Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Almelo.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel alsook een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Almelo in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Frans leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Almelo. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Almelo.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Almelo) die het beste bij hem of haar past.
Onze vakkundige taaldocenten Frans zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de taaltrainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Almelo. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Ons taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Almelo worden gegeven.
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Almelo en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons instituut biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans omdat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Het grootste voordeel van groepscursussen Frans is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met de groep en van elkaars kunnen foutjes. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de lerende dan een individuele cursus.
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen Frans alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de fouten van andere cursisten omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten.
hoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
geen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
interactie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
iets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Frans leren spreken en verstaan, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten in het Frans dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de lerende gepresenteerd. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal lerenden ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten zijn hiervoor essentieel. Dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet werden in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek gespeeld in de les. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en en verstorende werking hebben in plaats van een stimulerende en ontspannende werking. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De taak van de trainer Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal geschonken die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de lerende wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie draait als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Frans in voldoende mate flexibel. Een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen wordt behandeld.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de Franse taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de leermethode kan ook in grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de les in het Frans werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aandacht voor lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze leermethode onvoldoende uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Franse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een specifieke klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden gezien als autonoom. In principe is de taaldocent Frans aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De docent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerenden kunnen zo hun uitspraak met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Frans van de studenten. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfoutjes aan en biedt de mogelijkheid om de taalfoutjes van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone gebruikt door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de studenten toegepast worden op elk moment. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse zinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuur van de Franse taal wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de Michel Thomas-methode wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Frans leren spreken en verstaan, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten in het Frans dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de lerende gepresenteerd. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal lerenden ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten zijn hiervoor essentieel. Dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet werden in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek gespeeld in de les. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en en verstorende werking hebben in plaats van een stimulerende en ontspannende werking. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De taak van de trainer Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal geschonken die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de lerende wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie draait als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Frans in voldoende mate flexibel. Een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen wordt behandeld.
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de Franse taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de leermethode kan ook in grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de les in het Frans werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aandacht voor lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze leermethode onvoldoende uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Franse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een specifieke klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden gezien als autonoom. In principe is de taaldocent Frans aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De docent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almelo.
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Almelo op maat.
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App voor zowel Android als Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Frans in Almelo is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve onmisbaar.
Dagnall leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Almelo, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen aan een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Vergeleken met het Nederlands heeft de Franse taal een heel andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in de Franse taal, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt hoofdzakelijk bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
Een ander verschil is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Guillaume Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. In het Frans komen spaties na de eerste en vóór de laatste guillemet. Ook andere leestekens worden in het Frans door een spatie voorafgegaan: Elle criait :, « Venez ! ».
In het Frans heten ze des mots de remplissage; opvulwoorden of stopwoorden. Ook de Franse taal heeft er veel. Woorden of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Nietwaar?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
FIP is het meest populaire Franse publieke radiostation.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live naar dit Franse radiostation luisteren.
De zender NRJ is de best beluisterde commerciële radiozender in Frankrijk. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar dit Franstalige commerciële radiostation luisteren.
Uw favoriete televisieprogramma of serie in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
De televisieomroep TF1 is de meest bekeken commerciële Franse televisieomroep.
Deze Franstalige zenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
De partnersteden van Almelo zijn Denizli in Turkije, Iserlohn in Duitsland en Preston in het Verenigd Koninkrijk.
Almelo is een fusiegemeente.
Ambt Almelo, Stad Almelo, Aadorp, Bornerbroek en een deel van Mariaparochie vallen onder de gemeente Almelo.
Het netnummer van Almelo is 0546.
Het postcodegebied van Almelo is 7600 - 7610.
Het adres van het gemeentehuis van Almelo is Haven Zuidzijde 30, 7607 EW in Almelo.
De website van de gemeente Almelo is Almelo.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almelo is 0546 541111.
Voor Almelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almelo is KVK-kantoor Enschede.
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Almelo een bezoek brengen aan de Bolletje Winkel & Koffieschenkerij, aan Stadsmuseum Almelo of aan het Wevershuisje.
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Almelose voetbalclub Heracles, PH Almelo of SV DRC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almelo kunt u terecht bij ATC Veenhorst of bij A.T.V. Luctor et Emergo.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Almelo of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u naar Golfvereniging Prins Hendrik in Almelo gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Veenelandenweg 34, 7608 HB in Almelo. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0546-56 82 76. De website van deze golfbaan is www.golfinalmelo.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij clubhuis PH Golf.
maatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
Start vandaag nog met uw reis naar taalbeheersing frans
Taalcursussen Frans in Almelo van topniveau
Taalkennis Frans verbindt u met de Franssprekende wereld en vormt een communicatiebasis die deuren voor u opent - met name op het professionale vlak. Om deze reden hebben organisaties en bedrijven die in de taalopleiding van hun medewerkers investeren, ook een duidelijk voordeel en een voorsprong.
Dagnall biedt u precies wat u zoekt: effectieve taalcursussen Frans van het hoogste niveau voor zowel professionals als leidinggevenden in als in de buurt van Almelo.
Taaltraining Frans op maat, omdat uw organisatie of bedrijf welbespraakte werknemers verdient.
Vakgebieden
Zakelijk, technisch of medisch - Dagnall kent elke bedrijfstaal.
Iedere bedrijfstak heeft een eigen taal en gebruikt eigen terminologie. Geef uw medewerkers een duidelijk concurrentievoordeel alsook een zelfverzekerde uitstraling, door branchespecifieke taalkennis Frans op het hoogste niveau.
Dagnall Talen biedt uw werknemers taaltrainingen Frans in Almelo in een brede waaier van gespecialiseerde vakgebieden.
Goed op weg met Dagnall Talen
De organisatie van uw taaltrainingen Frans in goede handen
Werkgerelateerd & doelgericht Frans leren
Wij bieden onze taaltrainingen Frans op maat aan als individuele (1-op-1) lessen, als groepscursussen met collega’s, als intensieve workshops en als doorlopende, regelmatige trainingen - met face-to-face-lessen alsook online/blended cursussen. Bij Dagnall Talen kan iedereen Frans leren op precies een manier die het meest geschikt is voor hem of haar. Organisaties zijn behalve de klassieke taalcursussen Frans vooral geïnteresseerd in werkgerelateerde cursussen zoals schrijfvaardigheid Frans of zakelijk Frans. Onze taaltrainingen worden afgestemd op de individuele behoeften van de klanten. Dagnall biedt de mogelijkheid om door middel van gecertificeerde taaltrainers met uitstekende beoordelingen en recensies onbegrensd Frans te leren in Almelo. Dagnall Talen leidt u vlot en doelgericht naar de door u beoogde resultaten.
Filosofie
Het is onze filosofie om Frans te leren zonder schroom en met plezier en gemak. Wij gaan daarom tot het uiterste om ervoor te zorgen dat u de Franse taal zonder remmingen en moeiteloos kunnen leren.
Frans leren moet leuk zijn en daarom werkt Dagnall met methodes die het leerproces voor de cursisten prettiger en gemakkelijker maakt.
Met deze methodes wordt uw nieuwsgierigheid opgewekt en uw bereidheid om te leren, ondersteund. Met dagelijks 15 minuten oefenen, brengen we de cursist in grote stappen naar het gewenste taalniveau.
Taleninstituut Dagnall is een ideale partner voor iedereen die Frans wil leren in Almelo.
Betaalbare topkwaliteit sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalingen - tolken - teksten
Plan van aanpak Dagnall Taleninstituut
Dagnall stelt in overleg met u als opdrachtgever de wensen en leerdoelen vast. U meldt de deelnemer(s) aan met hun contactgegevens. Wij verzorgen een intake op locatie of, indien u dit wenst, telefonisch of online. Na het intakegesprek, waarbij op basis van het Europees Referentiekader (ERK) het huidige en gewenste taalniveau van de cursisten wordt bepaald, ontvangt u van ons een op maat gemaakt cursusvoorstel met uw offerte.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Na akkoord van deze offerte stemmen wij de planning van de cursus af op uw situatie en uw agenda.
Na enkele lessen Frans evalueert de taaltrainer de inhoud en de voortgang van de cursus. Indien noodzakelijk, kan de doelstelling worden bijgesteld.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
U ontvangt een eindrapport na de laatste les met een beschrijving van de door de cursisten behaalde resultaten. De deelnemers ontvangen tevens een certificaat van Dagnall Talen.
[ Lees meer ]
Intake
Planning
Cursus
Certificaat
Betaalbare maatwerkcursussen Frans in Almelo
Dagnall Talen verzorgt sinds 1982 maatwerkcursussen Frans in Almelo en omliggende gemeenten voor bedrijven en (overheids)instellingen. Dagnall Taleninstituut werkt met ervaren en kundige taaltrainers Frans die experts zijn op taalgebied en die in de regio Twente een behoorlijk aantal taaltrainingen Frans hebben verzorgd voor het bedrijfsleven en (overheids)organisaties.
Door de functiegerichte en werkplekgerichte aanpak, levert Dagnall Talen u betaalbare en effectieve taalcursussen Frans in Almelo. Rendement door maatwerk; dat is wat Dagnall u belooft.
Betaalbaar maatwerk Frans in Almelo sinds 1982
Taal op de werkvloer
Taal op de Werkvloer: draagvlak essentieel! Taalcursussen (Frans) die toegespitst zijn op het vergroten van de taalvaardigheid op de werkvloer zijn bij veel bedrijven ondertussen een begrip.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Medewerkers zonder of met weinig kennis van het Nederlands of een andere voertaal ervaren een belemmering op de werkvloer en willen sneller en/of beter kunnen communiceren op de werkvloer.
Zij willen in staat zijn om de aanwijzingen op het werk goed te kunnen begrijpen en deze ook op kunnen volgen. Deze medewerkers willen bij voorkeur hun werk kunnen uitvoeren met meer zelfvertrouwen en natuurlijk graag hun ambities op hun werkgebied realiseren. Dit vereist een investering in mensen en in de ontwikkeling van het bedrijf.
[ Lees meer ]
Vele wegen leiden van Almelo naar Parijs
Behoeftes en leermethode
Een goede cursus Frans is niet alleen toegespitst op de behoefte van de cursist, klant, organisatie of werkgever, zoals een verbeterde spreek- of schrijfvaardigheid.
Een goede taalcursus (Frans) is ook afgestemd op de beste, meest geschikte, leermethode voor de individuele cursist.
Een cursus Frans (in Almelo) die het beste bij hem of haar past.
Hoe behaalt Dagnall een hoog rendement?
Onze vakkundige taaldocenten Frans zijn erg bedreven in het zo snel en zo plezierig mogelijk aanleren van de Franse taalkennis en vaardigheden om deze direct in realistische praktijksituaties te kunnen gebruiken. Dat werkt wel zo prettig en het zorgt ervoor dat u veel waar voor uw geld krijgt.
Het ondertussen alom bekende hoge rendement van Dagnall Talen wordt bereikt door een blend van deze beproefde leermethode in combinatie met de focus op de cursist(en) en een onderzoek of de cursist(en) auditief, visueel of kinesthetisch is/zijn ingesteld. U kunt bij Dagnall Talen terecht voor cursussen die gebaseerd zijn op een maatwerktraining.
Dagnall biedt groepscursussen van 3 tot 8 à 10 personen, duocursussen (met 2 personen), individuele cursussen (privéles), onlinecursussen, het online leerplatform voor blended learning alsook een eigen App met woordenlijsten en specifiek jargon van het bedrijf of de organisatie.
Onze taaltrainers maken veel gebruik van eigen lesmateriaal dat zij hebben gecreëerd en verzameld door de jaren heen en de taaltrainers spelen continue in op actuele thema’s en ontwikkelingen.
Een prettige manier van leren
Een bijkomend voordeel is dat dit slimme maatwerk als een zeer prettige werkwijze wordt ervaren door zowel onze cursisten alsook de taaltrainers Frans van Dagnall in Almelo. Deze, door de jaren steeds verder ontwikkelde en verfijnde werkmethode is het bijzonder gewaardeerde handelsmerk van Dagnall Taleninstituut geworden. Onze cursus is niet alleen functiegericht en/of werkgericht, maar ook aangepast aan de leermethode die het beste bij de cursist zelf past.
Effectief Frans leren in Almelo bij Dagnall Taleninstituut
Individuele cursussen en groepscursussen Frans
Franse lessen - individueel of in groepsverband
Ons taleninstituut cursussen Frans op maat voor individuen en groepen, waarbij u met een gerust hart de gehele organisatie uit handen kunt geven.
Dagnall biedt deze individuele cursussen en groepscursussen voor zowel beginners, als voor halfgevorderden en gevorderden.
Voor de individuele-, duocursussen en
groepscursussen maken wij gebruik van moderne en gevarieerde onderwijsmethoden om doelgericht te kunnen trainen en het leersucces te borgen.
Onze individuele-, duo- en groepscursussen kunnen uiteraard zowel bij u op locatie als op één van deze trainingslocaties in of bij Almelo worden gegeven.
Maatwerk individuele en groepscursussen Frans in Almelo
Maatwerkcursussen Frans
Dagnall Talen biedt individuele cursussen Frans voor bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren in Almelo en omgeving.
Individuele cursussen worden ook wel één-op-één-cursussen of privélessen genoemd.
De individuele taalcursussen van Dagnall Talen zijn al decennia bekend voor de persoonlijke aandacht, het maatwerk en het hoogste rendement.
Alle individuele cursussen Frans van Dagnall Talen zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de branche, de leerstijl alsook de praktijksituatie.
De cursussen worden opgesteld om de persoonlijke of bedrijfsdoelstellingen te behalen.
Ons instituut biedt groepscursussen Frans van 3 tot 10 personen, alsook duocursussen (met 2 cursisten) aan bedrijven, (semi-)overheidsinstellingen alsook particulieren.
De groepen worden bij voorkeur zo klein mogelijk gehouden om de leereffectiviteit te maximaliseren en de deelnemers maximaal te ondersteunen.
Ook de groepscursussen van Dagnall zijn maatwerkcursussen en worden afgestemd op, en speciaal samengesteld voor, het taalniveau, de leerstijl, de branche alsook de praktijksituatie alsook de trainingen worden opgesteld om de (bedrijfs)doelstellingen te behalen.
Pluspunten individuele cursus
Het hoge rendement is het grootste voordeel van een individuele taalcursus Frans omdat in korte tijd veel informatie opgenomen wordt.
Doordat de taalcursus vrij intensief is, wordt meer vooruitgang geboekt en wordt het leertraject zo kort mogelijk gehouden.
Flexibiliteit is een ander belangrijk pluspunt van een individuele cursus. De inhoud kan optimaal aangepast aan het niveau, de doelstellingen en de specifieke aandachtsgebieden van de cursist en de cursus kan beter worden afgestemd op de leerstijl van de cursist.
De leervordering is optimaal omdat eventuele begripsproblemen individueel kunnen worden behandeld.
Ook kan een individuele taalcursus goed worden afgestemd op de planning en de agenda van de cursist zodat het tijdmanagement en het leerschema optimaal zijn.
Pluspunten groepscursus
Het grootste voordeel van groepscursussen Frans is vooral de interactie met de andere cursisten; het actieve gebruik van de doeltaal in de groep, bijvoorbeeld door middel van rollenspellen en discussies.
Een ander groot pluspunt is de zogenaamde groepsdynamiek; communiceren in de doeltaal met de groep en van elkaars kunnen foutjes. De cursisten kunnen de hierdoor geboden afwisseling als prettiger ervaren.
Groepscursussen zijn daarnaast ook efficiënt doordat tegelijk meerdere medewerkers worden getraind en de groep bijna hetzelfde kennisniveau bereikt.
Ook is een groepscursus wat minder intensief (minder zwaar) voor de lerende dan een individuele cursus.
Minpunten individuele cursus
Discussies en rollenspellen kunnen bij individuele taalcursussen Frans alleen worden gevoerd en gedaan met de taaltrainer.
Omdat er geen interactie met andere cursisten is, kan het geleerde niet in groepsverband worden geoefend.
Ook is het niet mogelijk om te leren van de fouten van andere cursisten omdat groepsdynamiek ontbreekt.
De intensievere leerbenadering van individuele taalcursussen is ook behoorlijk intensief (zwaarder) voor de deelnemer.
Minpunten groepscursus
In een groepscursus is minder aandacht voor de individu en kunnen de deelnemers iets sneller worden afgeleid. Het rendement is daardoor iets lager. Gedeeltelijk kan dit worden ondervangen door de groepen iets kleiner te maken (minigroepen).
Groepscursussen Frans kunnen eveneens minder goed op individuele leerstijlen van cursisten afgestemd worden.
Een ander nadeel van een groepscursus is dat de planning minder goed afgestemd kan worden op de agenda van individuele cursisten.
Pluspunten
Individuele cursus in één oogopslaghoogste rendement & flexibiliteit, kortste traject
afgestemd op individuele leerstijl
inhoud perfect afgestemd op individuele behoefte
afgestemd op niveau & aandachtsgebieden cursist
afgestemd op agenda cursist
Minpunten
Individuele cursus in één oogopslaggeen interactie met andere cursisten
vrij intensief voor de cursist
geen groepsdynamiek
Pluspunten
Groepscursus in één oogopslaginteractie met andere cursisten
groepsdynamiek wordt als prettiger ervaren
groep komt op hetzelfde kennisniveau
efficiënt meerdere medewerkers tegelijk trainen
minder intensief dan individuele cursus
Minpunten
Groepscursus in één oogopslagiets minder aandacht voor individuele cursist
minder afgestemd op individuele leerstijlen
minder afgestemd op agenda cursisten
Ontdek onze mogelijkheden voor cursussen Frans
Verschillende opties voor Franse les
Dagnall Talen biedt taalcursussen (Frans) voor zowel beginners, halfgevorderden als gevorderden.
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
Niet iedereen is in de gelegenheid om naar een talencentrum te gaan. Daarom bieden wij onze taalcursussen ook online en incompany aan.
Bij Dagnall Talen kunt u terecht voor een intensieve
of semi-intensieve cursus, een spoedcursus of een opfriscursus of een cursus zakelijk Frans. Een combinatie van deze trainingen is mogelijk. Veel cursisten kiezen hiervoor.
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
Dagnall staat voor (betaalbaar) maatwerk!
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Frans leren spreken en verstaan, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten in het Frans dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de lerende gepresenteerd. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal lerenden ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten zijn hiervoor essentieel. Dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet werden in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek gespeeld in de les. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en en verstorende werking hebben in plaats van een stimulerende en ontspannende werking. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De taak van de trainer Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal geschonken die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de lerende wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie draait als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Frans in voldoende mate flexibel. Een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de Franse taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de leermethode kan ook in grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de les in het Frans werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aandacht voor lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze leermethode onvoldoende uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Franse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een specifieke klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden gezien als autonoom. In principe is de taaldocent Frans aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De docent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
De Rosetta Stone methode
Bedacht door wie en wanneer
De Rosetta Stone-leermethode is vernoemd naar de Steen van Rosetta, een steen die werd ontdekt in Egypte met een tekst in twee talen, waarmee uiteindelijk de hiërogliefen zijn ontcijferd. Het is ook de naam van het softwarebedrijf dat de taalcursussen op de markt brengt. De eerste versie van Rosetta Stone is in het jaar 1996 uitgebracht.
Kenmerken van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone cursus is een manier om met behulp van een computer vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. De taalcursussen zijn beschikbaar in meer dan dertig talen en de cursussen zijn te volgen vanuit al deze talen.
De Rosetta Stone-methode is een zogenaamde communicatieve methode, die de manier nabootst waarop kinderen de moedertaal leren. Dat wil zeggen ‘leren door middel van onderdompeling’, door veel te luisteren en na te spreken. Het programma gebruikt hier stemmen van moedertaalsprekers Frans en foto’s voor om de betekenis van nieuwe woorden in de doeltaal (het Frans) over te brengen. De methode maakt gebruik van spraakherkenningsprogramma dat de Franse uitspraak registreert en daar een schematische weergave van maakt. De lerenden kunnen zo hun uitspraak met die van een moedertaalspreker Frans (native speaker) vergelijken. Door de voorbeeldspreker minder snel te laten spreken en de studenten vervolgens veel na te laten spreken, kan de uitspraak worden verbeterd.
Er zijn dictee-oefeningen voor de schrijfvaardigheden Frans van de studenten. De software van de methode controleert de Franse grammatica en de spelling en geeft taalfoutjes aan en biedt de mogelijkheid om de taalfoutjes van de studenten te verbeteren.
Het programma van Rosetta Stone biedt eveneens leesteksten. Deze leesteksten gaan over dagelijkse onderwerpen, ideeën en activiteiten.
Populariteit
De methode van Rosetta Stone wordt wereldwijd veel toegepast en niet door de minsten. Onder meer de NASA en het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse zaken maken gebruik van Rosetta Stone. In Nederland wordt de methode van Rosetta Stone gebruikt door enkele ministeries en verschillende universiteiten en hogescholen en eveneens door een aantal internationale bedrijven.
Voor- en nadelen van de Rosetta Stone methode
De Rosetta Stone-methode is erg makkelijk in het gebruik en kan door de studenten toegepast worden op elk moment. Welke delen van de leermethode meer of wellicht minder aandacht kunnen gebruiken, kan de lerende zelf bepalen. Veel lerenden ervaren het als leuk om te werken met de methodiek. Bij een gebrek aan taaldocenten kan de Rosetta Stone-methode een oplossing bieden voor scholen. Een keerzijde is dat geen taaldocent beschikbaar is om de studenten te motiveren of iets extra’s te bieden.
De Pimsleur methode
Bedacht door wie en wanneer
De taalcursussen van Pimsleur zijn ontwikkeld door Dr. Paul M. Pimsleur; een Amerikaans taalkundige. Zijn eerste taalcursus was een cursus Grieks, die Pimsleur op de markt bracht in 1963.
Kenmerken van de Pimsleur methode
De Pimsleur-methode is een Amerikaans computerprogramma om vreemde talen (bijvoorbeeld Frans) te leren.
De taalcursussen bestaan uit zinnetjes/dialoog in de doeltaal die door studenten daarna worden nagesproken en weer herhaald. Deze Franse zinnen van de cursus zijn ingesproken door native speakers. De cursus is gebaseerd op herhaling, anticiperen, woordenschat en herhaling. Elke les van de cursus biedt een halfuur audio-opname met nieuwe vocabulaire en taalstructuur. De grammaticale structuur van de Franse taal wordt niet apart uitgelegd maar door middel van uitbreiding van, en variaties op, de zinnetjes aangeboden.
Pimsleur heeft het optimale interval onderzocht waarmee kennis van het kortetermijngeheugen naar het langetermijngeheugen overgaat. Dit (gemiddelde) interval is in de taalcursussen van Pimsleur verwerkt.
Populariteit
De Pimsleur cursussen worden onder meer door Amerikanen gebruikt en de ervaringen met de methode lopen uiteen. Over het algemeen zijn de lerenden tevreden over de aangeleerde uitspraak van het Frans.
Voor- en nadelen van de Pimsleur methode
Omdat de insprekers van de zinnen moedertaalsprekers (native speakers) zijn en op een natuurlijke wijze in een normaal tempo Frans spreken, werkt de Pimsleur-methode heel goed om de uitspraak van de doeltaal te verbeteren.
Dat niets wordt uitgelegd, is de keerzijde van de methode van Pimsleur. De student leert geen bouwstenen van de Franse taal om zelf zinnen te maken, maar moet het met duizenden voorbeeldzinnen doen die uit het hoofd worden geleerd.
De Michel Thomas methode
Bedacht door wie en wanneer
De Michel-Thomas-methode is bedacht, niet verwonderlijk, door Michel Thomas (geboren als Moniek Kroskof); een genaturaliseerde Amerikaandie oorspronkelijk in Polen is geboren. Kort na de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde hij zijn methode in zijn eigen taleninstituut in Beverly Hills, Los Angeles, die beroemdheden als Barbra Streisand, Diana Ross, Mel Gibson, Emma Thompson, Bob Dylan en Pierce Brosnan tot de klantenkring kan rekenen.
Kenmerken van de Micheal Thomas methode
Michel Thomas’ principe was dat iemand alleen in staat is om te leren als diegene geen stress heeft. Michel Thomas begon met zijn studenten duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken dat ze dingen zouden vergeten.
De cursussen van Michel Thomas zijn audiolessen (Frans), door twee stemacteurs ingesproken; een mannelijke en een vrouwelijke. De setting is bij Michel Thomas een virtueel klaslokaal, waarin de student als de derde student fungeert. De student luistert mee met de les van de stemacteurs. Als een vraag aan de acteurs wordt gesteld, is het idee dat de cursisten op pauze klikken en eerst zelf de vraag beantwoorden. Er is geen huiswerk en er hoeft niet uit het hoofd te worden geleerd. De lessen worden in kleine stappen opgebouwd en nieuwe Franse lesstof wordt met reeds bekende Franse lesstof afgewisseld. De uitleg wordt in de Engelse taal gegeven. Er wordt op eventuele verbanden gewezen tussen de talen. Grammaticale uitleg wordt ook gegeven. Eerst wordt makkelijke stof aangeleerd, moeilijkere stof volgt pas nadat de lerende de makkelijke stof heeft begrepen en verworven. Behalve Franse woorden en zinnen worden ook bouwstenen aangeleerd. Hiermee kunnen de studenten zelf zinnen bouwen. Ook gebruikt de leermethode van flashcards waarmee lerenden zelf hun woordenschat Frans kunnen toetsen en online oefeningen kunnen maken om hun eigen vooruitgang te meten.
Populariteit
Veel mensen ze zijn tevreden over de uitleg van de structuren van het Frans en vinden de cursus plezierig werken. De studenten die al wat verder gevorderd zijn, vinden de Michel Thomas-methode wat minder nuttig.
Voor- en nadelen van de Micheal Thomas methode
De taalcursussen zijn erg toegankelijk en trainen luistervaardigheid en uitspraak Frans op een efficiënte manier. Dat de cursussen Frans niet in schrijfvaardigheid voorzien, is een nadeel van de methode van Michel Thomas. Ook is er geen echte interactie doordat de leermethode uit een audiocursus bestaat.
De Assimil methode
Bedacht door wie en wanneer
Assimil is een Frans bedrijf, dat in het jaar 1929 door Alphonse Chérel is opgericht. Dit bedrijf maakt taalcursussen en publiceert deze en het begon met het eerste boek Anglais sans Peine.
Kenmerken van de Assimil methode
Letterlijk betekent ‘assimileren’: ‘opgaan in de groep, mengen met’, wat wel een hooggegrepen streven is voor taalcursussen (zoals Frans). De Assimil-taalcursussen zijn zelfstudielessen die bestaan uit een lesboek Frans, audio-CD’s alsook een USB-stick. De cursist werkt idealiter ongeveer twintig minuten per dag.
De lessen van Assimil bestaan uit Franse dialogen die beluisterd, nagesproken en gelezen worden. De Franse vertaling staat naast de dialoog, samen met de uitleg van de grammatica. Voor het trainen van de uitspraak van het Frans, maakt Assimil gebruik van zinnen die door moedertaal (native) speakers zijn ingesproken en die de cursist herhaalt. De opbouw van de les gaat van receptief naar productief: in de eerste lessen wordt nog geen taalproductie verwacht van de lerenden; dit komt pas na ruwweg vijftig lessen.
Populariteit
De Assimil-cursussen zijn gewaardeerd. Ze zijn relatief voordelig en er is een ruim aanbod aan talen.
Voor- en nadelen van Assimil
Dat de cursist Frans in zijn of haar eigen tempo kan leren wanneer dit het beste uitkomt, is het pluspunt van de methode van Assimil. De keerzijde hierbij is, wat voor alle computertaalcursussen geldt, dat de cursist aan zichzelf is overgeleverd. Er is geen taaltrainer Frans om de cursist te motiveren of te begeleiden.
ALGEMENE LEERMETHODES
Audio-Lingual Method (ALM) (Army Method/New Key)
Bedacht door wie en wanneer
De audiolinguale methode was al in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw ontwikkeld in Amerika en Engeland, onder andere door de Amerikaanse taalkundige Leonard Bloomfield. Door het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog moesten de (Amerikaanse) soldaten elementaire verbale communicatieve vaardigheden leren. Hierdoor stond deze audiolinguale methode ook bekend als de ‘legermethode’.
Kenmerken van de Audio-Lingual Method (ALM)
De audiolinguale methode kan gezien worden als een antwoord op de grammatica-vertaalmethode. Het was nieuw dat de taalles volledig in de doeltaal (bijvoorbeeld Frans) plaatsvond. Kunnen spreken en luisteren (in het Frans) zijn de belangrijkste vaardigheden en (Franse) grammaticale structuren worden door middel van mondelinge structuuroefeningen geleerd. De bedoeling is zonder fouten Frans leren spreken en verstaan, wat begint met een Franssprekende leren naspreken. Herhaling is het middel hiertoe; drills worden gebruikt om Franse zinnen alsook structuren goed te leren beheersen, zodat reacties spontaan en automatisch gaan worden. De taaldocent Frans kan bijvoorbeeld een bepaalde zin tien keer herhalen en daarna een extra Frans woord toevoegen. Er wordt vaak gewerkt in de zogeheten talenpractica, waar lerenden een koptelefoon op hebben en zinnen beluisteren en nazeggen. Geschreven Frans wordt pas aangeboden zodra het mondelinge Frans vertrouwd is. Er worden wel afbeeldingen gebruikt om nieuwe Franse woorden te introduceren.
Populariteit
In ons land werd de methode pas geïntroduceerd rond 1970 bij het ingaan van de Mammoetwet. Er waren al gauw grote bezwaren tegen deze saaie drills. De techniek wilde wel eens haperen. De talenpractica raakten hierdoor vrij snel in onbruik. In plaats hiervan werden de voor mondeling gebruik bedoelde structuuroefeningen schriftelijk gemaakt. Leerboekenschrijvers namen de markt weer over en boden weer expliciete grammaticaregels aan. Toch liet de audiolinguale methode wel sporen na. Het was nu alom aanvaard dat het bij het leren van een taal (zoals Frans) niet gaat om het memoriseren van de regels van de (Franse) grammatica, maar om de toepassing. De luistervaardigheid (Frans), die vóór 1970 voor het merendeel van docenten niet bestond, was ontdekt.
Voor- en nadelen van de Audio-Lingual Method
De audiolinguale methode is effectief voor beginnende studenten Frans. Direct van het begin wordt een goede uitspraak Frans aangeleerd. Deze audiolinguale methode is een docentgestuurde methode waardoor deze een snelle en efficiënte overdracht van kennis kan bieden. Deze methode kan ook worden toegepast bij grotere groepen.
Tegelijkertijd heeft deze docentgestuurde kant een keerzijde; eigen input wordt niet verwacht van de studenten, waardoor het gevaar van passiviteit en onvoldoende motivatie en betrokkenheid op de loer ligt. Een ander bezwaar is dat de geoefende drills niet zo eenvoudig zijn om te zetten in levend taalgebruik Frans.
GoldList Method (GLM)
Bedacht door wie en wanneer
De GoldList Method (‘gouden lijst-methode’) is door polyglot David J. James, alias Viktor Dmitrievitch Huliganov of Uncle Davey ontwikkeld.
Kenmerken van de GoldList Method (GLM)
De GoldList Method is een leermethode om woorden of zinnen in een vreemde taal (bijvoorbeeld Frans) te leren op een zodanige manier dat deze opgeslagen worden in het langetermijngeheugen van de lerende. De GoldList-methode werkt middels zelfgeschreven woordenlijsten (Frans) die herhaald worden na verloop van tijd. De Franse woorden en zinnen op de woordenlijst worden door de lerende hardop gelezen. De woorden of zinnen uit het hoofd te leren, is niet de bedoeling, maar dit eigenlijk gebeurt automatisch door de blootstelling. De woordenlijst wordt telkens veranderd; Franse woorden die zijn geleerd, gaan van de lijst af. De Franse woorden die nog altijd problemen geven, blijven op de lijst staan.
Populariteit
Aanhangers van de GoldList Method claimen dat de woorden op de woordenlijst en zinnen spontaan worden opgeslagen in het langetermijngeheugen, iets dat door veel geheugenwetenschappers wordt betwijfeld. Volgens deze geheugenwetenschappers wordt (taal)kennis in het algemeen opgeslagen als deze ook van betekenis en relevant is voor de student. Deze methode kan functioneren voor Franse woorden die relevant en betekenisvol zijn voor de lerende.
Voor- en nadelen van de GoldList Method
Bij lerenden die voordeel hebben bij bijvoorbeeld Post-its® als geheugensteuntje zou deze GoldList Method goed kunnen werken. Met de hand schrijven functioneert beter dan typen of, zelfs tamelijk zinloos: een fotootje maken, doordat het fysieke gedeelte van het geheugen door het schrijven wordt aangesproken en meewerkt. Het gebrek aan context is een minpunt. Talen bestaan uit uiteraard veel meer dan een serie losse woorden en zinnen. Deze GoldList-methode is bovendien nogal tijdrovend omdat steeds met de hand geschreven lijsten moeten worden aangelegd.
De Natural Method
Bedacht door wie en wanneer
De Natural Method, ook de Natural Approach (de ‘natuurlijke aanpak’) genoemd, is in 1983 ontwikkeld door de Amerikanen Tracy Terrell en Stephen Krashen.
Kenmerken van de Natural Method
De Natural Method is gericht op de natuurlijke manier van het verwerven van de taal (zoals bijvoorbeeld Frans). De leermethode probeert het Frans aan te leren op de wijze waarop mensen als kind hun moedertaal leerden spreken. Op deze wijze leert de student onbewust ook de taalregels van het Frans. Alleen het Frans met een aantal visuele hulpmiddelen wordt hiervoor gebruikt. Een leeromgeving zonder stress is het streven van de leermethode. De studenten worden blootgesteld aan een aanzienlijke hoeveelheid begrijpelijke input. Bij de deze methode wordt de taalproductie Frans niet geforceerd, maar mag spontaan ontstaan. De nadruk ligt op communicatie en minder op de correctie van vormfouten en expliciete Frans grammatica.
De methode is het meest effectief als de lerende wordt ondergedompeld in het Frans. De leeractiviteiten in het Frans dienen stimulerend te zijn zodat de lerenden van de ervaringen kunnen genieten.
De Natural Method leermethode heeft veel overeenkomsten met de Directe Methode. De leermethoden gaan beide uit van het idee van natuurlijke taalverwerving; het verschil tussen de leermethoden is dat bij de Directe Methode meer de focus op de praktijk wordt gelegd en bij de Natural Method meer op de blootstelling aan taalinput en het verminderen van spreekangst.
Populariteit
Dat onderdompeling heel effectief is, is al vaak bewezen. Omdat de methode betrekkelijk eenvoudig te begrijpen is, is de Natural Approach een populaire wijze van lesgeven onder taaldocenten Frans. Maar er is ook kritiek op de Natural Method. De nadruk wordt voornamelijk gelegd op het impliciet aanleren van de grammatica van het Frans. De studenten zouden weliswaar leren om te communiceren, maar blijven hangen in een wat gebrekkige, versimpelde versie van het Frans door ontoereikende kennis van de grammatica.
Voor- en nadelen van de Natural Method
Om op een natuurlijke manier een taal aan te leren, wordt prettig gevonden. Lerenden wordt de kans geboden een persoonlijke band met het Frans te creëren. Doordat de studenten niet ‘uit het hoofd hoeven te leren’, beklijft het geleerde voor een langere tijd.
Omdat er vrijwel geen druk ligt op de taalproductie, kan het nadeel zijn dat het wat langer duurt voor er resultaten te merken zijn. Ook bereidt de methode studenten niet per se voor op een specifiek Frans examen.
Structurele Aanpak
Bedacht door wie en wanneer
De ‘Structurele Aanpak’ (Engels: Structural Approach; ‘SA’) is in de begin jaren 50 ontwikkeld door Charles Carpenter Fries en Robert Lado.
Kenmerken van de Structurele Aanpak (SA)
De Structurele Aanpak is een taalverwervingsmethode met als doel de lerende vertrouwd te laten raken met de fonologische en grammaticale structuren van de taal (bijvoorbeeld het Frans). Volgens de SA levert de beheersing van deze structuren meer op dan het leren van woordenschat Frans. Het herkennen en kunnen toepassen van specifieke samenstellingen van Franse woorden en woordgroepen in de juiste woordvolgorde is waar het bij de methode om gaat. Deze vaste woordcombinaties worden in betekenisvolle situaties met behulp van visualisatie, dramatisering, gezichtsuitdrukking en handelingen aan de lerende gepresenteerd. De taalstructuren die in de praktijk het meest worden gebruikt, worden als eerste aangeboden aan de taallerende. De mondelinge vaardigheid Frans (de luistervaardigheid en de spreekvaardigheid) wordt hierbij in de eerste instantie gebruikt; hieruit volgen de leesvaardigheid en de schrijfvaardigheid volgt hieruit. Bij het aanleren en verbeteren van de productieve vaardigheid Frans (spreken en schrijven), krijgt de grammatica een belangrijke plek. De Structurele Aanpak wordt ook wel Structural-Situational Approach (structurele-situationele benadering) en de Structural-Oral-Situational Approach (structurele-mondeling-situationele benadering) genoemd.
Populariteit
In de jaren vóór 1970 werd de Structurele Aanpak op grote schaal gebruikt voor het geven van Engelse les in Engelssprekende landen, voormalige Britse koloniën alsook in Maleisië.
Voor- en nadelen van de Structurele Aanpak
Een structurele aanpak heeft als sterke kant dat de studenten het Frans op een nauwkeurige wijze leren. De lerende krijgt inzicht in de Franse grammatica leert in welke situatie bepaalde Franse woorden of combinaties van woorden wel of niet passend zijn. De methode gebruikt de taal van alle dag. Nadelen heeft de Structurele Aanpak ook. De werkwijze is tamelijk tijdrovend en biedt niet direct succeservaringen. De eigen inbreng van lerenden is behoorlijk beperkt; de leermethode is weinig creatief.
Communicatief taalonderwijs (Engels: Communicative Language Teaching; CLT)
Bedacht door wie en wanneer
Het zogenaamde communicatief Taalonderwijs (Engelse benaming: Communicative Language Teaching, afgekort: CLT), ook wel ‘De Communicatieve benadering’ (Engelse benaming: Communicative Approach, afgekort: CA) genoemd, ontstond in de jaren 60 van de vorige eeuw onder invloed van ideeën van Noam Chomsky, die de nadruk legde op competenties bij het leren van een taal. Taalkundige Dell Hymes was in het jaar 1966 de grondlegger van het concept van communicatieve vaardigheden.
Kenmerken van Communicatief taalonderwijs (CLT)
Het communicatief talenonderwijs gaat uit van de opvatting dat interactie het uiteindelijke doel is van het leren van talen (zoals Frans).
De studenten leren middels CLT-technieken het Frans in praktijk te brengen door de interactie met elkaar en de taaltrainer Frans. Er wordt gebruikgemaakt van authentieke teksten, geschreven in het Frans of ander materiaal uit het dagelijks leven en/of de werksituatie. Het Frans wordt zowel tijdens als buiten de les gebruikt.
Studenten praten over persoonlijke gebeurtenissen met medestudenten en trainers Frans dragen onderwerpen aan buiten het gebied van de traditionele grammatica, om de taalvaardigheid Frans in verschillende situaties uit de praktijk te oefenen. Franse grammatica wordt inductief onderwezen, dit houdt in aan de hand van de praktijk, van waaruit de regel volgt.
Bij communicatief taalonderwijs is de docent Frans echt een trainer, die de student helpt te communiceren in het Frans.
Populariteit
De CLT werd erg populair in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, deels doordat de traditionele taalonderwijsmethodes niet heel succesvol bleken. Door de verdere eenwording van Europa was er meer behoefte om een taal te leren middels een methode die direct kon worden toegepast.
Voor- en nadelen van Communicatief taalonderwijs
Het communicatief taalonderwijs heeft veel sterke aspecten. Lerenden ‘kunnen’ al snel ‘iets’ in het Frans; het is functioneel en studentgericht. Door het gebruik van authentieke materialen, leren studenten de Franse woorden die zij moeten weten. Het is efficiënt. Deze methode is voor de lerende stimulerend, omdat hij of zij gauw succes ervaart. Er mogen foutjes worden gemaakt; de vaardigheden van de student wordt al doende geleerd en geperfectioneerd. Een keerzijde van deze communicatieve benadering is dat er niet zo veel aandacht wordt besteed voor grammatica, vocabulaire dat niet direct toepasbaar is en uitspraak. De voorbereiding en planning vereisen veel tijd van de taaldocent en vraagt een actieve deelname van studenten. Deze manier van een taal leren, is voor een aantal lerenden ongebruikelijk of lastig, afhankelijk van welke achtergrond zij hebben. CLT (communicatief taalonderwijs) draait om het trainen van vaardigheden; hierbij gaat het vooral om de functie en in mindere mate om de vorm en het biedt als zodanig geen samenhangend geheel.
Grammatica-/vertaalmethode (GVM) (Engels: Grammar-Translation Method; GTM)
Bedacht door wie en wanneer
In de 18de en de 19de eeuw was taalonderwijs vooral op praktisch taalgebruik gefocust. Men leerde om gebruiksklare zinnetjes, idiomatische uitdrukkingen, dialogen, woordenlijsten enzovoort na te spreken, uit het hoofd te leren en daarna vervolgens op te zeggen. Dit werd op een andere wijze gedaan door een Duitse docent Frans en Italiaans en eveneens schrijver van leerboeken; Johann Valentin Meidinger. Hij ontwikkelde een leermethode waarin de grammatica van de taal centraal stond rond 1783. Meidinger wordt beschouwd als de grondlegger van de zogenaamde grammatica-vertaalmethode (Grammar-Translation Method; GTM).
Kenmerken van de Grammatica-/vertaalmethode (GVM)
Deze methode was gebaseerd op het onderwijs in het Latijn, wat de taal van religie, cultuur en wetenschap was. Dit onderwijs in het Latijn was natuurlijk gericht op geschreven teksten van klassieke schrijvers en volledig gericht op grammatica en vertalen (van bijvoorbeeld Frans). Deze aanpak werd destijds gezien als degelijk en wetenschappelijk. De Grammatica-/vertaalmethode (GVM) gaat van de analyse van taalvormen en taalstructuren (van bijvoorbeeld Frans) uit waarbij lerenden inzicht ontwikkelen. Bij deze methode zijn de lees- en schrijfvaardigheid Frans dus belangrijk. Literatuur, vertalen en uit het hoofd leren van woordenlijsten hebben de nadruk. De trainers dragen de kennis Frans over, de studenten memoriseren.
Populariteit
De grammatica-/vertaalmethode is tot recente datum een grote invloed op het talenonderwijs gehad, ondanks dat reeds sinds halverwege de negentiende eeuw ook tegengeluiden te horen waren.
Voor- en nadelen van de Grammatica-/vertaalmethode
Aan personen voor wie het een uitdaging is om dingen uit het hoofd te leren, vormt de grammatica-/vertaalmethode vormt een aardige mentale training. De methode biedt ook inzichten in de structuur van het Frans, omdat de nadruk gelegd wordt op de grammatica.
De methode kent echter meer keerzijden dan positieve kanten. De grootste keerzijde is dat de spreekvaardigheid en luistervaardigheid Frans behoorlijk achterblijft, waardoor de taal zelfs na jaren studeren nauwelijks mondeling toegepast kan worden. Deze methode staat ver af van het dagelijks gebruik van het Frans, ook in de context die aangeboden wordt, omdat het meestal om literair taalgebruik gaat. Bij het leren in groepsverband biedt de methode niet de mogelijkheid tot differentiatie of een eigen creatief proces voor lerenden. De lerenden zijn alleen toehoorders en uitvoerders.
Onderdompeling (Engels: immersion)
Bedacht door wie en wanneer
De leermethode ‘Onderdompeling’ (In het Engels: language immersion) wordt sinds de jaren 70 wereldwijd toegepast, hoofdzakelijk op middelbare scholen waarbij een schoolvak (bijvoorbeeld het vak wiskunde) in de vreemde taal wordt onderwezen. Binnen Nederland is de methode van ‘onderdompeling’ ook wel bekend als de leermethode die wordt gebruikt bij Taleninstituut Regina Coeli in Vught, ‘de nonnen van Vught’. De methode van ‘onderdompeling’ is daar in 1963 ontstaan met Franse nonnen die taalles Frans onderwezen aan rijke dames uit Vught.
Kenmerken van onderdompeling
De methode van onderdompeling houdt in dat degene die de taal (zoals het Frans) leert, direct vanaf het eerste moment door de te leren taal wordt omgeven. De instructies vinden plaats in de doeltaal (Frans); in het begin langzaam en met veel herhaling en later op een meer natuurlijke wijze. De studenten worden ook uitgedaagd vanaf het begin om in het Frans te spreken. Er wordt gebruikgemaakt van simulaties en rollenspellen. Op scholen die met onderdompeling werken, wordt vaak de leeromgeving in de stijl van het Frans ingericht om een situatie te creëren alsof studenten in Frankrijk zijn. Lerenden oefenen het Frans spreken één-op-één of in kleine groepen. Naar Frankrijk gaan en daar in een gastgezin verblijven, is een andere wijze om een taal te leren door middel van onderdompeling.
Populariteit
De methode van onderdompeling wordt gezien als een uitstekende leermethode voor vreemde talen. Vooral de mondelinge taalbeheersing Frans kan op deze wijze uitstekend worden ontwikkeld.
Voor- en nadelen van onderdompeling
Het belangrijkste voordeel is dat met deze methode snel resultaat wordt bereikt, doordat de methode behoorlijk intensief is. De leermethode is ‘sink or swim’, de lerende moet wel in het Frans gaan communiceren want hij of zij wordt erdoor omgeven. Feitelijk is de student 24 uur per dag Frans aan het leren. Door samen te oefenen in groepsverband wordt de sociale interactie versterkt. Dit wordt door studenten als motiverend ervaren.
Een minpunt is dat het bereikte resultaat niet altijd wordt vastgehouden. Als iemand in een vrij korte tijd Frans leert, door in Frankrijk te zijn of door te zijn ondergedompeld in een kunstmatig gecreëerde omgeving, maar vervolgens weer tot de orde van de dag overgaat, is de kans groot dat het nieuw geleerde snel wegzakt. Een ander minpunt kan zijn dat een dergelijke taaltraining Frans erg intensief is. Niet elke student heeft de conditie om deze manier van leren vol te houden.
Suggestopedie (Suggestopedia)
Bedacht door wie en wanneer
Suggestopedia is een methode om een vreemde taal te leren ontwikkeld in de jaren 70 van de vorige eeuw. Suggestopedia is ontwikkeld door de Bulgaarse psychotherapeut Georgi Lozanov.
Kenmerken van Suggestopedie
Suggestopedie is gebaseerd op de kracht van de suggestie. Volgens Georgi Lozanov is positieve suggestie een voorwaarde om (een taal; bijvoorbeeld Frans) te kunnen leren. Een ontspannen sfeer alsook een wederzijds vertrouwen tussen de taaldocent (Frans) en studenten zijn hiervoor essentieel. Dat de lerende zich veilig en ontspannen voelt, is de voorwaarde hiervoor. Een leslokaal met een rijopstelling was ongeschikt om dit te kunnen bereiken. Lerenden zaten in de lessen in comfortabele stoelen die gezet werden in een halve cirkel en er werd ook altijd muziek gespeeld in de les. De methode zoals Lozanov die beoogde, bestond uit het voorlezen van verschillende teksten, terwijl klassieke muziek werd afgespeeld of natuurgeluiden te horen waren op de achtergrond. Er waren opmerkingen over de grammatica van de doeltaal (het Frans) en lijsten met woorden bij de teksten. Er werd met gebaren en veel expressie in stem voorgelezen. Studenten werden op deze manier overgehaald om te luisteren en de (Franse) woorden die nieuw waren, konden gemakkelijk worden begrepen en opgenomen. Voor cultuur en kennis over het land van de doeltaal (Frankrijk) was veel aandacht tijdens de lessen. Er werd met rollenspellen gewerkt en er werden bijvoorbeeld ook (Franse) streekgerechten bereid en gegeten.
Populariteit
De methodiek van Georgi Lozanov was enigszins omstreden en de methodiek is in de vergetelheid geraakt. Sommige elementen van Suggestopedia worden nog steeds toegepast, bijvoorbeeld het gebruiken van stemexpressie en gebaren bij het lezen van teksten.
Voor- en nadelen van Suggestopedie
Suggestopedia creëert een ontspannen en veilige sfeer, waardoor studenten geen hinder van faalangst of frustratie hebben. Deze sfeer kan voor immigranten bijdragen aan een positieve associatie met het nieuwe thuisland. Muziek werkt vaak motiverend en draagt aan betere leerprestaties bij. Een bijkomend voordeel van de methode is dat de student gestimuleerd wordt om actief mee te doen en zich in te leven in de situaties, wat voor sommige mensen een nieuwe ervaring is. Tegelijkertijd vormt dit voor sommigen een nadeel, want niet elke student is hiertoe in staat. Ook kan muziek bij sommige mensen eerder afleiden en en verstorende werking hebben in plaats van een stimulerende en ontspannende werking. Dat de relatie trainer-student niet gelijkwaardig is, is een andere zwakke kant; alle input komt van de Franse trainer waarbij de student altijd de ontvangende partij is.
Community Language Learning (CLL)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse priester en psycholoog Charles Curran ontwikkelde in het jaar 1976 Community Language Learning, ook wel Counseling Language Learning
of afgekort CLL geheten.
Kenmerken van Community Language Learning (CLL)
Community Language Learning is een methode om een taal te verwerven waarbij de studenten samenwerken om te bepalen welke aspecten van een taal zij willen leren. CLL is gebaseerd op de counseling-benadering waarbij de taaltrainer als counselor optreedt die de zinnen van de lerenden kenschetst. De lerenden beginnen een gesprek. Als de studenten de doeltaal (Frans) nog niet voldoende machtig zijn, spreken de studenten in hun moedertaal. De docent (Frans) legt uit en vertaalt, waarna de studenten de uitspraken van de docent zo nauwkeurig mogelijk herhalen. Deze gesprekken in het Frans worden opgenomen om opnieuw te beluisteren.
Community Language Learning bevordert het gemeenschapsgevoel in de leergroep en de methode ziet de interactie tussen de lerenden als middel om het Frans te leren. Er wordt geen lesboek Frans gevolgd; het zijn de studenten zelf die de inhoud van de les bepalen aan de hand van betekenisvolle gesprekken.
Populariteit
De mate van succes van de methode is grotendeels afhankelijk van de expertise van de trainer-counselor. De taaldocent dient sociaal-cultureel kundig alsook taalkundig te zijn onderlegd. Deze trainer dient zowel het Frans als de moedertaal van de student zeer goed te beheersen om de taaluitingen van de student te kunnen vertalen. Deze methode kan prima werken indien deze correct wordt gebruikt. Deze methode is niet geschikt voor grote klassen.
Voor- en nadelen van Community Language Learning
De methode biedt de lerenden veel autonomie. Studenten vinden het analyseren van eigen gesprekken vaak zinvol. Niet alleen tijdens de lessen Frans, maar ook daarbuiten wordt de leergroep vaak zeer hecht. Met CLL worden studenten zich een stuk meer bewust van anderen in hun groep, hun sterke en zwakke punten en ze leren om als een team te werken. Het bespreken van hun foutjes en het evalueren van de les Frans is heel leerzaam voor de studenten. Deze correcties blijven vaak in het geheugen gegrift en worden zo onderdeel van de actieve woordenschat van de lerenden.
Het kan een keerzijde zijn dat de trainer niet sturend is, terwijl sommige studenten wel sturing nodig hebben. Bij deze methode wordt geen leerboek gebruikt en er worden eveneens geen toetsen Frans afgenomen. Het succes van de les is hierdoor moeilijk te meten. Een aantal studenten wordt geremd in hun Frans spreken als zij worden opgenomen.
Lexicografische benadering (Engels: Dynamic Lexicographic Approach; DLA)
Bedacht door wie en wanneer
De Lexicografische benadering (Engelse benaming: Lexical Approach; LA) is een taalverwervingsmethode die in de jaren negentig van de vorige eeuw is ontwikkeld door Michael Lewis.
Kenmerken van de Lexicografische benadering (DLA)
De lexicografische benadering gaat uit van het idee dat een belangrijk deel van het leren van een vreemde taal (zoals het Frans) bestaat uit het begrijpen en produceren van zogenaamde ‘lexicale eenheden’, brokjes taal die uit (Franse) woorden, woordcombinaties alsook uitdrukkingen bestaan. Studenten verwerven al doende inzicht in patronen van het Frans (de grammatica) en betekenisvolle groepen woorden. Zo leren ze hoe het Frans ‘in het echt’ wordt gebruikt. De woordenschat Frans krijgt bij deze benadering meer nadruk dan de Franse grammatica. Instructies zijn op situaties en Franse uitdrukkingen gericht die vaak voorkomen in dialoog. Voor interactie is aandacht maar ook voor i>exposure; voor de receptieve vaardigheden van de student (luisteren/begrijpen, lezen/begrijpen). Er bestaat veel ruimte voor de student om zelf de Franse taal te ontdekken.
De taak van de trainer Frans is voor voldoende input te zorgen en het faciliteren van het leerproces van de student.
Populariteit
In de laatste drie decennia zijn door de invloed van de ideeën over taal van (onder andere) Michael Lewis de leerboeken duidelijk anders geworden. Er wordt veel meer aandacht aan de woordenschat van de te leren taal geschonken die in chunks aangeboden wordt, in betekenisvolle brokjes. Een vergaande verandering in de wijze waarop taal wordt onderwezen, waar Michael Lewis streefde, heeft echter niet plaatsgevonden.
Voor- en nadelen van de Lexicografische benadering
Studenten leren op een heel natuurlijke wijze het Frans te gebruiken door het werken met ‘chunks’ (brokjes taal); met ‘echte’ taal. Zo ontstaat souplesse in het het gebruik van het Frans.
Dat de werkelijkheid altijd weer afwijkt van de geleerde taalsituaties, is het minpunt van de leermethode. Met het zelf leren herkennen van de patronen van het Frans heeft een aantal studenten moeite en deze studenten hebben meer aan een docent Frans die hen de weg wijst, dan aan een docent taal-facilitator.
Series Method
Bedacht door wie en wanneer
De Series method, ofwel ‘seriemethode van taalverwerving’ is door de Fransman François Gouin in 1880 ontwikkeld.
Kenmerken van de Series Method
De seriemethode (The Series Method of language acquisition) van François Gouin gaat uit van een serie van verbonden zinnen die eenvoudig te begrijpen zijn en weinig kennis van de grammatica van de doeltaal vereisen. Studenten leren zinnen op basis van een handeling, zoals het verlaten van een huis in de volgorde waarin deze zou worden uitgevoerd. Deze series of reeksen behandelden onderwerpen als mens in de samenleving, wetenschap en beroep, leven in de natuur, ontwikkeld vanuit het onderscheid tussen objectief, subjectief en figuurlijk taalgebruik. De seriemethode van Gouin maakt geen gebruik van moedertaal. Het is een soort eentalige methode, die niet uitgaat van ‘vertalen’ en ‘uitleggen’ maar van ‘demonstreren’ en ‘handelen’. Hierdoor gaan studenten snel in de nieuwe taal (bijvoorbeeld het Frans) denken.
Populariteit
De principes van François Gouin over taal waren hun tijd ver vooruit. Ondanks dat het een vrij ongewone aanpak was, was de seriemethode van Gouin enige tijd succesvol. Berlitz’ Directe Methode overschaduwde de methode echter.
Voor- en nadelen van de Series Method
Gouin’s Series method ontwikkelt sterk de mondelinge vaardigheid Frans en zorgt voor een natuurlijke, harmonieuze en gelijkwaardige sfeer in de lessen.
François Gouin’s methode biedt levendig taalonderwijs. Dit type taalonderwijs Frans wekt de leermethode enthousiasme op van de lerenden doordat de leermethode gebruikmaakt van visueel leermateriaal, zoals afbeeldingen, grafieken, etcetera. Een nieuwe taal leren werd tastbaar; dit was geheel nieuw. De seriemethode maakt studenten Frans nieuwsgierig, dit werkt goed om het leergeheugen te ontwikkelen, druk om te presteren te verminderen alsook het zelfvertrouwen te verhogen. De communicatieve taalvaardigheid Frans van de lerende wordt met de methode sterk gestimuleerd.
De keerzijde van de seriemethode is dat taal die wat meer abstract of subjectief wordt, moeilijk met bewegingen en expressies in één concrete ervaring kan worden gevangen. De bewerkelijkheid voor de taaldocent, die tenslotte een scala aan series moet voorbereiden, is een ander nadeel van de leermethodiek. Als derde punt is de Gouin-seriemethode vooral gericht op mondelinge taalgebruik, terwijl het reguliere onderwijssysteem nog vaak draait om examens die de lees- en schrijfvaardigheid toetsen.
Task-Based Language Teaching (TBLT)
Bedacht door wie en wanneer
Taakgericht taalonderwijs (Task-Based Language Teaching; TBLT) is in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld. De grondleggers zijn de Indiase taalkundige professor N.S. Prabhu, de Amerikaanse hoogleraar Teresa P. Pica en de Britse hoogleraren Graham Crookes en Michael H. Long.
Kenmerken van de Task-Based Language Teaching (TBLT)
Het taakgericht taalonderwijs past binnen een Communicatieve Benadering/het Communicatief Taalonderwijs. De visie erachter is dat de verwerving van de te leren taal (zoals het Frans) geen op zichzelf staand doel, maar een methode om bepaalde taken uit te kunnen voeren. De lerenden krijgen motiverende taken aangeboden. Hiervoor is taalkennis (Frans) vereist. Om deze taken goed uit te voeren, is het nodig dat zij over woordenschat en regels van het Frans beschikken. Deze taken zijn zaken uit het dagelijks leven, zoals een boodschap doen, e-mails schrijven, iets te drinken bestellen, bellen met de klantenservice of een krant lezen. De opdracht wordt in drie fasen verdeeld: vóór, tijdens en na de taak, waarbij de studenten zich eerst op de taak voorbereiden, de taak vervolgens uitvoeren en tot slot op de taak terugblikken. De lerenden moeten samenwerken om de taken uit te kunnen voeren. Om leereffect te hebben, moeten de opdrachten net boven het niveau van de lerende liggen.
Populariteit
Het taakgericht onderwijs is vanaf het begin van de jaren 90 erg populair geworden, zeker in het taalonderwijs. De leermethode lijkt de meest bruikbare vorm te zijn om de taalvaardigheid van de studenten (hoofdzakelijk de studenten met een achterstand) in het lager en secundair onderwijs te verhogen.
Voor- en nadelen van Task-Based Language Teaching
Het taakgericht taalonderwijs (Frans) biedt duidelijke voordelen. Het is een activerende werkwijze, waarbij de studenten worden uitgedaagd om hun vaardigheden (Frans) te gaan gebruiken. Zolang de taak goed aansluit bij de lerende, is de leermethode een op de persoon gerichte, relevante en efficiënte aanpak. Studenten komen op een natuurlijke, dagelijkse wijze in aanraking met het Frans en leren op deze manier authentieke Franse woorden, woordcombinaties en uitdrukkingen. Daarnaast leren studenten om met elkaar samen te werken. Taakgericht taalonderwijs wordt door lerenden als plezierig en motiverend ervaren .
Als nadeel kan worden genoemd dat de communicatie het belangrijkst is en niet zozeer de correcte vorm van het Frans, waardoor lerenden die niet zozeer precies leren.
De Dogme benadering (Engels: Dogme Language Teaching; Dogme ELT)
Bedacht door wie en wanneer
Scott Thornbury; een Nieuw-Zeelandse docententrainer en linguïst op het gebied van Engels taalonderwijs bedacht Dogme Language Teaching/Dogme ELT (ook wel de ‘Dogmabenadering’ genoemd) in 2000.
Kenmerken van de Dogme benadering (ELT)
De inspiratie voor Dogme Language Teaching was ‘Dogme 95’; de stroming van een groep van Deense filmmakers waaronder filmregisseur Lars von Trier uit 1995. De deelnemers confirmeren zich voor het filmmaken aan 10 strikte regels (10 dogma’s). Deze 10 regels behelzen samen ‘de eed van zuiverheid’ (Deens: kyskhedsløfter; Engels: Vows of Chastity). Het Dogme-taalonderwijs werkt op een vergelijkbare manier. De aanhangers van de Dogme benadering zoeken naar een methode van communicatief taalonderwijs die onbelast is door voorgedrukt materiaal. Het oogmerk van Dogme-taalonderwijs is het beginnen van echte inhoudelijke gesprekken die over praktische onderwerpen gaan, waarin het om de communicatie draait als de inspirator van het leren. De benadering is daarom een communicatieve aanpak van onderwijs, die taalonderwijs biedt zonder lesboeken te gebruiken of overig lesmateriaal en zich in plaats daarvan op het communiceren tussen de taaltrainer en de studenten richt. Het Dogme-taalonderwijs heeft, net zoals de Dogme-beweging in de film, 10 uitgangspunten (dogma’s).
Populariteit
Onderzoek naar het succes van Dogme is beperkt, maar Scott Thornbury stelt dat de overeenkomsten met het taakgericht leren van een taal (zoals Frans) suggereren dat Dogme waarschijnlijk leidt tot vergelijkbare resultaten.
Voor- en nadelen van de Dogme benadering
Een pluspunt voor de taaltrainer Frans is dat hij of zij zich zo goed als geen hoeft voor te bereiden. Het kan heel motiverend zijn dat de studenten voor het eigen leerproces de verantwoording dragen. Voorspelbaar zijn de taallessen Frans zo nooit. Dit zorgt voor spontane communicatie en verveling krijgt geen kans. Zo goed als elk onderwerp kan tijdens een taalles volgens de Dogme-methode worden besproken. Zo blijven de studenten betrokken en alert.
Als de lerenden zo weinig door de taaldocent begeleid worden, kunnen ze zich daartegenover iets ongemakkelijk voelen. Voor deze manier van lesgeven zijn ook niet alle docenten Frans in voldoende mate flexibel. Een keerzijde kan zijn dat lerenden zich vaak moeten voorbereiden op een specifiek examen Frans en het niet zeker is dat de hiervoor benodigde stof tijdens de taallessen wordt behandeld.
Growing Participator Approach (GPA)
Bedacht door wie en wanneer
The Growing Participator Approach (GPA) is ontwikkeld door Language consultants Greg en Angela Thomson in het jaar 2007.
Kenmerken van de Growing Participator Approach (GPA)
De GPA-benadering geldt als een alternatieve visie op het leren van een nieuwe taal (zoals het Frans). Het primaire uitgangspunt van de methode is dat taal en cultuur niet los van elkaar staan. Het gaat bij GPA om veel meer dan alleen het leren van de Franse taal; het doel om tot een volwaardige deelnemer aan het leven in de gastcultuur (van bijvoorbeeld Frankrijk) uit te groeien. Daarom gebruikt GPA de termen ‘groeiende deelnemers’ in plaats van ‘taallerenden’ en ‘verzorger’ in plaats van ‘docenten of leraren’. De GPA heeft overeenkomsten met, en is ook deels gebaseerd op, de Natural Approach (natuurlijke aanpak) van Stephen Krashen en Tracy Terrell.
De leermethode kent zes fasen van activiteiten. De lerende met een verzorger uit Frankrijk voeren deze activiteiten uit. Begrijpen is belangrijker dan produceren. Franse woordenschat alsook cultuur krijgen de nadruk. Fase 1 is de zogenaamde hier-en-nu-fase. Deze duurt ruwweg 100 uur. In deze fase 1 concentreert de ‘groeiende deelnemer’ zich op het luisteren en het non-verbale feedback geven.
Fase 2 van de methode is de zogenaamde ‘verhaalopbouwfase’. Deze fase neemt ruwweg 150 uur in beslag en de deelnemer begint het Frans nu ook te produceren. In fase 3 van de methode ligt de nadruk op ‘gedeelde verhalen’. Dit zijn verhalen over dagelijkse gebeurtenissen, verhalen die worden gedeeld tussen culturen alsook verhalen over gedeelde ervaringen. Fase 4 van de methode is de fase van het ‘diepe delen’. De deelnemer en de verzorger beginnen nu diepere gesprekken te voeren over het leven in de Franse cultuur. In fase 5 beginnen deelnemers zich te richten op het taalgebruik van moedertaalsprekers Frans door middel van films, televisie of nieuws en literatuur. Het Frans dat voor het werk van de deelnemer nodig is, wordt ook geleerd. Fase 6 van de leermethode is de zogenaamde ‘zelfvoorzienende groeifase’. Deze fase kent geen eindpunt. Hier gaat het om de groei buiten de formele taalsessies Frans.
Populariteit
De methode van Thomson is nog redelijk nieuw en er is nog niet veel bekend over het succes ervan. Deelnemende studenten zijn vrij enthousiast over de methode.
Voor- en nadelen van de Growing Participator Approach
Met de GPA-benadering wordt een duidelijke doorkijk op het proces van de taalverwerving Frans geboden. De zes fasen bieden een duidelijk tijdspad en realistische doelstellingen. De lerenden verwerven niet alleen kennis van de Franse taal, maar ook van de omgeving en de lerenden verwerven eveneens een nieuw sociaal netwerk.
Een nadeel van deze benadering is dat voor elke deelnemer of elke kleine groep deelnemers een ‘verzorger’ gezocht moet worden die veel tijd wil investeren.
Shadowing Technique
Bedacht door wie en wanneer
De Shadowing technique of kortweg Shadowing (‘schaduwen’) is bedacht in de vroege jaren 2000 door de Amerikaanse taalkundige en polyglot Prof. Alexander Argüelles.
Kenmerken van de Shadowing Technique
Shadowing is een methode die taallerenden zelfstandig kunnen gebruiken voor het verbeteren van de uitspraak en de intonatie (Frans) en het verwerven van vloeiendheid in het spreken. Het werkt een eigenlijk eenvoudige techniek van Shadowing: de lerende luistert naar een audio-opname, bij voorkeur een dialoog en herhaalt wat hij of zij hoort. Het gaat in eerste instantie om de klanken; de Franse tekst begrijpen is niet van belang. Het luisteren en herhalen oefent men net zo vaak totdat dit heel soepel gaat en de lerende simultaan met de audio-opname Frans kunnen spreken. Na enige tijd zal de lerende een transcript gebruiken om te kunnen lezen (en begrijpen) wat hij of zij gezegd heeft. Veel lesboeken zijn geschikt voor deze leermethode, zolang er maar dialogen in staan of delen met samenhangende tekst. De Franse audio-opnames dienen idealiter iets boven het niveau van de lerende te zijn. De ideale lengte van een audio-opname is ongeveer één pagina, op natuurlijke snelheid en zonder kunstmatige pauzes in te lassen. De aanbeveling van Alexander Argüelles is studenten om tijdens het spreken te gaan lopen, liefst in de buitenlucht, en niet te gaan zitten, omdat lichamelijke beweging de opname van de te leren taal (het Frans) in het zenuwstelsel versterkt. Dat de student minder gauw afgeleid wordt als hij of zij in beweging is, waardoor het leren van het Frans aanzienlijk effectiever gaat, is een andere reden.
De shadowing-techniek vertoont veel overeenkomsten met de audiolinguale methode uit de twintigste eeuw, maar het onderscheid is dat bij de audiolinguale methode grammaticale drills werden toegepast in plaats van dialogen of samenhangende tekst. Bij de Shadowing-techniek is eveneens het simultaan spreken anders.
Populariteit
Er is veel onderzoek gedaan in de afgelopen jaren naar de techniek van Shadowing waaruit blijkt dat de leermethodiek zowel de uitspraak als de luistervaardigheid sterk verbetert. Maar eveneens het algemene begrip van het Frans wordt vergroot.
Voor- en nadelen van de Shadowing Technique
Shadowing heeft als praktisch voordeel dat de methodiek in een groep studenten kan worden gebruikt, waarbij alle deelnemers actief aan de methodiek leren zijn. Het rendement van de Shadowing-methode is hoog.
De techniek van Shadowing heeft als keerzijde is dat lerende het wellicht wat saai kan vinden om dezelfde Franse tekst steeds te blijven herhalen. De teksten kiezen is dus heel belangrijk.
Total Physical Response (TPR®)
Bedacht door wie en wanneer
De Amerikaanse psycholoog James J. Asher ontwikkelde in de jaren zestig van de vorige eeuw de taalverwervingsmethode Total Physical Response, ook wel TPR® genoemd.
Kenmerken van Total Physical Response (TPR®)
TPR® is een methode om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren die op het idee gebaseerd is dat mensen leren door middel van handelingen en bewegingen. Al doende leert men, en wel op de manier zoals kinderen hun moedertaal leren. Ouders geven voortdurend taken aan hun jonge kinderen en belonen hen als ze die taken uitvoeren (“kijk naar mama”, “goed zo”). “Pak de lepel”, “Mooi!”, “Trek je schoenen maar aan”, enz.). Het is in de eerste instantie de bedoeling dat het kind begrijpt wat de ouder zegt, het kind gaat in een later stadium verbaal reageren. De luistervaardigheden Frans zijn dus de basis, daarna volgen de spreekvaardigheden.
TPR® past deze grondslagen van de moedertaalverwerving versneld toe bij het leren van het Frans. De taaldocent geeft opdrachten op een begrijpelijke en vriendelijke wijze, zoals: “pak het boek” en doet zelf de opdrachten voor; de lerenden doen na. In het begin wordt nog niet van de studenten verwacht dat ze Frans praten; de studenten geven de taken in een later stadium. Bekende opdrachten worden verder uitgebreid of deels gewijzigd.
Door de combinatie van bewegingen en spraak, appelleert TPR® aan de beide hersenhelften. Het kost daardoor minder moeite om dingen te leren en het geleerde Frans beklijft ook beter.
Populariteit
De methode van TPR® wordt met name binnen het NT2-onderwijs toegepast (Nederlands als tweede taal), zeker bij beginners en ook wel op de basisschool bij Engels. Maar middelbare scholieren en volwassenen werken ook met veel plezier met TPR® en behalen goede resultaten.
Voor- en nadelen van Total Physical Response
TPR® biedt veel voordelen. Doordat de student veel begrijpelijke inbreng krijgt aangeboden in ‘chunks’ (woorden die bij elkaar horen), krijgt hij of zij snel begrip van de doeltaal. De methodiek levert een snelle succeservaring op, wat het plezier in leren bevordert. Zo kan de student leren zonder stress. TPR® is in principe voor elke doelgroep geschikt, ongeacht de achtergrond en de leeftijd en de leermethode kan ook in grotere klassen ingezet worden. Het geleerde Frans wordt direct opgeslagen in het langetermijngeheugen van de studenten.
Dat niet elke taaluiting in TPR®-taken kan worden uitgedrukt, is de keerzijde van TPR®. Hierdoor werkt de methode tot op een bepaald taalniveau en is daarnaast een andere methode (als aanvulling) nodig. Ook is de methode niet echt creatief. Studenten leren niet om meningen, gevoelens en ideeën in het Frans uit te drukken.
De Directe Methode (Engels: Direct Method; DM)
Bedacht door wie en wanneer
De Duits-Amerikaanse linguïst Maximilian Delphinius Berlitz bedacht de Directe Methode eind jaren tachtig van de negentiende eeuw. Deze methode wordt ook wel ‘de natuurlijke benadering’ genoemd. De Directe Methode is ontwikkeld als reactie op de dominante grammatica-vertaalmethode.
Kenmerken van de Directe Methode (DM)
Er ontstond een Reformbeweging omstreeks 1900 met nieuwe visies over leren dat zelfontdekkend en inductief diende te zijn. Overigens had die Reformbeweging niet alleen betrekking op het leren van vreemde talen, maar ook op voeding, kleding, natuurgeneeskunde en naturisme. Rond 1900, net als in de jaren 60 van de vorige eeuw, streefde men naar natuurlijke manieren van leven en bevrijding van keurslijven. Er kwam binnen het taalonderwijs veel aandacht voor ‘levende’, gesproken taal. Hierbij werd grammatica eerder inductief aangeleerd, met voorbeeldzinnen. Hieruit dienden studenten de taalregels af te leiden. Er waren veel mondelinge oefeningen met veel aandacht voor de uitspraak van de taal (zoals het Frans). De studenten werden aangemoedigd veel Frans te praten. Het was ook nieuw dat de les in het Frans werd gegeven. Er werd nadrukkelijk niet vertaald tijdens de lessen. Met behulp van plaatjes en voorbeelden werd de (Franse) woordenschat aangeleerd. Abstracte vocabulaire werd aangebracht door studenten om ideeën te laten associëren.
Populariteit
De vernieuwingsgolf van begin twintigste eeuw ebde weg, deels door invloeden van de oorlogen en crises, om in de jaren 60 weer in een andere vorm terug te komen.
Taleninstituten als Berlitz en Interlingua werken nog steeds met (een moderne vorm van) de Directe Methode.
Voor- en nadelen van de Directe Methode
Het pluspunt van de Directe Methode is dat de methode een vrij natuurlijke manier is om Frans te leren. Luisteren en spreken worden ruimschoots behandeld. Hierdoor krijgen lerenden vloeiendheid en zelfvertrouwen. Keerzijden kent deze leermethode echter ook. Er is bij deze methode vrijwel geen aandacht voor schrijfvaardigheid (Frans) en veel minder aandacht voor lezen. Meer gevorderde lerenden Frans worden met deze leermethode onvoldoende uitgedaagd. De Directe Methode is ook niet heel bruikbaar voor minder snel lerende studenten, omdat de methode op een dynamische inzet vanuit de student is gestoeld.
De Manesca-methode (Engels: Manesca Method)
Bedacht door wie en wanneer
Jean Manesca publiceerde in 1835 An Oral System of Teaching Living Languages Illustrated by a Practical Course of Lessons in the French through the Medium of the English (“Een mondelinge methode voor het onderwijzen van levende talen, aan de hand van een praktische cursus Frans door middel van het Engels”). In 2015 ging An oral system of teaching living languages in herdruk.
Kenmerken van de Manesca-methode
Manesca is gebaseerd op hetzelfde principe als de Natural Approach (‘natuurlijke aanpak’): de beste manier om een taal te leren, is die kinderen hun moedertaal leren. Een vreemde taal (zoals Frans) leren moet veilig en gemakkelijk zijn. Manesca wil daarom niet met abstracte regels of lijstjes met Franse woorden werken die uit het hoofd geleerd moeten worden.
De Manesca-methode is de oudste, bekende, volledige taalcursus. De Manesca-methode is op het werken met een groep van studenten en een docent Frans gebaseerd, die maar één Frans woord tegelijk introduceert. Bij dit woord hoort een specifieke beweging. Het Franse woord en de beweging worden daarna door de studenten één voor één herhaald. De herhalingen helpen de lerenden hhet Franse woord te onthouden, zonder dat uit het hoofd leren nodig is. De woorden vormen stap voor stap zinnen en vervolgens variaties op deze Franse zinnen. De Franse spelling wordt aangeboden in een later stadium met leesteksten.
De Manesca-methode is reeds enkele jaren later door de Duitse grammaticaschrijver en taaldocent Heinrich Gottfried Ollendorff overgenomen en aangepast en staat ook wel bekend als de Ollendorff-methode.
Populariteit
Jean Manesca is twee jaar na publicatie van zijn methode overleden. Het werk van Manesca is overgenomen en aangepast door anderen, onder wie Ollendorff. Veel van de ideeën van Jean Manesca zijn nog steeds actueel en worden nog steeds gebruikt in het moderne vreemdetalenonderwijs.
Voor- en nadelen van de Manesca-methode
De sterke kant van de Manesca of Ollendorff-leermethode is de combinatie van spreken en bewegingen maken, waardoor het fysieke geheugen meewerkt en de geleerde stof gemakkelijker en langer door de lerende wordt onthouden. Veelvuldig herhalen draagt daar ook aan bij. Dat dit wat saai wordt om steeds dezelfde Franse woorden en zinnen te blijven herhalen, kan een keerzijde zijn.
Silent Way
Bedacht door wie en wanneer
The Silent way (‘de stille manier’) is ontwikkeld in het jaar 1963 door de Egyptenaar Caleb Gattegno.
Kenmerken van de Silent Way
De stille manier is een taalleermethode (voor bijvoorbeeld Frans) die stilte gebruikt als instructiemiddel. Gattegno’s methode gaat uit van de autonomie van de student en diens actieve deelname.
De trainer Frans gebruikt een combinatie van stilte en gebaren om de aandacht te trekken van de lerende, reacties uit te lokken en hem of haar aan te moedigen om fouten te corrigeren. Aan de uitspraak (Frans) wordt veel tijd besteed.
Caleb Gattegno, die van oorsprong wiskundige was, vond het belangrijk om onderwijs te geven door middel van een methode die efficiënt voor de voorraad energie van de studenten was. Hij ontdekte dat het in verhouding weinig energie kost om een visueel of auditief beeld te onthouden, veel minder dan als studenten proberen iets uit het hoofd te leren. Het betoog van hem was dat trainers niet zozeer naar het overbrengen van kennis zouden moeten streven, maar bewustzijn dienen aan te boren, want alleen bewustzijn maakt het mogelijk om dingen te kunnen leren.
The Silent Way hierbij gebruikt onder andere gekleurde blokjes (zogenaamde cuisenaire-staven), die voor allerlei verschillende dingen kunnen worden gebruikt. De methodiek maakt eveneens gebruik van Words in Colour; een kleurenkaart voor geluiden waarin elke kleur voor een specifieke klank van het Frans staat, gekleurde woordgrafieken om aan zinnen te werken en gekleurde grafieken die gebruikt worden om spelling te leren.
Populariteit
Caleb Gattegno’s ideeën zijn wel van betekenis geweest, met name bij het leren van de uitspraak van het Frans, hoewel de Stille Methode in de oorspronkelijke vorm niet veel wordt gebruikt.
Voor- en nadelen van de Silent Way
De sterke kant van de benadering van Caleb Gattegno is dat zijn methodiek voor lerenden niet-bedreigend is, die tenslotte worden gezien als autonoom. In principe is de taaldocent Frans aan de lerenden dienstbaar en niet andersom. The Silent Way stimuleert het leren op een natuurlijke wijze. De geleerde stof wordt meestal goed verwerkt en onthouden door de lerenden een uitdaging te geven om nieuwe dingen te ontdekken. Foutjes maken mag. Dit draagt bij aan het leerproces.
Dat een aantal studenten meer begeleiding nodig heeft dan de methode voorstaat, kan een nadeel zijn. Door het gebrek aan input van de trainer Frans zouden de lerenden gefrustreerd kunnen raken. Het werken met kleuren en grafieken heeft als limiterende factor dat de nieuwheid er snel af gaat, waardoor het effect kan verdwijnen.
TPR Storytelling
Bedacht door wie en wanneer
TPR Storytelling of ‘TPRS’ houdt in Teaching Proficiency through Reading and Storytelling. De TPRS-methode is in 1990 door Blaine Ray ontwikkeld, een Amerikaanse docent Spaans, en is afgeleid van de TPR-methode (Total Physical Response).
Kenmerken van TPR Storytelling
TPRS is een talenverwervingsmethode die verhalen gebruikt om talen (bijvoorbeeld Frans) te leren. Het uitgangspunt van TPRS is natuurlijke taalverwerving: een nieuwe taal leren zoals kinderen de moedertaal leren. De student wordt aan een grote hoeveelheid begrijpelijke input blootgesteld om dit te kunnen bereiken. De docent Frans vertelt een verhaal, waarin nieuw te leren Franse woorden diverse keren voorkomen. De verhalen zijn interessant of humoristisch en nooit te lang. Studenten ontspannen zich omdat deze verhalen gemakkelijk te begrijpen zijn. Zo worden Franse woorden en structuren vanzelf in het langetermijngeheugen van de lerenden opgeslagen. De docent wijst de student op grammaticale verschijnselen van het Frans, zonder dat lerenden taalregels uit het hoofd hoeven te leren.
De studenten zullen na een poosje ‘vanzelf’ Frans beginnen te spreken en de Franse grammaticale structuren imiteren. Dit is een natuurlijk proces. Een alternatief is om samen met een groep lerenden een verhaal op te bouwen. Bij deze methode schrijft de taaldocent Frans eerst nieuwe woorden en structuren op het schoolbord, met hun Franse vertaling en vervolgens samen met de studenten hiervan een verhaal te maken. Tot slot wordt het verhaal door de lerenden naverteld. Een belangrijk onderdeel van TPR Storytelling is lezen in het Frans, omdat dit zorgt voor input. Schrijven in het Frans volgt daarna.
Populariteit
Er zijn veel onderzoeken gedaan die uitwijzen dat TPRS een geslaagde manier is om een vreemde taal te verwerven. Randvoorwaarden zijn er wel: de setting dient geschikt te zijn en de taaldocent dient goed getraind te zijn.
Voor- en nadelen van TPR Storytelling
TPRS is een laagdrempelige manier van taalverwerving en de taalkennis wordt goed onthouden. TPRS spreekt ook de creatieve intelligentie aan; TPRS is een vorm van breinvriendelijk leren. Het is plezierig voor de student en het is niet moeilijk om de aandacht erbij te houden. Voor de lerenden werkt de methode heel motiverend om zelf een verhaal te maken.
Een minpunt is dat TPRS veel voorbereiding van de docenten vraagt.
COMMERCIËLE METHODES VOOR ZELFSTUDIE
Verschillende digitale hulpmiddelen
Er bestaat ook een uitgebreid aanbod aan complete zelfstudie taalcursussen: uTalk, Eurotolk Ultimate en online methoden zoals Babbel, Duolingo, Mondly en Quizlet.
Er is echter een betere methode:
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Er is echter een betere methode:
De Methode van Dagnall Talen.
Het inmiddels alom bekende hoge rendement van Dagnall wordt behaald door bepaalde elementen van deze bekende leermethoden te gebruiken, maar voornamelijk doordat de focus van ons taleninstituut altijd ligt op de cursist(en), bijvoorbeeld; is de cursist auditief, visueel of kinesthetisch ingesteld? Hoe leert hij of zij het makkelijkst? Wat moet of wil deze cursist eigenlijk leren?
Wat is zijn of haar voorgeschiedenis op het gebied van taaltraining? Wat vindt deze cursist lastig?
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
Hoe zelfverzekerd is de cursist, enz.?
Hoe behaalt Dagnall Talen zo’n hoog rendement?
De Dagnall-cursussen zijn bij voorkeur face-to-face. We werken in kleine groepen of individueel dan wel in duo-verband (twee personen). Dagnall biedt daarnaast een online leerplatform en een eigen app, beide met Franse woordenlijsten en zinnen. Indien gewenst, kan de Dagnall app worden geladen met jargon van specifieke organisaties en bedrijven.
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Frans online (e-learning), blended learning en Dagnall app
Betekenis termen ‘online’, ‘e-learning’ en ‘blended’
‘Online’ en ‘e-learning’ zijn verzamelnamen voor (taal)trainingen die een cursist online kan volgen, dus op afstand. Het wordt ook wel een virtual classroom, met andere woorden een ‘digitaal leslokaal’ genoemd.
Bij het zogenaamde blended learning worden face-to-face-sessies (klassikaal) gecombineerd met online leren in een online leeromgeving.
Simpel gesteld: face-to-face (fysiek les) + online = blended learning.
Dagnall Talen biedt op maat gemaakte e-learningtrajecten in Almelo.
Online Frans leren (e-learning Frans)
Voorbeelden van digitale platformen die om online te communiceren en te leren kunnen worden gebruikt, zijn Zoom, Microsoft Teams, Google Meet, Skype, StarLeaf, Cisco Webex, Whereby en Miro.
Blended Cursus Frans in Almelo
Het voordeel van blended learning ten opzichte van online leren is dat, indien het geen 1-op-1 les betreft, de cursisten met blended learning afwisselend wel zogenaamde ‘classroominteractie’ ervaren; dit houdt in persoonlijke interactie; gesprekken met en motivatie van andere cursisten.
100% maatwerk – ook online!
Vanzelfsprekend biedt Dagnall Taleninstituut ook blended learning in Almelo op maat.
Online leerplatform
Online leerplatform Dagnall biedt een digitale leeromgeving met een interactief leerplatform, genaamd Dagnall.online. Ons platform Dagnall.online biedt interactieve en gevarieerde content en vormt een integraal onderdeel van digitale leertrajecten. Het platform van Dagnall biedt interactieve mogelijkheden en zorgt voor een optimaal leerrendement bij een digitale leergang.
De Dagnall App
Naast het online leerplatform beschikt Dagnall Talen eveneens over een handige App voor zowel Android als Apple. Het gunstige aspect van de Dagnall App is dat een cursist altijd en overal, dus 24/7, toegang heeft op elk (mobiel) apparaat. Op het werk maar eveneens thuis of onderweg, bijvoorbeeld eveneens op reis in het buitenland. Zo kunnen cursisten dus Frans leren wanneer en waar ze maar willen. De inhoud van de oefeningen in de Dagnall App worden op de behoefte van uw bedrijf of organisatie afgestemd zoals het taalniveau, de leerdoelen en de branche. Zo kunnen wij bijvoorbeeld woordenlijsten, speciek jargon, technische termen, juridische termen en productnamen integreren in de App. De Dagnall App kan dus zeer praktijkgericht worden ingezet en de App blijft ook na afloop van de training Frans in Almelo is afgerond.
Dagnall zorgt ook bij digitale leerpaden voor uitstekend en spelenderwijs leren.
Ontdek onze online mogelijkheden
Online learning & blended learning Frans in Almelo
Voorsprong door maatwerk online en blended taaltraining Frans
Telefoongesprekken, e-mailcorrespondentie, vergaderingen en/of onderhandelingen met Franstalige zakenpartners of klanten uit bijvoorbeeld Frankrijk zijn vaak een uitdaging op het gebied van taal.
Mensen die meerdere talen spreken, zijn in veel organisaties en bedrijven derhalve onmisbaar.
Online en blended taaltrainingen Frans op maat
Dagnall leert u in het Frans communiceren door middel van professionele online & blended taalcursussen. Wanneer u internationaal meertalig succesvol wilt zijn, leer uw Franstalige gesprekspartners dan te begrijpen en zorg ervoor dat u zelf ook begrepen wordt. Wilt u uw taalvaardigheid Frans verbeteren voor een huidige of toekomstige functie? Onze trainingen bieden beroepsgerichte taaltraining. Al onze taaltrainingen zijn (betaalbare) maatwerktrainingen en zijn eveneens te boeken als onlinecursussen & blended taalcursussen. Onlinecursussen en blended taalcursussen Frans zijn net zo effectief en van hoge kwaliteit als fysieke cursussen en bovendien comfortabel.
Online taalcursussen en ook blended taalcursussen kunnen overal worden gevolgd; thuis, op kantoor, op zakenreis of op een bedrijfslocatie. Onlineplatforms voor zakelijke en technische taaltrainingen Frans online
Technische en zakelijke taalcursussen online geeft Dagnall Taleninstituut via onlineplatforms zoals Zoom, Skype, Teams of een ander onlineplatform naar uw keuze. Zoom is het meest gebruiksvriendelijk en biedt zowel interactie als variatie.
Virtuele Classroom voor zowel individuele als groepstrainingen Frans
Alleen het onderstaande is nodig voor een cursus in een virtuele classroom:
- Laptop, tablet of pc met microfoon en camera
- Internetverbinding
- Rustige (leer)omgeving
- Door ons beschikbaar gesteld cursusmateriaal
[ Lees meer ]
Cursuspakket en certificaat
Voorafgaand aan uw cursus Frans in Almelo ontvangt u het Dagnall cursuspakket.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Het handige Dagnall koffertje bestaat uit milieuvriendelijk materiaal en is ook zeer geschikt om daarin losbladig, actueel leermateriaal, dat tijdens de lessen Frans wordt behandeld, op te bergen.
Hieronder ziet u een foto van het cursuspakket van Dagnall Taleninstituut dat onder andere een Dagnall pen, schrijfblok en divers ander cursusmateriaal Frans bevat.
Na afloop van uw cursus Frans in Almelo ontvangt u het Dagnall certificaat. Op de achterkant van het certificaat van het Taleninstituut Dagnall staan zowel uw startniveaus Frans alsook de behaalde eindniveaus van uw nieuwverworven taalvaardigheden. Deze vaardigheden zijn opgedeeld in spreekvaardigheid, luistervaardigheid, leesvaardigheid en schrijfvaardigheid Frans.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Hieronder ziet u een foto met een voorbeeld van het Dagnall Certificaat.
Een compleet verzorgde cursus Frans in Almelo
Het Europees Referentiekader (ERK)
De taalniveaus van het Europees Referentiekader (ERK) gebruiken wij als referentie. Zo geven wij u als cursist een duidelijk beeld van uw huidige en verworven kennis van de Franse taal. Het niveau van het Europees Referentiekader is een internationaal erkend taalniveau.
Aan het einde van een cursus Frans in Almelo ontvangt u het ‘Dagnall Talen-certificaat’.
Niveaubepaling volgens het Europees Referentiekader
Het ERK is een kader om verschillende taalniveaus te beschrijven op een uniforme wijze, zodat een ‘gevorderde’ in Frankrijk dezelfde taalbeheersing heeft als een ‘gevorderde’ in bijvoorbeeld Nederland.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Het Europees Referentiekader is tussen het jaar 1989 en 1996 door de Raad van Europa samengesteld.
Het ERK is een tool die vijf taalvaardigheden onderscheidt, zijnde: lezen, luisteren, schrijven, spreken en gesprekken voeren.
De Engelstalige afkorting en term wordt ook vaak gebruikt: CEFR; Common European Framework of References. Het ERK hanteert ook 6 niveaus van taalbeheersing, van beginner tot bijna moedertaalspreker.
De zes niveaus in taalvaardigheid zijn van laag naar hoog als A1, A2, B1, B2, C1 en C2 op een rij gezet.
Niveau A is van toepassing op beginners.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalspreker Frans. Zo iemand gebruikt de Franse taal probleemloos in verschillende situaties.
De cursist die niveau B Frans beheerst, beschikt over alle basiskennis in de Franse taal.
Niveau C is van toepassing op gevorderden die de Franse taal met groot gemak kunnen verstaan, lezen, spreken en schrijven. De vaardigheden die horen bij niveau C, gaan richting de moedertaalspreker Frans. Zo iemand gebruikt de Franse taal probleemloos in verschillende situaties.
A1 Basisgebruiker - Breakthrough Level
Luisteren
Kan basiszinnen over een vertrouwd onderwerp begrijpen, als de gesprekspartner langzaam en duidelijk spreekt, eenvoudige woorden gebruikt en bereid is te herhalen.
Spreken
Kan zichzelf voorstellen en kan vragen stellen en beantwoorden over persoonlijke gegevens (waar iemand woont, of iemand getrouwd is of kinderen heeft).Kan familie of bekenden en woonomgeving beschrijven en vragen naar familie of woonomgeving van gesprekspartner beantwoorden.Kan in korte zinnen vertellen waar hij of zij werkt en wat hij of zij doet. Kan vragen naar het werk van de gesprekspartner.
Lezen
Kan eenvoudige, alledaagse uitdrukkingen en korte geschreven zinnen begrijpen over vertrouwde onderwerpen als er enige ondersteuning is door illustraties, foto’s of film.Kan eenvoudige mededelingen begrijpen, bijvoorbeeld op uithangborden in een winkel.
Schrijven
Kan een formulier invullen met persoonlijke gegevens.Kan een korte e-mail of een kaartje sturen met bijvoorbeeld een groet of felicitatie.
B1 Onafhankelijk gebruiker - Threshold Level
Luisteren
Kan de essentie begrijpen van een gesprek over persoonlijke zaken, familie, werk, studie, reizen en vrije tijd, wanneer er duidelijk wordt gesproken.
Kan de essentie begrijpen van de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken of onderwerpen die hem of haar interesseren in de standaardtaal, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk wordt gesproken.
Spreken
Kan zich in de meest voorkomende situaties redden wanneer hij of zij in het gebied is waar de taal wordt gesproken.
Kan onvoorbereid gesprekken voeren over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan zinnen op een eenvoudige manier aan elkaar verbinden.
Kan ervaringen en gebeurtenissen beschrijven en hoop en ambities uitspreken.
Kan een mening geven en voorkeur uitdrukken en motiveren.
Kan de plot van een boek of film vertellen.
Lezen
Kan teksten begrijpen die voornamelijk bestaan uit frequente woorden, dagelijkse of aan het werk gerelateerde taal, bijvoorbeeld in brieven van de gemeente, energiebedrijf of telefoonmaatschappij.
Kan de beschrijving van gebeurtenissen, wensen of gevoelens begrijpen in persoonlijke e-mails of brieven.
Schrijven
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
Kan een eenvoudige, samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen of onderwerpen die de persoonlijke belangstelling hebben (familie, werk, gebeurtenissen die zich voordoen, hobby’s, reizen).
C1 Vaardig gebruiker - Effective Operational Proficiency Level
Luisteren
Kan de meeste gesproken taal begrijpen, ook als deze niet goed gestructureerd is en wanneer verbanden impliciet zijn.
Kan radio- of televisieprogramma’s en films in de standaardtaal zonder al te veel inspanning begrijpen.
Spreken
Kan zich spontaan en vloeiend uitdrukken zonder al te veel te moeten zoeken naar uitdrukkingen.
Kan de taal soepel en effectief gebruiken in een zakelijke en sociale omgeving.
Kan ideeën en meningen gedetailleerd verwoorden en een volwaardige bijdrage leveren aan een discussie.
Kan een samenhangend betoog voeren over complexe zaken en daarbij subthema’s noemen, specifieke standpunten ontwikkelen en uitdragen en het betoog afronden met een passende conclusie.
Lezen
Kan complexe, langere teksten van uiteenlopende aard begrijpen, zowel zakelijk als literair.
Kan impliciete betekenis, nuances, stijl en idioom herkennen.
Kan gespecialiseerde artikelen en uitvoerige technische instructies begrijpen, ook als zij geen betrekking hebben op het eigen werkterrein.
Schrijven
Kan een heldere, gestructureerde en gedetailleerde brief, essay of verslag produceren over complexe onderwerpen.
Kan uitgebreid standpunten uiteenzetten en overtuigen. Kan zijn of haar schrijfstijl aanpassen aan de doelgroep.
A2 Basisgebruiker - Waystage Level
Luisteren
Kan zinnen en vaak voorkomende uitdrukkingen begrijpen over vertrouwde onderwerpen en activiteiten, bijvoorbeeld de familie, woonomstandigheden, boodschappen doen, opleiding of werk.
Verstaat de gesprekspartner als deze langzaam en duidelijk spreekt in de standaardtaal, maar kan het gesprek nog niet zelf gaande te houden.
Begrijpt de essentie van korte, eenvoudige berichten en aankondigingen, bijvoorbeeld op radio, televisie of een station.
Spreken
Kan eenvoudige gesprekken voeren over alledaagse onderwerpen en vertrouwde situaties. Kan eenvoudige informatie uitwisselen.
Kan in eenvoudige zinnen zijn of haar woon- of werkomgeving beschrijven, zijn of haar achtergrond en dagelijkse activiteiten.
Kan een eenvoudig telefoongesprek voeren, bijvoorbeeld om informatie te vragen.
Lezen
Kan korte, eenvoudig geschreven teksten, brieven of e-mails begrijpen.
Kan voorspelbare informatie halen uit eenvoudige korte teksten, zoals dienstregelingen, advertenties of menu’s.
Schrijven
Kan een kort briefje of e-mail schrijven over een vertrouwd onderwerp, bijvoorbeeld om iets af te spreken.
Kan eenvoudige notities en korte boodschappen schrijven over directe behoeften.
B2 Onafhankelijk gebruiker - Vantage Level
Luisteren
Kan lezingen en betogen volgen en zelfs complexe redeneringen als het onderwerp redelijk vertrouwd is.
Begrijpt de essentie van technische discussies in zijn of haar specialisatie.
Kan de meeste radio- of televisieprogramma’s over actuele zaken begrijpen.
Kan het grootste deel van de films in de standaardtaal begrijpen.
Spreken
Kan op een vloeiende en spontane manier deelnemen aan gesprekken met moedertaalsprekers zonder extra inspanning van de gesprekspartner.
Kan actief meepraten in discussies over bekende thema’s en zijn of haar mening geven en onderbouwen.
Kan de voor- en nadelen van diverse mogelijkheden of oplossingen uitleggen.
Kan een gedetailleerde beschrijving geven van een groot aantal onderwerpen ook buiten de directe persoonlijke belangstelling.
Lezen
Kan artikelen en verslagen lezen over eigentijdse problemen en houding of standpunt van de schrijvers begrijpen.
Kan de essentie van complexe teksten over abstracte of concrete onderwerpen begrijpen.
Kan modern literair proza begrijpen.
Schrijven
Kan een standpunt verdedigen, informatie doorgeven of een essay of verslag schrijven.
Kan brieven schrijven over uiteenlopende gebeurtenissen of persoonlijke ervaringen.
Kan een heldere, gedetailleerde tekst produceren over uiteenlopende onderwerpen.
C2 Vaardig gebruiker - Mastery Level
Luisteren
Kan vrijwel alles wat hij of zij hoort gemakkelijk begrijpen, zowel in contact met een gesprekspartner als via de media.
Kan accenten en tempo van moedertaalsprekers begrijpen als hij of zij enige tijd heeft om vertrouwd te raken met het soort accent.
Kan idiomatische uitdrukkingen en complexe betogen begrijpen.
Spreken
Kan deelnemen aan ieder soort gesprek.
Drukt zichzelf spontaan, vlot, vloeiend en genuanceerd uit, ook in meer complexe situaties.
Gebruikt vaste uitdrukkingen en zegswijzen.
Kan een heldere beschrijving of logische redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een duidelijke structuur.
Kan informatie samenvatten, op een samenhangende manier argumenten, nieuwe inzichten of aandachtspunten aan de orde brengen.
Lezen
Kan zonder moeite alles begrijpen wat hij of zij leest.
Dat geldt ook voor complexe betogen, abstracte of specialistische teksten, literatuur en idiomatische uitdrukkingen.
Schrijven
Kan een duidelijke en goed lopende tekst schrijven en daarbij rekening houden met de doelgroep.
Kan complexe brieven, verslagen en artikelen met een logische structuur schrijven.
Kan zichzelf vloeiend en precies uitdrukken en kan hierbij nuances in betekenis aangeven.
Het ERK geeft inzicht in taalbeheersing (Frans)
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
ISO-certificeringen
ISO 9001:2015 – internationale norm voor kwaliteitsmanagement
Dagnall Talen is gecertificeerd door Kiwa voor de ISO 9001:2015 norm, de wereldwijd erkende norm die eisen stelt aan het kwaliteitsmanagementsysteem van een organisatie. De ISO 9001:2015 norm stelt eisen om processen te borgen en te stroomlijnen die belangrijk zijn voor het verhogen van de klanttevredenheid. Voldoen aan zowel de eisen van opdrachtgevers alsook aan wet- en regelgeving en het continue verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem zijn de kernpunten van de ISO 9001:2015 norm.
ISO 17100:2015 - internationale norm voor vertaaldiensten
Dagnall is eveneens door Kiwa gecertificeerd voor de ISO 17100:2015 norm. De norm ISO 17100:2015 is specifiek voor vertaaldiensten die onder meer eisen stelt aan mensen, middelen, projectmanagement, vertalers en proeflezers.
De ISO 17100:2015 certificering van Dagnall Talen toont aan dat uitsluitend met professionele moedertaalvertalers wordt gewerkt met de benodigde kennis en ervaring. Daarnaast worden de vertalingen van Dagnall Talen (Frans) altijd minimaal twee maal door twee specialisten proefgelezen. De vertalingen worden aangeleverd volgens afspraak en binnen de deadline.
Kiwa – certificeringen sinds 1948
Kiwa is een certificeringsinstelling in Rijswijk met vele jaren ervaring met het certificeren van organisaties. Dagnall Talen wordt jaarlijks door Kiwa beoordeeld om te controleren of nog steeds aan de eisen van ISO 9001:2015 en ISO 17100:2015 voldaan wordt.
Dagnall draagt het NRTO-keurmerk
Lidmaatschap NRTO
Ons instituut is al vele jaren lid van de NRTO en draagt eveneens het NRTO-keurmerk.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Dagnall Talen heeft zich bij de NRTO aangesloten, omdat deze organisatie voor kwaliteit en betrouwbaarheid staat.
De afkorting NRTO staat voor ‘Nederlandse Raad voor Taal en Training’. De NRTO is de brancheorganisatie voor private onderwijsinstellingen, trainings- en opleidingsinstellingen en meer dan 450 organisaties zijn lid van de NRTO.
De missie van de NRTO luidt: Het beste uit mensen (jong en volwassen) halen, talenten ontwikkelen en mensen helpen hun ambities te realiseren.
Kwaliteitsbevordering en -bewaking
Voor de NRTO staat kwaliteit centraal. De NRTO staat voor kwalitatief hoogstaand, flexibel en gevarieerd opleidings- en examenaanbod en EVC (Erkenning van eerder Verworven Competenties). De kwaliteit van de diensten die door de leden van de NRTO geleverd worden, bijvoorbeeld een cursus Frans in Almelo, wordt geborgd door een gedragscode, door diverse convenanten alsook door het NRTO-keurmerk.
[ Lees meer ]
AVG-compliant
De AVG; Algemene verordening gegevensbescherming (Engels: GDPR; General Data Protection Regulation) is een Europese verordening inzake de verwerking van persoonsgegevens door bedrijven en overheidsinstellingen binnen de Europese Unie. De AVG dient er met name toe de privacy van burgers in de EU te beschermen. De verordening schrijft voor dat mensen op de hoogte moeten zijn van het verwerken van hun persoonsgegevens zoals naam, telefoonnummer en (e-mail)adres en dat alleen die gegevens die voor het beoogde doeleinde nodig zijn, mogen worden bewaard en verwerkt.
Deze persoonsgegevens mogen niet langer dan noodzakelijk worden bewaard en de persoonsgegevens moeten te worden beschermd tegen toegang door onbevoegden, verlies alsook vernietiging. Dagnall voldoet natuurlijk aan alle vereisten die worden gesteld door de Algemene verordening gegevensbescherming en verwerkt persoonsgegevens in zeer beperkte mate in elk opzicht. Dagnall Talen werkt met het betrouwbare Filemaker.
Dagnall cursussen Frans in Almelo zijn vrijgesteld van btw
CRKBO-geregistreerde instelling
Dagnall Talen staat ingeschreven in het CRKBO-register. CRKBO staat voor Centraal Register Kort Beroepsonderwijs.
Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen.
Dit betekent dat ons taleninstituut aan de Kwaliteitscode voor Opleidingsinstellingen voor Kort Beroepsonderwijs voldoet.
Voor de Belastingdienst is inschrijving in het juiste CRKBO-register een voorwaarde om beroepsgerichte taalcursussen btw-vrijgesteld te mogen leveren.
Door onze btw-vrijstelling kan Dagnall een lagere prijs aan u in rekening brengen.
Dit helpt in de cashflow van onze opdrachtgevers en is eveneens een voordeel voor (taal)cursussen aan bijvoorbeeld zorginstellingen, de overheid, maatschappen en privépersonen.
CPION
Voor deze inschrijving in het CRKBO-register is Dagnall aan een jaarlijkse audit onderworpen door het CPION; het Centrum Post Initieel Onderwijs.
Het CPION is de centrale organisatie voor het toetsen, diplomeren en registreren van postinitiële opleidingsinstituten.
Lloyd’s Register
Het CRKBO-register is een register dat door Lloyd’s Register Nederland bijgehouden wordt.
Het Lloyd’s Register is opgericht in 1760 en is een door de overheid erkend, onafhankelijk keuringsinstituut dat onder meer als doel heeft het beoordelen en classificeren van organisaties.
Offerte aanvragen voor een cursus Frans in Almelo
Contact cursus Frans Almelo
Wilt u contact opnemen met Dagnall Taleninstituut voor een cursus Frans in Almelo? Vraagt u vrijblijvend naar de mogelijkheden. Vul het contactformulier in op de website of stuur ons een e-mail via cursus-frans-almelo@dagnall.nl, dan informeren wij u zo spoedig mogelijk over de opties.
U kunt Dagnall natuurlijk ook bellen via 026-8200330 (geen menu). Vanzelfsprekend kunt u ook ons gratis informatiepakket bestellen.
De beste route naar een cursus Frans in Almelo!
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Internationaal zakendoen
 Wanneer u internationaal zakendoet dient dient vaak met een tijdsverschil rekening te worden gehouden in het land waarmee u zakendoet, zoals Frankrijk. De onderstaande klokken geven een tijdverschil aan tussen Nederland en Frankrijk, mits van toepassing.
De klokken gaan automatisch over eventuele zomertijd. (De klokken gaan automatisch over eventuele zomertijd.)
AMSTERDAM
PARIJS
De officiële landcode van Frankrijk in letters is FRA. De hoofdstad van Frankrijk; Parijs (in het Frans: ‘Paris’), ligt in het noorden van Frankrijk.
Het landnummer voor de telefoonnummers van Frankrijk is +33. De officiële internetextensie van Frankrijk is .fr.
Parijs op de kaart van Frankrijk
Leer Frankrijk kennen
Hieronder ziet u een kaart van Europa met Frankrijk ingekleurd.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Zo kent u de 13 Franse regio’s zeer snel.
Dit is om u een idee te geven van de grootte en de ligging van Frankrijk.
Frankrijk grenst aan de volgende landen: Andorra, België, Duitsland, Italië, Luxemburg, Monaco, Spanje en Zwitserland.
Kunt u de regio’s (régions) van Frankrijk aanwijzen?
Weet u in welke Franse regio’s uw zakenrelaties zich bevinden?
Zo kent u de 13 Franse regio’s zeer snel.
Controleer of verbeter uw kennis door met de muis naar de landkaart van Frankrijk te gaan.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Nu lichten de regio’s van Frankrijk na elkaar op.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Door met de muis de op de landkaart van Frankrijk te gaan staan, ziet u de bestuurlijke indeling van Frankrijk.
Nu lichten de regio’s van Frankrijk na elkaar op.
Eerst ziet u de Franse regio’s, vervolgens kunt de naam van de regio lezen.
Na een minuut hebt u een aardig idee van de regionale verdeling van Frankrijk.
Frankrijk in Europa
Regio’s van Frankrijk
Soepele zakelijke gesprekken met Franstaligen
Zakendoen met Frankrijk
Wilt u soepel communiceren met Franstaligen?
De informatie die u hieronder over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
De informatie die u hieronder over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen vindt, zal u zeker helpen.
Zaken als beroemde Fransen, bekende Franse exportproducten en typische gewoonten en gebruiken heeft Dagnall Talen voor u op een rijtje gezet.
Diverse typische onderwerpen over Frankrijk en/of de Franse taal.
Een aantal landspecifieke dingen weten, kan uitstekend helpen als opening of ijsbreker voor een gesprek.
Deze informatie over land, mens en cultuur kunt u tevens goed gebruiken als een stilte dreigt te vallen gedurende een zakelijk gesprek in het Frans.
In ieder geval kunt u zo niet alleen de geleerde taalvaardigheid toepassen tijdens internationaal zakendoen met Franstaligen maar evengoed uw kennis over het land inbrengen.
Zo is het mogelijk om iets over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Zo is het mogelijk om iets over typisch Franse gerechten en de beroemde Franse eetcultuur te leren.
Eten brengt mens en cultuur samen.
Uw taalbeheersing alsook uw kennis over de Franse cultuur, Frankrijk en de Fransen zal zeer op prijs worden gesteld!
Acheter chat en poche
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
Een kat in de zak kopen
Battre le fer tant qu’il est chaud
Het ijzer smeden als het heet is
Dans la nuit, tous les chats sont gris
’s Nachts zijn alle katjes grijs
De Fransen eten hun bekende baguettes (stokbrood) niet als maaltijd, maar bij de hoofdmaaltijd.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch van meerdere gangen.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Doorgaans begint dit met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood wordt gebruikt om bijvoorbeeld de saus te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, vooral ’s middags.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Een broodmaaltijd zoals in Nederland gebruikelijk is, kennen de Fransen niet.
Een echt Frans ontbijt is een croissant of brioche; een zacht, zoet broodje, gedoopt in een kop koffie.
De hoofdmaaltijd in Frankrijk is de lunch van meerdere gangen.
Er bestaan enorme regionale verschillen, maar vers stokbrood hoort erbij.
Doorgaans begint dit met een salade en daarna een warm hoofdgerecht.
Vlees, gevogelte of vis, verse groente en aardappelen of rijst.
Aardappelen worden trouwens gezien als groente.
Fransen eten graag vlees en halen hun neus niet op voor ingewanden en organen van dieren zoals kippenlever of -maagjes, foie gras en pens (ganzen- of eendenleverpaté).
Het stokbrood wordt gebruikt om bijvoorbeeld de saus te deppen of om het bord schoon te vegen.
Bij het eten drinken de Fransen natuurlijk een glas wijn, hoewel bij maaltijden ook veel water wordt gedronken.
Franse kinderen krijgen water met een scheutje wijn.
De maaltijd wordt afgesloten met een fromage, een kaasje en vervolgens le dessert; het zoete nagerecht en een kopje koffie.
Omdat het avondeten zelden vóór 20.00 uur genuttigd wordt, volgt rond 16.00 uur le goûter; iets zoets zoals een taartje met een kop thee of koffie.
’s Avonds wordt opnieuw vers stokbrood geserveerd.
Voorafgaand aan de maaltijd begint men in Frankrijk met een apéro, een aperitief zoals kir (witte wijn met crème de cassis) of pastis (anijslikeur).
Het avondeten lijkt op de lunch, maar is minder uitgebreid.
Regelmatig worden de restjes van de lunch verorberd.
Fransen eten vaker in restaurants dan Nederlanders, vooral ’s middags.
De prijzen zijn relatief laag en veel werkgevers voorzien hun personeel van maaltijdbonnen, waarmee ze voor een gereduceerd tarief een lunch kunnen nuttigen in een restaurant.
Frankrijk is één van ’s werelds grootste producenten van vlas, parelhoenders, wijn, suikerbiet, elektriciteit, ganzenlever, industriële hennep en konijnenvlees.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Frankrijk behoort tot de werelds grootste producenten van personenauto’s en vrachtauto’s, rijst, honing, staal en aluminium en gietwerkproducten in Europa.
Bekende Fransen zijn Jeanne d’Arc, Nostradamus, Napoleon Bonaparte, Louis Vuitton, Voltaire, Victor Hugo, Albert Camus Charles de Gaulle, Gustav Eiffel, Charles Aznavour, Brigitte Bardot, Louis de Funès en Zinédine Zidane.
"La Chambre de Commerce Internationale (CFCI)
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
La Chambre de Commerce Internationale is de Franse Kamer van Koophandel. Deze instelling biedt informatie voor Nederlandse bedrijven die zakendoen in Frankijk en andersom.
Nederlandse ambassade in Parijs
De Nederlandse ambassade is gevestigd in Parijs.
Netherlands Business Support Office
Lyon en Nantes hebben een Netherlands Business Support Office voor ondernemers.
Franse ambassade in Den Haag
Via de Franse ambassade in Den Haag kan men veel informatie krijgen over economische of culturele samenwerking met Frankrijk.
Business France
Business France is het Franse agentschap voor de internationale ontwikkeling van de Franse economie. Het is vertegenwoordigd in 85 ambassades en consulaten van Frankrijk.
De zetel van de Franse regering is in Parijs. Parijs is eveneens het commerciële centrum van Frankrijk.
"
Het brailleschrift, een schrift waarmee blinden kunnen lezen en schrijven, is vernoemd naar Louis Braille. Braille was zelf als jong kind blind geworden. In 1819 was er een speciaal ‘nachtschrift’ ontwikkeld in het Franse leger om ’s nachts boodschappen over te brengen aan het front. Dat gebeurde met een raster van twaalf punten, waarop in reliëf codes stonden die in het donker voelbaar waren. Louis Braille werd hierdoor op het idee gebracht iets dergelijks voor blinden te ontwikkelen en zo ontstond rond 1829 het brailleschrift.
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
Nicolas-Jacques Conté was de uitvinder van het grafietpotlood (1794) en de Franse wiskundige Bernard Lassimone van de puntenslijper (1828).
Jean-François Champollion was tussen 1814 en 1821 de eerste die de Rosetta Stone (steen van Rosetta) ontcijferde, samen met Thomas Young. Dit bleek een belangrijke sleutel te zijn voor het ontcijferen van de Egyptische hiërogliefen. Dit lukte Champollion in 1822.
Jean-Maurice-Émile Baudot was een Franse telegraaf-ingenieur en bedenker van de Baudotcode (1870). Het systeem was een opvolger van de morsecode en maakte het mogelijk om tot vier berichten gelijktijdig over één lijn te verzenden.
Édouard Branly was een Frans natuurkundige en een pionier op het gebied van de draadloze telegrafie. De Fransen zien hem graag als geestelijk vader van de radio.Hij deelt die eer met Aleksandr Popov en Guglielmo Marconi.
Alain Colmerauer was de bedenker van de programmeertaal Prolog (programmeren met logica) in 1973.
Jean David Ichbiah was een Franse computerwetenschapper en de eerste hoofdontwerper van Ada (1979), een gestructureerde programmeertaal, oorspronkelijk bedoeld voor embedded systemen (software ingebed in een hardware-apparaat).
Louis-Nicolas Robert ontwikkelde in 1798 de eerste langzeefpapiermachine.
De heteluchtballon werd in 1783 ontworpen door de gebroeders Montgolfier. De broers wilden eerst waterstof gebruiken in hun ballon maar doordat waterstof lastig was te produceren, gebruikten ze hete lucht.
De Franse wetenschapper Roland Moreno was de uitvinder van de chipkaart in 1974
"Tweemaal per jaar vindt in het beurscomplex Paris-Le Bourget de vakbeurs Texworld plaats: een vakbeurs voor stoffen, fournituren en accessoires.
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
Premiere Vision-France is de vakbeurs van de toeleveringssector van materiaal en diensten, voornamelijk voor kleding maar ook voor interieurdecoratie. Ook deze beurs vindt plaats in Parijs.
De Tradexpo Paris is een multisector-vakbeurs. Allerlei (internationale) bedrijven presenteren zich. Het gaat om games, speelgoed, consumentenartikelen, tuinmeubilair, huishoudelijke artikelen, enzovoorts.
Modevakbeurs Apparel Sourcing Paris vindt tweemaal per jaar plaats in Le Bourget, Parijs.
De internationale vakbeurs voor stoffen voor ondermode is Interfilière Paris.
"
1 mei (Dag van de Arbeid; Journée internationale des travailleurs)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
8 mei (Fête de la Victoire)
14 juli (Fête nationale française)
15 augustus (Maria Hemelvaart; Assomption de Marie)
1 november (Allerheiligen; Toussaint)
11 november (Wapenstilstand 1918; Armistice)
Aéroport Paris Charles de Gaulle is met 70 passagiers per jaar (ongeveer evenveel als Schiphol) de grootste Franse luchthaven. Het op één na grootste vliegveld ligt ook in Parijs: Orly, aan de zuidkant van de stad. Nummer drie is Nice Airport, waar vooral in de zomermaanden veel vakantievluchten zijn. Lyon Saint Exupéry en Toulouse zijn nummer vier en vijf, met respectievelijk 10 en 9 miljoen passagiers per jaar.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Op 27 september 1981 is de eerste TGV (Train à Grande Vitesse) gaan rijden tussen Parijs en Lyon. De snelheid toen was ongeveer 270 km/u. Op 3 april 2007 is een snelheidsrecord gevestigd van 574,8 km/u op de Ligne à Grande Vitesse tussen Parijs en het oosten van Frankrijk.
De Loire, de Seine, de Garonne en de Maas zijn de grootste rivieren van Frankrijk.
Het volkslied van Frankrijk is La Marseillaise (“De Marseillaise”).
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
llons enfants de la Patrie,
Le jour de gloire est arrivé !
Contre nous de la tyrannie
L’étendard sanglant est levé, (bis)
Entendez-vous dans les campagnes
Mugir ces féroces soldats ?
Ils viennent jusque dans vos bras
Égorger vos fils, vos compagnes !
Aux armes, citoyens,
Formez vos bataillons,
Marchons, marchons !
Qu’un sang impur
Abreuve nos sillons !
Que veut cette horde d’esclaves,
De traîtres, de rois conjurés ?
Pour qui ces ignobles entraves,
Ces fers dès longtemps préparés ? (bis)
Français, pour nous, ah ! quel outrage
Quels transports il doit exciter !
C’est nous qu’on ose méditer
De rendre à l’antique esclavage !
Aux armes, citoyens ...
Quoi ! des cohortes étrangères
Feraient la loi dans nos foyers !
Quoi ! Ces phalanges mercenaires
Terrasseraient nos fiers guerriers ! (bis)
Grand Dieu ! Par des mains enchaînées
Nos fronts sous le joug se ploieraient
De vils despotes deviendraient
Les maîtres de nos destinées !
Aux armes, citoyens ...
Tremblez, tyrans et vous perfides
L’opprobre de tous les partis,
Tremblez ! vos projets parricides
Vont enfin recevoir leurs prix ! (bis)
Tout est soldat pour vous combattre,
S’ils tombent, nos jeunes héros,
La terre en produit de nouveaux,
Contre vous tout prêts à se battre !
Aux armes, citoyens ...
Français, en guerriers magnanimes,
Portez ou retenez vos coups !
Épargnez ces tristes victimes,
À regret s’armant contre nous. (bis)
Mais ces despotes sanguinaires,
Mais ces complices de Bouillé,
Tous ces tigres qui, sans pitié,
Déchirent le sein de leur mère !
Aux armes, citoyens ...
Amour sacré de la Patrie,
Conduis, soutiens nos bras vengeurs
Liberté, Liberté chérie,
Combats avec tes défenseurs ! (bis)
Sous nos drapeaux que la victoire
Accoure à tes mâles accents,
Que tes ennemis expirants
Voient ton triomphe et notre gloire !
Aux armes, citoyens ...
(Couplet des enfants)
Nous entrerons dans la carrière
Quand nos aînés n’y seront plus,
Nous y trouverons leur poussière
Et la trace de leurs vertus (bis)
Bien moins jaloux de leur survivre
Que de partager leur cercueil,
Nous aurons le sublime orgueil
De les venger ou de les suivre.
Aux armes, citoyens ...
Over Frankrijk
Frankrijk heeft bij benadering 67 miljoen inwoners. Frankrijk is een constitutionele republiek met een president aan het hoofd. Zowel de president als de premier (eerste minister) legt verantwoording af aan het parlement. Daarmee kent Frankrijk een semipresidentieel systeem. Frankrijk ligt in West-Europa en beslaat een oppervlakte van 551.500 vierkante kilometer. Frankrijk is de 6de grootste economie ter wereld. De belangrijke en grote Franse steden zijn Parijs (Frans: Paris); de Franse hoofdstad met meer dan 2 miljoen inwoners, alsook Marseille, Lyon en Toulouse.
Frankrijk telt achttien regio’s (régions), waarvan twaalf in het land Frankrijk zelf, Corsica en 5 overzeese regio’s. Deze 12 regio’s in het land zijn: Auvergne-Rhône-Alpes, Bourgogne-Franche-Comté, Bretagne, Centre-Val de Loire, Grand Est, Hauts-de-France, Île-de-France, Normandië, Nouvelle-Aquitaine, Occitanie, Pays de la Loire en Provence-Alpes-Côte d’Azur. Guadeloupe, Martinique, Frans-Guyana, Réunion en Mayotte zijn de vijf Franse overzeese regio’s/departementen.
Vlag van Frankrijk
Wapen van Frankrijk
Oorsprong naam Frankrijk
De naam ‘Frankrijk’ betekent letterlijk het ‘Rijk van de Franken’; een Germaanse stam die na de val van het Romeinse Rijk Noord-Europa veroverde.
Kenmerkend voor Frankrijk
Wie aan Frankrijk denkt, denkt aan chansons, de Eiffeltoren, wijn, kaasjes, knoflook, stokbrood (inmiddels Unesco Werelderfgoed), champagne, de Tour de France (Ronde van Frankrijk) en lavendelvelden waarlangs een oude Citroën deux-chevaux rijdt met accordeonmuziek op de achtergrond.
Voor veel mensen roept Frankrijk onmiddellijk een vakantiegevoel op. Ook een echte Fransman is gemakkelijk te herkennen aan een wit overhemd en een baret of T-shirt met een Bretonse streep. En hij rijdt natuurlijk, chauvinistisch als hij is, het liefst in een Franse auto! Van oudsher was de Citroën DS zeer populair, die liefkozend ‘de godin’ (La Déesse) wordt genoemd. In Nederland en Vlaanderen staat deze auto wat simplistischer bekend als ‘snoek’ of ‘strijkijzer’.
[ Lees meer ]
Frankrijk - valuta
Munteenheid van Frankrijk
De munteenheid van Frankrijk is sinds 2002 de euro. Hieronder ziet u een foto van de voorkant en de achterkant van de Franse euromunt.
De Franse Centrale Bank
Hieronder ziet u het logo van de Franse Centrale Bank BdF (Banque de France) die gebruikmaakt van het zogenaamde ‘Eurosystem’.
Succesvol zakendoen in het Frans
Frankrijk - handel en toerisme
Franse Kamer van Koophandel - CCI
De Kamer van Koophandel van Frankrijk (Franse naam: La Chambre de Commerce et d'Industrie de France, afkorting: CCI) bevindt zich in Meaux.
De website van de Kamer van Koophandel van Frankrijk is www.cci.fr.
Het adres van de Franse Kamer van Koophandel is: CCI, 39 Avenue des Sablons Bouillants, 77100 Meaux. Het telefoonnummer is +33 1 44 45 37 00.
Toeristenorganisatie van Frankrijk
De toeristenorganisatie van Frankrijk heet Atout France (GIE), is gevestigd in Parijs, en de slogan luidt: “Explore France”. De website van de Franse toeristenorganisatie is www.france.fr. Het adres van de Franse Toeristenorganisatie is Rue Raymond Losserand, CS 60043, 75680 Paris. Het telefoonnummer is +33 1 42 96 70 00.
FRANCE.FR/ATOUT FRANCE
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Rue Raymond Losserand, CS 60043
75680 Paris
FRANCE
http://www.atout-france.fr/content/about-us
Over de Fransen
Alles draait om eten in la douce France, zoals de Fransen hun land als koosnaam noemen. Het Franse ontbijt is bescheiden: een croissant en een kop koffie. Koffie wordt staand aan de bar gedronken op weg naar het werk, net zoals Italianen dat doen. Lunch in Frankrijk is uitgebreid en warm, veelal met wijn erbij. En water. De Fransen drinken vrijwel altijd veel water bij de maaltijd. Het diner, dat ook warm wordt gegeten, is later op de avond. Bij de warme maaltijd wordt vers stokbrood gegeten. De zondagmiddag is in Frankrijk voor een uitgebreide lunch met de familie gereserveerd. Een lunch kan in Frankrijk een hele middag in beslag nemen, want tijdens de maaltijd heb je de beste gesprekken.
Fransen houden ook erg van praten. In het zakelijk leven is het niet anders: wie met Fransen zakendoet, moet veel converseren en uitgebreid eten. Veel werkgevers in Frankrijk geven werknemers vouchers waarmee ze in een restaurant kunnen lunchen. Kinderen worden in Frankrijk vrij streng opgevoed en doen gewoon mee met alle maaltijden. In Frankrijk eten kinderen hun viergangenmenu zonder morren en drinken daarbij wijn, aangelengd met water. Omdat het heel gebruikelijk is dat beide ouders werken, gaan Franse kinderen in de vakanties vaak naar een vakantiekolonie (colonie de vacances).
[ Lees meer ]
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Over kennen en kunnen
Taalvaardigheid Frans staat voor kennen (door studie of oefening geleerd) maar vooral kunnen (in staat zijn te gebruiken). Door het accent te verschuiven op het kunnen, kunnen cursisten aan het einde van de cursus Frans in Almelo de opgedane kennis sneller actief toepassen.
Voor u het weet, begrijpt u wat die Franstalige collega’s zeggen. Dat niet alleen, u kunt ook antwoorden in het Frans. Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Dagnall brengt taalkennis Frans tot leven!
Over de Franse taal
Het Frans is de meest gesproken Gallo-Romaanse taal; een oude Romaanse taal die weer voortkwam uit het Laatlatijn. Gallo-Romaans werd rond 300-900 n.Chr. gesproken in het toenmalige Gallië, wat naast het tegenwoordige Frankrijk ook België omvatte, het westelijke deel van Zwitserland alsook delen van Nederland en Duitsland.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
Er waren veel Gallo-Romaanse streektalen; ieder gebiedje had een eigen versie.
In het noorden sprak men sinds de 13de eeuw langue d’oïl en in het zuiden langue d’oc; deze talen werden herkend aan de manier waarop men ‘ja’ zei (‘oïl’ of ‘oc’). Het moderne standaardfrans (Nieuwfrans) is in feite de gecultiveerde variant van het Francilien. Dit was de taal van de Île-de-France en de langue d’oïl.
[ Lees meer ]
Franse klank en uitspraak
De klank van de Franse taal
Vergeleken met het Nederlands heeft de Franse taal een heel andere manier van uitspreken. Eén van de verschillen met het Nederlands is dat de woorden aan elkaar worden geplakt in de Franse taal, waardoor niet te horen is waar een woord stopt en het volgende woord begint. Dit verschijnsel heet ‘verbinding’ (liaison). Het gebeurt hoofdzakelijk bij woorden die eindigen op ‘s’ en worden gevolgd door een klinker of stomme ‘h’. Zo zeggen Fransen ‘lezzamie’ in plaats van les amis (de vrienden).
De uitspraak van het Frans
Een ander verschil is dat Fransen eindletters vaak niet uitspreken. Parle en parlent klinken hierdoor bijvoorbeeld hetzelfde. Daarnaast klinken bijna alle alle klinkers anders in het Frans. Omdat er veel Franse woorden in de Nederlandse taal voorkomen, komt de uitspraak van de Franse taal ons bekend voor: toilet, bureau, portefeuille.
[ Lees meer ]
UITSPRAAK
Frans alfabet fonetisch/IPA
A | ah | /a/ |
B | bee | /be/ |
C | see | /se/ |
D | dee | /de/ |
E | uh | /ə/ |
F | effe | /ɛf/ |
G | zjee | /ʒe/ |
H | assj | /ɑʃ/ |
I | ie | /i/ |
/jiː/ | J | zjie |
K | kah | /ka/ |
L | elle | /ɛlə/ |
M | emme | /ɛmə/ |
N | enne | /ɛnə/ |
O | oo | /o/ |
P | pee | /pe/ |
Q | kuu | /qy/ |
R | er | /ɛʀə/ |
S | ess | /ɛsə/ |
T | tee | /te/ |
U | uu | /y/ |
V | vee | /ve/ |
W | doeble vee | /dubləˈve/ |
X | ieks | /iks/ |
Y | ie grek | /iˈgrɛk/ |
Z | zedde | /zedə/ |
SPELLING
WOORD
A | Anatole |
B | Berthe |
C | Célestin |
D | Désiré |
E | Eugène |
F | François |
G | Gaston |
H | Henri |
I | Irma |
J | Joseph |
K | Kléber |
L | Louis |
M | Marcel |
N | Nicolas |
O | Oscar |
P | Pierre |
Q | quintal |
R | Raoul |
S | Suzanne |
T | Thérèse |
U | Ursule |
V | Victor |
W | William |
X | Xavier |
Y | Yvonne |
Z | Zoé |
Speciale tekens
@ | arobase |
# | dièse |
NAAMVALLEN
Het Frans kent geen naamvallen zoals die bijvoorbeeld in het Duits worden gebruikt bij zelfstandige naamwoorden. Une maison blijft une maison, welke grammaticale functie in de zin het woord ook heeft. Toch gebruikt het Frans wel naamvallen, maar slechts voor voornaamwoorden. Dat zijn er vier: de nominatif, die het onderwerp van de zin aangeeft (il; bijvoorbeeld il arrive); de génitif die een bezitsvorm aanduidt (sa/son, bijvoorbeeld son chien);>),
de datif voor het meewerkend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (lui; bijvoorbeeld “Jean lui donne une pomme”) en de accusatif voor het lijdend voorwerp en na bepaalde voorzetsels (le; bijvoorbeeld Marie le voit).
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Ook de betrekkelijke voornaamwoorden kennen een naamval, maar hier worden slechts de nominatif (qui) en de accusatif (que) gebruikt.
Bijzonderheden van de Franse taal
Het Frans is een Romaanse taal, net als het Spaans, het Italiaans, het Portugees en het Roemeens. De Franse taal is één van de werktalen van de Europese Unie, naast het Duits en Engels. Het Frans is één van de zes officiële talen van de Verenigde Naties, naast Engels, Russisch, Spaans, Chinees en Arabisch.
Het verhaal gaat dat de term ‘15-0’ (fifteen-love) in het tennis komt van het Franse woord l’œuf; ‘het ei’. De nul heeft de vorm van een ei. Het zo Engels lijkende tennisspel zou afstammen van het Franse jeu de paume.
De Franse taal leren en de Franse cultuur begrijpen
Alfabet en leestekens
Het Franse alfabet
Evenals het Nederlands, gebruikt het Frans het Latijnse alfabet, dat uit 26 letters bestaat.
Afwijkende leestekens in het Frans
In het Frans worden zogenaamde guillemets gebruikt in plaats van aanhalingstekens. Guillemets zijn « driehoekige dubbele haakjes », ook wel ‘chevron-tekens’ genoemd, waarmee een citaat wordt geopend en gesloten.
De naam ‘guillemet’ is afkomstig van Guillaume Le Bé (1525-1598). Guillaume Le Bé was lettermaker en hij was de bedenker van het teken. In het Frans komen spaties na de eerste en vóór de laatste guillemet. Ook andere leestekens worden in het Frans door een spatie voorafgegaan: Elle criait :, « Venez ! ».
Nuttige tips om uw talenkennis vlot en op een prettige manier te verbeteren
1 | Bedenk of u visueel (gericht op beeld), auditief (gericht op geluid), of kinesthetisch (gericht op gevoel) bent ingesteld en kies op basis daarvan de voor u meest geschikte en plezierige leermethode |
2 | Lees Franstalige kranten. Vaak weet u al iets over actuele nieuwsberichten, wat helpt bij het begrijpen. Le Monde is een bekende (online) krant in het Frans en Mediapart een bekend online nieuwsportal |
3 | Luister naar Franstalige radio. FIP is de bekendste Franse publieke radiozender en NRJ de bekendste Franse commerciële radiozender |
4 | Luister en ontdek Franstalige muziek |
5 | Lees Franstalige tijdschriften over onderwerpen die u interesseren |
6 | Luister naar audioboeken en luisterboeken in de Franse taal |
7 | Luister naar podcasts van Franstaligen |
8 | Kijk Franstalige televisieprogramma’s en films. France tv is de bekendste publieke televisieomroep en TF1 de bekendste commerciële televisiezender in Frankrijk |
9 | Bekijk Franse filmpjes op het internet over onderwerpen die u interesseren |
10 | Stel als doel om elke dag 10 nieuwe woorden te leren |
11 | Voer Franse zinnen en woorden in de nieuwe taal op de website www.linguee.com, lees en vergelijk |
12 | Plak memoblaadjes op in huis |
13 | Verdeel leermomenten in kortere perioden. Elke dag 30 minuten met de taal bezig zijn heeft meer effect dan één keer per week 210 minuten |
14 | Bekijk Franse webwinkels met producten die u goed kent om de terminologie te herkennen, te vergelijken en te leren |
15 | Gebruik de gratis Duolingo website en Android of Apple app of Mondly website voor dagelijkse woorden en zinnen |
16 | Wees niet bang om foutjes te maken |
17 | Niet te veel denken, gewoon doen! |
18 | En uiteraard: Volg een taalcursus bij Dagnall Talen! |
Franse stopwoorden en leenwoorden
Stopwoordjes in het Frans
In het Frans heten ze des mots de remplissage; opvulwoorden of stopwoorden. Ook de Franse taal heeft er veel. Woorden of woordcombinaties die iemand gebruikt om even te pauzeren maar toch de aandacht vast te houden.
Fransen zeggen vaak aan het eind van een zin het stopwoordje: hein? wat ongeveer klinkt als het woordje ‘hè’ in het Nederlands.
Sterker nog: het Nederlandse ‘hè?’ is vermoedelijk afkomstig uit het Frans. Dit woordje hein vraagt om instemming, ongeveer als: “Nietwaar?”
In het Frans hoor je ook vaak het stopwoord quoi? (wat?) aan het einde van een zin. “J’ai pris un taxi, quoi, ”Ensuite je suis allé chez eux, quoi.” Middenin een zin hoor je in het Frans vaak tu vois (‘zie je’), “t’vois c’que j’veux dire?” (‘zie je wat ik bedoel/wil zeggen‘).
[ Lees meer ]
Franse leenwoorden in het Nederlands
Leenwoorden in het Nederlands uit het Frans zijn: ‘ambulance’, ‘aubergine’, ‘ballon’, ‘boulevard’, ‘bourgondisch’, ‘bureau’, ‘cadeau’, ‘chauffeur’, ‘contant’, crème’, ‘elite’, ‘etage’, ‘garage’, ‘horloge’, ‘humeur’, ‘journaal’, ‘nuance’, ‘parlement’, ‘quiche’, ‘succes’, ‘toilet’ en ‘type’.
Nederlandse leenwoorden in het Frans
Nederlandse leenwoorden in het Frans zijn: ‘bier’ (bière), ‘haven’ (havre), ‘kabeljauw’ (cabillaud), ‘kajuit’ (cahute), ‘noord’ (nord), ‘oost’ (ouest), ‘west’ (est) en ‘zuid’ (sud).
Franse taalkennis verbeteren middels radio, tv & kranten
Franstalige media
Franstalige media bekijken, beluisteren en/of lezen is bijzonder effectief om uw kennis van het Frans te vergroten.
Zo neemt u ongemerkt het ritme en de klank van het Frans in u op.
Franse krant en online nieuwsportal
Het kan heel leuk en leerzaam zijn om het nieuws (proberen) te lezen in het Frans. Het voordeel is dat u vermoedelijk al op de hoogte bent van de actualiteit, waardoor u op vlotte manier veel woordenschat Frans bijleert.
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Le Monde
De meest gelezen kwaliteitskrant van Frankrijk is Le Monde. U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Le Monde klikken om deze krant direct te lezen.
Mediapart.fr
Het meest gelezen kwalitatieve en neutrale Franse online nieuwsportal is Mediapart.fr.
U kunt op de afbeelding hierboven met het logo van Mediapart.fr klikken, om dit populaire online nieuwsportal van Frankrijk direct te kunnen lezen.
Franstalige radio luisteren
FIP
FIP is het meest populaire Franse publieke radiostation.
Als u op het logo op het linker computerscherm hierboven klikt, kunt u live naar dit Franse radiostation luisteren.
NRJ
De zender NRJ is de best beluisterde commerciële radiozender in Frankrijk. Door op het logo op het computerscherm rechtsboven te klikken, kunt u direct live naar dit Franstalige commerciële radiostation luisteren.
Franstalige televisie kijken
France tv
Uw favoriete televisieprogramma of serie in het Frans horen of met Franse ondertiteling kijken, kan eerst wellicht wennen zijn, maar al gauw zult u merken dat dit erg leerzaam en leuk is.
De publieke televisieomroep van Frankrijk is France tv.
TF1
De televisieomroep TF1 is de meest bekeken commerciële Franse televisieomroep.
Deze Franstalige zenders kunnen middels kabel, internet, satelliet of via een app worden bekeken.
Betaalbaar maatwerk sinds 1982
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten
Trainen en vergaderen in Almelo
U kunt de cursus Frans in Almelo op uw locatie volgen of in Almelo, bijvoorbeeld in de Almelo Java Toren aan de Stationsstraat 11 in Almelo. Dagnall Talen verzorgt ook taalcursussen Frans in Almelo bij bijvoorbeeld Van der Valk Theaterhotel aan het Schouwburgplein 1 in Almelo en bij Fletcher Hotel Sallandse Heuvelrug aan de Burgemeester Knottenbeltlaan 77 in Rijssen.
U kunt vergaderen in Almelo bij bijvoorbeeld bij Stadslab Indië in de oude Almelose fabriek van textielbedrijf Ten Cate.
Almelo - geschiedenis
De stad Almelo is in de Middeleeuwen als kruispunt van land- en waterwegen ontstaan. Dankzij deze ligging werd de stad direct een handelsplaats voor vissers, boeren, wevers en ambachtslieden en kon de stad uitgroeien tot een belangrijke textielstad. De eerste vermelding van de naam ‘Almelo’ betreft
een officieel document uit het jaar 1157, waarin Heer Everhard van Almelo wordt genoemd als getuige. Destijds was Almelo een bezitting van een ‘heer’; een heerlijkheid. De naam ‘Almelo’ komt uit de Germaanse taal. Het is een verbastering van alma, olm en lauha, lo, een bos is gelegen dat op zandgrond.
Almelo - nu
Almelo is gelegen in de regio Twente. Plaatsen in de buurt van de stad Almelo zijn Borne, Delden, Geesteren, Hellendoorn, Nijverdal, Rijssen, Tubbergen, Vriezenveen, Vroomshoop en Wierden. Het XL Businesspark Twente is eveneens van groot belang voor de streek.
Almelo ligt in de provincie Overijssel. De gemeente Almelo telt ongeveer 72.500 inwoners.
Vlag gemeente Almelo
Wapen gemeente Almelo
Inwoners
Een inwoner van Almelo noemt men een ‘Almeloër‘.
Bekende Almeloërs zijn Hero Brinkman, Daphne Bunskoek, Tom Egbers, Herman Finkers, Ilse de Lange, Wubbo Ockels en Eddy Zoëy.
Iets wat uit Almelo komt, wordt ‘Almeloos’ genoemd.
Bekende Almeloërs zijn Hero Brinkman, Daphne Bunskoek, Tom Egbers, Herman Finkers, Ilse de Lange, Wubbo Ockels en Eddy Zoëy.
Iets wat uit Almelo komt, wordt ‘Almeloos’ genoemd.
Bijvoorbeeld Almeloos Blauw met drie witte ruiten staat op het wapen van ‘Almelo’. Almelo kreeg in 1394 stadsrechten.
Almelo - internationaal & kernen
Partnersteden
De partnersteden van Almelo zijn Denizli in Turkije, Iserlohn in Duitsland en Preston in het Verenigd Koninkrijk.
Almelo is een fusiegemeente.
Kernen
Ambt Almelo, Stad Almelo, Aadorp, Bornerbroek en een deel van Mariaparochie vallen onder de gemeente Almelo.
Vlag provincie Overijssel
Wapen provincie Overijssel
Typisch Almeloos
Almelo staat als textielstad bekend. Omstreeks 1900 bloeide hier de textielindustrie en het textielbedrijf Koninklijke Ten Cate is nog steeds in Almelo gevestigd. Enkele prachtige villa’s herinneren nog aan de textielbaronnen van toen.
Maar Almelo is uiteraard ook de stad van Bolletje, Ilse de Lange en Herman Finkers.
Maar Almelo is uiteraard ook de stad van Bolletje, Ilse de Lange en Herman Finkers.
Almelo fungeert als spoorknooppunt met de spoorverbinding naar Salzbergen (Duitsland), Zwolle, Deventer en Amsterdam.
Minder algemeen bekend is dat New Almelo in de Verenigde Staten (Kansas) is vernoemd naar Almelo.
Almelo - minder bekend
Minder algemeen bekend is dat New Almelo in de Verenigde Staten (Kansas) is vernoemd naar Almelo.
Twents dialect en accent
Het Twents is weer een Westfaals dialect van het Nedersaksisch; één van de officieel erkende streektalen.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt: Almelooo. Bij de voltooid deelwoorden wordt in Almelo ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Een stoet kan onmeunig lekker zijn.
Kenmerkend voor het Twents is de -t/-et als uitgang van de werkwoorden in het meervoud. Zo wordt ‘wij werken’ in het Twents wiej waarket.
Klinkers worden in het Twents vaak langgerekt: Almelooo. Bij de voltooid deelwoorden wordt in Almelo ge- weggelaten: ‘gezien’ is zeen. Een stoet kan onmeunig lekker zijn.
Dat betekent dat het brood heel erg lekker is. Een typische Twentse uitdrukking: As nen boer nich klaagt is hee zeeke: “Als een boer niet klaagt, is hij ziek”.
Bekende Almeloër Herman Finkers heeft zijn stad op de kaart gezet met zijn spreekwoord “Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” (uit zijn voorstelling EHBO is mijn lust en mijn leven uit 1985).
Bekende Almeloër Herman Finkers heeft zijn stad op de kaart gezet met zijn spreekwoord “Eén stoplicht springt op rood, een ander weer op groen. In Almelo is altijd wat te doen.” (uit zijn voorstelling EHBO is mijn lust en mijn leven uit 1985).
“Almelo Altijd wat te doen”
Almelo - zakelijk
De gemeente Almelo
Het netnummer van Almelo is 0546.
Het postcodegebied van Almelo is 7600 - 7610.
Het adres van het gemeentehuis van Almelo is Haven Zuidzijde 30, 7607 EW in Almelo.
De website van de gemeente Almelo is Almelo.nl.
Het telefoonnummer van de gemeente Almelo is 0546 541111.
Zakendoen in Almelo
Voor Almelose ondernemingen is het dichtstbijzijnde filiaal van de Kamer van Koophandel het KVK-kantoor Enschede aan de Hengelosestraat 585, 7521 AG in Enschede. Het telefoonnummer van de Kamer van Koophandel voor Almelo is 088 585 1585. De website van de Kamer van Koophandel voor Almelo is KVK-kantoor Enschede.
Almelo - internationale bedrijvigheid
Bedrijven die wereldwijd opereren, vindt u in Almelo op bedrijventerrein Dollegoor, Turfkade, Bedrijvenpark Twente, Twentepoort, XL Businesspark Twente of op bedrijventerrein Zeearend.
In Almelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Accent Covebo Group, ADG dienstengroep (Asito), Aeronamic, Alldra, Asia Motoren, Benchmark Electronics, Brusche Elektrotechniek, Cirext, DS Smith Packaging,
In Almelo bevinden zich onder andere de volgende, veelal internationaal opererende bedrijven en organisaties: Accent Covebo Group, ADG dienstengroep (Asito), Aeronamic, Alldra, Asia Motoren, Benchmark Electronics, Brusche Elektrotechniek, Cirext, DS Smith Packaging,
Enrichment Technology Nederland, FTNON, Group 2000, Hitec Power Protection, IMS, Kips, Maped Netherlands, Munters, Neuteboom Coffeeroasters, Panduit, Pentas Moulding, Quadrant EPP Nederland, Solinger Staalwaren Agenturen Wensink, Koninklijke Ten Cate, Terstal, Timberland Europe, Urenco, Van Merksteijn Steel en de Zwanenberg Food Group.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Een aantal van deze bedrijven mag Dagnall klant noemen.
Almelo’s nieuws
De Almelose nieuwsportalen zijn Hart van Almelo, Hallo Almelo en Almelo’s Weekblad en Almelose ondernemers lezen hun regionale zakelijke nieuws op MKB Overijssel - Nieuws.
Ondernemers in Almelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Ondernemers in Almelo kijken hun (zakelijk) nieuws op RTV Oost.
Almeloërs en ondernemingen in Almelo kunnen hun (zakelijk) nieuws lezen in de regionale krant het Almelo’s Weekblad, Tubantia en het Algemeen Dagblad - Almelo.
Cultuur, sport, ontspanning en zakenlunch in Almelo
Cultuur
Laat uw Franstalige zakenrelatie kennismaken met wat lokale cultuur.
Afhankelijk van het vakgebied waarin u werkzaam bent en/of de interesses van uw Franstalige zakenrelatie, kunt u in Almelo een bezoek brengen aan de Bolletje Winkel & Koffieschenkerij, aan Stadsmuseum Almelo of aan het Wevershuisje.
Voetbal, tennis, padel & squash
Samen naar een sportwedstrijd kijken of zelf voetballen, tennissen, padellen of squashen met uw Franstalige zakenrelatie? Voetbal verbroedert. Misschien is het daarom een goed idee om samen met uw Franse zakenrelatie naar een plaatselijke voetbalwedstrijd te gaan, waar bijvoorbeeld de Almelose voetbalclub Heracles, PH Almelo of SV DRC meespeelt.
Voor een partijtje tennis, padel of squash in Almelo kunt u terecht bij ATC Veenhorst of bij A.T.V. Luctor et Emergo.
Golf, ontspanning & lunch Is het na de cursus Frans in Almelo of na een (lange) bespreking met uw Franstalige (zaken)relatie tijd voor ontspanning?
Om even een balletje te slaan of gewoon gezellig wat eten of drinken, kunt u naar Golfvereniging Prins Hendrik in Almelo gaan. De adresgegevens van deze golfbaan zijn Veenelandenweg 34, 7608 HB in Almelo. De golfbaan is bereikbaar onder telefoonnummer is 0546-56 82 76. De website van deze golfbaan is www.golfinalmelo.nl.
Om iets te drinken of een hapje te eten kunt u terecht bij clubhuis PH Golf.
Promotiefilmpjes en Google Maps
Hieronder staan promotiefilmpjes van Frankrijk en van Almelo die ook op Youtube te zien zijn.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Almelo op Google Maps te zien. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Klik direct op het logo van Youtube in het midden om het filmpje af te spelen.
Direct onder de promotiefilmpjes zijn de locaties van Frankrijk en Almelo op Google Maps te zien. U kunt linksboven klikken om de kaart groot weer te geven in een nieuw venster.
Als u linksonder op het vierkantje in de afbeelding klikt, krijgt u de satellietbeelden van Frankrijk en Almelo te zien op Google Earth.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
In- en uitzoomen op de kaartjes is mogelijk met de + en – knop rechtsonder.
Wat kennis van de omgeving van waar uw Franse zakenpartner zich bevindt, kan goed van pas komen tijdens zakelijke gesprekken met Franstaligen.
Promovideo Frankrijk
Promovideo Almelo
Google Maps Frankrijk
Google Maps Almelo
Op de hoogte blijven van wat er speelt in Frankrijk
Frans nieuws en Almelo’s nieuws
Hieronder ziet u het meest recente nieuws uit Frankrijk en Almelo uit verschillende nieuwsbronnen.
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Almelo’s nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, is het prettig en handig om een beetje geïnformeerd
Het eerste blokje is Frans nieuws in het Nederlands.
Het tweede blokje is nieuws uit Frankrijk in het Frans.
Het derde blokje is Almelo’s nieuws (in het Nederlands).
Dit nieuws wordt steeds live bijgewerkt.
Wanneer u zakendoet of communiceert met Fransen, is het prettig en handig om een beetje geïnformeerd
te zijn van wat er in Frankrijk speelt.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Daarnaast is het leerzaam om het Franse nieuws in het Frans te lezen.
Waarschijnlijk bent u al geïnformeerd over het nieuws, dus begrijpend lezen gaat relatief gemakkelijk en het verrijkt de Franse woordenschat met actuele Franse woorden, uitdrukkingen en termen.
Nieuws uit Frankrijk in het Nederlands
- Franse premier Barnier kondigt forse bezuinigingen en extra belastingen aan - NOS
- Nieuwe minister van Binnenlandse Zaken Frankrijk: eloquent en radicaal - de Volkskrant
- Opnieuw wordt moord door een buitenlandse dader in Frankrijk politiek - NRC
- Frankrijk wil ook grenscontroles invoeren, kondigt premier aan - BNR Nieuws
- Franse premier Barnier kondigt besparingen en extra belastingen aan in openingsspeech - VRT.be
- Gestolen bestelwagen van schrijnwerker Joachim (22) na een week teruggevonden in Frankrijk: “Het werkmateriaal hebben ze waarschijnlijk meteen verkocht” - Het Laatste Nieuws
- Juliëtte (35) emigreerde naar Frankrijk: ’Ik mis toch echt de Nederlandse oude kaas’ - Telegraaf.nl
- Frankrijk baalt van Renault-nieuws: 'Zal een braindrain bij Alpine veroorzaken' - F1 Maximaal
- Telegram-baas Doerov wordt vervolgd in Frankrijk, mag land niet verlaten - NOS
Nieuws uit Frankrijk in het Frans
- Discours de politique générale de Michel Barnier : fiscalité, sécurité, proportionnelle, retraites... Ce qu'il faut retenir des annonces du Premier ministre - franceinfo
- Les constructeurs automobiles bientôt "réduits à vendre des voitures à pédale" ? La mise au point de François Lenglet - TF1 INFO
- INFO OUEST-FRANCE. Lori Helloco contrôlé à 164 km/h et positif à la cocaïne : l’élu normand dément - Ouest-France
- Vent et très fortes pluies : pourquoi la France n’en a pas fini avec les restes de l’ouragan Isaac - actu.fr
- Actualités météo: 2024 : année la plus pluvieuse du siècle en France ? 01/10/2024 - Meteo Paris
- Des vêtements retrouvés dans le "cimetière d'Emile Louis" : des analyses demandées pour trouver de l'ADN - France 3 Régions
- Dette publique : pourquoi la France emprunte-t-elle désormais à un taux plus élevé que l'Espagne ? - franceinfo
- Budget 2025 : "L'attitude des socialistes doit être de voter tout ce qui va dans le bon sens de la justice fiscale", estime François Hollande - franceinfo
- Mobilisations pour les salaires et les retraites : 95 000 manifestants en France selon le ministère de l'Intérieur, 170 000 d'après la CGT - franceinfo
Nieuws uit Almelo
- Drukste ochtendspits van het jaar: ook op Twentse snelwegen veel vertraging | Hengelo - Tubantia
- Enschede verhoogt compensatie voor waterschade - Drimble.nl
- Enschede past regeling aan na overstromingen: nu ook 500 euro voor thuiswonende 18-plussers - Drimble.nl
- FC Utrecht verliest oefenduel van Heracles Almelo - RTV Utrecht
- ‘Het Heracles van vorig seizoen had na de 1-1 van Heerenveen de wedstrijd nog uit handen gegeven’ - Tubantia
- Verbeek tipt 'lieve jongen' SC Heerenveen: "Man en paard noemen" - FeanOnline
- Deze winkels en andere zaken waren in het nieuws in Almelo in september - indebuurt
- Stelling | Het behoud van 19 huizen moet prioriteit krijgen boven XL Businesspark 2 - Tubantia
- Huizen slopen voor een bedrijventerrein: als we altijd luisteren naar ‘nee’, gebeurt er nooit iets - De Stentor
Dagnall geeft cursussen in 24 talen
Cursus Engels
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Duits
Cursus Spaans
Cursus Nederlands
Cursus Portugees
Cursus Italiaans
Cursus Deens
Cursus Zweeds
Cursus Noors
Cursus Fins
Cursus Russisch
Cursus Pools
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Cursus Tsjechisch
Cursus Slowaaks
Cursus Kroatisch
Cursus Hongaars
Cursus Roemeens
Cursus Bulgaars
Cursus Turks
Cursus Grieks
Cursus Hebreeuws
Cursus Chinees
Cursus Japans
Taalcursussen in 24 talen
Dagnall Taleninstituut geeft in Almelo onder meer maatwerktrainingen Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans en Portugees.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen standaard aanbiedt naast Frans in Almelo.
Hierboven ziet u een overzicht van de 23 andere talen die Dagnall Talen standaard aanbiedt naast Frans in Almelo.
Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen voor een cursus in een taal die hier niet vermeld staat.
Dagnall Talen verzorgt ook vertaalwerk en tolken Frans
Wist u dat?
Wist u dat Dagnall Talen ook vertalingen in Almelo en tolkdiensten verzorgt?
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
Dagnall Talen kan u dus van dienst zijn met
taalcursussen, vertalingen, tolkdiensten alsook het schrijven van teksten!
Ook de juiste route naar vertaaldiensten en tolkdiensten Frans
Daarom Dagnall!
toptrainersmaatwerk
door heel Nederland
ISO 9001:2015 gecertificeerd, NRTO-keurmerk
Btw vrijgesteld
taaltrainingen - vertalen - tolken - teksten