse) woordenschat werd aangeleerd met behulp van voorbeelden en afbeeldingen. Abstracte vocabulaire werd aangeboden door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
Mede door invloed van de crises en oorlogen ebde de vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw weg, om in de jaren zestig weer in een andere vorm terug te keren.
Met (een moderne versie van) de Directe Methode wordt nog steeds gewerkt door taleninstituten zoals Berlitz en Interlingua.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Dat het een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren, is het belangrijkste grote voordeel van de Directe Methode. Er wordt veel aandacht besteed aan luisteren en spreken, waardoor de lerenden zelfvertrouwen en vloeiendheid in het Frans kunnen ontwikkelen. Aan deze leermethode kleven echter eveneens keerzijden. Voor de schrijfvaardigheid (Frans) is bij deze methode veel minder aandacht en voor lezen in de doeltaal relatief ook veel minder. Deze leermethode biedt voor de meer gevorderde studenten Frans niet genoeg uitdaging. De Directe Methode is eveneens niet zeer geschikt voor de langzaam lerende studenten, doordat deze leermethode een daadkrachtige inzet door de studenten verwacht.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”) in 1835. In januari 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is op hetzelfde principe gebaseerd als de ‘natuurlijke aanpak’ (Natural Approach): de beste manier om vreemde talen te leren, is die waarop een kind de moedertaal leert. Een taal (zoals Frans) leren dient veilig en gemakkelijk te zijn. Manesca wil om die reden niet met abstracte regels of woordenlijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de eerst bekende, volledige taalcursus. De methode is op het werken met een groep van lerenden en een taaldocent Frans gebaseerd, die één Frans nieuw woord tegelijk introduceert. Bij elk woord hoort een bepaalde beweging. De studenten herhalen vervolgens na elkaar het Franse woord en deze beweging. Deze herhaling helpt de studenten de Franse woorden te onthouden, zonder dat uit het hoofd geleerd hoeft te worden. Stap voor stap worden deze woorden zo zinnen en weer variaties op de Franse zinnen. De Franse spelling wordt in een later stadium met leesteksten aangeboden.
De methode van Jean Manesca is reeds een aantal jaren later overgenomen en aangepast door Heinrich Gottfried Ollendorff en wordt ook wel de Ollendorff-methode genoemd.
Populariteit
Jean Manesca overleed twee jaar na publicatie van zijn leermethode. Het werk van Jean Manesca is opgepakt en aangepast door anderen, onder meer door Ollendorff. Een groot deel van zijn ideeën zijn nog steeds actueel en worden nog altijd in het moderne vreemdetalenonderwijs gebruikt.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De combinatie van spreken en bewegen, waardoor het fysieke geheugen wordt aangesproken en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerenden wordt onthouden, geldt als de sterke kant van de Manesca- of Ollendorff-methode. Wat daar eveneens aan bijdraagt, is het vele herhalen. Het feit dat dit wat saai kan worden om dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan door lerenden als een nadeel worden ervaren.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is door de Egyptenaar Caleb Gattegno ontwikkeld in 1963.
Kenmerken van de Silent Way
The Silent Way is een manier om een taal te leren (bijvoorbeeld Frans) die stilte als instructiemiddel gebruikt. De autonomie van de lerenden en hun actieve deelname is het uitgangspunt van Caleb Gattegno’s methode.
Een combinatie van stilte en gebaren wordt gebruikt door de taaldocent Frans om de aandacht van de student te trekken, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te verbeteren. Veel tijd wordt aan de uitspraak (Frans) besteed.
Gattegno, die wiskundige was, vond het van belang om taalles te geven op een wijze die efficiënt voor de energievoorraad van de lerenden was. Caleb Gattegno kwam erachter dat het relatief weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan wanneer mensen proberen om dingen uit het hoofd te leren. Hij betoogde dat de taaldocenten niet naar kennisoverdracht an sich dienen te streven, maar het bewustzijn aan dienen te boren, omdat alleen het het bewustzijn het mogelijk maakt om iets te leren.
Gekleurde staven die kunnen worden gebruikt voor allerlei dingen, zijn één van de hulpmiddelen die The Silent Way gebruikt. De ‘de stille manier’ werkt ook met Words in Colour. Words in Colour is een kleurenkaart voor klanken waarbij elke kleur een bepaalde klank van het Frans vertegenwoordigt, gekleurde woordgrafieken voor het werken aan zinnen en gekleurde grafieken die gebruikt worden voor het leren van de spelling.
Populariteit
Voornamelijk bij het leren van de uitspraak van het Frans zijn Gattegno’s ideeën van belang geweest, hoewel The Silent Way in zijn originele versie niet veel meer wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
Dat zijn aanpak niet-bedreigend is voor studenten, die immers als autonoom gezien worden, is de sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno. De docent Frans is in principe aan de studenten dienstbaar, niet omgekeerd. Met The Silent Way wordt het leren van het Frans op een natuurlijke manier gestimuleerd. Meestal wordt de geleerde taalkennis goed verwerkt en onthouden door lerenden uit te dagen om nieuwe dingen te ontdekken. De student ‘mag’ fouten maken, wat helpt bij het leerproces.
Een nadeel kan zijn dat sommige studenten meer begeleiding nodig hebben dan de methode voorstaat. Een student zou gefrustreerd kunnen raken door het gebrek aan input van de taaltrainer Frans. Met kleuren en grafieken werken, heeft als beperking dat de nieuwheid er vrij snel af is, waardoor het effect verdwijnt.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of afgekort ‘TPRS’ staat voor Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. Deze methode is in 1990 ontwikkeld door Blaine Ray, van oorsprong een Amerikaanse docent Spaans, en komt voort uit de TPR-techniek (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
De TPRS-methode is een taalverwervingsmethode die verhalen gebruikt om een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het principe van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een vreemeen taal leren zoals kinderen hun moedertaal leren. Om dit te kunnen bereiken, worden lerenden blootgesteld aan veel begrijpelijke input. Door de docent Frans wordt een verhaal verteld waarin nieuw te leren Franse woorden meerdere keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en niet te lang. De verhalen zijn eenvoudig te begrijpen, hierdoor zijn studenten ontspannen. Franse woorden en structuren worden zo ongemerkt opgeslagen in het langetermijngeheugen van de lerende. De studenten worden door de taaldocent op grammaticale fenomenen van het Frans gewezen, zonder dat studenten regels van het Frans uit hun hoofd hoeven te leren.
Na enige tijd zal de lerende ‘automatisch’ Frans gaan spreken en de Franse grammaticale structuren van de nieuwe taal gaan imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een variant is om met een groep studenten een verhaal op te bouwen. Hierbij schrijft de trainer Frans eerst nieuwe woorden en structuren op een bord of flipchart, met de Franse vertalingen erbij, om vervolgens een verhaal te maken met de studenten. Tot slot vertellen de lerenden het verhaal na. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor inbreng. Schrijven in de Franse taal volgt in een later stadium.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPR Storytelling een succesvolle manier is om een nieuwe taal te verwerven. Er zijn wel randvoorwaarden: de setting moet geschikt zijn en de trainer moet goed getraind zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPR Storytelling is een laagdrempelige wijze van taalverwerving en het geleerde wordt grondig verworven. Omdat TPR Storytelling ook de creatieve intelligentie aanspreekt, is TPRS een breinvriendelijke leermethode. Voor de lerenden is het een prettige methode en het is niet moeilijk om de focus te behouden. Voor lerenden werkt het zeer motiverend om zelf een verhaal te creëren.
Een nadeel is dat TPRS veel voorbereiding van de taaldocenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Diverse digitale hulpmiddelen
Er is ook een ruim aanbod aan complete taalcursussen voor zelfstudie: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Quizlet en Mondly.
Er is echter een betere manier:
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere manier:
De Dagnall Talen Methode.
Het alom bekende hoge rendement behaalt Dagnall Taleninstituut door elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar vooral door de focus steeds op de cursist(en) te leggen, bijvoorbeeld; is deze persoon visueel, auditief of wellicht kinesthetisch aangelegd? Hoe leert de cursist Frans het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is de voorgeschiedenis van de cursist op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met woordenlijsten en Franse zinnen. Indien gewenst, kan deze app geladen worden met jargon van uw organisatie of bedrijf.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die online kunnen worden gevolgd, dus op afstand. Men noemt het wel een virtual classroom oftewel een ‘digitaal leslokaal’.
Het zogenaamde blended learning is een trainingsvorm waarbij face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd worden met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gezegd: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almere.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Enkele voorbeelden van digitale platformen die kunnen worden gebruikt voor online communiceren en leren, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Almere
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, als het niet om 1-op-1 les gaat, cursisten bij blended learning met afwisseling wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren. Dat wil zeggen persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van de andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Uiteraard biedt Dagnall eveneens blended learning in Almere op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall Talen biedt een eigen digitale leeromgeving met een interactief leerplatform; Dagnall.online. Dagnall.online vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten en biedt gevarieerde en interactieve content. Het Dagnall platform biedt interactieve mogelijkheden en zorgt op deze manier voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Dagnall Talen biedt naast het online leerplatform eveneens een handige eigen App, geschikt voor zowel Android als Apple. Het voordeel van de Dagnall App is dat cursisten altijd en overal, dus 24/7, toegang hebben op elk beschikbaar (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. De cursisten kunnen dus Frans leren wanneer en waar het uitkomt. De oefeningen in de App worden op de behoefte van uw organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld jargon, technische termen, woordenlijsten, specifieke productnamen en juridische termen in de App integreren. De Dagnall App kan dus heel praktijkgericht ingezet worden en de App blijft beschikbaar nadat de training Frans in Almere is afgerond.
Ook bij digitale leerpaden zorgt Dagnall voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Almere
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, onderhandelingen of vergaderingen met Franstalige zakenpartners en klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn op het gebied van taalvaardigheid veelal een uitdaging.
Mensen die meerdere talen beheersen, zijn in veel bedrijven en organisaties daarom vaak cruciaal.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall Taleninstituut leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Als u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer dan om uw Franstalige gesprekspartners te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een toekomstige of huidige functie? De taaltrainingen van Dagnall Talen bieden beroepsgerichte training. Al onze taaltrainingen zijn maatwerktrainingen en zijn eveneens als onlinecursussen & blended taalcursussen te boeken. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn even doeltreffend en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en daarnaast nog eens comfortabel.
Een online taalcursus en ook een blended taalcursus kan overal gevolgd worden; op kantoor, thuis, op (zaken)reis of bijvoorbeeld op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Zakelijke en technische taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Teams, Skype of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel variatie als interactie.
Virtuele Classroom voor individuele trainingen of groepstrainingen Frans
Het onderstaande is voldoende voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Almere ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Almere ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Almere
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als standaard en helpen u om inzicht te krijgen in uw vorderingen in de Franse taal. Het niveau van het ERK is een internationaal erkend taalniveau.
Na afloop van de cursus Frans in Almere overhandigen wij het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een manier om taalniveaus op een uniforme wijze te kunnen omschrijven, zodat ‘gevorderden’ in Frankrijk eenzelfde taalbeheersing hebben als ‘gevorderden’ in Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK definieert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse term wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes verschillende beheersingsniveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen 1989 en 1996 samengesteld door de Raad van Europa.
Het ERK definieert vijf vaardigheden met betrekking tot taal, te weten: luisteren, lezen, schrijven, spreken en het voeren van gesprekken.
De Engelse term wordt eveneens vaak gehanteerd: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaubeschrijvingen, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes verschillende beheersingsniveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A geldt voor beginners.
Mensen die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op taalniveau C, kennen de Franse taal op nagenoeg moedertaalniveau.
Mensen die niveau B Frans beheersen, bezitten alle basisvaardigheid in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die Frans met groot gemak lezen, verstaan, spreken en schrijven. Mensen die het Frans beheersen op taalniveau C, kennen de Franse taal op nagenoeg moedertaalniveau.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Taleninstituut is door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm bevat strenge eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wetgeving en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de hoekstenen van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall Talen is tevens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. ISO 17100:2015 is de norm specifiek voor vertaaldiensten en stelt onder meer eisen aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Taleninstituut toont aan dat ons instituut uitsluitend met professionele moedertaalvertalers werkt die beschikken over de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden onze vertalingen altijd minimaal twee keer door twee specialisten/proeflezers proefgelezen. De vertalingen (Frans) worden aangeleverd binnen de deadline en volgens afspraak.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met inmiddels vele jaren ervaring met inmiddels het certificeren van organisaties. Jaarlijks wordt Dagnall Talen getoetst door Kiwa om te beoordelen of nog altijd aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 wordt voldaan.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons taleninstituut is uiteraard al vele jaren lid van de NRTO en draagt ook het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor betrouwbaarheid en kwaliteit staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, opleidings- en trainingsinstellingen en heeft ruim 450 leden.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Almere, wordt door een gedragscode, door diverse convenanten en door het NRTO-keurmerk geborgd.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen in de EU. Het voornaamste doel van de AVG is het beschermen van EU-burgers. Deze verordening schrijft voor dat personen op de hoogte dienen te zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals hun naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doel noodzakelijk zijn, bewaard en verwerkt mogen worden.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk bewaard worden en de persoonsgegevens dienen beschermd te worden tegen toegang door onbevoegden, verlies of vernietiging. Vanzelfsprekend voldoet Dagnall aan alle eisen die door de Algemene verordening gegevensbescherming worden gesteld en Dagnall verwerkt persoonsgegevens heel beperkt in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Almere zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall is ingeschreven in het CRKBO-register. De naam CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
Dat houdt in dat Dagnall Taleninstituut voldoet aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen vrijgesteld van btw te kunnen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall Talen lagere prijzen berekenen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor taalcursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, maatschappen, overheidsinstellingen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall Taleninstituut onderworpen aan een jaarlijkse audit door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register wordt bijgehouden door Lloyd’s Register Nederland.
Het Lloyd’s Register in 1760 is opgericht en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft organisaties te beoordelen en te classificeren.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Almere
Contact cursus Frans Almere
Wilt u contact met ons taleninstituut opnemen voor een cursus Frans in Almere? Vraagt u vrijblijvend naar de mogelijkheden van ons instituut. Vult u het contactformulier op de website in of stuurt u ons een e-mail via cursus-frans-almere@dagnall.nl, dan informeren wij u zo spoedig mogelijk.
Bellen met ons kan uiteraard ook op 076-8200500 (geen menu). U kunt ook meteen ons informatiepakket aanvragen. Dit is geheel gratis.
Het beste traject naar een cursus Frans in Almere!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Bij internationaal zakendoen dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. Indien van toepassing, geven de beide klokken een tijdverschil aan tussen Nederland en Frankrijk.
De tijd gaat automatisch over op eventuele zomertijd. (De tijd gaat automatisch over op eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u alle regio’s (régions) van Frankrijk onderscheiden?
Weet u in welke regio’s uw Franstalige zakenrelaties zijn gevestigd?
Zo leert u de 13 Franse regio’s heel gauw.
Controleer en/of verbeter uw kennis door met de muis naar de landkaart van Frankrijk te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Nu wisselen de regio’s van Frankrijk elkaar af.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de regio zien.
In een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, kun u de bestuurlijke indeling van Frankrijk zien.
Nu wisselen de regio’s van Frankrijk elkaar af.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de regio zien.
In een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Franse exportproducten en beroemde Fransen hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
De informatie die hieronder staat over Frankrijk, de Franse cultuur en de Fransen, zal u hierbij zeker helpen.
Onderwerpen zoals typische gebruiken en gewoonten, bekende Franse exportproducten en beroemde Fransen hebben wij hierbij opgesomd.
Uiteenlopende kenmerkende items over de Franse taal en/of Frankrijk.
Een aantal leuke feiten leren, kan uitstekend helpen als openingszin of ijsbreker.
Deze kennis over land, cultuur en mens kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen tijdens een zakelijk overleg in het Frans.
Tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen kunt u in ieder geval niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen maar eveneens uw kennis over het land inzetten.
Zo kunt u dingen over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Zo kunt u dingen over specifieke Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur ontdekken.
Samen eten verbindt mensen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen weet men zeker te waarderen!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Fransen eten hun beroemde stokbrood (baguettes) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch van meerdere gangen.
Er zijn grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met wat wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een gebakje met thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gekocht.
Voorafgaand aan het eten begint men met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch opgegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker tussen de middag.
De prijsstelling is vrij bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gegeten wordt, is in Frankrijk onbekend.
Een echt Frans ontbijtje is een croissantje of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kopje koffie.
De hoofdmaaltijd is de lunch van meerdere gangen.
Er zijn grote verschillen per streek, maar vers stokbrood hoort erbij.
Gewoonlijk begint men in Frankrijk met salade, gevolgd door een warm hoofdgerecht.
Vlees, vis of gevogelte, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens beschouwd als groente.
De Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor organen en ingewanden van dieren zoals kippenlever of -maagjes, pens en foie gras (ganzen- of eendenleverpaté).
Dit stokbrood gebruiken ze om bijvoorbeeld saus mee te deppen, maar ook om het bord schoon te vegen.
Bij de maaltijd drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel ook veel water bij maaltijden wordt gedronken.
Kinderen in Frankrijk krijgen water met wat wijn erin.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een lekker Frans kaasje en vervolgens le dessert: een zoet nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten eigenlijk zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een gebakje met thee of koffie.
’s Avonds wordt ook weer vers stokbrood gekocht.
Voorafgaand aan het eten begint men met een aperitief (een apéro) zoals pastis (anijslikeur) of kir (witte wijn met crème de cassis).
De avondmaaltijd is vrij gelijk aan de lunch, maar de maaltijd is minder uitgebreid.
Vaak worden de restjes van de lunch opgegeten.
Fransen eten vaker dan Nederlanders in restaurants, zeker tussen de middag.
De prijsstelling is vrij bescheiden en veel werkgevers voorzien hun werknemers van maaltijdvouchers, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft ruwweg 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met aan het hoofd een president. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee heeft Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en heeft een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote steden in Frankrijk zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk is onderverdeeld in achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf overzeese regio’s/departementen van Frankrijk.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ staat letterlijk voor het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Denk je aan Frankrijk, dan denk je aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (cultureel werelderfgoed sinds 2022), champagne, de Tour de France en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept het land direct een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen: hij draagt een baret en een wit overhemd of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt uiteraard bij voorkeur in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS het meest geliefd, die liefkozend La Déesse (de godin) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen is dit model wat simplistischer bekend als ‘strijkijzer’ of ‘snoek’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land liefdevol noemen. Ontbijt in Frankrijk is bescheiden: een croissant en een kop koffie, die, op weg naar het werk, staand aan de bar wordt gedronken. De lunch is warm en uitgebreid, vaak met wijn erbij. En water. Fransen drinken over het algemeen vrijwel altijd veel water bij het eten. Het diner, ook warm, wordt later op de avond genomen. Vers stokbrood wordt bij de warme maaltijd gegeten. De zondagmiddagen zijn voor een lunch met de familie geboekt. Een lunch kan de hele middag in beslag nemen, want de beste gesprekken worden vaak tijdens de maaltijd gevoerd.
Fransen houden ook erg van converseren. In het zakelijke verkeer is het niet anders: wie zakendoet met Fransen, moet veel praten en uitgebreid eten. Veel Franse bedrijven geven werknemers vouchers waarmee ze tussen de middag in een restaurant kunnen eten. Franse kinderen worden streng opgevoed en doen gewoon met alle maaltijden mee. Franse kinderen eten hun menu met meerdere gangen zonder te morren en drinken met water aangelengde wijn. Omdat het vrij normaal is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen tijdens de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans staat voor kennen maar vooral ook de ontwikkeling van kennen naar kunnen (toepassen door te oefenen). Door het accent te verschuiven op het onderscheid tussen kennen en kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de cursus Frans in Almere de opgedane kennis beter toepassen.
Voor u het weet, kunt u een beetje Frans begrijpen en spreken. Een leuke ervaring! Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
De Franse taal is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Het Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië. Gallië omvatte toen, behalve het tegenwoordige Frankrijk. ook België, delen van Nederland en Duitsland alsook het westen van Zwitserland.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen variant.
Er waren talloze Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen variant.
In de noordelijke streken sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en de zuidelijke streken langue d’oc; de talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Modern standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite de gecultiveerde versie van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en van de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
In vergelijking met het Nederlands heeft het Frans een heel andere manier van uitspreken. Eén van de typische verschillen met de Nederlandse taal is dat in het Frans de woorden aan elkaar worden geplakt, waardoor niet te horen is waar een woord eindigt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel wordt liaison; ‘verbinding’ genoemd Dit wordt met name gedaan bij woorden die eindigen op ‘s’ en gevolgd worden door een stomme ‘h’ of een klinker. Zo zeggen de Fransen in plaats van les amis: ‘lezzamie’
De uitspraak van het Frans
Fransen spreken eindletters vaak niet uit. Parle en parlent klinken bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken in het Frans vrijwel alle klinkers anders. Door de vele Franse woorden in het Nederlands, komt de Franse uitspraak ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als Italiaans, Spaans, Portugees en Roemeens. Het Frans is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Engels en Duits. Frans is één van de zes officiële talen van de VN, naast het Chinees, het Engels, het Russisch, het Spaans en het Arabisch.
Men zegt dat de stand ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. Het getal nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou afstammen van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Net als het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee citaten wordt geopend en gesloten.
De term ‘guillemet’ ontleent zijn naam aan Guillaume Le Bé (1525-1598). Hij was een lettermaker en bedenker van het ‘guillemet’-teken. Tussen de guillemets en de tekst komen in de Franse taal spaties. Ook de andere leestekens worden in het Frans door een spatie voorafgegaan: Elle criait :, « Venez ! ».
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; stopwoordjes of stoplappen. Ook het Frans zit er vol mee. Woorden of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
In het Frans hoor je vaak aan het eind van een zin het stopwoord: hein? wat ongeveer klinkt als het stopwoordje ‘hè’ in het Nederlands.
Het Nederlandse ‘hè?’ komt zelfs vermoedelijk uit het Frans. Het woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Denk je ook niet?”
Ook zeggen de Fransen vaak quoi? (wat?) aan het einde van de zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” In het midden van een zin hoor je vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franse media bekijken, lezen en/of beluisteren is een zeer effectieve manier om uw kennis van het Frans te verrijken.
Zo neemt u automatisch de klank en het ritme van het Frans op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het nieuws (proberen) te lezen in het Frans, kan heel leerzaam en leuk zijn. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, zodat u op vlotte wijze veel woordenschat Frans kunt bijleren.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is de populairste publieke radiozender van Franstaligen.
Klik op het linker computerscherm hierboven met het logo om live naar deze Franse radiozender te luisteren.
NRJ
NRJ is de bekendste commerciële Franse radiozender. Als u op het beeldscherm rechtsboven met het logo klikt, kunt u direct live naar deze Franse commerciële radiozender luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Favoriete series en televisieprogramma’s in het Frans horen of met Franse ondertiteling bekijken, is eerst wellicht even wennen, maar al snel zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk kan zijn.
De omroep France tv is de publieke televisieomroep van Frankrijk.
TF1
TF1 is de meest populaire Franse commerciële televisieomroep.
Deze Franstalige stations kunnen middels kabel, satelliet, internet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Almere
U kunt de cursus Frans in Almere op uw locatie volgen of in Almere, bijvoorbeeld bij het World Trade Center in Almere aan de P.J. Oudweg 4 in Almere. Dagnall kan eveneens taalcursussen Frans in Almere verzorgen bij bijvoorbeeld Van der Valk Hotel Almere aan de Veluwezoom 45, bij Best Western Plus Plaza Almere aan het Mandelaplein 1 en bij Ibis Styles Almere aan de Televisieweg 2.
U kunt vergaderen, bijvoorbeeld met uw internationale zakenrelatie, in Almere bij bijvoorbeeld bij Topsportcentrum Almere op het Pierre de Coubertinplein 4, bij Almere Entertainment aan de Schrijverstraat 2, bij Boathouse aan de Noorderplassenweg 150 of bij Kunstlinie Almere Flevoland aan de Esplanade 10.
Almere - geschiedenis
De bouw van Almere is op 30 september 1975 begonnen; Almere is daarmee de jongste stad van Nederland. De eerste bewoners was een groep van vijfentwintig mensen. Er waren nog geen stenen woningen gebouwd, dus woonden ze een jaar in stacaravans in de lege polder.
De naam ‘Almere’ is een verbastering van Aelmere, Germaans voor ‘groot meer’. Het Aelmere lag op de locatie van het huidige IJsselmeer.
Almere - nu
Almere ligt in het gebied zuidelijk Flevoland in de Flevopolder. Plaatsen in de buurt van Almere zijn Almere-Buiten, Almere Haven, Almere-Stad, Huizen, Lelystad, Muiden, Naarden en Zeewolde. Almere grenst aan het IJmeer, Gooimeer en het Markermeer.
Almere ligt in de provincie Flevoland. De gemeente Almere heeft op 1 aug 2020 ruim 213.500 inwoners (bron: Almere.nl).
Vlag gemeente Almere
Wapen gemeente Almere
Inwoners
Een inwoner van Almere is een ‘Almeerder‘.
Bekende Almeerders zijn Famke Louise, Yfke Sturm en Niki Wories.
Iets wat uit Almere komt, heet ‘Almeers’.
Bekende Almeerders zijn Famke Louise, Yfke Sturm en Niki Wories.
Iets wat uit Almere komt, heet ‘Almeers’.
Zo is Almeerse Weelde een verzamelnaam voor Almeerse streekproducten. Almere is een stad.
Almere - internationaal, kernen & scholing
Partnersteden
De partnersteden van Almere zijn Kumasi in Ghana, Aalborg in Denemarken, České Budějovice in Tsjechië, Haapsalu in Estland, Lancaster en Milton Keynes in het Verenigd Koninkrijk, Rendsburg in Duitsland en Växjö in Zweden.
Kernen
Onder de gemeente Almere vallen eveneens Almere Buiten, Almere Haven, Almere Hout, Almere Poort en Almere Stad.
Hoger onderwijs
Hogescholen in Almere zijn Aeres Hogeschool Almere en Windesheim.
Vlag provincie Flevoland
Wapen provincie Flevoland
Typisch Almeers
Almere is bekend van moderne architectuur en bijzondere gebouwen: Citadel, de Kunstlinie, The Wave, de Smaragd, Lakeside of Side by Side. In een aantal woonwijken hebben de bewoners hun huis zelf ontworpen.
Almere fungeert als overloopstad van Amsterdam en de bereikbaarheid per spoor, auto en fiets zijn zeer goed.
Almere fungeert als overloopstad van Amsterdam en de bereikbaarheid per spoor, auto en fiets zijn zeer goed.
Inmiddels is Almere de op zeven na grootste stad in Nederland en staat Almere ook als echte winkelstad bekend.
Weinig mensen weten dat Almere meer bruggen bezit dan Venetië, namelijk achthonderd.
Almere - minder bekend
Weinig mensen weten dat Almere meer bruggen bezit dan Venetië, namelijk achthonderd.
Almeers dialect en accent
Amsterdams is een Hollands dialect en is rond het jaar 1800 gevormd in de nu nog herkenbare vorm.
Doordat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, bevat het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch.
Overigens is volgens Het Parool (17 juni 2017) het plat Amsterdams bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven. Typisch voor alle Hollandse dialecten en eveneens
Doordat Amsterdam een belangrijke handelsstad was waar van oudsher veel Joden woonachtig waren, bevat het Amsterdams dialect veel woorden uit het Jiddisch.
Overigens is volgens Het Parool (17 juni 2017) het plat Amsterdams bijna kassiewijle, oftewel: uitgestorven. Typisch voor alle Hollandse dialecten en eveneens
het Amsterdams zijn de verkleinwoorden op -ie/-tie (in plaats van ‘-je’ of ‘-tje’) en kenne voor ’kunnen’.
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel.
Een bekende uitdrukking uit het Amsterdams Jiddisch is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.”
Uit het Jiddisch komen veelgebruikte woorden als Mokum (wat ‘plaats’ betekent), geintje, kapsones, ramsj, smoes en mazzel.
Een bekende uitdrukking uit het Amsterdams Jiddisch is Maak je niet te sappel!; “maak je niet te druk.”
“Het kan in Almere”
Almere - zakelijk
De gemeente Almere
Het netnummer van Almere is 036.
Het postcodegebied van Almere is 1300 - 1363.
Het adres van het gemeentehuis van Almere is Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere.
De website van de gemeente Almere is Almere.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almere is 14 036.
Zakendoen in Almere
Voor Almeerse ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Almere aan het Stadhuisplein 1, 1315 HR in Almere. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almere is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almere is KVK-kantoor Almere.
Almere - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die internationaal zakendoen, bevinden zich in Almere vaak op bedrijventerrein Frezersplaats in Almere-Stad, Gooisekant in Almere-Stad, Markerkant in Almere-Stad, Poldervlak in Almere-Buiten, Randstad in Almere-Stad, De Rederij in Almere-Buiten of op bedrijventerrein De Vaart I, II of III in Almere-Buiten.
In Almere bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alfen, Antalis, ASM International (ASMI), Athlon Car Lease, Audio Acoustics (Adamson, Beyerdynamic, Heil, Teqsas), Billabong Beauty Nederland, Borgh, Budget Rent a Car, Cascade, Csmart, CTH, DW Facility Groep, Flamco, Gardena Nederland, Grundfos Nederland, Guhl Ikebana Cosmetics, Haas-Mondomix, Henry Schein, HG International, Holland Aromatics, Husqvarna Viking, Jonsered Nederland, Kelvion, Kobelco Construction Machinery Europe, Koyo JTEKT Bearings, Kraton, Kunert Group
In Almere bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Alfen, Antalis, ASM International (ASMI), Athlon Car Lease, Audio Acoustics (Adamson, Beyerdynamic, Heil, Teqsas), Billabong Beauty Nederland, Borgh, Budget Rent a Car, Cascade, Csmart, CTH, DW Facility Groep, Flamco, Gardena Nederland, Grundfos Nederland, Guhl Ikebana Cosmetics, Haas-Mondomix, Henry Schein, HG International, Holland Aromatics, Husqvarna Viking, Jonsered Nederland, Kelvion, Kobelco Construction Machinery Europe, Koyo JTEKT Bearings, Kraton, Kunert Group
Netherlands, LeasePlan, Mitsubishi, MotracLinde, Multicopy, New Office Centre, Nilfisk Nederland, Pharma Nord, Van de Raa Meat & More, Royal A-ware, Sandoz, Schiesser Nederland, Sennheiser Benelux (Neumann, Sennheiser), Solide Intermediair, Start People, Thermopatch, Tom Tailor Benelux, Unique Nederland, USG People, Yakult Europe, Yanmar Europe, Bakker Logistiek Groep in Zeewolde, Bakker Logistiek in Zeewolde, ConDoor in Zeewolde, Spyker Cars in Zeewolde, Takeuchi Benelux in Zeewolde, Tool Com (Kraftwerk, Matador etc.) in Zeewolde, Vandemoortele (Diamant, Lanterna, la Pâtisserie du Chef, Venza (Buick, Chevrolet, Chrysler, Corvette, Dodge, Ford USA, GMC, Hummer, Infiniti, Jeep, Lincoln etc.) in Almere-Haven, Zephyr ligfietsen in Almere-Stad, Ossewit, Reddy) in Zeewolde, Wolter Koops Logistics in Zeewolde en Picomel Nutrition in Zeewolde.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Almeers nieuws
De Almeerse nieuwsportalen zijn Almerenieuws en Almere Deze Week en Almeerse ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Flevoland - Nieuws.
Ondernemers in Almere kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Ondernemers in Almere kijken hun (zakelijk) nieuws op Omroep Flevoland.
Almeerders en ondernemingen in Almere kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Almere Dagblad.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Almere
Cultuur
Wilt u uw Franstalige zakenrelatie kennis laten maken met wat lokale cultuur?
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Almere een bezoek brengen aan Erfgoedhuis Almere, aan het Interactief veiligheidsmuseum PIT, aan het KAF Expo museum of aan het Maritiem Trefpunt.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het leuk om met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, om bijvoorbeeld de Almeerse voetbalclub Almere City, FC Almere of Sporting Almere te zien spelen.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almere kunt u terecht bij Joymere, bij L.T.V. Almere, bij Tennis- en Padelvereniging De Gouwen of bij T.V. Het Nieuwe Land.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Almere of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor een beetje ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u bij Golfclub Almeerderhout in Almere terecht. De adresgegevens van Golfclub Almeerderhout zijn Watersnipweg 19, 1341 AA in Almere. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 036-521 91 30. De website van de golfbaan is www.almeerderhout.nl.
Om iets te eten of te drinken kunt u terecht bij Grand-Café ’t Hout, telefoonnummer 036-521 91 66.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder ziet u promotiefilmpjes van Frankrijk en van Almere die ook op Youtube staan.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Almere op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
U kunt direct op het Youtube logo in het midden van de afbeelding klikken om een filmpje te bekijken.
Onder de promotiefilmpjes vindt u de locaties van Frankrijk alsook Almere op Google Maps. Als u kunt linksboven klikt, wordt de kaart groot weergeven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, dan krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Almere op Google Earth te zien.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
U kunt in- en uitzoomen op de kaartjes met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van uw Franse zakenpartner kan tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen altijd van pas komen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Almere
Google Maps Frankrijk
Google Maps Almere
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Almeers nieuws
Hieronder kunt u het actuele nieuws uit Frankrijk en Almere lezen van verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Almeers nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het altijd prettig en handig om een
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Almeers nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt automatisch bijgewerkt.
Wanneer u met Fransen zakendoet en/of communiceert, is het altijd prettig en handig om een
beetje op de hoogte te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Het is eveneens leerzaam om het Franse nieuws in de Franse taal te lezen.
U bent waarschijnlijk al geïnformeerd over het dagelijkse nieuws, dus gaat begrijpend lezen relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met (actuele) Franse woorden, termen en uitdrukkingen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Italië verrast Frankrijk in Nations League, België wint 'thuisduel' van Israël - NOS
- Nederlandse plofkraakbende opgepakt in Frankrijk - Hart van Nederland
- Frankrijk vraagt EU uitstel voor indienen plan begrotingstekort - BNR Nieuws
- Frankrijk heeft nieuwe premier: Macron kiest voor gewezen Brexitonderhandelaar Michel Barnier - VRT.be
- Groep Nederlandse en Franse plofkrakers gearresteerd in Oost-Frankrijk - NOS
- Lourdesgrot heropend na overstromingen in zuidwesten van Frankrijk - NU.nl
- Iran verdacht van opdracht geven tot doden van joden in Frankrijk en Duitsland - Het Nieuwsblad
- Degryse weet hoe Rode Duivels Frankrijk kunnen verslaan: "Liggen mogelijkheden" - VoetbalPrimeur.be
- Nederlandse verdachten van plofkraken opgepakt in Frankrijk - Transport Online
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- "C’est foutu". Villages ensevelis, route détruite, les habitants désarmés face aux dégâts causés par les intempéries - France 3 Régions
- Orages, pluie-inondation, crues : encore trois départements en vigilance orange ce dimanche, 28 en jaune - actu.fr
- Jeux paralympiques : les Bleus du cécifoot sacrés champions, aux tirs au but face à l’Argentine, neuf médailles de plus pour la délégation française - Le Monde
- Rugby Championship. L’Afrique du Sud mate encore la Nouvelle-Zélande et file vers le succès final - Ouest-France
- La France "championne du monde" de la censure sur Internet ? - TF1 INFO
- Michel Barnier nommé Premier ministre : pour trois Français sur quatre, Emmanuel Macron n'a pas tenu compte des résultats des élections législatives - franceinfo
- MPox ou variole du singe: quelle est la situation en France? - Actu Orange
- VIDEO. Michel Barnier nommé Premier ministre : Karim Bouamrane, maire PS de Saint-Ouen, ne compte pas intégrer le nouveau gouvernement - franceinfo
- Les manifestations contre Emmanuel Macron ont rassemblé 110 000 personnes en France, selon le ministère de l'Intérieur, 300 000 d'après La France insoumise - franceinfo
Nieuws uit Almere
- Nieuws - Woning aan Merlijnplantsoen gesloten na explosie - Omroep Flevoland
- Explosie - Merlijnplantsoen - Almere - Politie
- Burgemeester Almere sluit huis in straat waar al twee keer een ‘bom’ afging - AD
- Bewoners op straat na brand in appartement Almere - AD
- Nieuws - Brand op balkon leidt tot ontruiming flatgebouw - Omroep Flevoland
- Bewoners op straat na brand in appartement Almere - De Stentor
- Nieuws - Almeerder laat zichzelf bezorgen in doos bij ex in Heerenveen - Omroep Flevoland
- Man (33) uit Almere laat zichzelf in kartonnen doos bezorgen bij ex - Hart van Nederland
- ‘Man laat zich in kartonnen doos bezorgen bij ex’ - De Stentor
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall biedt in Almere maatwerk taaltrainingen in onder meer Engels, Nederlands, Frans, Duits en Spaans aan.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Almere.
Hierboven vindt u een overzicht van de andere talen die wij behalve Frans standaard aanbieden in Almere.
Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die niet in het overzicht vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen eveneens vertalingen in Almere en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten